• No results found

University of Groningen Endovascular approaches to complex aortic aneurysms de Niet, Arne

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen Endovascular approaches to complex aortic aneurysms de Niet, Arne"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Endovascular approaches to complex aortic aneurysms

de Niet, Arne

DOI:

10.33612/diss.111895510

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2020

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

de Niet, A. (2020). Endovascular approaches to complex aortic aneurysms. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.111895510

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

CHAPTER

11

Dutch Summary

Nederlandse samenvatting

(3)

Ch

ap

ter 11

(4)

11

De voorkeursbehandeling behandeling van de verwijde buikslagader, het abdominaal aneurysma aortae (AAA), is verschoven van een open chirurgische benadering naar een volledig minimale invasieve, endovasculaire, methode. Na de introductie van de endovasculai-re behandeling van het abdominale aneurysma (EVAR) voor een AAA onder de nierslagaders (infrarenaal) zijn er tevens endoprotheses ontwikkeld voor de complexere aneurysmata. Deze complexere aneurysmata kunnen zich bevinden ter hoogte van de nierslagaders (juxtarenaal), boven de nierslagaders (suprarenaal) of tot in de borstkas (thoraco-abdominaal aneurysma aortae, TAAA). Deze endoprotheses kunnen hoger thoracaal geplaatst worden, terwijl de doorbloeding van de nier en buikslagaders behouden blijft. Dit proefschrift beschrijft de klinische resultaten van het gebruik van deze endoprotheses en de behandel overwegingen in de relatie tot de anatomie van de patiënt.

Na de introductie van endoprotheses voor de infrarenale AAAs, zijn deze steeds verder ontwikkeld en nieuwe endoprotheses verschenen op de markt.1 Veranderingen werden

toegebracht, hoewel lange termijn resultaten nog niet of nauwelijks beschikbaar waren. In Hoofdstuk 2 werd een overzicht gegeven van de huidige beschikbare endoprotheses voor infrarenale AAAs, met de middellange en lange termijn resultaten. De belangrijkste verschillen tussen de endoprotheses zitten in de fixatie boven of onder de nierslagaders, het gebruik van een Z- of circulaire metalen stent en de stof die de stent bedekt. Vergeleken met de eerste generatie endoprotheses zijn de huidige endoprotheses flexibeler, hebben ze verbeterde mogelijkheden ter ontplooiing en zijn de introductie schedes, waarin de endopro-these zich bevindt, versmald.2,3 De Zenith SP Flex® (Cook Medical), Incraft® (Cordis corp),

Excluder® (Gore), Endurant™ (Medtronic) en de Anaconda™ (Terumo aortic) hebben allen vergelijkbare perioperatieve uitkomsten en vroege reinterventie percentages. Hoewel studies met deze nieuwe generatie endoprotheses goede resultaten laten zien, is er een reinterventie percentage van 10-20% na een gemiddelde van 3 jaar follow up. Het blijft derhalve noodza-kelijk om patiënten behandeld met deze endoprotheses poliklinisch te blijven vervolgen. De geschiktheid van anatomie, het gebruik binnen de fabrieks voorschriften en de ervaring van de behandelaar lijken vooral invloed te hebben op de uitkomsten. De continue verandering in ontwerp van de endoprotheses en het gebrek aan lange termijn follow up studies zorgen ervoor dat we voorzichtig moeten zijn met conclusies over de lange termijn resultaten van EVAR voor infrarenale AAAs.

(5)

