• No results found

Vorming AMHK 4. in te stemmen met een gefaseerde aanpak door een kwartiermaker bij het vormen van het AMHK.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vorming AMHK 4. in te stemmen met een gefaseerde aanpak door een kwartiermaker bij het vormen van het AMHK."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT

Aan

de gemeenteraad

Datum 18 maart 2014

Ons kenmerk MO/1175503

Begrotingsprogr amma Jeugd

Bijlage(n) 1

Betr eft RAADSINFORMATIEinzake afspraken Bureau Jeugdzorg

Samenvatting

In de nieuwe Jeugdwet is de wettelijke basis voor Bureau Jeugdzorg (B)Z) verdwenen. Van de huidige taken van BJZ resteren de volgende wettelijke taken:

jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

In het beleidsplan Jeugdhulp Dordrecht is aangekondigd dat in het beleidsrijke transitiearrangement dat u naar verwachting in juni 2014 ter vaststelling zal

worden aangeboden, een aantal besluiten wordt genomen die betrekking hebben op B3Z. Het gaat dan om de volgende onderwerpen:

1. de verdeling van het budget over de verschillende typen jeugdhulp en aanbieders, waaronder BJZ;

2. de keuze voor één of meer Gecertificeerde Instellingen die jeugdbescherming en jeugdreclassering mogen uitvoeren;

3. de positionering van het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK).

Tussentijds heeft het Rijk gemeenten opgedragen afspraken te maken over de continuïteit van de functies van BJZ. Dit maakt dat er al eerder keuzes gewenst zijn op de bovengenoemde drie onderwerpen, met als doel dat BJZ zich tijdig kan voorbereiden op de gevolgen voor de organisatie.

Hiertoe heeft het college het volgende besloten:

Afspraken continueren functies BJZ

1. in te stemmen met de afspraken over het continueren van de functies van Bureau Jeugdzorg, uitgaande van een minimumgarantie van 80% van de aan BJZ toegekende subsidie voor 2014, zoals vastgelegd in bijgevoegde brief van 27 februari 2014 aan de staatssecretarissen van VWS en VenJ;

Afspraken Gecertificeerde Instellingen

2. het aanbod van meerdere gecertificeerde instellingen in de regio ZHZ beschikbaar te houden voor het uitvoeren van jeugdbescherming en jeugdreclassering;

3. de functie "drang' te positioneren bij de gecertificeerde instellingen;

Vorming AMHK

4. in te stemmen met een gefaseerde aanpak door een kwartiermaker bij het vormen van het AMHK.

Na besluitvorming door de colleges van de 17 gemeenten, worden de voorstellen verwerkt in het beleidsrijke transitiearrangement.

Pa g in a 1 / 8

IedeI brief ac tieve uikmiatie

Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT

T 14078

F (078) 770 8080 www.dordrecht.nI

Contactpersoon S. F. Oosterhof T (078) 770 4743

E sf.00sterhof@dordrecht.nl

J PapierMIX

F S C FS C C O1323O

(2)

1. Wat is de aanleiding?

Op 31 oktober 2013 heeft het Rijk de Regionale Transitiearrangementen (RTA's) ontvangen di e al le regi o's moesten maken om aan te geven welke afspraken zij hadden gemaakt met aanbi eders van j eugdhulp over het waarborgen van de continuïteit van zorg per 1 januari 2015. Het RTA dat namens de 17 gemeenten in ZHZ is ingediend, is positief beoordeeld. In het RTA zijn nog geen concrete

afspraken opgenom en, vanwege onduideli jkhei d over het budget voor j eugdhulp voor de 17 gemeenten in ZHZ. Echter, de intentieverkl aring waarin aanbieders zich comm itteerden aan het realiseren van de benodigde transform atie ondanks de efficiencykorti ng van 15% die het Rij k heeft opgelegd, wekte vertrouwen bi j de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg (TSJ). In het advies van de TS] aan het Rijk op basis van een beoordeling van alle RTA's, is aandacht gevraagd voor de conti nuïteit van de jeugdhulp die door de Bureaus Jeugdzorg wordt geboden. In de nieuwe Jeugdwet is de wettelijke basis voor Bureau Jeugdzorg (BJZ) verdwenen.

