• No results found

Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend."

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Martinikerkhof 12 Sint Jansstraat 4 Postbus 610 Telefoon www.provinciegroningen.nl 9712 JG Groningen 9712 JN Groningen 9700 AP Groningen 050 316 4911 info@provinciegroningen.nl De provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeling Bestuur, Juridische Zaken & Communicatie: 050 3164160. BTW: NL0019.32.822.B01 / KvK: 1182023 / IBAN: NL84 ABNA 0446 0456 91 / BIC: ABNANL2A

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk De heer Boswijk

Wildervanksterdallen 11 9648 TB Wildervank

Datum : 13 april 2018 Documentnr. : 2018-024144 Dossiernummer : K3737 Behandeld door : A. de Haan Telefoonnummer : 050-316.4809

Emailadres : natuurbeschermingswet@provinciegroningen.nl Antwoord op : uw aanvraag vergunning Wet natuurbescherming Bijlage : 1

Onderwerp : Besluit Wet natuurbescherming

Geachte heer Boswijk,

Hierbij zenden wij u ons besluit tot verlening van de door u aangevraagde vergunning Wet natuurbescherming voor het in werking hebben en uitbreiden van uw pluimveehouderij aan de Wildervanksterdallen 11, 9648 TB Wildervank.

Het besluit ligt 6 weken ter inzage met ingang van een dag na verzending en is in te zien op onze website (www.provinciegroningen.nl/actueel/bekendmakingen) en in het provinciehuis te Groningen.

Belanghebbenden kunnen gedurende de inzagetermijn op dit besluit schriftelijk bezwaar indienen bij Gedeputeerde Staten van Groningen, Commissie rechtbescherming, Postbus 610, 9700 AP

Groningen.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Groningen:

namens dezen:

A.J. Hoogerwerf

Hoofd afdeling Landelijke Gebied en Water

Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.

(2)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING

Datum besluit : 9 april 2018

Onderwerp : Aanvraag vergunning

Artikel : 2.7 lid 2 en 2.8 lid 9 Wet natuurbescherming Activiteit : In werking hebben en uitbreiden pluimveehouderij

Verlenen/weigeren : Verlenen vergunning

Aanvrager : Maatschap D.H. en H.R. Boswijk Wildervanksterdallen 11

9648 TB Wildervank Dossier- + doc.nr. : K3737 (2018-024143) Verzenddatum : 13 april 2018

(3)

2/6

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN OP DE AANVRAAG OM EEN WET NATUURBESCHERMING-VERGUNNING VOOR WILDERVANKSTERDALLEN 11, WILDERVANK

Aanvraag en procedureverloop

Op 1 juni 2017 hebben wij van Johan Keizer voor Maatschap D.H. en H.R. Boswijk een aanvraag voor een Wet natuurbescherming vergunning ontvangen voor het in werking hebben en uitbreiden van een pluimveehouderij op het adres Wildervanksterdallen 11, 9648 TB Wildervank.

Voor dit bedrijf is niet eerder een vergunning of een verklaring van geen bedenkingen op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) verleend of een melding op grond van de Wnb gedaan.

Wij zijn bevoegd gezag omdat de activiteit plaatsvindt of het project wordt uitgevoerd binnen de grenzen van de provincie Groningen (artikel 1.3 lid 1 Wnb).

Er geldt een Wnb-vergunningplicht omdat ten tijde van het nemen van dit besluit de door de voorgenomen situatie te veroorzaken stikstofdepositie boven de verlaagde grenswaarde van 0,05 mol/ha/jr ligt van de PAS-gebieden:

Drentsche Aa-gebied, Drouwenerzand, Lieftinghsbroek, Waddenzee, Norgerholt.

Overeenkomstig artikel 1.3, derde lid Wnb hebben wij de concept-vergunning ter instemming aan de provincie Drenthe gestuurd. Wij hebben na 4 weken geen reactie ontvangen waardoor, conform de interprovinciale afspraken, automatisch is ingestemd met dit besluit.

Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende stukken gebruikt:

- het ingevulde aanvraagformulier, - de machtiging,

- Aerius-berekening met kenmerk Rnou9nbgoefG, - stal-certificaat E 2.11.1; (BWL 2004.09.V1) - vergunning Wet milieubeheer van 30 mei 2006, - gecombineerde opgave 2012,

- plattegrond gewenste situatie 30 mei 2006.

BESLUIT

Gelet op de bepalingen van hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 van de Wet natuurbescherming, hoofdstuk 2 van het Besluit natuurbescherming, hoofdstuk 2 van de Regeling natuurbescherming, hoofdstuk 2 van de Verordening natuurbescherming provincie Groningen en de Groninger beleidsregels, besluiten wij:

1. aan Maatschap D.H. en H.R. Boswijk voor onbepaalde tijd een vergunning te verlenen op grond van artikel 2.7, tweede lid van de Wnb voor het in werking hebben en uitbreiden van de

pluimveehouderij op het adres Wildervanksterdallen 11, 9648 TB Wildervank;

2. de Aerius-berekening met kenmerk Rnou9nbgoefG te plaatsen in het landelijke registratie-systeem Aerius-Register;

3. dat de volgende bijlagen deel uit maken van dit besluit:

bijlage 1 overwegingen bij besluit,

bijlage 2 Aerius-Registerbijlage met kenmerk Rnou9nbgoefG, bijlage 3 stal-certificaat E 2.11.1; (BWL 2004.09.V1),

bijlage 4 plattegrond gewenste situatie van 30 mei 2006.

4. dat bij strijdigheid tussen dit besluit en de bijlagen bij dit besluit deze als volgt prevaleren:

a. besluitpunten;

b. AERIUS-Registerbijlage kenmerk Rnou9nbgoefG;

c. plattegrond gewenste situatie van 30 mei 2006.

Hoogachtend,

(4)

3/6

Gedeputeerde Staten van Groningen, namens dezen:

A.J. Hoogerwerf,

Hoofd afdeling Landelijk Gebied en Water

Dit besluit is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.

Digitale kopieën

Een digitale kopie van dit besluit is ge-e-maild naar:

- de aanvrager: h.r.boswijk@zonnet.nl - de adviseur: Johan.Keizer@Exlan.nl

- gemeente Veendam: vergunningaanvraag@veendam.nl - provincie Drenthe: Wnb@Drenthe.nl

Bekendmaking

Het besluit wordt gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden.

Het besluit is in te zien op onze website via https://www.provinciegroningen.nl/actueel/bekendmakin- gen/ en in het provinciehuis te Groningen.

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzenddatum van dit besluit een bezwaarschrift in- dienen. Het bezwaarschrift kan worden gericht aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, Commissie Rechtsbescherming, Postbus 610, 9700 AP Groningen.

Meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift kunt u vinden op de internetsite van de pro- vincie Groningen https://www.provinciegroningen.nl/loket/bezwaar-klacht-melding/bezwaar-en-be- roep/bezwaar-maken/.

In uw bezwaarschrift moet u in ieder geval vermelden:

- uw naam en adres;

- de datum waarop u het bezwaarschrift indient;

- de datum, het nummer en een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt;

- de redenen waarom u het niet eens bent met het besluit;

- uw handtekening.

Het indienen van een bezwaarschrift betekent niet dat de aangevraagde activiteiten worden uitgesteld of geschorst. Als u naast uw bezwaar ook schorsing wilt dan kunt u een verzoek om voorlopige voor- ziening indienen bij de Rechtbank Noord-Nederland. Meer informatie over het vragen van een voorlo- pige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl.

(5)

4/6

BIJLAGE 1 OVERWEGINGEN

Wettelijk kader: Wet natuurbescherming

Artikel 2.7 Vergunningplicht

2 Het is verboden zonder vergunning van gedeputeerde staten projecten te realiseren of andere han- delingen te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechte- ren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aan- gewezen.

