1
Planning map Fonemisch bewustzijn
Fonemisch bewustzijn weekplanner + doelen (2x per week 15 min kring en daarna zelfstandig werken, of verder in de kleine kring) eerste les moet, tweede les is herhaling vorige periode
Periode zomervakantie t/m herfstvakantie groep 2
Week 35 Luisteren les 1: Koe, waar ben je? blz. 53Doel: De leerlingen wijzen de plaats van het geluid aan, waarvan ze geluidsbron niet zien.
Week 36 Luisteren les 2: Wat hoor je allemaal? blz. 55
Doel: De leerlingen luisteren aandachtig naar verschillende geluiden. Ze herkennen en onthouden de geluiden.
Luisteren les 3: Fluisteren en luisteren. blz. 57
Doel: De leerlingen luisteren aandacht naar woorden (en zinnen) en zeggen ze vervolgens duidelijk en correct na.
Week 37 Zinnen en woorden les 1: Korte en lange woorden. blz. 71/72
Doel: De leerlingen onderscheiden zowel auditief als visueel lange en korte woorden.
Klankgroepen les 1: Namen klappen. Blz. 107
Doel: Leerlingen verdelen auditief hun eigen naam in klankgroepen (voorbereiding auditieve analyse).
Week 38 Klankgroepen les 2: Klankgroepen klappen. Blz. 109
Doel: Leerlingen verdelen auditief namen van voorwerpen in klankgroepen.
Luisteren les 4: Doe, zeg en zing mij na. blz. 59
Doel: De leerlingen zeggen of zingen vreemde geluiden, woorden en zinnen (bijv. in een vreemde taal) na.
Week 39 Luisteren les 5: Gebarentaal. blz. 63
Doel: De leerlingen onderscheiden auditief (op gehoor) één of meer trefwoorden in een reeks van woorden of zinnen.
Zinnen en woorden les 2: Tel de woorden in de zin. blz. 75
Doel: De leerlingen weten wat een woord is, herkennen auditief en visueel woorden in een zin en kunnen aangeven uit hoeveel woorden zin bestaat.
Week 40 Zinnen en woorden les 3: Korte en lange zinnen. blz. 79
Doel: De leerlingen weten dat een zin uit woorden bestaat en dat het aantal woorden in een zin maakt dat het een lange of korte zin is.
Rijmen les 1: Liedjes, versjes en gedichtjes. blz. 89
Doel: De leerlingen herkennen rijmwoorden in een liedje, versje of gedichtje op rijm en voorspellen een rijmwoord op basis van de context.
Week 41 Klankgroepen les 3: Woorden plakken. blz. 111
Doel: Leerlingen voegen (auditief) lettergrepen samen tot woorden.
Zinnen en woorden les 4: Verzin een zin. blz. 83
Doel: De leerlingen maken een zin langer. De leerlingen weten wat een zin is. De leerlingen maken zelf een zin met een trefwoord.
Week 42 Rijmen les 2: Memory met rijmwoorden. blz. 93
Doel: De leerlingen geven aan of woorden wel of niet op elkaar rijmen.
Klankgroepen les 4: Woordraadsels. blz. 113
Doel: Leerlingen voegen klankgrepen auditief samen tot woorden en verdelen woorden in klankgroepen.
Extra Rijmen les 3: Rijmende raadsels. blz. 95
Doel: De leerlingen maken een rijmregel af met een rijmwoord.
Zinnen en woorden les 5: Het eerste en het laatste woord. blz. 85
Doel: De leerlingen benoemen het eerste en laatste woord in een zin. De leerlingen bedenken zelf een zin.
Periode herfstvakantie t/m kerstvakantie
Week 44 Isoleren van klanken les 1: Stibbelland. blz.121
Doel: Leerlingen herkennen woorden met een bepaalde begin-/midden-/eindklank.