Van de hui dige taken van BJZ resteren de volgende wettelij ke taken:

jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies en Meldpunt

Kindermishandeling (AMK). De TSJ maakte zich zorgen over de continuïteit van deze taken.

Het advies van de TSJ heeft gel eid tot een brief van het Rijk van 25 novem ber 2013 en bestuurlijke afspraken d.d. 20 december 2013 tussen Rijk, VNG en IPO. De genoemde brief en de bestuurlijke afspraken gaven aan dat de afspraken met BJZ over het continueren van de functies in 2015, gereed dienden te zi jn op 28 februari 2014. Mocht dit ni et het geval zi jn dan zou een 80% garanti e van het BJZ-budget voor 2014 worden opgelegd voor het borgen van de functies van BJZ.

Bijgaand treft u aan de bri ef aan het Rij k waarin de afspraken zijn opgenomen die nam ens (onder andere) de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid (ZHZ) zi jn gemaakt met BJZ. Deze afspraken zijn in de stuurgroep Jeugdhulp ZHZ voorl opig vastgesteld op 27 februari 2014. Het coll ege heeft achteraf ingestemd met de gemaakte

afspraken zoals opgenom en in de brief. -

2. Wa t wil le n we be rei ke n?

Heldere afspraken met aanbieders van jeugdhulp over het waarborgen van de conti nuïtei t van zorg per 1januari 2015.

3. Wat g aan we d aar voo r doe n?

a ) 80 % b u d ge t g ar a nt i e B J Z

De drie regio's Zuid-Holland Zuid, Midden-Holland en Holland Rijnland hebben naar aanleiding van deze aanvul lende eis van het Rij k, gezamenlij k overleg gevoerd met B]Z. Op dit moment is BJZ in alle drie de regio's werkzaam, zodat onderlinge afstemmi ng tussen de regio's van belang is. De drie regio's hebben in onderlinge samenwerki ng en in samenwerking met BJZ de afspraken uit de RTA's

aangescherpt. Zij komen daarbij grossomodo uit op 80% van de aan BJZ toegekende subsidie voor 2014.

De gemeenten in ZHZ kunnen nog geen concrete afspraken maken met de

jeugdhulpaanbieders, vanwege onduidelij khei d over het budget. Dit is ook de reden waarom deze gem eenten in navolging van de aanvul lende eis die het Rijk heeft gesteld, op dit mom ent genoodzaakt zij n een m ini mum garantie van 8 0 % te geven, berekend over het budget dat BJZ krij gt in 2014. Daarbi j i s uitgegaan van het deel

Pa g in a 2 / 8

r1cc1 1 ri( cl,ie-ve IIt(rri I e

(3)

van het budget dat door het Rijk is meegenomen bij de berekening van het macrobudget. Dit betekent dat het budget dat de provincie Zuid-Holland nu aanvullend ter beschikking stelt aan BJZ uit zogenoemde autonome middelen en egalisatiereserves jeugdzorg, niet is meegerekend.

Om met de andere regio's gezamenlijk afspraken te kunnen maken, is een objectieve verdeelsleutel afgesproken, namelijk het aantal jeugdigen van 0 tot 17 jaar. De uitkomst hiervan komt voor de regio ZHZ in totaliteit overeen met de huidige inzet van BJZ in ZHZ. Met deze objectieve verdeelsleutel wordt

geanticipeerd op het landelijke verdeelmodel dat vanaf 2016 gefaseerd wordt ingevoerd.