Ch

ap

ter 11

186

Wanneer het AAA zich verder heeft uitgebreid naar boven de nier- en buikslagaders of als er sprake is van een nek onder de nierslagaders waar de endoprothese niet kan hechten, zal de standaard EVAR niet toereikend zijn. Hiervoor is er de mogelijkheid om gebruik te maken van een gefenestreerde endoprothese (FEVAR), welke hoger geplaatst kan worden, zonder dat de doorbloeding van nier of buikslagaders bedreigd wordt. In Hoofdstuk 3 werd een overzicht gegeven van gefenestreerde endoprotheses. De meeste ervaring is opgedaan met de op maat gemaakte Zenith® Fenestrated (van Cook Medical). Enkele jaren later werd de op maat gemaakte Fenestrated Anaconda™ (van Terumo Aortic) ontworpen. Deze ge-fenestreerde endoprothese heeft in tegenstelling tot de Zenith® Fenestrated een proximaal gedeelte zonder ondersteunende stent, waardoor de fenestraties niet belemmerd worden in locatie. De ‘van de plank’ gefenestreerde Endologix Ventana™ (van Endologix Inc.) hoeft niet aangepast te worden aan de anatomie van de patiënt, maar is slechts bij patiënten bruikbaar met de plaats van de nier en buikslagaders binnen bepaalde marges. Hoewel deze endopro-these direct beschikbaar is in noodsituaties bleken er veel vroege postoperatieve problemen en was de fabrikant genoodzaakt de endoprothese van de markt te halen. Recent is de op maat gemaakte E-xtra Design Engineering (van JOTEC GmbH) geïntroduceerd, waardoor er nog weinig literatuur beschikbaar is over deze endoprothese. De beschikbare literatuur varieerde tussen de 4 endoprotheses, maar liet zien dat de benodigde tijd voor plaatsen van de endoprothese, het gebruikte volume contrast middel en technisch succes vergelijkbaar waren. De 30 dagen mortaliteit varieerde tussen 0 en 9% en leek vergelijkbaar voor alle endoprothe-ses. Momenteel zijn alleen lange termijn resultaten voor de endoprothese van Cook Medical beschikbaar. Slechts enkele kleine series met variabele follow-up periodes zijn beschikbaar voor de 3 andere endoprotheses, waardoor een statistische vergelijking nog onuitvoerbaar is. De levensverwachting in de westerse wereld stijgt en daarmee het aantal casus met een AAA op oudere leeftijd. Hoofdstuk 4 was gericht op de klinische uitkomsten van patiënten van 80 jaar en ouder die behandeld zijn voor een complex AAA met FEVAR en vergelijkt deze met patiënten onder de 80 jaar oud. Geen statistisch verschil werd gezien tussen non-tachtigja-rigen en tachtigjanon-tachtigja-rigen in geschatte overleving, welke 42% was in de tachtigjarige groep na 5 jaar. Op het oog lijkt er echter een kortere overleving te zijn in de overlevingscurve voor tachtigjarigen. Behalve nierfunctie en leeftijd, werd er geen verschil gezien in andere comor-biditeiten en is een kortere overleving simpelweg gerelateerd aan oudere leeftijd.4 Overleving

(6)

11

is echter niet de enige uitkomst parameter. Parameters gerelateerd aan de endoprothese, zoals reinterventies, doorgankelijkheid van de gestente slagaders en endolekkage gedurende follow up zijn mogelijk belangrijker, er werd echter geen verschil gezien tussen de groepen voor deze parameters. Bij de vorderende leeftijd is er meer kans op een vergrote hoek in de aorta, maar in de resultaten van deze studie en beschikbare literatuur lijkt dit geen invloed te hebben op de uitkomsten gerelateerd aan de endoprothese.5,6 Leeftijd opzichzelfstaand moet geen reden zijn

om af te zien van FEVAR in de oudere patiënt, maar er blijven onbeantwoorde vragen. FEVAR is een financieel dure behandelingsmodaliteit vergeleken met open chirurgische behandeling. Een kosten-baten analyse, met gewonnen levensjaren en gewonnen voor kwaliteit aangepaste levensjaren zal verder uitgezocht moeten worden.7

