Schoolgids 2021 / 2022
INHOUDSOPGAVE
0. Voorwoord 3
1. Inleiding 4
2. De school 5
3. Waar de school voor staat (missie en visie) 7
4. De organisatie van het onderwijs 9
5. De leerlingen (instroom, doorstroom, uitstroom) 17 6. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen 27
7. Schooltijden 29
8. Teamleden 30
9. De ouders 34
10. Voorzieningen op IKC MMiXX 38
11. Vakantieregeling en roosters 44
12. Praktische punten A t/m Z 46
13. Plattegrond schoolgebouw 52
0. Voorwoord
IKC MMiXX heeft voor u deze gids samengesteld om u te helpen bij het kiezen van een school voor uw kind. In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke
uitgangspunten wij hanteren, de organisatie van het onderwijs, over de instroom, doorstroom en uitstroom van onze leerlingen en niet te vergeten de belangrijke rol die ouders kunnen spelen.
Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die we op onze school behalen.
Kindcentrum MMiXX biedt kinderen van 0-12 jaar een totaalpakket voor onderwijs, opvang en ontwikkeling. In augustus 2021 hebben wij ons nieuwe moderne gebouw in gebruik genomen, waarin onderwijs en kinderopvang nauw samenwerken. Wij zijn vijf dagen per week van 7.30 – 18.30 uur geopend. Tussen de lokalen bevinden zich leerpleinen, waar kinderen na centrale instructie samenwerken aan de verwerking van hun leerstof. Om ontdekkend leren te stimuleren maakt MMiXX actief gebruik van coöperatieve werkvormen.
Kindcentrum MMiXX heeft een omvangrijke groene buitenruimte. Naast de dagopvang ligt de eigen natuurlijke ontdektuin, met glijbaan en waterspeeltuin/zandbak en babyhoek. Het van hoogwaardig kunstgras voorziene plein voor de school biedt een keur aan klimtoestellen en speelmaterialen. De professionele gymzaal in het gebouw is compleet ingericht om ook bij slechter weer alle mogelijke vormen van sport en spel te faciliteren.
In deze schoolgids kunt u lezen waar wij naar toe willen groeien. Vooralsnog hanteren wij onze huidige onderwijsconcept en kinderopvang.
Met vriendelijke groeten namens het team, Maurice Olsthoorn - directeur
Paulien Uithof – adjunct directeur
1. Inleiding
1.1 Waarom een schoolgids voor ouders?
Deze gids geeft aan waar onze school voor staat, wat ons drijft en hoe wij één en ander trachten te realiseren.
Deze gids is samengesteld om u te helpen bij het kiezen van een school voor uw kind.
Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die we op onze school behalen.
1.2 Wat vertellen wij u in deze schoolgids?
In deze gids vertellen wij:
♦ hoe wij de doelstellingen, die de wet op het basisonderwijs ons stelt, proberen te bereiken;
♦ hoe de opzet van ons onderwijs is;
♦ hoe onze zorg voor de leerlingen is georganiseerd;
♦ hoe wij de resultaten meten;
♦ hoe wij u daarvan op de hoogte stellen;
♦ welke methoden wij hanteren;
♦ hoe wij met elkaar omgaan;
♦ en wat wij van de leerkrachten, de kinderen en van u verwachten.
Wij besteden ook aandacht aan formele zaken als vakantie en verlofregelingen, festiviteiten, inspraak en wij wijzen u op de klachtenregeling.
1.3 Wie hebben er aan deze schoolgids meegewerkt?
Aan deze schoolgids werkten de volgende personen en/ of groepen mee:
♦ de directie, secretariaat en leerkrachten
♦ de medezeggenschapsraad (MR)
1.4 Verzoek aan ouders om te reageren
Mocht u nog aanvullende wensen of suggesties hebben voor verbetering van deze gids, aarzel dan niet contact op te nemen met de directie of de groepsleerkracht van uw kind.
2. De school
2.1 De naam
IKC MMiXX www.ikcmmixx.nl [email protected]De Tol 251
2266 EE Leidschendam Tel: 070-3274042
Directie
Directeur : M.A.R. Olsthoorn (Maurice) Adjunct-directeur : P.T. Uithof (Paulien)
2.2 Het bestuur van onze school en organigram Panta Rhei
Stichting Panta RheiOvergoo 13
2266 JZ Leidschendam Tel: 070-3879900 Bestuur Panta Rhei:
Voorzitter College van bestuur: Mr. H. van de Kant Het bestuur
De school maakt onderdeel uit van Panta Rhei, stichting voor r.k., algemeen bijzonder en openbaar primair onderwijs. De stichting beheert 17 basisscholen in de gemeente
Leidschendam-Voorburg, Den Haag (Leidschenveen), Voorschoten en Oegstgeest. De missie van Panta Rhei is: het bieden van uitstekend onderwijs op uitstekende scholen. De overkoepelende kernwaarden zijn: vertrouwen, verbondenheid, verantwoordelijkheid. Hier wordt binnen elke school van Panta Rhei en op elk niveau inhoud aan gegeven.
Het bestuur van de stichting bestaat uit één persoon, de heer mr. Harry van de Kant.
Stafspecialisten op de verschillende domeinen en secretariaatsmedewerkers ondersteunen het bestuur en de directies van de scholen bij het uitoefenen van hun taken en
werkzaamheden. De Raad van Toezicht, bestaande uit vijf leden, ziet toe op de kwaliteit van het bestuurlijk handelen. Voor meer informatie: www.stichtingpantarhei.nl
Het organogram van Panta Rhei:
*) Dit zijn fusiescholen die indertijd bij de fusie een brinnummer hebben behouden (gerelateerd aan een denominatie). Zij geven een eigen invulling aan de identiteit.
Aan elke school is een Medezeggenschapsraad (MR) en een Oudervereniging (OV) verbonden.
College van Bestuur Administratiekantoor
OHM
Raad van Toezicht GMR
Directieoverleg
R.K. basisscholen:
De Regenboog Maerten van den Velde Pius X
De Lusthof Emmaus Sint Maarten De Springplank*) Maria Bernadette De Walvis Algemeen bijzondere
basisscholen:
Het Dok Essesteijn Openbare basisscholen:
De Parachute De Margriet De Wegwijzer *) Daltonschool De Tandem Professor Casimir
Bestuursbureau
3. Waar de school voor staat (missie en visie)
3.1 Missie
Binnen IKC MMiXX bieden Basisschool De Wegwijzer en Partou Kinderopvang in nauwe samenwerking een doorgaande leerlijn voor kinderen van 0-12 jaar. IKC MMiXX dient toegankelijk te zijn voor alle leerlingen, leerkrachten en ouders (ongeacht culturele achtergrond, godsdienst en levensbeschouwing), mits zij onze visie accepteren.