De gemeenten in ZHZ hebben in hun RTA aangegeven meer te willen inzetten voor de BJZ-functies in 2015 dan de 80% budgetgarantie, zodra er volledige helderheid over het macrobudget bestaat en deze toereikend is. In het RTA is uitgegaan van het beschikbaar stellen van 94% van het budget voor jeugdbescherming en

jeugdreclassering en AMK en 90% voor toegang en indicatiestelling. Dit sluit aan op de landelijke efficiencykorting van 6% in 2015, waarbij op voorstel van BJZ de korting op toegang is opgehoogd naar lO%. In het RTA is ook aangegeven dat, wanneer de totale korting voor ZHZ als gevolg van het definitieve macrobudget hoger uitvalt dan de door het Rijk opgelegde efficiencykorting, de afspraken uit het RTA worden geëvalueerd en zo nodig aangepast. Het realiseren van een hogere korting dan de opgelegde efficiencykorting wordt door gemeenten en

jeugdhulpaanbieders als onmogelijk en ongewenst gezien. Wanneer we kunnen uitgaan van de door het Rijk opgelegde efficiencykorting, dan lopen gemeenten geen risico met het bieden van een minimumgarantie van 80% van het budget aan BJZ. Deze afspraken kunnen dan overeenkomstig het RTA worden opgehoogd.

Wanneer de korting hoger uitvalt, zullen gemeente in eerste instantie het Rijk verzoeken een oplossing te bieden.

De helderheid over het macrobudget zal in de meicirculaire 2014 door het Rijk worden geboden. Omdat de eerder aangekondigde bedragen in de

decembercirculaire 2013 fors afweken van de, namens de gemeenten opgehaalde cijfers bij de jeugdhulpaanbieders in ZHZ, is in februari 2014 een nieuwe uitvraag gedaan bij de jeugdhulpaanbieders. Er wordt naar gestreefd zo een betrouwbaarder beeld te verkrijgen. De verschillen tussen deze cijfers en de berekening van het macrobudget worden besproken met het Rijk.

Gevolgen voor BJZ

Op grond van de minimale budgetgarantie van 80% heeft BJZ aangegeven dat nu voorzichtigheidshalve ontslag moet worden aangevraagd voor een deel van het personeel. De exacte omvang wordt echter pas duidelijk wanneer het macrobudget helder is, de hernieuwde uitvraag bij zorgaanbieders betrouwbaarder gegevens oplevert en er vervolgens een verdeling van het budget over de jeugdhulp- aanbieders in ZHZ (inclusief BJZ) kan plaatsvinden.

Het risico voor BJZ en gemeenten als toekomstige opdrachtgevers, is dat

personeelsleden die BJZ zou willen behouden voor de gecertificeerde instelling, op zoek gaan naar ander werk en dit op korte termijn vinden. Naar verwachting kunnen gemeenten in juni 2014 definitieve afspraken maken met BJZ. Tot die tijd zal er sprake zijn van onzekerheid voor een deel van het personeel.

Pa gi n a 3/ 8

Iç deI Iricf actieve inf ormatie

(4)

Namens de gemeenten in ZHZ is ervoor gekozen de te treffen maatregelen als gevolg van de minimumgarantie van 80% niet ten koste te laten gaan van de toekomstige wettelijke functies van BJZ: jeugdbescherming, jeugdreclassering en AMK. Voor deze functies geldt alleen de korting die het Rijk oplegt. Door deze keuze heeft de minimumgarantie wel gevolgen voor de functies toegang en

indicatiestelling, maar dat zijn ook functies die in de Jeugdwet vervallen. Het stellen van een indicatie voor de jeugdige en het regelen dat er hulp komt, wordt vanaf 2015 door de gemeenten dichter bij de gezinnen georganiseerd door jeugdteams of sociale wijkteams. Hierbij wordt uiteraard de expertise van B)Z benut.