De commercieel beschikbare gefenestreerde endoprotheses van Cook Medical en van Terumo Aortic zijn beiden op maat gemaakt. Toegewijde software met 3D reconstructie mogelijkhe-den van computed tomografie angiografie (CTA) wordt gebruikt om de endoprothese perfect passend te maken op de patiënt. De lijn centraal door het lumen van de aorta of de doel slagaders zorgen voor een nauwkeurige bepaling van de landing zone locaties en locaties van de fenestraties. Het ontplooien van de endoprothese met stents in de fenestraties en doel slagaders, beïnvloedt echter de natuurlijke anatomie van de patiënt, met als consequenties en-doprothese gerelateerde complicaties.8 De stent in de nier of buikslagader bij FEVAR is extra

gevoelig voor complicaties, zoals stenose, occlusie, afknikken of breken van de geplaatste stent. In Hoofdstuk 5 werd de tortuosity index (TI) van de nier en buikslagaders geïntrodu-ceerd om de mate van kronkelig beloop in te schatten. De TI werd succesvol getest op repro-duceerbaarheid. Zoals besproken in Hoofdstuk 3, zijn er enige verschillen tussen de Zenith® Fenestrated en de Fenestrated Anaconda™ endoprotheses. Hoofdstuk 5 was gericht op het verschil in invloed van deze beide endoprotheses op de natuurlijke anatomie van de patiënt. Beide gefenestreerde endoprotheses beïnvloeden de anatomie van de aorta en de nier en buikslagaders, maar uit deze studie bleek de positie van de buikslagaders meer in loodrechte richting op de aorta veranderde in de Zenith® Fenestrated. De veronderstelling was dat de circulaire Z-stents van de Zenith® Fenestrated stugger zijn, waardoor het dokken van de stent in de fenestratie de natuurlijke anatomie meer beïnvloedt dan bij de Fenestrated Anaconda™ waarbij het gedeelte van de endoprothese met de fenestraties geen stents bevatte. Anderzijds werd er na het plaatsen van de Zenith® Fenestrated een duidelijke afname gezien van de

(7)

Ch

ap

ter 11

188

diameter ter hoogte van de buikslagaders, terwijl dit bij Fenestrated Anaconda™ niet het geval was. Mogelijkerwijs duwt de bloeddruk de stof waarbij geen circulaire stents aanwezig zijn in de Fenestrated Anaconda™ tegen de wand van aorta aan, terwijl deze ontworpen was om recht te zijn. Hoewel het niet uit deze studie kwam, kan het zijn dat dit de uiteindelijk conformabili-teit van de endoprothese op de natuurlijke anatomie beïnvloedt. De klok posities van de nier-slagaders in the Zenith® Fenestrated verplaatsten zich naar voren. Tijdens het plaatsen van de Zenith® Fenestrated werd de endoprothese ontplooit en werden de nierslagaders gekathete-riseerd, thans was er nog een rijgsysteem aanwezig aan de achterkant van de endoprothese om de diameter te verkleinen en zo de endoprothese nog te kunnen herpositioneren. Na het losmaken van dit rijgsysteem werden mogelijk de nierslagaders naar voren geduwd. In deze studie werden geen grote veranderingen gezien in de TI, maar deze parameter zou op termijn een voorspeller kunnen zijn om gestente doel slagader gerelateerde complicaties te kunnen voorspellen. Meer onderzoek is nodig om een grens te bepalen waarin verandering in de TI een reinterventie rechtvaardigt. De geobserveerde veranderingen in dit hoofdstuk zijn klein en de invloed op klinische uitkomsten zijn nog onduidelijk. De parameters van deze studie zijn bovendien gemeten in statische CTAs, een volgende stap zou een soortgelijke studie zijn waarbij gebruik wordt gemaakt van hartcyclus gekoppelde CTAs.

De klinische toepassing van de Fenestrated Anaconda™ werd besproken in Hoofdstuk 6. Resultaten met deze endoprothese laten een procedureel type Ia endoleak zien van 8,6%, welke in het grootste deel van de gevallen spontaan verdwijnen naar 0,3% na 1 jaar. Door een type Ia endoleak blijft er een verhoogde druk bestaan in de aneurysma zak, met als risico het scheuren van de aneurysma wand.9 De klinische consequenties blijven nog onduidelijk, maar

door de hoge reinterventie vrij overleving lijken deze mee te vallen.

