(A
PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS
Oriënterende rassenproeven bij ijsbergsla (Herfst 1979 en voorjaar 1980)
R.H.M. Maaswinkel
Naaldwijk, augustus 1980 Intern verslag no. 38
INHOUD Pagina
Samenvatting ' 2
1. Inleiding 3 2. Oriënterend rassenonderzoek in de herfst 5
2.1. Opzet 5 2.1.1. Rassen (tabel 1) 5
2.1.2. Teeltmaatregelen 5
« 2.2. Resultaten 6 2.2.1. Kropgewichten rassen (tabel 2) 6
2.2.2. Gebruikswaarde en opmerkingen rassen (tabel 3) 7
2.3. Discussie en conclusie 7 3. Oriënterend rassenonderzoek in het voorjaar 3
3.1. Opzet 8 3.1.1. Rassen (tabel 4) 8
3.1.2. Teeltmaatregelen 8
3.2. Resultaten 9 3.2.1. Kropgewichten rassen (tabel 5) 9
3.2.2. Percentage niet gesloten kroppen bij de oogst 10 (tabel 6)
3.2.3. Gebruikswaarde en opmerkingen rassen (tabel 7) 10
3.3. Discussie 11 4. Oriënterend rassenonderzoek in het voorjaar op de proeftuin Vleuten 12
4.1. Opzet 12 4.1.1. Rassen 12
4.1.2. Teeltmaatregelen 12
4.2. Resultaten 12 4.2.1. Kropgewichten rassen(tabel 8) 12
4.2.2. Gebruikswaarde en opmerkingen rassen (tabel 9) 13
4.3. Discussie en conclusie 13
Bijlage 1: proefschema rassenonderzoek herfst 14 Bijlage 2: proefschema rassenonderzoek voorjaar, Naaldwijk 15
SAMENVATTING
In de herfst van 1979 en het voorjaar van 1980 zijn op het proefstation te Naaldwijk oriënterende proeven met ijsbergsla genomen.
In de herfst wordt vaak het ras Thialf als standaard ras gebruikt. Buiten het standaardras voldeden de rassen C, G en H redelijk.
In het voorjaar wordt over het algemeen tot de datum oogst begin mei het ras Cristallo als standaardras gebruikt. Het ras Cristallo heeft in de voorjaars-teelt redelijk goed voldaan.
Van de nieuwe rassen heeft in een vergelijkbare teeltperiode het ras B in Vleuten goed voldaan en in Naaldwijk matig.
Dit ras zou, om een goede indruk van de gebruikswaarde te krijgen, nogmaals beproef/moeten worden, waarbij tevens de invloed van een hoger temperatuurni-veau tijdens de teelt in het onderzoek opgenomen zou kunnen worden.
1. INLEIDING
Sinds 1977 wordt zowel in het voorjaar als in de herfst ijsbergsla in de praktijk onder glas geteeld.
In het voorjaar wordt bij oogst vóór half mei als standaardras het ras Cris-tallo gebruikt. Bij de oogst eind maart-begin april, ondervindt men nogal eens problemen met de kropvorming.
In de herfst wordt vaak het ras Thialf als standaardras gebracht. De herfst-teelt is van zeer beperkte betekenis. In deze herfst-teelt ondervindt men problemen met aanslag, droogrand en bolrot.
In de herfst van 1979 en het vroege voorjaar van 1980 werd op het Proefstation te Naaldwijk en op de proeftuin te Vleuten een oriënterende rassenproef opge-zet met het doel na te gaan of het bestaande rassenassortiment verbetert kan worden.
2. ORIËNTEREND RASSENONDERZOEK IN DE HERFST
2.1. Opzet
2.1.1. Rassen
In onderstaande tabel 1 staan de rassen die in deze proef opgenomen waren, ver-meld.