De gemeenten in ZHZ zijn in gesprek met het Rijk over een oplossing van de frictiekosten die onvermijdelijk ontstaan als gevolg van de decentralisatie. BJZ heeft aangegeven dat het niet mogelijk is om continuïteit van zorg te bieden omdat de frictiekosten hoger zijn dan de Organisatie kan dragen. Omdat het budget voor jeugdhulp door het Rijk in drie jaar tijd met 15% wordt gekort, kunnen gemeenten geen frictiekosten opvangen. In de brief die de drie regio's en BJZ aan de beide verantwoordelijke staatssecretarissen hebben gestuurd, zijn enkele

oplossingsrichtingen aangereikt, waarmee de frictiekosten kunnen worden beperkt.

Het Rijk is onder meer gevraagd:

de middelen die de provincie nu extra beschikbaar stelt aan BJZ, in 2015 beschikbaar te stellen aan gemeenten;

te bewerkstelligen dat BJZ, in de rol van gecertificeerde instelling die de wettelijke taken jeugdbescherming en jeugdreclassering mag uitvoeren, in de overgangsperiode ook de functie toegang en indicatiestelling mag uitvoeren in de jeugdteams;

te bewerkstelligen, voor een overgangsperiode, dat de gecertificeerde instelling bij het uitlenen respectievelijk detacheren van personeel wordt vrijgesteld van BTW-heffing;

met het Ministerie van Sociale Zaken te bewerkstelligen dat de regels bij ontslag niet nodeloos verlies van kwaliteit opleveren én dat wordt bereikt dat cliënten zoveel als mogelijk is hun hulpverlener behouden.

Het Rijk is verzocht voor 1 april a.s. duidelijkheid te verschaffen, zodat BJZ tijdig maatregelen kan treffen voor het aanvragen van ontslag van personeel.

Op basis van de eerder genoemde hernieuwde uitvraag bij de jeugdhulpaanbieders, wordt gestreefd naar het verkrijgen van een betrouwbaarder beeld van het budget voor jeugdhulp voor cliënten met een woonplaats in ZHZ. Uitgaande van dit budget rekenen gemeenten samen met de jeugdhulpaanbieders het ontwerp van het nieuwe jeugdhulpstelsel door zoals beschreven in de beleidsplannen jeugdhulp van de 17 gemeenten. Dit leidt tot een gewenste verdeling van het budget. Omdat er echter in 2015 continuïteit van zorg moet worden geboden aan alle cliënten die op 31 december 2014 jeugdhulp ontvangen of in het bezit zijn van een indicatie daarvoor, kan zeer waarschijnlijk niet in één keer tot de gewenste verdeling worden gekomen. Bovendien voelen gemeenten, ondanks dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het oplossen van eventuele frictie die ontstaat bij jeugdhulpaanbieders als gevolg van de opgelegde efficiencykorting door het Rijk, een maatschappelijke plicht tot het beperken van frictiekosten.

Pa g in a 4 / 8

F(-de I)rcf Ct l t \ ' c :inforrat je

(5)

b) Afspraken met gecertificeerde instellingen jeugdbescherming en jeugdreclassering

Bij jeugdhulp hoort ook degedwongen jeugdhulp,ofwel zorg op basis van een rechterlijke machtiging of op basis van een besluit van het Openbaar Ministerie.

Gedwongen hulpverlening is een vorm van specialistische interventie die regionaal wordt georganiseerd. Wanneer een maatregel wordt opgelegd, wordt altijd contact opgenomen met het jeugdteam en wordt indien nodig samen met het gezin bepaald wie de regie heeft. De transformatie zal eraan moeten bijdragen dat door meer inzet in preventieve jeugdhulp en inzet in de jeugdteams, het beroep op gedwongen jeugdhulp wordt teruggedrongen.

Met ingang van 1 januari 2015 hebben de 17 gemeenten in ZHZ de wettelijke plicht om te voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen om de kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering (gedwongen jeugdhulp) uit te voeren. Naast BJZ bieden op dit moment ook een drietal Landelijk Werkende instellingen (LWI) gedwongen jeugdhulp aan cliënten in ZHZ: William Schrikker Groep, SGJ en Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering. In het verlengde van de afspraken die gemaakt moesten worden met BJZ, diende ook voor de LWIs duidelijk te worden hoe gemeenten met hen afspraken willen maken vanaf 2015.