Hoofdstuk 7 was gericht op de middellange termijn resultaten van de Fenestrated Anaconda™, waarin 335 casus uit 11 klinieken van over de hele wereld werden meegenomen. Technisch succes, middellange overleving en reinterventie percentages waren vergelijkbaar met de in de literatuur beschreven resultaten met de Zenith® Fenestrated.10,11 In deze groep werd een

procedureel type Ia endoleak gezien van 6,9%, maar deze verdwenen bijna allemaal spontaan tijdens follow-up en geen enkel gescheurd AAA werd gezien. De veronderstelling was dat de proximale nitinol ringen in deze endoprothese tijd nodig hadden om zich volledig te

(8)

11

ontplooien. Hoogstwaarschijnlijk hebben andere anatomische parameters, zoals de maat van de ringen, de diameter en de hoek van de landing zone, invloed op een persisterend type Ia endoleak en het daaraan gerelateerde klinisch risico. In dit hoofdstuk was over de tijd tevens een afname te zien van de nierfunctie. De nierfunctie vermindert van nature met de vorderende leeftijd, maar hoge dosering contrast vloeistof en het stenten van de nierslag-aders zouden van invloed kunnen zijn op de verslechterende nierfunctie.12,13 Dit hoofdstuk

onderstreepte dat behandelaars extra aandacht moeten hebben voor patiënten met een reeds verslechterde nierfunctie.

Patiënten die zijn behandeld voor een AAA blijven in strenge follow-up. Een van de risico’s na open chirurgische uitschakeling, is het ontstaan van een para-anastomotisch aneurysma. Het ontstaan van een verwijde nek, AAA groei, endolekkage, migratie van de endoprothe-se of materiaal falen zijn mogelijke complicaties na EVAR. Een open chirurgisch herstel na EVAR heeft een 30 dagen mortaliteit van 3% en in een para-anastomotisch aneurysma is zelfs een mortaliteit tot 14% beschreven.14,15 Deze casus, maar ook casus met een primair

AAA of TAAA met een kleine distale diameter van de aorta, kunnen met een gefenestreer-de aortale cuff behangefenestreer-deld worgefenestreer-den.16 In Hoofdstuk 8 werd de wereldwijde klinische uitkomst

op middellange termijn van de Fenestrated Anaconda™ aortale cuff besproken. Vanwege de preoperatieve patiënten karakteristieken besloten de behandelaars waarschijnlijk dat een minimaal invasieve methode een betere keuze was boven open chirurgische uitschakeling. In deze studie bleken de 29 casus technisch uitdagender, wat te zien was in meer fenestra-ties en hoog percentage van craniale benadering vergeleken met de standaard FEVAR. De combinatie van comorbiditeiten en complexiteit resulteerden in een hoge mortaliteit en hoog aantal reinterventies binnen 30 dagen. Na deze vroege postoperatieve periode bleef de overleving gedurende 2 jaar relatief stabiel en er werden geen aneurysma gerelateerde sterf-gevallen geobserveerd, maar de noodzaak voor reinterventies blijft een aandachtspunt. Een reinterventie vrije overleving van 79% na 2 jaar werd beschreven na standaard FEVAR met de Fenestrated Anaconda™, maar na het gebruik van de gefenestreerde aortale cuff was dit 67%. Falen van de primaire endoprothese of endoleak tussen de cuff en de primaire endograft werden gezien. Het plaatsen van een volledig nieuwe endoprothese binnen in de oorspronke-lijke endoprothese zou dus mogelijk een betere keuze zijn. De keuze van een gefenestreerde aortale cuff blijft een op maat gemaakte optie en mogelijk waren er in de casus in deze studie

(9)

Ch

ap

ter 11

190

geen andere opties over. Juist in deze casus blijft een actieve follow-up noodzakelijk.

