• No results found

H INFORMATIERECHT OP SCHO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "H INFORMATIERECHT OP SCHO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

16 MR magazine, nummer 6/7, juni 2012

Interpretatiegeschil

INFORMATIERECHT OP SCHO

Een mr legde vorig jaar een interpretatiegeschil aan de Landelijke Commissie voor Geschillen (LCG) WMS voor om uit te vinden in hoeverre het bevoegd ge- zag gehouden is (financiële) informatie op school- niveau te verstrekken. Het bestuur legde elk jaar wel een begroting en een jaarverslag aan de gmr voor. De vraag was of er voor de mr nog ruimte was iets te zeggen over het meerjaren financieel beleid.

Hilde Mertens

H

et bevoegd gezag in deze zaak houdt negen scholen voor open- baar primair onderwijs in stand.

Begin juli 2010 heeft de mr van één van de scholen het bevoegd gezag verzocht op schoolniveau de begroting van 2010 en het jaarverslag van 2009 over te leg- gen. Omdat het bevoegd gezag en de mr van mening verschillen over de vraag of het bevoegd gezag de gevraagde stukken op school- of op organisatieniveau moet leveren, heeft de mr besloten daarover aan de geschillencommissie een interpre- tatiegeschil voor te leggen.

Standpunt bevoegd gezag

Volgens het bevoegd gezag zijn de door de accountant beoordeelde en door de gemeenteraden goedgekeurde begroting en het jaarverslag aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen. Op grond van artikel 16 lid 1 WMS treedt de gmr dan in de plaats van de mr. Over de begroting en het jaarverslag op organisatieniveau is de gmr de gespreks- en overlegpartner van het bevoegd gezag, maar de mr mag wel kennis nemen van de begroting en het jaarverslag op organisatieniveau. Het bevoegd gezag wil wel toewerken naar een opzet waarbij op schoolniveau een begroting en jaarrekening worden opge-

steld als basis voor de op organisatieni- veau vast te stellen begroting en het jaarverslag.

Standpunt van de mr

De mr meent dat het bevoegd gezag op grond van de WMS, het medezeggen- schapsstatuut en het mr-reglement ge- houden is om op schoolniveau een be- groting en jaarverslag te verstrekken, omdat de mr zonder deze informatie zijn taak niet naar behoren kan uitvoeren. Uit artikel 8 lid 1 van de WMS volgt volgens de mr dat het de mr en niet het bevoegd gezag is die bepaalt welke informatie de mr nodig heeft om zijn taak naar behoren te kunnen uitoefenen. Alleen daarom al dient het bevoegd gezag de gevraagde informatie te verstrekken.

De mr heeft de begroting en het jaarver- slag nodig om zijn taak, waaronder het adviseren over de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid van de school, goed te kunnen vervullen. Het bevoegd gezag heeft de mr een lijst met materiële uitgaven gegeven. In deze lijst is niets te vinden over inkomsten; het is dus geen begroting. Volgens de Centrale Financiën Instellingen (CFI) is een be- groting de beleidsmatige en cijfermatige neerslag van de interne afspraken over de herkomst en besteding van de ver-

(2)

MR magazine, nummer 6/7, juni 2012 17

OOLNIVEAU

wachte middelen, bedoeld als leidraad en controlemiddel.

De geschillencommissie

Artikel 8 lid 1 WMS bepaalt dat de mr van het bevoegd gezag, al dan niet ge- vraagd, tijdig alle inlichtingen ontvangt die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Het medezeg- genschapsreglement bevat een soortge- lijke bepaling. Uit de bewoordingen van lid 1 van artikel 8 WMS volgt volgens de geschillencommissie dat een mr zijn taak alleen op een zinvolle manier kan uitoe- fenen als deze tijdig beschikt over vol- doende en relevante informatie. Tijdig wil zeggen op een zodanig tijdstip dat de mr de informatie bij de voorbereiding van zijn besluitvorming kan betrekken.

Tot deze informatie rekent de geschil- lencommissie de begroting en het jaar- verslag.

De begroting geeft een voorlopige schat- ting van de verwachte inkomsten en uit- gaven. De wijze waarop de aan een school toegedeelde middelen op school- niveau worden ingezet, is een aangele- genheid die valt onder artikel 11 onder b WMS (hoofdlijnen meerjarig fi nancieel beleid). Hierop heeft de mr adviesrecht.