Tabel 1 - Overzicht van de opgenomen ijsbergslarassen
Code Ras Herkomst Opmerking
A
B
C
D
E
F
G
H
Thialf 1755 779 Marmer Type 1 Cristallo Fortessa Cavallona Pannevis Rijk Zwaan Rijk Zwaan Bruinsma V.d. Berg V.d. Berg V.d. Berg V.d. Berg standaardrasHet proefschema wordt gegeven in bijlage 1.
2.1.2. Teeltmaatregelen Gezaaid: 22 augustus 1979 Geplant: 5 september 1979
Plantdichtheid: 12 planten per m2 Oogst: 5 november 1979
Ziektenbestrijding
Aanslag: twee en vier weken na het planten is gespoten met Rovral (30 gram per m2) Luis: tijdens de teelt is gerookt met Pirimor.
o. o u AC 4J c H O O 4-1 • rH -P S \ 01 01 en 2 D i j : c 01 o. • o 01 A : D l Ol CM O H (0 > (0 C O) O i o. o u Ai I O* o u Ai O 4-1 3 i-i C <ü C O, (o o. > o u • d) CS D> t-H I C O u O 4-i 4J 0> 2 I X! O ü O • H . H s \ 0) DM OU* Oi > 0) O 14 -P AC Si o 4-1 - H M d) O) CM Z D i H ra ro • p > c <w ai <o o u 01 p4 c C Ol HJ & > & 0 H SH «3 j £ > <4-t CM < r-i 1 O i 0 M AC O 4-1 D 14 m o •o o u C l Oll C O.I (0 Oil > Ol M I • AC\ 5 1 01 CMI D> >-HI M H H M
S
en 00 o 00 m o in o •«* "* vo in co vo ^3* ^ ^3* o CM CM o CM CM in .-) co in o o CM co in 00 O r-l •<* in in en en CM CM co CO CM CM O CM CO ^ VO CM o CO CM CM % i n cn r^ H i n •-I i n H o 00 o CM O VO vo H O rH r-i H o o 1-1 CM i n o VO rH i n en VO H in co co vo o VO co vo o VO « o CO en co in CM in vo in CM en vo VO CO 00 00 00 o in co o co co en co co oo co in en co o r-o r-o rH CM CM . CM •* ' in co o o m in o CM CM CM i n e n oo CM CM 00 CM « CM CM O VO vo o en in CM •* en co o t'-en <* o co vo o CO in co vo vo o in oo vo i n CM oo o VO co o o co in cn CM O O o i n o o er« in CM i n CM co vo er» CM i n co CM O rH en t-i o 00 VO 1-4 o 00 r-vo o cn 00 i n co CM o i n • « * i-H o 00 i n i - i o CM Cft i n o o 00 vo CM co o ** en rH O CM <N CM O rH r~ vo o r-vo « o vo VO H « O co en co vo CM o CM VO rH o o 00 rH o 00 CM VO O t-~-r» vo en CM o o CM CM o o o CM o r-» rH r-o co vo vo co CM o i-H VO H o o vo rH o r-•"* VO o o en vo ** CM o o 00 H o en i n H o o CM r-o en •>* vo m o w P4 o K c 0> D< c • H T-^ ca Si u 0) J3 0) -o c 0) rH rH - H XX O (0 u (1) > II M H « H •• EP C • H 4J Si Ü • r ) H 01 o M c 0) 14 0) •O (0 rH jQ e 0 •«* +1 VH 0) i H (0 3 r-i O C ••H O i o u Ai <u -o c ta > 4-> Si O • H S 0> D! 4-1 0) Si Dl • H 4-1 Si o • H s 0» O l O i o 14 JE o 4J 4-) 0) c 4-1 0> s • c 0» Ë j~ ta u D i c •iH c 01 > 01 D> 0) D> 4J -a u Q S C 01 Oi Oi o VI Ai CM H C m > 4J X! o • r i S 01 D l O 4J 4J 0) C C 01 rH (0 > IM (Q fe 0 4J 3 M PQ 4J Cl? D l 0 0 Q) D i C Q) O i O i 0 M J * vo « • D i C • H H ta j a 01 x; r-{ c ta > M c 0> > 0) D l 01 D lS