3.2 Visie
IKC MMiXX heeft als visie dat zij een kindcentrum wil zijn waar leerlingen:
Onder gunstige omstandigheden goed onderwijs kunnen volgen in een pedagogisch klimaat, waar het welbevinden van de kinderen een centrale
plaats inneemt en samenwerken en leren gestimuleerd wordt. Waarbij voldoende rekening wordt gehouden met de levensbeschouwelijke identiteit van de kinderen en hun ouders.
3.2.1 Wat zijn gunstige omstandigheden?
♦ De school beschikt over goede huisvesting;
♦ De school bewaakt systematisch de kwaliteit van haar onderwijs en neemt maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren;
♦ De interne communicatie binnen de school is functioneel;
♦ De school onderhoudt functionele contacten met ouders en of verzorgers;
♦ De inzet van personele en materiële middelen is doelmatig met enthousiaste en kundige leerkrachten.
3.2.2 Wat houdt goed onderwijs in?
♦ De leerlingenzorg is zodanig georganiseerd, dat leerkrachten systematisch de ontwikkeling van hun leerlingen volgen en zorgen voor specifieke begeleiding bij geconstateerde problemen;
♦ De school houdt rekening met individuele verschillen t.a.v. aanbod, instructie en verwerking van de leerstof;
♦ Het didactisch handelen van de leerkrachten is effectief;
♦ De school realiseert voor ieder kind zo optimaal mogelijke leeropbrengsten;
♦ Het leerstofaanbod is maatschappelijk relevant, eigentijds en onderwijskundig verantwoord.
3.2.3 Wat betekent een goed pedagogisch klimaat?
♦ De leerlingen, ouders en de leerkrachten voelen zich veilig op school;
♦ De leerlingen, ouders en leerkrachten tonen in de omgang respectvol gedrag;
♦ De school besteedt ruime aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.
3.2.4 Identiteit
Op IKC MMiXX wordt iedereen welkom geheten; de school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid, mits zij de identiteit van de school onderschrijven.
IKC MMiXX houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden.
Centraal uitgangspunt van IKC MMiXX is de ander te waarderen zoals hij is.
De volgende kernwaarden spelen een wezenlijke rol:
a) Iedereen is welkom;
b) Discriminatie in welke vorm dan ook is niet toegestaan;
c) Mensen verschillen van elkaar, maar zijn wel gelijkwaardig;
d) Op IKC MMiXX is het belangrijk dat verschillen tussen mensen worden gewaardeerd en gerespecteerd;
e) Er is wederzijds respect voor de levensbeschouwing van de kinderen, ouders en leerkrachten.
IKC MMiXX laat zich inspireren door een veelheid aan religies en levensbeschouwingen.
Het is met name de diversiteit aan opvattingen en levensbeschouwelijke achtergronden die IKC MMiXX kenmerkt.
We bieden in onze lessen, tradities, verhalen, rituelen, normen en waarden vanuit de verschillende religies.
3.2.5 Waar groeien wij naar toe?
IKC MMiXX groeit toe naar een ander vorm van onderwijs. Het schoolgebouw is ingericht om samen te werken op leerpleinen, als een vorm van unitonderwijs. Het streven is om in elke unit drie leerkrachten en tachtig leerlingen te hebben. Een unit bestaat uit twee leerjaren, per leerjaar zijn er veertig leerlingen. Het gebouw is hierop ingericht, het toelatingsbeleid van leerlingen is hierop gebaseerd. Naast een vorm van unitonderwijs verkent de school ook of er voldoende draagvlak is voor flexibele schooltijden en is de school in gesprek met externe partijen om naast kinderopvang en onderwijs ook bredere activiteiten (van sport naar
expressie) mogelijk te maken. Zo wordt IKC MMiXX een plek in de wijk waar kinderen van ’s morgens vroeg tot ’s middags kunnen deelnemen aan opvang, onderwijs en activiteiten.
3.3 Schoolregels
De geldende regels op school zijn voor alle kinderen gelijk. Dit zorgt voor duidelijkheid.
Kinderen weten waar ze aan toe zijn. Soms is het van belang dat er voor een groep of een kind een afwijkende maatregel wordt genomen.
4. De organisatie van het onderwijs
4.1 De schoolorganisatie
IKC MMiXX is een middelgrote school. De leerlingen zijn verdeeld in:
• De onderbouw (leerjaren 1, 2, 3 en 4)
• De middenbouw (leerjaren 5 en 6)
• De bovenbouw (leerjaren 7 en 8)
De kinderen van groep 1 en 2 zitten door elkaar in zogenaamde heterogene groepen.
Spelenderwijs kunnen de kinderen veel van elkaar leren en rekening leren houden met elkaar. De kinderen van groep 3 t/m 8 zitten in jaargroepen.
Het uiteindelijk besluit voor de verdeling van de leerlingen in combinatiegroepen ligt bij de school/directie.
Deeltijdarbeid, compensatieverlof en seniorenbeleid komen ook in het onderwijs voor. Dit heeft tot gevolg, dat er meerdere leerkrachten voor een groep kunnen staan.
In alle gevallen zijn er duidelijke afspraken gemaakt tussen de verschillende groepsleerkrachten over werkwijze, regels en andere zaken.
4.2 De groepsgrootte
Om het unitonderwijs op IKC MMiXX vorm te geven, is het van groot belang om een goede instroom van leerlingen te hebben. Ons beleid is om de groepen in principe niet groter te maken dan 40 leerlingen per leerkracht.
Afhankelijk van het aantal zorgleerlingen in een groep, kan een groep bewust kleiner worden gehouden. De gemiddelde groepsgrootte op De Wegwijzer ligt voor schooljaar 2021/2022 op 24 leerlingen per leerkracht.
4.3 De leeractiviteiten in de onderbouw (groep 1 en 2)
Jongste en oudste kleuters zitten op onze school bij elkaar in dezelfde groep. We hebben gemerkt dat de kinderen elkaar dan beter kunnen helpen.
Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. De kinderen leren al spelend. Dit gaat bij de oudste kleuters door, maar hier hebben de leerkrachten een meer sturende rol. De oudste kleuters bieden we allerlei speelse activiteiten aan, die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3.
We werken in de kleutergroepen vanuit de kring. De schooldag begint in de kring en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de aula, in de speelzaal en op het schoolplein.
In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema's (school, vakantie, jaargetijden, kunst etc.). Op een speelse manier leren de kinderen hoe hun wereld in elkaar zit. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor veel ander leren.
Veel kinderen zitten tweeënhalf à drie jaar in een kleutergroep. Dat is afhankelijk van hun geboortedatum en hun aard en aanleg. We voeren regelmatig observaties uit om vroegtijdig eventuele leerproblemen te signaleren. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het leerlingvolgsysteem Bosos.