Op 1 juli 2015 is de Nbw gewijzigd ten behoeve van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).

Naast deze wetswijziging zijn tevens het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof en de Regeling programmatische aanpak stikstof in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wnb per 1 januari 2017 zijn het Besluit grenswaarden PAS en de Regeling PAS opgenomen in het Besluit natuurbescherming (Bnb) en de Regeling natuurbescherming (Rnb).

Programma Aanpak Stikstof

Dit programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. De aanpak voorziet er in dat tel- kens voor een periode van zes jaar een programma wordt vastgesteld, dat concrete maatregelen be- vat om de stikstofdepositie terug te dringen, negatieve effecten van stikstof te voorkomen en waar no- dig natuurherstel te realiseren. Het vastgestelde PAS 2015-2021 bevat daartoe landelijke brongerichte maatregelen waarmee de emissie van stikstof wordt gereduceerd en worden gebiedspecifieke natuur- herstelmaatregelen getroffen waarmee de veerkracht van de Natura 2000-gebieden wordt verbeterd.

Op 14 april 2015 hebben wij ingestemd met de PAS 2015-2021.

Het PAS 2015-2021 is passend beoordeeld. In deze passende beoordeling is getoetst of uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000-gebieden, opgenomen binnen de PAS. De passende beoordeling bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses, die de ecologische onderbouwing vormen dat met het programma de stikstofgevoelige Natura 2000-doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kun- nen worden én er ontwikkelingsruimte beschikbaar is voor economische ontwikkelingen. In de ge- biedsanalyses is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan her- stelmaatregelen, er in de 1e programma-periode geen verslechtering optreedt van alle stikgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeling is uitgegaan van de achtergrondwaarde van 2014. In deze achtergrondwaarde zijn alle voor de aanvang van het programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Deze emissies hebben al voor de aanvang van het programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeling. De conclusie van de passende beoordeling van het PAS 2015-2021 is dat kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het pro- gramma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast.

Groningse Beleidsregels

Provincies hebben een gezamenlijke set van beleidsregels vastgesteld voor de verdeling van de vrij beschikbare ontwikkelingsruimte. Deze hebben tot doel om de toedeling van ontwikkelingsruimte een- voudig en eerlijk uit te voeren. Verder voorkomen deze regels dat enkele aanvragers in één keer de beschikbare ontwikkelingsruimte verbruiken. Bovendien moeten ze voorkomen dat er ongelijkheid ont- staat tussen provincies.

Wij hebben bij besluit van 14 april 2015 voor het toedelen van de vrij beschikbare ontwikkelingsruimte (segment 2) aan projecten en andere handelingen beleidsregels vastgesteld.

Aanvragen worden verder getoetst aan de volgende beleidsregels:

1. Per PAS-programmaperiode wordt bij een toestemmingsbesluit aan een activiteit niet meer dan 3 mol stikstof per hectare per jaar aan ontwikkelingsruimte toegedeeld. Voor landbouw, industrie, infrastructuur of voor het gebruik van gemotoriseerd voertuigen voor wedstrijden geldt deze waarde in cumulatie met eerdere gemelde of vergunde activiteiten voor hetzelfde bedrijf binnen één PAS-programmaperiode.

2. Het project of de andere handeling waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, te zijn gerealiseerd onderscheidenlijk verricht. Na twee jaar kunnen Gedeputeerde Staten het door hen hiervoor vastgestelde toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) intrekken

(6)

5/6

of wijzigen of, indien het om een omgevingsvergunning gaat, burgemeester en wethouders ver- zoeken het toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) in te trekken of wijzigen.

3. Voor de toedeling van ontwikkelingsruimte geldt de volgorde van ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag. Bij binnenkomst via de post geldt het tijdstip van 12.00 uur.