In het beleidsrijke transitiearrangement dat is aangekondigd voor juni 2014, zal de keuze worden gemaakt of gemeenten met alleen BJZ als gecertificeerde instelling afspraken willen maken of met meerdere gecertificeerde instellingen, namelijk ook de drie LWI's. Het college heeft hiertoe besloten om het aanbod van meerdere gecertificeerde instellingen in de regio ZHZ beschikbaar te houden voor het uitvoeren van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Zowel BJZ als de LWIs hebben hun eigen expertise in de afgelopen jaren opgebouwd en zorgen daarmee voor een breed aanbod in de regio. De keuzevrijheid voor cliënten is van groot belang en daaraan wordt het meest tegemoet gekomen als het aanbod van zowel BJZ als de LWI' beschikbaar blijft. Daarnaast hebben zowel BJZ als LWIs

aangegeven dat zij de samenwerking willen verbeteren en bereid zijn tot onderlinge volumeafspraken.

Het geniet hierbij de voorkeur om rechtstreeks afspraken te maken met de LWIs die al werkzaam zijn in ZHZ, voor zover zij een gecertificeerde instelling worden.

Een constructie waarin B3Z als hoofdaannemer fungeert en de LWIs als

onderaannemers, heeft niet de voorkeur. Afzonderlijke afspraken bieden de meeste sturingsmogelijkheden wat betreft inhoud en volumeafspraken. De

verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt dan bovendien bij de instellingen zelf en zij zijn daarop rechtstreeks aanspreekbaar. Zo zijn er korte lijnen met de gecertificeerde instellingen, hetgeen van belang is op het terrein van veiligheid.

Bovendien blijven zo gezonde concurrerende verhoudingen in stand, worden schaarse middelen rendabel ingezet en is de keuzevrijheid voor cliënten

gewaarborgd. Er zullen met de Raad voor de Kinderbescherming goede afspraken moeten worden gemaakt over de advisering over de meest passende LWI.

Functie "drang"

Naast gedwongen jeugdhulp kan het jeugdteam ook de zogeheten functie "drang"

erbij halen. De "drangfunctie" onderscheidt zich van de zorg in het vrijwillig kader doordat de aangeboden ondersteuning niet vrijblijvend is. Op dit moment wordt de functie drang uitgevoerd door professionals van BJZ. Het college heeft besloten om

Pa g in a 5 / 8

11çdeI briefactiev,. i nfermet ie

(6)

de functie drang ook vanaf 2015 te positioneren bij de gecertificeerde instelli ngen die j eugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren.

Argumenten di e hiervoor pl ei ten, zij n:

De uitvoeri ng van drang vereist speci fieke expertise, die BJZ en de LW Is al in hui s hebben.

Als een gezin, na dranginterventies, toch een maatregel voor jeugdbescherming kri jgt opgelegd, kan de ondersteuni ng door de medewerker worden gegeven die het gezi n al kent.

Als drang door andere medewerkers dan het j eugdteam wordt ui tgevoerd, krij gt het j eugdteam ni et het i mago dat het "kinderen uit huis haalt" en heeft het de handen vrij om zorg in het vrij wil li g kader uit te voeren.

Er kunnen financi ële prikkels worden gecreëerd om het aantal gedwongen maatregelen terug te dringen. Met de gecertificeerde instell ing kan worden afgesproken dat het de vrijkomende middelen als gevolg van minder jeugdbeschermingsm aatregelen m ag inzetten voor meer (goedkopere)

drangmaatregelen. Deze laatste afspraak is nu al gemaakt tussen provincie en BJZ en heeft inmiddels al een substantieel positief effect gesorteerd.

De komende ti jd wordt ten behoeve van het belei dsrij ke transi tiearrangement de samenwerki ng tussen de j eugdteams, de gecertificeerde instelli ng (zowel drang als dwang), de Raad voor de Ki nderbescherming en het AMHK verder uitgewerkt.