Luisteren les 6: Wat hoor ik na elkaar? blz. 65
Doel: De leerlingen onthouden woorden auditief (op gehoor) in de juiste volgorde.
Week 45 Isoleren van klanken les 2: De klanken van je naam. blz. 125
Doel: De leerlingen herkennen de eerste en de laatste klank van hun naam.
Rijmen les 4: Rijmbal. blz. 97
Doel: De leerlingen bedenken rijmwoorden
Week 46 Isoleren van klanken les 3: Hoor je de klank in het woord? blz. 127
Doel: De leerlingen herkennen een klank in een woord.
Klankgroepen les 5: Wat zegt. blz. 115
Doel: Leerlingen voegen klankgroepen auditief samen tot woorden en verdelen woorden in klankgroepen.
Week 47 Isoleren van klanken les 4: Waar hoor je de klank in het woord? blz. 129
Doel: De leerlingen geven aan of ze een klank aan het eind, aan het begin of in het midden van een woord horen.
Luisteren les 7: Welke woorden zijn hetzelfde? blz. 67
Doel: De leerlingen herkennen en onderscheiden woorden auditief (op gehoor) op basis van één verschillende klank.
Week 48 Isoleren van klanken les 5: Klanken sorteren. blz. 133
Doel: De leerlingen sorteren woorden op begin-/midden-/eindklanken en benoemen de klanken.
Rijmen les 5: Rijmboek. blz. 99
Doel: De leerlingen herkennen en bedenken rijmwoorden bij een bepaald trefwoord.
Week 49 Isoleren van klanken les 6: Wat hoor je aan het eind? blz. 135
Doel: De leerlingen herkennen en benoemen de eindklank, beginklank en midden klank van een woord.
Klankgroepen les 6: Boodschappen doen. blz. 117
Doel: Leerlingen bedenken zelf woorden die uit twee (of drie) klankgroepen bestaan.
Week 50 herhalen Week 51 herhalen
Extra Rijmen les 6: Wat zit er in de rijmdoos. blz. 101
Doel: De leerlingen verzinnen zelf een rijmregel bij een trefwoord.
Rijmen les 7: Toverspreuken. blz. 103
Doel: De leerlingen verzinnen zelf een rijmzinnetje bij een bepaalde zin.
3
Periode Kerstvakantie t/m voorjaarsvakantie
Week 2 Synthese van klanken les 1: Langzame namen. blz. 139
Doel: Leerlingen herkennen hun eigen naam als deze wordt uitgesproken in afzonderlijke klanken.
Isoleren van klanken les 1: Stibbelland. blz.121
Doel: Leerlingen herkennen woorden met een bepaalde begin-/midden-/eindklank.
Week 3 Synthese van klanken les 2: Wie staat er achter je? Blz. 141
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot de namen van klasgenoten.
Isoleren van klanken les 2: De klanken van je naam. Blz. 125
Doel: De leerlingen herkennen de eerste en de laatste klank van hun naam.
Week 4 Synthese van klanken les 3: Slakkentaal. blz. 143
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord
Isoleren van klanken les 3: Hoor je de klank in het woord? Blz. 127
Doel: De leerlingen herkennen een klank in een woord.
Week 5 Synthese van klanken les 4: Luisteren naar slome Simon. blz. 147
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Isoleren van klanken les 4: Waar hoor je de klank in het woord? blz. 129
Doel: De leerlingen geven aan of ze een klank aan het eind, aan het begin of in het midden van een woord horen.
Week 6 Synthese van klanken les 5: Tekenen wat je hoort. 149
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Isoleren van klanken les 5: Klanken sorteren. blz. 133
Doel: De leerlingen sorteren woorden op begin-/midden-/eindklanken en benoemen de klanken.
Week 7 Synthese van klanken les 6: Wat staat hier nou? 151
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Isoleren van klanken les 6: Wat hoor je aan het eind? blz. 135
Doel: De leerlingen herkennen en benoemen de eindklank, beginklank en midden klank van een woord.