Toetsing aanvraag

Feitelijke situatie

Artikel 2.4, vijfde en zevende lid van de Regeling Natuurbescherming vormt de grondslag voor de be- paling van de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie. Dit betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt als gevolg van het- geen daadwerkelijk plaatsvond binnen de kaders van een omgevingsvergunning of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of Hinderwet.

De maximale feitelijke situatie is in dit geval aangetoond door de gecombineerde opgave van 2012.

Omdat de feitelijke situatie lager was dan de milieuvergunde situatie op 1 januari 2015 is in de bijge- voegde AERIUS-berekening uitgegaan van de feitelijke situatie.

De bestaande, feitelijke situatie en de voorgenomen situatie komen overeen met de hiernavolgende tabellen en de bijgevoegde AERIUS-Registerbijlage met kenmerk: Rnou9nbgoefG.

Tabel 1 bestaande, feitelijke situatie, Wildervanksterdallen 11, 9648 TB Wildervank (situatie 1 BIJLAGE 2)

Stal Dieren RAV-

code Aantal

dieren Emissie per dier

(kg NH3/jr) Totaal (kg NH3/jr)

1

Kippen; legkippen en (groot-)ouderdie- ren van legrassen volièrehuisvesting;

minimaal 50% van de leefruimte is roos- ter met daaronder een mestband. Mest- banden minimaal eenmaal per week af- draaien. Roosters minimaal in twee eta- ges. (BWL 2004.09.V1)

E 2.11.1 28.437 0,090 2.559,33

Totaal 2.559,33

Tabel 2 beoogde situatie, Wildervanksterdallen 11, 9648 TB Wildervank (situatie 2 BIJLAGE 2)

Stal Dieren RAV-

code Aantal

dieren Emissie per dier

(kg NH3/jr) Totaal (kg NH3/jr)

1

Kippen; legkippen en (groot-)ouderdie- ren van legrassen volièrehuisvesting;

minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband.

Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2004.09.V1)

E 2.11.1 29.000 0,090 2.610,00

Totaal 2.610,00

Benodigde ontwikkelingsruimte

Uit de Aerius-Register-berekening (bijlage 2) blijkt dat de benodigde ontwikkelingsruimte voor de ge- wenste situatie ten opzichte van de feitelijke situatie minder dan 0,05 mol/ha/jr is. Bij een depositiever- schil van minder dan 0,05 mol wordt in het landelijke registratiesysteem Aerius-Register geen ontwik- kelingsruimte afgeschreven. De benodigde ontwikkelingsruimte voor dit bedrijf blijft onder de 3 mol/ha/jr voor deze PAS-programmaperiode en past derhalve binnen de Groningse beleidsregels.

(7)

6/6 Vaststellen overige effecten

Gezien de activiteit, het in werking hebben en uitbreiden van een pluimveehouderij, en de afstand van circa 7 kilometer tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied Zuidlaardermeer, zijn er naast de effecten van stikstof geen andere effecten op Natura 2000-gebieden.

Effecten op Natura 2000-gebieden in Duitsland

Voor buitenlandse gebieden geldt dat slechts een Wnb-vergunning kan worden afgegeven als met toepassing van het daar geldende toetsingskader is getoetst dat geen sprake is van significante effec- ten.

Voor een nadere toelichting op de Duitse beoordelingssystematiek verwijzen wij naar bijlage 5 van het PAS. Het landelijke depositie-berekenings-programma Aerius rekent tot 10 km over de grens. De stik- stofdepositie, die door de gewenste situatie zal worden veroorzaakt op de dichtstbijzijnde Duitse N2000-gebieden ligt onder het in Duitsland gehanteerde irrelevantiecriterium van 7 mol/ha/jr. Signifi- cante effecten vanwege het voornemen kunnen daarmee worden uitgesloten.

Toets beschermde soorten

De aanvraag is niet getoetst aan het onderdeel beschermde soorten van de Wnb. Mogelijk is een ont- heffing nodig in verband met de verbodsbepalingen voor beschermde dier- en plantensoorten uit de Wnb. Indien dit het geval is dient aanvrager ook een ontheffing bij ons aan te vragen.