De toekomsti ge gecertifi ceerde i nstellingen zijn gevraagd om in maart 2014 voor het j aar 2015 m et een afgestemd voorstel voor de volumeverdeling te komen.

c) Vorm ing Advies en M eldpunt Huiselijk geweld en Kinderm ishandeling ( A M H K )

Op 1 januari 2015 moeten gemeenten een Advi es en Mel dpunt Huiseli jk Gewel d en Kinderm ishandeling (AMHK) ingeri cht hebben. Dit is het gevolg van de nieuwe Jeugdwet en W mo die, zoal s voorzien, op 1 j anuari a.s. in werking treden.

Het AMHK vormt straks zowel een onderdeel van de jeugdketen als van de aanpak van geweld in huiselij ke kring jegens volwassenen. De taken van het toekomstige AMHK worden op dit mom ent nog ui tgevoerd door respecti evelij k het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) van de Dienst Gezondheid en Jeugd en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van BJZ.

In het beleidspl an jeugdhulp is opgenomen dat het AMHK een regionale functie krijgt en daarom regionaal op het niveau van ZHZ wordt georganiseerd. Op basis van i nhoudel ijke argum enten kan (nog) geen keuze worden gemaakt voor de positionering van het AMHK. Ook zi jn frictiekosten te verwachten wanneer

medewerkers van de DG&J of BJZ bij de andere Organisatie worden ondergebracht.

De DG&J en BJZ zij n daarom gevraagd om met een gezamenlijk voorstel te komen voor de vorm ing van het AMHK. Dit zal worden uitgewerkt i n het belei dsri jke transiti earrangement. De DG&J en BJZ stellen de vol gende ui tgangspunten voor het vorm en van het AMHK:

er is sprake van een voor de cliënten (melders en gemel den) kwal itatief opti male toel eiding naar hulpverl eni ng;

er i s sprake van een breed advi es- en m eldpunt voor jeugd, vol wassenen en specifi eke deskundi gheden, zoals ouderenmishandeli ng, eergerelateerd geweld

Pa g in a 6 / 8

t1(,d I I;ri f cI.icve infûrri i ie

(7)

en vrouwenopvang voor de regio ZHZ conform de beleidsvisie Jeugdhulp en de regiovisie Veilig Thuis. Dit advies- en meldpunt wordt ondergebracht bij de DG&J. Dit advies- en meldpunt voert de functies advies, meldingen en analyse ten behoeve van triage uit;

indien uit de triage blijkt dat er gekwalificeerd onderzoek gewenst is, wordt het onderzoek uitgevoerd door de gecertificeerde instelling (BJZ nieuwe stijl);

er is sprake van een herkenbare verbinding met het lokale veld (jeugdteams, sociale wijkteams en lokale zorgnetwerken), alsmede het Veiligheidshuis.

De DG&J en BJZ zorgen voor een gefaseerde en innovatieve aanpak bij de integratie van het AMK en SHG. Hierbij worden de kwaliteiten en deskundigheden van BJZ en DG&J optimaal ingezet. Op basis van bovenstaande uitgangspunten wordt het beschreven model ontworpen en vindt herinrichting plaats van de

bijbehorende werkprocessen. Indien uit de onderzoeksfase blijkt dat wordt voldaan aan een adequate cliëntbehandeling, worden deze werkprocessen definitief

verankerd in genoemde organisaties. Het college heeft ingestemd de volgende vervolgstappen in het kader van een gedegen en gefaseerde aanpak:

De DG&J en BJZ krijgen voor 1 april a.s. van de gemeenten de opdracht om de werkprocessen in te richten zoals hierboven beschreven. Hierbij worden, wanneer dit noodzakelijk is, casussen "zonder breuken" vanuit het meldpunt overgedragen naar de gekwalificeerde onderzoeksfunctie.