Het aneurysma van de aorta kan zich verder naar craniaal uitbreiden, waarbij de nier en buikslagaders ontspringen uit de aneurysma zak. Voor deze suprarenale AAAs of TAAAs werd een branched of gecombineerde branched en gefenestreerde (B/F-EVAR) endoprothese ontwikkeld. Deze endoprothese heeft aftakkingen aan de endoprothese om de afstand van endoprothese naar de origo van de doel slagader te overbruggen. Hoofdstuk 9 was gericht op de lange termijn resultaten van deze endoprotheses, met speciale aandacht van de geom-etrische verandering in de overbruggende stents. Deze geomgeom-etrische veranderingen waren meer uitgesproken in branches dan fenestraties, waarbij de langere afstand van branches met overbruggende functie een van de verklaringen was. De wand van de aorta ligt bij fenestra-ties tegen de endoprothese aan, terwijl de branches los liggen. Mogelijk neemt daardoor het risico op migratie van de endoprothese en spanning op de stent toe, wat leidt tot geometri-sche veranderingen. De constructies van branches is dus ook gecompliceerder, waarbij ze kwetsbaarder zijn voor complicaties. Dit weerspiegelde zich in een lagere stent doorganke-lijkheid in branches op de lange termijn ten opzichte van de fenestraties. Nauwkeurig meten van migratie, de hoek en lengte van de overbruggende stent en deze te vergelijken met eerdere metingen, kan het risico voorspellen op ontkoppeling, stenose of occlusie van overbruggende stent. Deze metingen zouden dan ook onderdeel moeten zijn van routine tijdens follow-up. In dit hoofdstuk werd een wezenlijk aantal sterfgevallen gezien gedurende follow-up en de behandeling van een TAAA blijft dus uitdagend. Hoewel fragiele patiënten geïncludeerd waren in deze studie, werd aneurysma gerelateerd overlijden niet gezien tot 4-6 jaar na behandeling, wat het voordeel van endovasculaire behandeling van het TAAA ondersteunt. Grotere multicentrische studies, bij voorkeur met een prospectief bijgehouden database, zouden het daadwerkelijke voordeel van B/F-EVAR kunnen laten zien.

Gedurende de afgelopen decennia zijn er grote stappen gemaakt naar een totale endovasculai-re behandeling van het abdominale en zelfs thoraco-abdominale aneurysma aortae. De endo-vasculaire behandelingen zijn complexer geworden en de uitdaging om de behandeling perfect af te stemmen op de behoefte van de patiënt blijft. Endovasculaire behandeling wordt op een steeds grotere schaal verricht, maar het ontwerp van endoprotheses blijft veranderen, waarbij lange termijn resultaten niet beschikbaar zijn. Slechts enkele gefenestreerde ontwerpen zijn

(10)

11

beschikbaar waarbij de toepasbaarheid en ervaring verschillend zijn. In de acute casus er is slechts gelimiteerde beschikbaarheid van een ‘van de plank’ ontwerp, omdat het ontwerp van de branched en gefenestreerde endoprotheses tijd kost.17 Niettemin kan er een verschuiving

gezien worden naar een endovasculaire behandeling van het (thoraco-/complexe) abdominale aneurysma aortae. De toegenomen ervaring, vooral in complexe casus, zal de resultaten van endovasculaire behandeling verbeteren. Anderzijds verliest open chirurgische behandeling terrein met als gevolg minder opgedane ervaring door nieuw opgeleide chirurgen. De vaar-digheden voor casus ongeschikt voor EVAR of in falen na EVAR zullen dan tekort schieten.

Toekomstperspectieven

In hoofdstuk 5 en 9 is de invloed van endoprotheses te zien op de natuurlijke anatomie van de patiënt en de geometrische veranderingen over de tijd. Deze studies zijn de eerste stappen in de kennisvergaring hoe de endoprothese de natuurlijke anatomie van de patiënt beïnvloedt. Om bovendien een beter inzicht te krijgen van de anatomische veranderingen na het plaatsen van (gefenestreerd of branched) EVAR, zou de kronkeling van de iliacale slagader mee genomen moeten worden in volgende studies. Grotere studies, met meerdere verschillende endoprotheses en gevalideerde anatomische parameters, zullen een beter inzicht geven in anatomische veranderingen na (gefenestreerd of branched) EVAR.

Een duidelijke verklaring voor de afname in nierfunctie na FEVAR, zoals weergegeven in hoofdstuk 4 en 7, werd niet gevonden. Preoperatieve nierfunctie en nierfunctie, naast een stenose of occlusie, zouden verslechtering van de nierfunctie kunnen uitlokken. Om de nierfunctie van patiënten met een verwijde buikslagader te kunnen beschermen, moeten mogelijke parameters die nierfunctie verslechtering kunnen uitlokken, worden meegenomen in toekomstige studies.