Week 8 herhalen Extra
Periode voorjaarsvakantie t/m meivakantie
Week 10 Analyse van klanken les 1: Tikkie, wie ben ik? blz. 155
Doel: Leerlingen spreken hun eigen naam klank voor klank uit.
Synthese van klanken les 1: Langzame namen. blz. 139
Doel: Leerlingen herkennen hun eigen naam als deze wordt uitgesproken in afzonderlijke klanken.
Week 11 Analyse van klanken les 2: uit welke klanken bestaat dit woord. blz. 157
Doel: Leerlingen spreken namen van voorwerpen en/of dieren klank voor klank uit.
Synthese van klanken les 2: Wie staat er achter je? blz. 141
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot de namen van klasgenoten.
Week 12 Analyse van klanken les 3: Raden maar. blz. 159
Doel: Leerlingen spreken namen van voorwerpen en/of dieren klank voor klank uit.
Synthese van klanken les 3: Slakkentaal. 143
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Week 13 Analyse van klanken les 4: Langzaam praten met slome Simon. blz. 161
Doel: Leerlingen spreken woorden klank voor klank uit.
Synthese van klanken les 4: Luisteren naar slome Simon. 147
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Week 14 Synthese van klanken les 5: Tekenen wat je hoort. 149
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Week 15 Synthese van klanken les 6: Wat staat hier nou? 151
Doel: Leerlingen voegen klanken samen tot een woord.
Week 16 herhalen Extra
5
Periode meivakantie – zomervakantie
Week 19 Manipuleren van klanken les 1: Wat een gekke naam. blz. 165
Doel: De leerlingen vervangen de beginklank van hun naam door een andere beginklank.
Analyse van klanken les 1: Tikkie, wie ben ik? blz. 155
Doel: Leerlingen spreken hun eigen naam klank voor klank uit.
Week 20 Manipuleren van klanken les 2: De egel vier feest. blz. 167
Doel: De leerlingen vullen de ontbrekende beginklank aan.
Analyse van klanken les 2: uit welke klanken bestaat dit woord. blz. 157
Doel: Leerlingen spreken namen van voorwerpen en/of dieren klank voor klank uit.
Week 21 Manipuleren van klanken les 3: Woordrijtjes. blz. 169
Doel: De leerlingen vervangen beginklank van een woord door een andere beginklank.
Analyse van klanken les 3: Raden maar. blz. 159
Doel: Leerlingen spreken namen van voorwerpen en/of dieren klank voor klank uit.
Week 22 Manipuleren van klanken les 4: Bijna dezelfde, maar toch anders. blz. 171
Doel: De leerlingen horen en benoemen welke beginklank er in een woord is toegevoegd of welke eindklank er is weggelaten.
Analyse van klanken les 4: Langzaam praten met slome Simon. blz. 161
Doel: Leerlingen spreken woorden klank voor klank uit.
Week 23 Herhalen/verdiepen Week 24 Herhalen/verdiepen Week 26 Herhalen/verdiepen Week 27 Herhalen/verdiepen Week 28 Herhalen/verdiepen Week 29 Herhalen/verdiepen Extra
Groep 1 mag kiezen om mee te doen met de kring van groep 2.
1 x in de week een lesje uit de map van fonemisch bewustzijn voor groep 1
Periode tot de herfstvakantie: Luisteren (in elke week 1 lesje met groep 1
Periode tot de kerstvakantie: Zinnen en woorden (in elke week 1 lesje met groep 1 Periode tot de voorjaarsvakantie: Dit nog even checken
Periode tot de meivakantie: Rijmen (in elke week 1 lesje met groep 1 Periode tot de zomervakantie: Klankgroepen (in elke week 1 lesje met groep 1
Luisteren 1. Koe waar ben je? Blz. 53
Doel: De leerlingen wijzen de plaats van het geluid aan, waarvan ze geluidsbron niet zien.