We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. We zien een kind liever een jaar langer in groep 1/2 dan jarenlang op de tenen de school doorlopen.
Kringactiviteiten
De kring biedt mogelijkheden om:
- kinderen elkaar te laten ontmoeten;
- in groepsverband de ontwikkeling te stimuleren;
- kinderen van elkaar te laten leren;
- de ontwikkeling van de taakgerichtheid te stimuleren;
- de taalontwikkeling te stimuleren.
De kring dient als startpunt en eindpunt van diverse activiteiten.
Speel- en werkactiviteiten
- Kinderen in de gelegenheid stellen om te werken met verschillende beeldende materialen;
- Kinderen in de gelegenheid stellen om te werken met verschillende ontwikkelingsmaterialen;
- Het begeleiden van spelende kinderen: het scheppen van voorwaarden op grond waarvan kinderen tot spel kunnen komen en het concreet begeleiden van kinderen die niet kunnen spelen;
- Mogelijkheden bieden, opdat een kind bezig kan zijn met gedrukte / geschreven letters, woorden en teksten.
Bewegingsactiviteiten
- Het geven van bewegingsles met materiaal;
- Het geven van bewegingsles met spelletjes;
- Het geven van bewegingsles door middel van ritmiek en dans.
Muzikale activiteiten
- Met kinderen muziek maken: zingen, musiceren, improviseren en op andere manieren actief en bewust met geluiden bezig zijn;
- Met kinderen bewegen op muziek: dans, beweging, zangspel en improvisatie;
- Met kinderen muziek beluisteren: op cd of bij het dansen en het luisteren naar anderen.
Activiteiten in het kader van bevordering van gezond gedrag
- Aandacht schenken aan onderwerpen, waarbij het accent ligt op aspecten van de gezondheid;
- Kinderen leren samen te werken en samen te spelen met anderen, op te komen Voor zichzelf zonder anderen te kwetsen. Respect en interesse kweken voor de ander;
- Wijzen op gezondheidsaspecten, die samenhangen met het natuurlijk leefmilieu.
Buitenactiviteiten
- Kinderen op de speelplaats de gelegenheid bieden voldoende gericht te kunnen spelen.
4.4 De methodes
Binnen de basisvaardigheden houden we rekening met individuele verschillen tussen leerlingen. Zoveel mogelijk proberen we de kinderen te laten voldoen aan de doelen die er per groep gesteld zijn. Kinderen die hier moeite mee hebben, krijgen extra aandacht in de klas om eventuele hiaten weg te werken. Dit is mogelijk door gebruik te maken van uitgestelde aandacht en zelfstandig werken. Als het nodig is wordt de intern begeleider hierbij ingeschakeld. Als ook dit niet het gewenste effect heeft, zal er voor deze kinderen een oefenprogramma worden samengesteld. Door het werken met extra oefenstof proberen we de aansluiting bij de groep vast te houden.
In de volgende alinea’s beschrijven we de methodes in het kort.
Kleuterplein (groep 1 en 2)
Elke dag werken de kleutergroepen met Kleuterplein. Een methode waar spelenderwijs taal- en rekenactiviteiten, liedjes, gym-en bewegingslessen, creatieve opdrachten, en spannende activiteiten aan bod komen. Het is een complete methode waarbij de kinderen uitgedaagd worden en actief aan de slag gaan met leuke opdrachten. Alle ontwikkelingsdoelen komen aan bod door middel van verschillende en afwisselende thema's gedurende het schooljaar.
Karakter Leesmethode Rekenen
Groep 3 werkt met de methode Getal & Ruimte junior. Zij werken met een lesboek en werkboek. Vanaf groep 4 werken we met de rekendoelen van Snappet.
Spelling
We werken met de methode Taal Actief spelling. De kinderen werken in een werkboek, dit wordt aangevuld met een werkpakket in Snappet.
TaalWe werken met de taaldoelen van Snappet voor groep 4 t/m 8.
Begrijpend lezen
We werken met de methode Nieuwsbegrip voor groep 4 t/m 8. De kinderen maken de basisles, de leesles andere tekstsoort en vanaf groep 5 ook de les woordenschat. De basisles wordt op papier gemaakt, de andere lessen maken zij op hun Snappet.
Engels
We werken met de methode Stepping Stones Junior. De kinderen krijgen elk jaar 6 thema’s aangeboden waarin ze Engels leren lezen, luisteren en schrijven. De lessen worden
gegeven a.d.h.v. het digibord, de kinderen verwerken de lesstof in een werkboek.
Levensbeschouwing
We werken met de methode Trefwoord waarin de leefwereld van kinderen centraal staat.
Kinderen worden uitgedaagd om aan de hand van eigentijdse verhalen en bijbelverhalen na te denken over levensbeschouwelijke thema’s. In Trefwoord wordt af en toe aandacht besteed aan wereldgodsdiensten.
Snappet
Snappet is een adaptief digitaal onderwijsplatform dat elk kind uitdaagt om zich optimaal te ontwikkelen. Een totaaloplossing voor alle kernvakken voor groep 4 tot en met 8 in het basisonderwijs. Ook in groep 3 maken de leerlingen al kennis met de werkwijze van Snappet.
Snappet vervangt de rol van de leerkracht niet, maar zorgt er enkel voor dat kinderen op hun
eigen niveau de lessen kunnen verwerken. De lessen worden nog steeds door de
leerkrachten verzorgd. Leerkrachten hebben tevens de mogelijkheid om kinderen gericht te laten oefenen met de onderdelen waar zij op uitvallen. De resultaten van de gemaakte opgaven worden direct aan de leerling, maar ook aan de leerkracht teruggekoppeld.
Meer informatie over Snappet kunt u vinden op: https://nl.snappet.org/informatie/
Zaakvakken groep 5 t/m 8
GeschiedenisWe gebruiken de methode Brandaan. Kinderen leren dat de wereld waarin ze leven, is beïnvloed door het verleden. Elke les start met een recente foto, vanuit daar gaan we terug naar het verleden. De lesstof in verdeeld in 10 tijdvakken, die om de twee jaar terugkeren.
Aardrijkskunde
We gebruiken de methode Meander. Kinderen leren eigenschappen om de wereld waar te nemen, te herkennen, verklaren en waarderen. De topografie van ‘Nederland’ staat centraal in leerjaar 5/6 en ‘Europa en de wereld’ in leerjaar 7/8. De methode besteedt veel aandacht aan kaartvaardigheden, maar ook aan denken in perspectief en in schaalniveaus.