2.2.2. Gebruikswaarde_en opmerkingen
Tabel 3 - Overzicht gebruikswaarde en opmerkingen die tijdens de teelt gemaakt zijn
Code Gebruikswaarde Opmerkingen A + nogal omblad, nogal bros, wat aanslag, iets
droog-rand, bol niet echt hard
B - veel omblad, vrij veel aanslag, te sterk geschou-derde onderkant, grove graterige onderkant, iets droogrand
C + wat omblad, vrij veel aanslag, vrij harde bol, iets glazigheid in bol, iets droogrand, iets bolrot D - iets omblad, veel aanslag, nogal wat kroppen met
bolrot, wat - nogal droogrand
E - qua type lijkt tussen boterslag en ijsbergsla in, nogal veel omblad, wat - nogal aanslag, gesloten onderkant, veel droogrand
F - nogal omblad, veel aanslag, iets droogrand,begin van bolrot
G + nogal wat omblad, qua type tussen botersla en
ijsbergsla in, wat aanslag, gesloten onderkant, veel droogrand
H + nogal wat omblad, qua type tussen botersla en ijs-bergsla in, wat aanslag, goed gesloten onderkant, veel droogrand
Toelichting: + = voldoende + = matig - = slecht
2.3. Discussie en conclusie
De nieuwe rassen die ingestuurd waren door de verschillende bedrijven waren qua gebruikswaarde onvoldoende. De meeste rassen hadden problemen met aanslag en droogrand.
Uit de resultaten blijkt, dat er in wezen geen enkel ras geschikt is om zonder risico in de herfst te telen.
3. ORIËNTEREND RASSENONDERZOEK IN HET VROEGE VOORJAAR
3.1. Opzet
3.1.1. Rassen
In onderstaande tabel 4 staan de rassen vermeld, die in deze proef waren opgenomen
Tabel 4 - Overzicht van de opgenomen ijsbergslarassen
Code Ras Herkomst Opmerkingen
A B C D E F G Marmer 779 Cavallona 1755 Cristallo 288 Fortessa Bruinsma Rijk Zwaan V.d. Berg Rijk Zwaan V.d. Berg Rijk Zwaan V.d. Berg standaardras
Het proefschema wordt gegeven in bijlage 2.
3.1.2. Teeltmaatregelen Gezaaid: 23 oktober 1979 Geplant: 20 december 1979
Plantdichtheid: 13,3 planten per m2 Oogst: 31 maart 1980
Temperatuur tijdens de teelt
Dagtemperatuur: 12°C + lichtverhoging van 4°C Nachttemperatuur: 7°C.
Ziektenbestrijding
Aanslag - twee en vier weken na het planten is gespoten met Rovral (30 gr per m2) Luis: tijdens de teelt is gerookt met Pirimor.