Een onafhankelijk deskundige kwartiermaker wordt via de DG&J en in nauwe afstemming met BJZ aangesteld, onder de verantwoordelijkheid van de DG&J.

In juni 2014 volgen een, onder leiding van de kwartiermaker en in gezamenlijkheid opgesteld, plan van aanpak en inrichtingsplan.

Per september 2014 worden het ontwerp en herinrichtingplan opgeleverd. Er kan dan gestart worden met de uitwerking c.q. de implementatie van de

werkprocessen en het opdoen van de eerste ervaringen.

Per 1 januari 2015 start het innovatieve AMHK en is de gekwalificeerde onderzoeksfunctie operationeel.

Er komt een gezamenlijk voorstel voor de huisvesting, waarbij de medewerkers van het AMHK ingaande 2015 onder één dak werkzaam zijn.

Er vindt geen reorganisatie plaats per 1 januari 2015, maar op een nader te bepalen moment. Hierbij wordt rekening gehouden met een passend tempo en bijbehorende, zo laag mogelijke, frictiekosten.

a. Inspraak en communicatie Niet van toepassing.

b. Vervolgtraject besluitvorming

U ontvangt naar verwachting in juni 2014 uitgewerkte beleidskaders ter

vaststelling. Deze kaders bestaan uit het beleidsrijke transitiearrangement en het inrichtingsplan voor de serviceorganisatie. Daarnaast ontvangt u dan de

gemeentelijke verordening Jeugdhulp ter vaststelling en de aanvullende

beleidsregels bij de verordening. In het vierde kwartaal van 2014 ontvangt u het uitvoeringsprogramma 2015 ter informatie.

4. Wat mag het kosten?

Wanneer het definitieve macrobudget beschikbaar komt in de meicirculaire 2014, kan worden bepaald of dit toereikend is om de afspraken uit het RTA uit te voeren en zullen op basis van het doorrekenen van het ontwerp en waarborgen van

Pa gi n a 7/ 8

F1(d(-I I)rlet L \ ' ( infûrrnrt

(8)

zorgcontinuïteit definitieve afspraken kunnen worden gemaakt met alle

jeugdhulpaanbieders, waaronder ook BJZ. Hiervoor ontvangt u een voorstel in het beleidsrijke transitiearrangement dat u naar verwachting in juni 2014 ter

vaststelling zal worden aangeboden.

5. Bij deze raadsinformatiebrief hoort de volgende bijlage:

Brief aan het rijk over afspraken B]Z.

Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Het college van Burgemeester en Wthouders J de secretaris de burg meester

M.M. van der Kraan %.A.Fvt Brok

Pa g in a 8 / 8

Iic 4rI Iricf actieve informatie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De MOgroep maakt zich ernstig zorgen over het feit dat bij de vorming van de front-office van het Veilig Thuis (AMHK) vanaf 2015 wettelijk niet is geregeld en dat de medewerkers

In een aantal gevallen zullen aanvullende afspraken moeten worden gemaakt met de Jeugdregio’s, voor de aansluiting met het aanbod uit de vrijwillige jeugdzorg.. Dat is zeker het

Vooral hoogproductieve koeien zijn veelal niet in staat om voldoende extra ruwvoer op te nemen om de conditie op peil te houden.. Wellicht door het jaarrond ver- strekken van

• Richt de meter verticaal omhoog op de lampen en houdt de meter waterpas (zoveel mogelijk) • Eventueel kan de lichtmeter op een plukkar gemonteerd zijn (let op waterpas

De convocatie voor deze dag wordt meegestuurd met het volgende nummer van Afzettingen. 23 september 2006

Het Zorginstituut berekent het gemiddeld marktresultaat door voor het totaal van de zorgverzekeraars het verschil tussen het herbere- kende normatieve bedrag kosten van

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 & M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Na een veroorJcIing door de Kantonrechter voert de betrokkene in hoger beroep als verweer oom, aan dat hij de bromfietser via zijn (goed gestelde) rechter