Natuur
We gebruiken de methode Naut. Deze methode bestaat uit de vakken biologie, natuurkunde en techniek. Onderwerpen als scheikunde, wereld en heelal, milieu en duurzaamheid komen ook aan bod. Kinderen leren veel verschillende vaardigheden, zoals kritisch denken, creatief denken, probleem oplossen, ecologisch denken en systeemdenken.
Verkeer
De methode Let’s go biedt verkeerslessen voor groep 1 t/m 8. Let’s go is samen met de ANWB ontwikkeld. De kinderen gebruiken het digibord als informatie- en interactiebron en denken samen na over het verkeer. Let’s go gebruikt de unieke Situatiebouwer met een directe koppeling naar Google Streetview. Ze verwerken de stof in een werkschrift.
Tekenen, techniek en drama
Deze vakken worden niet alleen gegeven als ontspanning. Tijdens deze lessen proberen we de creativiteit, de motoriek, de fantasie en de techniek van het kind te ontwikkelen, maar streven wij ook kwaliteit na.
Muziekonderwijs
We maken gebruik van de methode Benny Vreeden in groep 3 en 4 en de methode 123 Zing voor groep 5 t/m 8. Daarnaast wordt een deel van het
muziekonderwijs voor groep 3, 5 en 7 gegeven door muziekdocent Kees Sijbrandij. Deze muzieklessen worden afgesloten met een uitvoering in theater Ludens. Voor de overige groepen zijn er eenmalige muziek activiteiten (workshops en voorleesconcerten).
. Wetenschap &Techniek
Het Huygenslabs verzorgt het Techniekmenu. Een techniekmenu is een samenhangend programma van lesmodules ter verrijking van het W&T-onderwijs. Huygens Labs creëert hiervoor een platform aan lokale partners die een tastbare bijdrage willen leveren aan de W&T-lessen. Ook ondersteunt het techniekmenu de scholen bij visievorming, borging van activiteiten en training van leerkrachten en ouders.
Drama
Sinds 2019 zijn we gestart met dramalessen voor de groepen 1 t/m 8. Deze lessen worden gegeven door Marleen Kerkvliet, leerkracht van ‘De Tandem’. Ze geeft les aan de helft van een jaargroep, na een periode van 6 weken wisselt deze groep steeds.
4.5 Huiswerk
Waarom huiswerk?Wij streven ernaar om kinderen voorzichtig te laten wennen aan het andere leersysteem bij het voortgezet onderwijs. Daar is thuis werken en leren een wezenlijk onderdeel van het leerprogramma. Wij beschouwen bovendien huiswerk als een middel om de zwakkere leerlingen extra te kunnen laten oefenen. Kinderen moeten voldoende tijd houden om te kunnen spelen en te ontspannen.
Hoeveel tijd?
In de groepen 4, 5, 6, 7 en 8 wordt regelmatig huiswerk gegeven. In de lagere groepen gebeurt dat incidenteel. Verder hangt het af van de individuele mogelijkheden van het kind. Goed lerende kinderen zullen naar verhouding sneller hun huiswerk kunnen leren dan de zwakkere leerlingen.
Problemen bij het maken van huiswerk
Kinderen hebben na schooltijd vaak allerlei bezigheden: lid van een vereniging, trainen na schooltijd, muzieklessen, taken thuis, familiebezoek, feestjes e.d.
Dit is geen excuus het huiswerk niet in orde te hebben. Leerkrachten zorgen er voor huiswerk ruim op tijd (een week vooraf) mee te geven, zodat het maken of leren van huiswerk gepland kan worden.
Bij het voortgezet onderwijs betekent het niet in orde hebben van huiswerk een onvoldoende cijfer op de cijferlijst. In de hoogste groepen van onze school kan dit ook toegepast worden.
Het kind kan ook verplicht worden het werk na schooltijd te maken.
Wanneer en welk huiswerk op onze school?
leerjaar 3 - Vertelbeurt (vorm van spreekbeurt); vertellen over bijv. je sport/
huisdier), geen beoordeling;
- In overleg met ouders: letters trainen, oefenen met lezen;
- Zo nodig: voorbereiden van toneelstukje, gedicht, individueel rekenwerk, schrijfoefeningen.
leerjaar 4 - Boekenbeurt (vorm van boekbespreking); vertellen over een / je (lievelings-)boek, geen beoordeling;
- Dicteewoorden mee naar huis. Het is aan de ouders of hier mee geoefend wordt;
- In overleg met ouders: rekenwerk, taalwerk en leeswerk;
- Stimulering (inoefenen) van het technisch lezen;
- Oefenen van de tafels van vermenigvuldiging.
leerjaar 5 - Spreekbeurt, wel beoordeling;
- Dicteewoorden spelling;
- Engelse woordjes;
- Leerwerk natuur, aardrijkskunde/topografie en geschiedenis;
- Stimulering (inoefenen) van het technisch lezen;
- Oefenen van de tafels van vermenigvuldiging;
- In overleg met ouders: rekenwerk, taalwerk en leeswerk.
leerjaar 6 - Boekenbeurt, wel beoordeling;
- Dicteewoorden spelling;
- Engelse woordjes;
- Leerwerk natuur, aardrijkskunde/topografie en geschiedenis;
- Stimulering (inoefenen) van het technisch lezen;
- Oefenen van de tafels van vermenigvuldiging;
- Regelmatig rekenwerk / taalwerk.
leerjaar 7 - Presentatie historisch figuur, wel beoordeling;
- Dicteewoorden spelling;
- Engelse woordjes;
- Leerwerk natuur, aardrijkskunde/topografie en geschiedenis;
- Wekelijks huiswerk: o.a. rekenwerk / taalwerk.
leerjaar 8 - Presentatie historisch figuur, wel beoordeling;
- Dicteewoorden spelling;
- Engelse woordjes;
- Leerwerk natuur, aardrijkskunde/topografie en geschiedenis;
- Wekelijks huiswerk: o.a. rekenwerk / taalwerk.
Meer of minder huiswerk kan worden gegeven aan individuele kinderen, indien ouders en leerkrachten dat nodig of wenselijk achten.
Meenemen van huiswerk
Het meenemen van huiswerk in de vorm van schriften, kopietjes of werkboeken kan met behulp van een tas. Boeken mogen incidenteel mee na overleg met ouders.
Leerkrachten geven daarbij aan, dat ouders verantwoordelijk zijn voor de leerboeken en deze dus moeten vergoeden bij verlies en beschadiging.
De leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 hebben tevens een eenvoudige schoolagenda nodig.
Huiswerk niet in orde
Wanneer huiswerk niet in orde is of niet op tijd ingeleverd, wordt dit in groep 6, 7 en 8 geregistreerd. Drie keer niet in orde: een sanctie in de vorm van het huiswerk zelf en een extra werkblad wat in de pauze wordt gemaakt en een kennisgeving aan de ouders.