De aorta is bovendien onderhevig aan de ademhaling en de hartslag, waardoor een statische prothese continu onder spanning staat.18 Om beter inzicht te krijgen in de dynamische

ver-anderingen in het menselijk lichaam, kan de CTA gekoppeld worden aan een ECG, waardoor een 4-dimensionaal beeld van de anatomie en de endoprothese ontstaat.

Door continue aanpassingen aan het ontwerp van de endoprotheses, kunnen lange termijn resultaten alweer obsoleet zijn voor ze vertaald worden naar de kliniek. Zoals besproken in hoofdstuk 2 en 3, zijn er wel degelijk endoprotheses waarbij geen of nauwelijks

(11)

aanpassin-Ch

ap

ter 11

192

gen zijn gedaan en ook lange termijn resultaten beschikbaar zijn. Om de houdbaarheid van de huidige endoprotheses te beoordelen zullen lange termijn resultaten verzameld moeten worden, bij voorkeur in prospectief bijgehouden databases.

Reinterventies gerelateerd aan de endoprothese in endovasculaire uitschakeling van het (thoraco-/complexe) abdominale aneurysma aortae blijven een aandachtspunt. Multicentri-sche studies, met kliniMulticentri-sche uitkomst en anatomiMulticentri-sche parameters zorg voor een vergroting van de studie cohorts, waardoor correlaties gevonden kunnen worden tussen anatomische kenmerken en lange termijn complicaties.

Tenslotte zou dit kunnen leiden tot een predictie model waarmee de behandelaar een op maat gemaakte behandeling kan aanbieden naar de behoeftes van de patiënt.

(12)

11

1.Tadros RO, Faries PL, Ellozy SH, Lookstein RA, Vouyouka AG, Schrier R, et al. The impact of stent graft evolution on the results of endovascular abdominal aortic aneurysm repair. J Vasc Surg. 2014;59:1518-27. 2.Maudet A, Daoudal A, Cardon A, Clochard E, Lucas A, Verhoye JP, et al. Endovascular Treatment of Infrarenal Aneurysms: Comparison of the Results of Second- and Third-Generation Stent Grafts. Ann Vasc Surg. 2016;34:95-105.

3.Cayne NS, Adelman MA, Veith FJ. Current status of investigational devices for EVAR: similarities and differences. Semin Vasc Surg. 2009;22:127-31.

4.Roy IN, Gharib M, Zerwes S, Jakob R, Torella F, McWilliams RG, et al. Anatomical applicability of endovascular aneurysm sealing techniques in a consecutive cohort of fenestrated endovascular aneurysm repairs. J Endovasc Ther. 2017;24:773-8. 5.Savji N, Rockman CB, Skolnick AH, Guo Y, Adelman MA, Riles T, et al. Association between advanced age and vascular disease in different arterial territories: a population database of over 3.6 million subjects. J Am Coll Cardiol. 2013;61:1736-43.

6.Silveira D, Pitoulias G, Torsello G, Donas KP. Outcomes of total endovascular treatment of juxtarenal aortic aneurysms in octogenarians. J Vasc Surg. 2016;63:909-14.

7.Michel M, Becquemin JP, Marzelle J, Quelen C, Durand-Zaleski I, WINDOW Trial participants. A study of the cost-effectiveness of fenestrated/branched EVAR compared with open surgery for patients with complex aortic aneurysms at 2 years. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2018;56:15-21.

8.Ullery BW, Suh GY, Lee JT, Liu B, Stineman R, Dalman RL, et al. Comparative geometric analysis of renal artery anatomy before and after fenestrated or snorkel/ chimney endovascular aneurysm repair. J Vasc Surg. 2016;63:922-9.