M l M l M l 1 • U l nil fil i r.i n»i I 4 J | 0 1 4-M 0 4J 4-> Oil c (1 4-1 4J (1) r. » S - s! U CT ^ -sd • S • OJ u cn J * * H fNJ - * <-f H i T i l M l Oil TJI T i l • H I R l (HI CM 1 1 1 1 1 1 1 1 M m > U-I < 1 0 4-> n u AI ( N o> M a a. C 0 113 U > M c o • a ai o çn u a -X 0 U CM -Si H I a c • O - H 4-1 u to . * 4 J x: o 0 U o 4-1 - H M U S M 01 <U Oil Z Ol-SC 01 (N Cn M a 0 c u ro Ja > 0 4-1 4-1 £ 4-> 0 ai - H z * C l an a i a i 0 1 Ml J * l C c ra ai > a a -H o cö u > -se c I <o c a > ai o ai u 4-1 a i J* J= o 0 U V4 4 J -c-t J E 3 > M O CM ta tn M ai Tj o u M lO Cn C)l CM CM CM CM CM l O VU l O I D C h M VD CO CO I ß c o o CO in cn co io m co CM CM CM co co co m i n CM en H co r - ^ » CM r~ M CM CM CM CM \D CM C l CM CM M CM M CM CM r - in in o in r - M in in in 10 vo 10 10 Q H Pw r j c 01 Cn c • H M CO X M 01 J 3 01 T j C 01 M M • H J3 O w 14 o > c 01 14 01 TJ ra i - i A l e 0 <3« +1 i u Ol • H Dl 3 r - l O c -r-l a O 1-1 J É o •o c n> > 4J c o •r-l » 01 Cn 4-1 01 ja CQ • H 4 J JC o • H s 01 Cn a 0 • c 01 g 10 14 Cn C • H c o > 01 Cn 01 Cn 4 J TJ 14 0 S c o a a 0 14 U CM M C 10 > 4-1 .G 0 • H S 01 Cn 0 4 J 4-1 U C C 01 01 33 Cn C A3 O 01 o n
10
3.2.2. Percentage niet_gesloten kroppen bij de_oogst
Tabel 6 - Percentage niet geheel gesloten kroppen bij de oogst
Code A B C D E F G I 0 58,3 0 16,7 12,5 27,1 0 Percentage II 4 62,5 0 6,3 25,0 25,0 0 niet gesloten III 0 52,1 0 6,3 16,7 18,8 0 kroppen gemiddeld 1,3 57,6 0 9,8 18,1 23,6 0
Toelichting: I, II, III = herhalingen
3.2.3. Gebruikswaarde en_opmerkingen rassen Tabel 7 - Gebruikswaarde en opmerkingen rassen
Code Gebruikswaarde Opmerkingen
wat omblad, wat aanslag, redelijk gesloten onder-kant, nogal droogrand
wat omblad, goed gesloten onderkant, geen aanslag, iets droogrand, te veel open kroppen
qua type tussen boterslag en ijsbergsla in, vrij veel omblad, goed gesloten onderkant, wat droogrand, iets aanslag
zeer veel omblad, matig gesloten onderkant, geen harde bol, wat - nogal droogrand, wat aanslag nogal omblad, redelijk gesloten onderkant, nogal aansalg, iets droogrand
wat omblad, nogal heterogeen, nogal droogrand, nogal aanslag, wat graterige onderkant
qua type tussen botersla en ijsbergsla in, vrij veel omblad, goed gesloten onderkant, wat - nogal droog-rand, iets aanslag
Toelichting: + = voldoende + = matig - = slecht.
11
3.3. Discussie en conclusie
De meeste van de nieuwe rassen die ingezonden waren, vielen tegen qua gebruiks-waarde.
Bij een aantal rassen waren de kroppen niet mooi gesloten. Dit was vooral bij het ras B het geval. Dit ras heeft ook nog in proeven gestaan op de proeftuin te Vleuten. Op deze proeftuin waren met dit ras nauwelijks problemen met de kropvorming.
In verband hiermede komt dit ras voor verdere beproeving in aanmerking. Van alle ingezonden rassen voldeed Cristallo nog het beste aan de eisen, die aan ijsbergsla gesteld worden.
12
4. ORIËNTEREND RASSENONDERZOEK IN HET VOORJAAR OP DE PROEFTUIN VLEUTEN
4.1. Opzet
4.1.1. Rassen
Op de Proeftuin te Vleuten waren dezelfde rassen onder dezelfde code opgenomen als in Naaldwijk.
4.1.2. Teeltmaatregelen Gezaaid: 14 november 1979 Geplant: 17 januari 1980
Plantdichtheid: 12 planten per m2 Oogst: 2 april 1980.
Temperatuurniveau tijdens de teelt
Dagtemperatuur: 13°C + lichtverhoging van 4°C Nachttemperatuur: 10°C, na begin maart 5°C. Ziektenbestrijding
Aanslag: twee en vier weken na het planten is gespoten met Rovral (30 gram per m2) Luis: tijdens de teelt is gerookt met Pirimor.