Om te kunnen adviseren over de hoofd- lijnen van het meerjarig fi nancieel beleid voor de school, moet de mr tijdig over de begroting op schoolniveau beschikken.

Dat houdt in dat het bevoegd gezag de begroting, zodra deze klaar is, aan de mr moet verstrekken. Datzelfde geldt voor het jaarverslag. Van belang daarbij is dat de mr uit het jaarverslag kan afl eiden wat

er op schoolniveau is gebeurd. De ge- schillencommissie is daarom van oordeel dat het bevoegd gezag gehouden is ook een jaarverslag aan de mr te verstrekken.

Commentaar

Het is gebruikelijk dat begrotingen en jaarverslagen op bestuursniveau worden op- en vastgesteld. De gmr is daar de ge- sprekspartner van het bevoegd gezag en heeft adviesrecht op de vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het fi - nancieel beleid (artikel 16 lid 2 onder a WMS). Op schoolniveau heeft de mr dit adviesrecht op grond van artikel 11 on- der b WMS. Wil een mr op een serieuze manier een advies kunnen opstellen, dan moet hij beschikken over de cijfers op schoolniveau. Het bevoegd gezag stelde

dat de gegevens op schoolniveau niet be- schikbaar zijn, maar dat is niet goed voorstelbaar. Uitgaven op schoolniveau moeten ook gepland (en bijgehouden) worden en er moeten keuzes gemaakt worden over de besteding van de be- schikbare middelen. En waar keuzes ge- maakt moeten worden, bestaat de moge- lijkheid beleid te voeren. En waar beleid wordt gemaakt ten aanzien van aangele- genheden, waarvoor een instemmings- of adviesbevoegdheid geldt, moet die be- voegdheid ook kunnen worden uitgeoe- fend. En om de cirkel weer rond te ma- ken: dat kan alleen als de beleidsmaker(s) beschikken over de gegevens, op basis waarvan ze de keuzes moeten maken.

Voor de bestemming van middelen is dat de begroting, waarin de verwachtingen over de inkomsten en uitgaven van de

school zijn opgenomen. En ten aanzien van de begroting heeft de geschillencom- missie in de boven beschreven uitspraak bepaald dat deze ook op schoolniveau moet worden opgesteld, zodat de mr een deugdelijk advies kan geven.

Als het bevoegd gezag en een mr van mening verschillen over de interpretatie van een bepaling in de WMS, het mede- zeggenschapsstatuut of het reglement, kan ieder van hen een geschil voorleggen aan de geschillencommissie, maar samen kan ook. Het verzoek aan de geschillen- commissie komt er dan op neer dat par- tijen zeggen: geschillencommissie, wij ko- men er niet uit, wilt u zeggen hoe het zit dan kunnen we daarna weer verder.

Mr moet tijdig over begroting op schoolniveau beschikken

Landelijke Commissie voor Geschillen WMS, uitspraak 11.10 d.d. 25 mei 2011 inzake 104902, zie www.onderwijs- geschillen.nl.

Mr. Hilde Mertens is directeur/bestuurder van de Stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen vier weken na ontvangst van het advies van klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de verweerder, de directeur van de betrokken school en de klachtencommissie

-dat Kindcentrum Regenboog een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die binnen de organisatie werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij

tief is wel de MvT omdat daar een aantal begrippen uit de wet opnieuw zijn toege- licht (zie ook hieronder). Zo wordt over het begrip school opgemerkt dat onder het begrip school

Dit strookt met het systeem van de Wms: in artikel 3 lid 12 is bepaald dat het bevoegd gezag er zorg voor draagt dat onder meer de leden van de MR niet benadeeld worden uit hoofde

Voor wat betreft de klacht rond de zorgplicht van de school jegens de zoon van klaagster heeft de school verklaard dat er ondanks de ondersteuningsbehoefte van klaagster rondom

Deze elementen komen niet terug in het dossier bevoegd gezag, omdat deze in de aanvraag van de vergunning voor de omgevingsplanactiviteit

De externe vertrouwenspersoon begeleidt en ondersteunt ouders/verzorgers en leerlingen van de school bij de behandeling van klachten waarbij er sprake is van machtsmisbruik en

Indien een klager na overleg met de klachtenfunctionaris een oordeel van het Directiecomité over zijn klacht wenst, dan onderzoekt de klachtenonderzoekscommissie de klacht en