De huiswerkhouding wordt ook voor het rapport geregistreerd.
4.6 Zelfstandig werken binnen de jaargroep
Onder zelfstandig werken verstaan we de periode, waarin het kind onder schooltijd zonder voortdurende begeleiding van de leerkracht opgedragen of zelf gekozen taken uitvoert.
Het kind wordt gestimuleerd om in die periode zelf initiatieven te nemen. Het kan in die periode met andere kinderen samenwerken en krijgt mogelijkheden om het gemaakte werk zelf te corrigeren.
Onderwijs op maat in de jaargroep
In de jaargroep wordt voor zover mogelijk gedifferentieerde instructie en verwerking aangeboden in drie niveaugroepen.
1 : De leerlingen die behoren tot de CITO-I leerlingen (hoogste Cito-score) 2 : De leerlingen die behoren tot de CITO-II/III leerlingen
3 : De leerlingen die behoren tot de CITO-IV/V leerlingen
NB. Op De Wegwijzer worden de drie niveaugroepen anders aangeduid:
Niveaugroep 1 : zonkinderen Niveaugroep 2 : maankinderen Niveaugroep 3 : sterkinderen
De zonleerlingen kunnen volstaan met een korte instructie en gaan vervolgens over tot de verwerking van de lesstof, inclusief de verrijkingsstof uit de methode (mits het tempo het toelaat).
De maanleerlingen volgen de reguliere instructie en maken de reguliere verwerking.
De sterleerlingen volgen de reguliere instructie + de extra instructie of krijgen verlengde instructie tijdens het zelfstandig verwerken van de lesstof of tijdens de momenten van zelfstandig werken, die in het lesrooster zijn opgenomen. Sommige van deze leerlingen werken met een maatschrift of krijgen een beperking van de reguliere lesstof.
Zelfstandig verwerken van de lesstof en zelfstandig werken volgens het rooster
Van zelfstandig verwerken van de lesstof is sprake, indien alle leerlingen direct na deinstructie door de leerkracht van bijvoorbeeld een rekenles, zelfstandig dan wel in tweetallen bezig zijn met het verwerken van de lesstof.
Doel :
♦ de leerlingen zelf verantwoordelijkheid laten dragen en zelfstandig te worden;
♦ de leerlingen verwerken de opdracht zelfstandig;
♦ biedt mogelijkheden voor de begeleiding van zorgleerlingen;
♦ biedt mogelijkheden voor differentiatie
(Tijdens het zelfstandig verwerken van de lesstof kan de leerkracht, mits de leerlingen zich goed aan de gemaakte afspraken houden, aparte / extra instructie geven aan de leerlingen van groep 1 ( CITO-I ) en groep 3 ( CITO IV/V);
♦ leerlingen zijn vrij en verantwoordelijk voor het maken van keuzes en planning;
♦ bevorderen van onderlinge samenwerking;
♦ stimuleren van sociaal gewenst gedrag;
♦ medeverantwoordelijkheid dragen voor rust in de groep.
Gebruik van het stoplicht door de leerkracht
Vanaf groep 3 wordt gebruik gemaakt van een stoplicht. De leerkracht kan met de kleuren het volgende aangeven:
Kleur Omschrijving
Rood Leerlingen mogen géén vragen stellen aan de leerkracht Oranje De leerkracht doet de serviceronde
Groen Leerlingen mogen wel vragen stellen aan de leerkracht
Gebruik van het blokje door de leerlingen
Alle kinderen beschikken over een houten blokje. Zij kunnen daarmee het volgende aangeven:
Kleur Omschrijving
Rood vlakje De leerlingen zijn niet beschikbaar voor hun medeleerlingen Groene vlakje De leerlingen zijn wel beschikbaar voor hulp aan medeleerlingen Vraagteken De leerling heeft een vraag voor de leerkracht
NB. Op bepaalde momenten kan de leerkracht aangeven, dat de blokjes verplicht op rood moeten staan, zodat de leerlingen de leerstof zonder overleg moeten verwerken.
4.7 Onderwijstijd
Leerlingen hebben in de hele basisschoolperiode recht op minimaal 7.520 uur onderwijstijd, dit komt neer op gemiddeld 940 uur per schooljaar. Daar moeten scholen zich aan houden.
Deze uren moeten worden besteed aan het geven van onderwijs. De school bepaalt zelf hoe ze inzichtelijk maakt dat er voldoende tijd aan onderwijs wordt besteed. Dit schooljaar krijgen alle leerlingen 997 uur les.
De basisschool bepaalt dus zelf de indeling van de schooldag. Scholen mogen de tijden waarop een leerling op school moet zijn (schooltijden) zelf bepalen. De school moet zich wel houden aan de wettelijk verplichte onderwijstijd. Dit is het aantal uren dat leerlingen
onderwijs krijgen in 8 schooljaren.
In de wet staat alleen welke vakken op de basisschool aan bod moeten komen. Hoe scholen het aanbod verdelen over de schoolperiode en hoeveel tijd er per week aan een vak wordt besteed, is volledig aan de school.
Er zijn geen richtlijnen voor het vormgeven van een week- en jaarrooster. In het
bestuursakkoord tussen het ministerie van OCW en de PO-Raad is wel afgesproken dat scholen vanaf 2017 minimaal twee lesuren per week bewegingsonderwijs aanbieden; waar mogelijk streven scholen naar drie lesuren bewegingsonderwijs.
5. De leerlingen (instroom, doorstroom, uitstroom)
5.1 Passend onderwijs
Over Passend Onderwijs is al veel gezegd en geschreven. Toch is lang niet voor iedereen duidelijk wat er met Passend Onderwijs bedoeld wordt, wat er op 1 augustus 2014 is veranderd en wat er niet is veranderd. Hier volgt een beknopte uitleg.
Passend Onderwijs is de uitwerking van de wet die op 1 augustus 2014 van kracht is en bepaalt dat scholen (formeel de schoolbesturen) ervoor verantwoordelijk zijn dat elke leerling die bij hen op school zit of wordt aangemeld, een passende onderwijsplek krijgt. Dat kan op de eigen school zijn of op een van de andere scholen binnen het samenwerkingsverband (zorgplicht).Hiermee beoogt de Rijksoverheid te voorkomen dat kinderen “thuis” komen te zitten, omdat er geen geschikte school wordt gevonden.
Indien de school waarop de leerling zit of is aangemeld, dat onderwijs kan verzorgen, en dat is in bijna 95% het geval, dan verandert er niets en merkt de leerling weinig of geen
verandering. Leerling en school passen goed bij elkaar. De school biedt
“basisondersteuning” en de leerling heeft daar voldoende aan. Basisondersteuning is de ondersteuning die elke school in het samenwerkingsverband minimaal kan bieden.