4.2. Resultaten
4.2.1. Kroggewichten rassen
Tabel 8 - Bruto, afval en netto kropgewichten van de opgenomen rassen
Code A B C D E F G Bruto kropge-wicht van 12 kroppen 5100 4600 5600 5100 62Ó0 5400 5700 Afval van 12 kroppen 500 600 600 500 1000 1400 500 % afval 9,8 13,0 10,7 9,8 16,1 25,9 8,8 Netto krop-gewicht van 12 korppen 4600 4000 5000 4600 5200 4000 5200 Netto kropge-wicht in kg/ 100 stuks 38,3 33,3 41,7 38,3 43,3 33,3 43,3
Toelichting: Het netto kropgewicht is het gewicht van de krop inclusief + 4 ombladere Bruto, afval en netto kropgewicht van 12 kroppen wordt gegeven in grammen
13
4.2.2. Gebruikswaarde_en 2S5Ë£!iiQâêQ_r5ËËen
Tabel 9 - Overizcht gebruikswaarde en opmerkingen die tijdens de teelt gemaakt zijn
Code Gebruikswaarde Opmerkingen
B C E F + +
geen aanslag, redelijk gesloten onderkant, nogal droogrand
iets droogrand, kompakt, geen aanslag qua type tussen botersla en ijsbergsla in,
wat droogrand, veel omblad, goed gesloten onderkant wat geschouderde matig gesloten onderkant, iets droogrand, iets aanslag, nogal omblad
nogal omblad, iets droogrand, geen aanslag nogal heterogeen, zeer veel aanslag, iets droogrand, wat graterige onderkant qua type tussen botersla en ijsbergsla in, goed gesloten onderkant, nogal droogrand, vrij veel omblad
Toelichting/ + = voldoende + = matig
- = onvoldoende.
4.3. Discussie en conclusie
Over het algemeen zat Proeftuin Vleuten op dezelfde lijn qua gebruiks-waarde van de rassen als het Proefstation te Naaldwijk.
Een uitzondering daarop was het ras B. In Vleuten waren er geen problemen met het opengroeien van de kroppen tijdens de teelt.
Dit ras stond in Vleuten ook nog in een plantafstandenproef. Ook in deze proef waren er geen problemen met het opengroeien van de kroppen.
Verschillen tussen beide teelten van Naaldwijk en Vleuten waren de volgende: 1. zaai- en planttijd (in Naaldwijk + 3 weken eerder gezaaid en geplant)
2. temperatuurniveau tijdens de teelt. In Vleuten lag het gemiddelde temperatuur-niveau tijdens de teelt hoger. Mogelijk heeft één van beide of beide
14
Bijlage 1
Proefschema herfstteelt
Afdeling C-2-4
buiten de proef 2% poot
C 1 G 4 ; 8 F | B 3 ! 7 H 2 A 1 E 6 D 5 H j E 12 | 16 D 11 A 10 C 9 G 15 F 14 B> 3
buiten de proef 1 poot
1 poot
Herhaling 1: veld 1 tot en met 8 Herhaling 2: veld 9 tot en met 16
15
Bijlage 2
Proefschema voorjaarsteelt 1980 te Naaldwijk Afdeling B - 3 - 5 % poot lpoot 1 G 3 E 2 ! \ B F D C
ï
5 6 ! i Î5 i
t 4 : A 11! D !io !
B ! 9!F
1
8 • C 14 G 13 E 12 B 18 F 17 D 16 G 15 E 21 A 20 C 19 \ pootHerhaling 1: veld 1 tot en met 7 Herhaling 2: veld 8 tot en met 14 Herhaling 3: veld 15 tot en met 21
16
Bijlage 3
Proefschema voorjaarsteelt Vleuten 1980
Afdeling: 12 1 poot G 7 F 6 E . 5 D 4 C 3 B 2 \ A 1 i
c
14 B 13 A 12 G 11 F 10 E 9 D 8 plantafstandenproef 1 poot 1 pootHerhaling 1: veld 1 tot en met 7 Herhaling 2: veld 8 tot en met 14