9.van Marrewijk C, Buth J, Harris PL, Norgren L, Nevelsteen A, Wyatt MG. Significance of endoleaks after endovascular repair of abdominal aortic aneurysms: The EUROSTAR experience. J Vasc Surg. 2002;35:461-73. 10.Verhoeven EL, Katsargyris A, Oikonomou K, Kouvelos

G, Renner H, Ritter W. Fenestrated endovascular aortic aneurysm repair as a first line treatment option to treat Short necked, juxtarenal, and suprarenal aneurysms. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2016;51:775-81.

11.Wang SK, Gutwein AR, Gupta AK, Lemmon GW, Sawchuk AP, Motaganahalli RL, et al. Institutional experience with the Zenith Fenestrated aortic stent graft. J Vasc Surg. 2018;68:331-6.

12.Denic A, Glassock RJ, Rule AD. Structural and functional changes with the aging kidney. Adv Chronic Kidney Dis. 2016;23:19-28.

13.Saratzis A, Nduwayo S, Sarafidis P, Sayers RD, Bown MJ. Renal function is the main predictor of acute kidney injury after endovascular abdominal aortic aneurysm repair. Ann Vasc Surg. 2016;31:52-9.

14.Kouvelos G, Koutsoumpelis A, Lazaris A, Matsagkas M. Late open conversion after endovascular abdominal aortic aneurysm repair. J Vasc Surg. 2015;61:1350-6. 15.Locati P, Socrate AM, Costantini E. Paraanastomotic aneurysms of the abdominal aorta: a 15-year experience review. Cardiovasc Surg. 2000;8:274-9.

16.Katsargyris A, Yazar O, Oikonomou K, Bekkema F, Tielliu I, Verhoeven EL. Fenestrated stent-grafts for salvage of prior endovascular abdominal aortic aneurysm repair. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2013;46:49-56. 17.Cowan JA,Jr, Dimick JB, Henke PK, Huber TS, Stanley JC, Upchurch GR,Jr. Surgical treatment of intact thoracoabdominal aortic aneurysms in the United States: hospital and surgeon volume-related outcomes. J Vasc Surg. 2003;37:1169-74.

18.Hansen PA, Richards JM, Tambyraja AL, Khan LR, Chalmers RT. Natural history of thoraco-abdominal aneurysm in high-risk patients. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2010;39:266-70.

19.Mendes BC, Rathore A, Ribeiro MS, Oderich GS. Off-the-shelf fenestrated and branched stent graft designs for abdominal aortic aneurysm repair. Semin Vasc Surg. 2016;29:74-83.

20.Koenrades MA, Klein A, Leferink AM, Slump CH, Geelkerken RH. Evolution of the proximal sealing rings of the Anaconda stent-graft after endovascular aneurysm repair. J Endovasc Ther. 2018;25:480-91.

(13)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Th e custom-made Fenestrated Anaconda™ is applicable in the treatment of complex AAAs with good surgical outcomes, technical success, low postoperative reintervention rates, and

All worldwide centers having treated over 15 complex abdominal aortic aneurysm (AAA) or type IV thoracoabdominal aortic aneurysm (TAAA) patients with the Fenestrated Anaconda

The Fenestrated Anaconda aortic cuff can be used to treat patients with a para-anastomo- tic aneurysm after open AAA repair, in a complicated course after infrarenal EVAR, and in

Follow-up of B/F-EVAR should include computed tomography angiography measurements of aortic diameter, endograft migration, target vessel stent length, and angulation to

After introduction of endovascular aneurysm repair (EVAR) for infrarenal AAAs, endografts for juxtarenal AAAs, suprarenal AAAs and thoraco-abdominal aortic aneurysms (TAAAs) have

De Niet A, Reijnen MMPJ, Zeebregts CJ, on behalf of The International Fenestrated Anaconda Cuff Study Group.. Early results with the custom-made Fenestrated Anaconda™ aortic cuff in

After introduction of endovascular aneurysm repair (EVAR) for infrarenal AAAs, endografts for juxtarenal AAAs, suprarenal AAAs and thoraco-abdominal aortic aneurysms (TAAAs) have

(This thesis) A close follow-up, including computed tomography angiography measurements of target vessel stent angulation and length, should be performed to detect