Iedere school ontwikkelt eigen specialismen en expertise voor kinderen die meer aandacht nodig hebben; het ondersteuningsprofiel.
Een samenwerkingsverband is een organisatie die de samenwerking tussen alle basisscholen, scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor speciaal basisonderwijs binnen een bepaald gebied organiseert en expertise uitwisselt.
Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH). Het gebied omvat heel Den Haag, Leidschendam–
Voorburg en Rijswijk.
Ongeveer 1 op de 20 leerlingen in ons samenwerkingsverband heeft niet genoeg aan basisondersteuning en is aangewezen op een vorm van extra ondersteuning. Vaak kan die extra ondersteuning gegeven worden op de school waar de leerling zit of wordt aangemeld.
De school bepaalt in overleg met de ouders hoe die ondersteuning het beste kan worden gegeven en vraagt daarvoor extra middelen aan bij SPPOH.
Soms is het niet haalbaar om de extra ondersteuning op de eigen school te organiseren en wordt er voor de leerling een lesplaats in het speciaal (basis-) onderwijs of op een ander basisschool georganiseerd.
De leerlingen die meer ondersteuning, een ander aanbod of hulpmiddelen nodig hebben dan de basisondersteuning biedt, gaan dus wel iets merken van de invoer van Passend
Onderwijs.
Zodra het samenwerkingsverband betrokken is bij de ondersteuning van uw kind, zal informatie uitgewisseld moeten worden. Het samenwerkingsverband van onze school heeft dan bijvoorbeeld persoonsgegevens van leerlingen nodig voor het aanvragen van extra ondersteuning of het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring voor een school voor SO of SBO. In de Wet op het primair onderwijs (artikel 18a lid 13) staat: “het
samenwerkingsverband is bevoegd zonder toestemming van degene die het betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens te verwerken met betrekking tot leerlingen, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken…...” Dit betekent dat een
samenwerkingsverband, net als een school, geen meldingsplicht heeft bij het College Bescherming Persoonsgegevens.
Ons samenwerkingsverband werkt volgens een privacyreglement dat voldoet aan de
wetgeving. Het samenwerkingsverband kan persoonsgegevens van leerlingen dan ook enkel verwerken met het oog op:
verdeling ondersteuningsmiddelen/toekennen arrangementen;
bepalen toelaatbaarheid;
adviseren ondersteuningsbehoefte scholen.
Hoewel toestemming van ouders voor het verstrekken van gegevens aan het
samenwerkingsverband volgens de wet niet verplicht is, informeren wij u in voorkomende gevallen over de inhoud van de gegevens die wij aan het samenwerkingsverband
verstrekken.
Wat verandert er:
1. Door de invoering van de zorgplicht krijgt de school /schooldirecteur, meer nog dan nu (eind-) verantwoordelijk voor de leerlingzorg. De directeur wordt bij het vervullen van de zorgplicht ondersteund door de intern begeleider(s) van de school, een adviseur van SPPOH en een schoolmaatschappelijk werker die, indien nodig, korte lijnen heeft met de jeugdhulpverlening.
2. Omdat extra ondersteuning op basis van de ondersteuningsbehoefte van de
betreffende leerlingen uniek is en elke aanvraag daarom anders zal zijn, spreken we voortaan van een “arrangement”. We arrangeren als het ware iets dat speciaal voor dit specifieke kind nodig is.
3. Het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs blijven gewoon bestaan. Er zijn echter geen verschillende verwijsprocedures bij verschillende instanties. Alle
aanvragen voor een lesplaats op een school voor speciaal (basis-) onderwijs lopen via SPPOH waar een team van deskundigen (expertiseteam) de aanvragen voor een lesplaats beoordeelt. Bij een positieve beoordeling geeft SPPOH een
“toelaatbaarheidsverklaring” af.
4. SPPOH heeft de samenwerking van de scholen georganiseerd in tien kleinere werkgebieden: acht stadsdelen en de gemeentes Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. Binnen die werkgebieden werken de scholen onderling samen en vindt nauwe samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin plaats. In elk werkgebied is een school voor speciaal basisonderwijs.
5. SPPOH probeert extra ondersteuning zoveel mogelijk in de eigen omgeving van de leerlingen te organiseren.
6. Passend Onderwijs gaat uit van handelingsgericht werken. Dat betekent concreet dat er meer gekeken gaat worden naar de mogelijkheden van de leerlingen dan naar de belemmeringen. Bij handelingsgericht werken willen we antwoorden vinden op de volgende vragen: Welk doel willen we met deze leerling bereiken? Wat is daarvoor nodig? Hoe gaan we dat organiseren? Wie gaat dat doen? Waar gaan we dat organiseren?
7. Het is de bedoeling dat ouders en school als partners samenwerken indien het gaat om de zorg of extra ondersteuning rond een leerling.
8. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel. In dit profiel beschrijft de school welke extra ondersteuning de school wel en niet kan bieden. U kunt dit profiel (een samenvatting van dit profiel) inzien.
Tot slot:
Voor meer en uitgebreide informatie over Passend Onderwijs verwijzen wij u naar de volgende websites:
www.sppoh.nl
Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH)
Het samenwerkingsverband waar onze school toe hoort met veel actuele informatie over Passend Onderwijs specifiek voor onze regio.
www.passendonderwijs.nl
Het centrale informatiepunt voor de implementatie van passend onderwijs van het ministerie van OCW.
www.steunpuntpassendonderwijs.nl
Website over Passend Onderwijs, speciaal voor ouders.
5.2 Toelatingsbeleid voor vierjarigen (geldt voor alle scholen van Panta Rhei)
Om voor toelating op onze school in aanmerking te komen dient u als, ouder(s)/verzorger(s), minimaal tien weken voor de aanvang van het schooljaar waarin uw kind start eenaanmeldingsformulier volledig in te vullen en te ondertekenen. Het inleveren van een ingevuld aanmeldingsformulier betekent echter niet dat uw kind automatisch is geplaatst.
Voorafgaande aan de plaatsing van een kind is het wenselijk dat zowel u als de school zich van de wederzijdse verwachtingen op de hoogte stellen. De Wegwijzer hanteert hiertoe een samenwerkingsovereenkomst. Een kind is wettelijk toelaatbaar op de leeftijd van 4 jaar.
Aanmelden:
• U kunt uw kind aanmelden vanaf de leeftijd van 3 jaar.
• Is uw kind jonger dan 3 jaar dan spreken we van een vooraanmelding. Deze
vooraanmelding dient definitief gemaakt te worden als het kind drie jaar geworden is.
In dit geval krijgt u bericht als uw kind drie jaar wordt dat u de vooraanmelding definitief moet maken.