2. Wat hoor je allemaal? Blz. 55
Doel: De leerlingen luisteren aandachtig naar verschillende geluiden. Ze herkennen en onthouden de geluiden.
3. Fluister en luister. Blz. 57
Doel: De leerlingen luisteren aandacht naar woorden (en zinnen) en zeggen ze vervolgens duidelijk en correct na.
4. Doe, zeg en zing mij na! Blz. 59
Doel: De leerlingen zeggen of zingen vreemde geluiden, woorden en zinnen (bijv. in een vreemde taal) na.
5. Gebarentaal. Blz. 63
Doel: De leerlingen onderscheiden auditief (op gehoor) één of meer trefwoorden in een reeks van woorden of zinnen.
6. Wat hoor ik na elkaar? Blz. 65
Doel: De leerlingen onthouden woorden auditief (op gehoor) in de juiste volgorde.
7. Welke woorden zijn hetzelfde? Blz. 67
Doel: De leerlingen herkennen en onderscheiden woorden auditief (op gehoor) op basis van één verschillende klank.
Zinnen en woorden
1. Korte en lange woorden. Blz. 71
Doel: De leerlingen onderscheiden zowel auditief als visueel lange en korte woorden.
2. Tel de woorden in de zin. Blz.75
Doel: De leerlingen weten wat een woord is, herkennen auditief en visueel woorden in een zin en kunnen aangeven uit hoeveel woorden zin bestaat.
3. Korte en lange zinnen. Blz.79
Doel: De leerlingen weten dat een zin uit woorden bestaat en dat het aantal woorden in een zin maakt dat het een lange of korte zin is.
4. Verzin een zin. Blz. 83
Doel: De leerlingen maken een zin langer. De leerlingen weten wat een zin is. De
7 Rijmen 1. Liedjes, versjes en gedichtjes. Blz. 89
Doel: De leerlingen herkennen rijmwoorden in een liedje, versje of gedichtje op rijm en voorspellen een rijmwoord op basis van de context.
2. Memory met rijmwoorden. Blz. 93
Doel: De leerlingen geven aan of woorden wel of niet op elkaar rijmen.
3. Rijmende raadsels. Blz. 95
Doel: De leerlingen maken een rijmregel af met een rijmwoord.
4. Rijmbal. Blz. 97
Doel: De leerlingen bedenken rijmwoorden bij een bepaald trefwoord.
5. Rijmboek. Blz. 99
Doel: De leerlingen herkennen en bedenken rijmwoorden bij een bepaald trefwoord.
6. Wat zit er in de rijmdoos? Blz. 101
Doel: De leerlingen verzinnen zelf een rijmregel bij een trefwoord.
7. Toverspreuken. Blz. 103
Doel: De leerlingen verzinnen zelf een rijmzinnetje bij een bepaalde zin.
Klankgroepen 1. Namen klappen. Blz. 107
Doel: Leerlingen verdelen auditief hun eigen naam in klankgroepen (voorbereiding auditieve analyse).
2. Klankgroepen klappen. Blz. 109
Doel: Leerlingen verdelen auditief namen van voorwerpen in klankgroepen.
3. Woorden plakken. Blz. 111
Doel: Leerlingen voegen (auditief) lettergrepen samen tot woorden.
4. Woordraadsels. Blz. 113
Doel: Leerlingen voegen klankgrepen auditief samen tot woorden en verdelen woorden in klankgroepen.
5. Wat zegt …? Blz.115
Doel: Leerlingen voegen klankgroepen auditief samen tot woorden en verdelen woorden in klankgroepen.
6. Boodschappen doen. Blz. 117
Doel: Leerlingen bedenken zelf woorden die uit twee (of drie) klankgroepen bestaan.
Toets : eind groep 1
Toets voor de kerstvakantie
Toets dyslexie protocol na de kerstvakantie Toets eind groep 2
In weekplanning: de activiteit/doel, ook bij groep 1.