Beoordeling

Omdat voor de aangevraagde activiteit, het in werking hebben en uitbreiden van een pluimveehoude- rij, er geen ontwikkelingsruimte nodig is, er buiten stikstofdepositie geen andere effecten zijn op Na- tura 2000-gebieden en het irrelevantiecriterium voor Duitse Natura 2000-gebieden niet wordt over- schreden, volgt dat de door Maatschap D.H. en H.R. Boswijk aangevraagde activiteiten op de locatie Wildervanksterdallen 11 te Wildervank niet leiden tot significante verslechtering van aangewezen habi- tats of habitats van soorten in N2000-gebieden. Wij zijn daarom van mening dat de gevraagde vergun- ning kan worden verleend.

BIJLAGE 2 Aerius-Registerbijlage met kenmerk Rnou9nbgoefG BIJLAGE 3 Stal-certificaat E 2.11.1 (BWL 2004.09.V1)

BIJL:AGE 4 Plattegrond gewenste situatie van 30 mei 2006

(8)

Dit document is een bijlage bij het

toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.nl en pas.natura2000.nl.

Bijlage, Vergunningaanvraag Kenmerken

Samenvatting emissies Depositieresultaten

Gedetailleerde emissiegegevens

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) pagina 1/12

(9)

Contact

Rechtspersoon Inrichtingslocatie

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk Wildervanksterdallen 11, 9648 TB Wildervank

Activiteit

Omschrijving AERIUS kenmerk Bevoegd gezag

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk Rnou9nbgoefG Provincie Groningen

Datum berekening Rekenjaar

18 september 2017, 09:55 2017

Sector Deelsector

Landbouw Stalemissies

Totale emissie

Situatie 1 Situatie 2 Verschil

NOx - - -

NH3 2.559,33 kg/j 2.610,00 kg/j 50,67 kg/j

Resultaten

Hectare met hoogste verschil (mol/ha/j)

Natuurgebied Verschil

Drentsche Aa-gebied + 0,00

Toelichting

Verschil

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 2/12

(10)

Locatie

Situatie 1

Emissie

Situatie 1

Bron

Sector Emissie NH3 Emissie NOx

Stal

Landbouw | Stalemissies

2.559,33 kg/j -

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 3/12

(11)

Locatie

Situatie 2

Emissie

Situatie 2

Bron

Sector Emissie NH3 Emissie NOx

Stal

Landbouw | Stalemissies

2.610,00 kg/j -

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 4/12

(12)

Resultaten PAS- gebieden

(mol/ha/j)

Natuurgebied Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

Drentsche Aa-gebied 0,19 0,20 + 0,00

Drouwenerzand 0,17 0,17 + 0,00

Lieftinghsbroek 0,15 0,15 + 0,00

Waddenzee 0,06 0,06 + 0,00 (-)

Fochteloërveen 0,06 0,06 + 0,00

Norgerholt >0,05 0,06 + 0,00

Ontwikkelingsruimte beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar

* Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven.

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 5/12

(13)

Resultaten per habitattype

(mol/ha/j)

Drentsche Aa-gebied

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

ZGH4030 Droge heiden 0,20 0,20 + 0,00

H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,19 0,20 + 0,00

H9190 Oude eikenbossen 0,19 0,19 + 0,00

H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes)

0,18 0,18 + 0,00

H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,17 0,18 + 0,00

H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen)

0,15 0,16 + 0,00

H91D0 Hoogveenbossen 0,15 0,16 + 0,00

H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)

0,14 0,15 + 0,00

H4030 Droge heiden 0,14 0,15 + 0,00

ZGH2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,14 0,14 + 0,00

H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen)

0,13 0,13 + 0,00

H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen

0,13 0,13 + 0,00

H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm

0,10 0,10 + 0,00

H6410 Blauwgraslanden 0,09 0,09 + 0,00

ZGH3160 Zure vennen 0,09 0,09 + 0,00

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 6/12

(14)