• Zowel bij een vooraanmelding als een definitieve aanmelding, zal de school uw aanmelding bevestigen.
• Na ontvangst van de definitieve aanmelding onderzoekt de school of er extra ondersteuning nodig is. Binnen zes weken beslist de school of uw kind al dan niet wordt geplaatst en neemt hierbij de eventuele extra ondersteuningsbehoefte van uw kind in aanmerking. Deze termijn kan indien nodig vier weken worden verlengd. U dient de school alle relevante informatie om de eventuele extra
ondersteuningsbehoefte van het kind vast te stellen te verstrekken. Wanneer er een schriftelijk advies, gericht op het (schoolse) functioneren van uw kind, op basis van onderzoeksgegevens van derden aanwezig is, dient u hierin inzage te verstrekken.
• Van het plaatsingsbesluit ontvangt u schriftelijk bericht.
Aanmeldprocedure basisonderwijs Leidschendam en Voorburg Vanaf 1 oktober 2018 geldt er een nieuwe aanmeldprocedure.
A. U doet een vooraanmelding. Dit kan vanaf het moment dat uw kind geboren is totdat uw kind 3 jaar wordt
B. Vanaf de dag waarop uw kind de leeftijd van 3 jaar heeft bereikt, kunnen u de vooraanmelding omzetten in een aanmelding of aanmelden.
C. De school mag bij de aanmelding (dus na het bereiken van de leeftijd van 3 jaar) meteen schriftelijk toezeggen aan u dat uw kind toegelaten is. De school vraagt vervolgens aan u om eventuele andere scholen waar het kind aangemeld is te berichten dat de leerling een onderwijsplaats heeft.
D. Als de leerling een ondersteuningsbehoefte heeft, past de school de zorgplicht toe.
Toelating:
Als er meer aanmeldingen zijn dan beschikbare plaatsen dan geldt voor alle PANTA RHEI scholen als eerste plaatsingscriterium:
Kinderen van wie een broertje of zusje al op de betreffende school geplaatst is of waarvan één van de ouder(s)/verzorger(s) een dienstverband heeft bij PANTA RHEI, mits tijdig aangemeld en de maximale groepsbezetting niet wordt overschreden.
Bij toelating van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte zal de school jaarlijks beoordelen of de school aan de ondersteuningsvraag kan blijven voldoen.
Geen toelating:
• Als uw kind (met- of zonder extra ondersteuningsbehoefte) niet geplaatst kan worden, omdat er geen plaatsruimte is, zult u gewezen worden op plaatsingsmogelijkheden bij andere PANTA RHEI scholen of bij andere scholen binnen het
samenwerkingsverband. Een kind dat niet geplaatst kan worden, kan op de wachtlijst worden geplaatst.
• De school toetst de ondersteuningsbehoefte van uw kind aan het school
ondersteuningsprofiel (zie website). Kan de school daar niet in voorzien dan zoekt de school in overleg met de ouders naar een school die wel in de
ondersteuningsbehoefte kan voorzien. Dit kan ook een school voor speciaal (basis) onderwijs zijn.
• Als ouders weigeren te voldoen aan het verzoek van de school om schriftelijk te verklaren dat zij de grondslag van de school zullen respecteren of onderschrijven kan de leerling niet worden toegelaten.
Indien u van mening bent dat een afwijzing ten onrechte is of als u zwaarwichtige redenen heeft waaruit blijkt dat plaatsing noodzakelijk is, kunt u tegen de beslissing van de school binnen zes weken schriftelijk bezwaar aantekenen bij het College van Bestuur van PANTA RHEI. Het College van Bestuur van PANTA RHEI zal binnen vier weken na ontvangst van het bezwaar reageren.
Toelatingsbeleid voor kinderen ouder dan vier jaar (zogenaamde zij-instromers) Van een zij-instromer wordt gesproken indien een kind door bijvoorbeeld verhuizing op onze school wordt aangemeld voor één van de groepen. In principe verloopt de
aanmeldingsprocedure zoals beschreven onder plaatsing van een nieuwe leerling.
Voorafgaande aan de plaatsing wordt, met medeweten van de ouders, informatie uitgewisseld met de afleverende school. Inschrijving wordt definitief indien er geen bijzonderheden zijn.
Als uw kind bij een andere school ingeschreven staat of heeft gestaan zal eerst bekeken worden of er plaats is voor nieuwe leerlingen. Als uw kind niet geplaatst kan worden wegens ruimtegebrek of de groepssamenstelling dan wijst de school u op plaatsingsmogelijkheden bij andere PANTA RHEI scholen of bij andere scholen binnen het samenwerkingsverband.
Uw kind kan ook op de wachtlijst worden geplaatst, waarbij er toelatingscriteria worden toegepast.
Als er wel ruimte is zal er allereerst een intakegesprek plaatsvinden om de wederzijdse verwachtingen uit te spreken, waarna u kunt besluiten over te gaan tot een
plaatsingsverzoek. Dit doet u door een volledig ingevuld en ondertekend
aanmeldingsformulier en de ouderovereenkomst in te leveren. Het inleveren van een ingevuld aanmeldingsformulier betekent echter niet dat uw kind automatisch is geplaatst.
Alvorens tot definitieve plaatsing te besluiten wordt de volgende procedure gevolgd.
De school neemt contact op met de school van herkomst. Hierbij worden alle gegevens, waaronder het onderwijskundig rapport, opgevraagd die voor de toelating van het kind relevant zijn.
Wanneer er voor de aanmelding al een schriftelijk advies, gericht op het schoolse
functioneren van uw kind, op basis van onderzoeksgegevens van derden aanwezig is, dient u hierin inzage te verstrekken. Ook dient u te melden of en zo ja wanneer onderzoeken
m.b.t. het schoolse functioneren van hun kind gaande zijn of binnen afzienbare tijd plaats zullen vinden.
De school beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanmelding of uw kind al dan niet wordt geplaatst en neemt hierbij de eventuele extra ondersteuningsbehoefte van uw kind in aanmerking.
Indien de beslissing tot plaatsing niet binnen 6 weken gegeven kan worden, deelt de school dit aan u mede. Het termijn kan dan met 4 weken verlengd worden.
Van het besluit wordt u schriftelijk in kennis gesteld.
Ingeval van toelating van uw kind wordt na plaatsing een verklaring van inschrijving naar de school van herkomst gezonden.
Beschikbare plaatsen op de Wegwijzer
De school ontwikkelt zich als IKC MMiXX, met een vorm van unitonderwijs. Het gebouw is ingericht op veertig leerlingen per leerjaar. Dit betekent dat er per unit tachtig plekken beschikbaar zijn. Meer is niet haalbaar in de units. Bij toelating van leerlingen houdt dit concreet in:
- Een maximum van veertig leerlingen per leerjaar.