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden)

0,09 0,09 + 0,00

H5130 Jeneverbesstruwelen 0,06 0,06 + 0,00

H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen

0,06 0,06 + 0,00

H3160 Zure vennen 0,06 0,06 + 0,00

H2330 Zandverstuivingen 0,06 0,06 + 0,00

ZGH4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)

0,06 0,06 + 0,00

ZGH2330 Zandverstuivingen >0,05 >0,05 + 0,00

Drouwenerzand

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,17 0,17 + 0,00

H2330 Zandverstuivingen 0,16 0,16 + 0,00

H5130 Jeneverbesstruwelen 0,15 0,15 + 0,00

ZGH2330 Zandverstuivingen 0,12 0,12 + 0,00

H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen

0,08 0,09 + 0,00

H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm

0,08 0,08 + 0,00

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 7/12

(15)

Lieftinghsbroek

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden)

0,15 0,15 + 0,00

H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,15 0,15 + 0,00

H91D0 Hoogveenbossen 0,14 0,15 + 0,00

H6410 Blauwgraslanden 0,14 0,15 + 0,00

Waddenzee

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks)

0,06 0,06 + 0,00 (-)

H1330B Schorren en zilte graslanden (binnendijks)

>0,05 >0,05 + 0,00 (-)

H1310A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)

0,05 >0,05 + 0,00 (-)

Fochteloërveen

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

ZGH7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen

0,06 0,06 + 0,00

H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen

>0,05 0,06 + 0,00

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 8/12

(16)

Norgerholt

Habitattype Hectare met hoogste verschil

Situatie 1 Situatie 2 Verschil *

Ontwikkelings- ruimte beschikbaar?

H9120 Beuken-eikenbossen met hulst >0,05 0,06 + 0,00

Ontwikkelingsruimte beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar

* Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven.

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 9/12

(17)

Emissie (per bron)

Situatie 1

Naam

Stal

Locatie (X,Y)

256035, 565289

Uitstoothoogte

5,0 m

Warmteinhoud

0,000 MW

NH3

2.559,33 kg/j

Dier RAV code Omschrijving Aantal

dieren Stof Emissiefactor

(kg/dier/j) Emissie

E 2.11.1 volièrehuisvesting; minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (Kippen;

legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL 2004.09.V1)

28.437 NH3 0,090 2.559,33 kg/j

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 10/12

(18)

Emissie (per bron)

Situatie 2

Naam

Stal

Locatie (X,Y)

256035, 565289

Uitstoothoogte

5,0 m

Warmteinhoud

0,000 MW

NH3

2.610,00 kg/j

Dier RAV code Omschrijving Aantal

dieren Stof Emissiefactor

(kg/dier/j) Emissie

E 2.11.1 volièrehuisvesting; minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (Kippen;

legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL 2004.09.V1)

29.000 NH3 0,090 2.610,00 kg/j

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 11/12

(19)

Disclaimer

De initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de projectinvoer en de aanvraag wordt getoetst door het bevoegd gezag. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie.

AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.

Rekenbasis

Deze berekening is tot stand gekomen op basis van:

AERIUS versie 2016L_20170907_447ff0b73d Database versie 2016L_20170828_c3f058f00f

Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie:

https://www.aerius.nl/nl/factsheets/uitleg

Rnou9nbgoefG (18 september 2017) Ontwikkelingsruimte

toegekend

Maatschap D.H. en H.R. Boswijk

Ontwikkelingsruimte toegekend

pagina 12/12

(20)
(21)

Nummer systeem BWL 2004.09.V1

Naam systeem Volièrehuisvesting, minimaal 50 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien

Diercategorie Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen Systeembeschrijving van Juni 2010

Vervangt Beschrijving BWL 2004.09 (E 2.11.1) van 15 april 2004

Werkingsprincipe Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het opvangen van de mest op mestbanden onder de rooster en het frequent afvoeren van de mest uit de stal.

Gegevens project <naw inrichting, stal / aantal dieren, vergunningaanvraag / bouwcontrole>

DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; BOUWKUNDIG

Onderdeel Uitvoeringseis Uitvoering project Akkoord

Geen bijzonderheden.

DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM; TECHNISCHE VOORZIENINGEN

Onderdeel Uitvoeringseis Uitvoering project Akkoord

1 Huisvestingsvorm alternatieve huisvesting (dieren kunnen zich vrij in de stal bewegen)

2a Vloeruitvoering minimaal 50 % van het leefoppervlak is uitgevoerd als etages met roostervloer

2b minimaal 1/3 deel van het

leefoppervlak is uitgevoerd als strooiselvloer

3 Voer en drinkwater voorzieningen aangebracht boven de roostervloer

4 Mestopvang- voorziening

mestbanden onder de roosters

5 Registratie- apparatuur

apparatuur voor het registreren van de afdraaifrequentie van de mestbanden dient aanwezig te zijn 6 Mestopslag kortdurend of eventueel nadroging in een nageschakelde techniek of langdurige mestopslag1

1 Dit systeem stelt geen eisen aan de wijze van mestopslag of verdere bewerking (extra droging) van de mest.

De vorm van opslag of bewerking is echter wel bepalend voor de hoogte van de ammoniakemissie van het bedrijf. De voor dit stalsysteem vastgestelde emissiefactor van 0,090 kg ammoniak per dierplaats per jaar is van toepassing voor de situatie in combinatie met een kortdurende opslag op het bedrijf (afvoer van de mest van de banden direct van het bedrijf of opslag in een afgedekte container voor maximaal 14 dagen). Bij langdurige mestopslag of nadroging in een nageschakelde techniek komt bovenop deze emissiefactor nog een toeslag (Rav-categorie E6).

(22)

HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM

Onderdeel Gebruikseis Gebruik project Akkoord

a Leefoppervlak minimaal 1.111 cm² per dier bij opzet (9 dieren per m²)

b Afdraaifrequentie mestbanden

minimaal éénmaal per week afdraaien van de mest naar een afgedekte container voor kortdurende opslag of andere vorm van opslag; bij nadroging van de mest in een

nageschakelde techniek moeten de mestbanden minimaal tweemaal per week worden afgedraaid

c Registratie ten behoeve van een controle op de werking van het afdraaien van de mestbanden moet de

afdraaifrequentie van de

mestbanden automatisch worden geregistreerd; van de

geregistreerde waarden moet tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige

productieperiode opvraagbaar zijn

Emissiefactor 0,090 kg NH3 per dierplaats per jaar

Verwijzing meetrapport Diverse meetrapporten (www.stalemissies.nl en www.pv.wur.nl)

EINDOORDEEL EN OPMERKINGEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Die stijgende winstgevendheid ging echter gepaard met sterk stijgende kosten voor R&amp;D die ongelukkigerwijs niet uitmondde is de productie van winstgevende types.. De A380 en

‘contractuele arbeidsduur’ van vrouwen in het algemeen gevoelig gedaald is door onder meer de substantiële toename van deeltijdwerk bij vrouwen (zie verder).. Net als bij de man-

[r]

Smallstonemediasongs.com printed &amp; distributed by KoormuziekNL, Dordrecht - www.koormuziek.nl Vermenigvuldigen van deze bladmuziek zonder toestemming van de uitgever is

onderwerp : Aanvraag ontheffing/vergunning Wnb Zandwinning Beuningse plas Beuningen is ontvangen op : 04-10-2018.. en toegezonden

Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend... Trom

Meer meesters is niet alleen leuk voor de kinderen, maar brengt ook meer balans in de teams.. Uiteraard geldt bovenstaande niet voor álle jongeren en mannen, maar zeker voor een

Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.