- Leerlingen vanuit de kinderopvang IKC MMiXX worden met voorrang behandeld.
- Broertjes en zusjes van leerlingen hebben voorrang op nieuwe leerlingen.
Bij een zijinstromer of een verhuizing wordt er rekening gehouden met het aantal leerlingen in de unit én de leerlingbegeleiding. Bij aanmelding wordt er contact opgenomen door de intern begeleider met de verwijzende school. Als de begeleiding van een leerling meer vraagt dan de school kan bieden (wegens de zorgzwaarte van de betreffende groep of unit), kan de school ouders verzoeken zich bij een andere school in de buurt aan te melden.
5.3 Intakegesprek nieuwe leerlingen op IKC MMiXX
Tijdens dit gesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde:
a) De identiteit van de school;
b) De onderwijskundige uitgangspunten van de school en het onderwijsconcept zodra de school verhuist is naar het nieuwe gebouw;
c) De pedagogische uitgangspunten van de school;
d) Voorgeschiedenis van het kind;
e) Samenwerking met Partou (TSO en BSO)
f) Samenwerking met Oudervereniging (OV) en medezeggenschapsraad (MR) g) De rol van de ouders / verzorgers binnen de school;
h) De wijze waarop ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind.
Tevens wordt er met de (adjunct) directeur een algemene rondleiding door het schoolgebouw gemaakt om “de sfeer van de school te proeven“.
Aan het eind van de rondleiding wordt een informatiepakket overhandigd.
Dit bevat:
♦ aanmeldingsformulier
♦ schoolwebsite & privacy formulier
♦ samenwerkingsovereenkomst
Als ouders het aanmeldingsformulier hebben ingevuld worden de gegevens ingevoerd in het leerlingvolgsysteem en wordt de uitdraai binnen drie weken na ontvangst opgestuurd met het verzoek de gegevens te controleren en te voorzien van een handtekening.
Vooraanmelding voordat een kind 3 jaar is; na bereiken van leeftijd 3 jaar definitieve inschrijving bericht van sturen naar de ouders.
Ongeveer 2 maanden voordat het kind de leeftijd van 4 jaar bereikt krijgen de ouders een welkomstkaart toegestuurd met hierop de eerste wendag, groepsindeling en naam van de
leerkracht. Indien gewenst kunnen de kinderen 10 dagdelen, voorafgaande aan het moment waarop ze 4 jaar worden, wennen in de groep.
Tijdens de wendagen volgt een tweede gesprek met de groepsleerkracht van de kleutergroep. Tijdens dit gesprek wordt de ouders verzocht een lijst met aanvullende gegevens t.b.v. de aanmelding in te vullen. Ook wordt gevraagd een noodgevallenformulier in te vullen.
Op de eerste officiële schooldag wordt het kind daadwerkelijk ingeschreven als leerling.
5.4 Procedure voor leerlingen die overgaan van groep 2 naar groep 3
Bij de overgang van groep 2 naar 3 houden we rekening met 3 hoofdgebieden zoals beschreven in het leerlingvolgsysteem van Bosos:1 Algemene kenmerken, zoals geboortemaand, fysieke en emotionele verschijning;
2 Houding;
3 Prestatiegebieden.
Halverwege groep 2 stellen wij ons de vraag, of de doorgaande ontwikkeling van een kind wel gebaat is bij een overgang naar groep 3.
Er zijn kinderen in groep 2, die nog zo gericht zijn op spelen, dat de overgang naar groep 3 een te grote stap is.
Dit komt soms door de jonge leeftijd, of soms door ontwikkelingsachterstand, al dan niet in combinatie met gedragsproblemen.
Voor deze kinderen kunnen wij aan de ouders een verlengd kleuterjaar adviseren.
Deze kinderen krijgen dan in dat verlengde schooljaar gerichte uitdagingen aangeboden, waarbij wij het belang van spelend leren niet vergeten.
5.5 Procedure voor leerlingen die doubleren in de groepen 3 t/m 7
Op de Wegwijzer wordt gewerkt met een leerstofjaarklassensysteem. Gedurende het
schooljaar wordt bekeken, of een leerling aan het eind van het schooljaar al of niet bevorderd kan worden.
Voor de keus al dan niet te bevorderen, betrekt de leerkracht de resultaten van de methode gebonden en methode onafhankelijke toetsen, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding van de leerling.
Wanneer een leerkracht wil besluiten een leerling te laten doubleren, worden ouders voor een gesprek uitgenodigd op school. In samenspraak met de ouders wordt de beslissing voor de doublure besproken. Het uiteindelijke besluit van een doublure ligt bij de school/directie.
5.6 Procedure voor leerlingen, die vervroegd worden bevorderd
Kinderen met een grote ontwikkelingsvoorsprong, kunnen onder strikte voorwaarden een groep overslaan. Hiertoe zijn de volgende criteria opgesteld:
Indien een leerling op minstens 2 van de 3 leergebieden (spelling, rekenen en begrijpend lezen) de instructie in een hoger leerjaar kan volgen, kan worden besloten tot het vervroegd bevorderen van een kind.
Er worden dan ook andere aspecten meegenomen in de overweging, te weten:
♦ de emotionele rijping en het zelfvertrouwen moeten voldoende aanwezig zijn;
♦ de motivatie moet goed zijn;
♦ de werkhouding moet goed zijn;
♦ er moet goede kans zijn, dat de leerling geaccepteerd wordt in de hogere groep.
Indien in goed overleg met ouders wordt besloten niet tot vervroegde bevordering over te gaan, zal het programma binnen de eigen jaargroep van het kind worden aangepast.
Dit houdt in: de reguliere lesstof in compacte vorm aanbieden en het aanbieden van verrijkingsstof in de vakken waarin wordt uitgeblonken, dan wel het aanbieden van
vakgebieden die normaliter niet op de reguliere basisschool worden aangeboden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vak techniek of een vreemde taal.
5.7 Uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs
De keuze van het voortgezet onderwijs hangt niet alleen af van de kwaliteit van de basisschool, maar ook van de interesse, motivatie en aanleg van het kind. De school probeert het maximale uit ieder kind te halen.
In groep 4 en groep 6 wordt de NSCCT afgenomen. NSCCT staat voor Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test. Deze test meet het leervermogen van uw kind. Door de uitkomst van deze test naast zowel observaties door de leerkracht als de uitkomsten van de toetsen van het leerlingvolgsysteem te leggen, kunnen leerkrachten hun instructies nog beter afstemmen op de ontwikkelingsbehoefte van uw kind.
De voorlichting m.b.t. het voortgezet onderwijs gebeurt in groep 6/7/8.
De ouders / verzorgers van de leerlingen in groep 6/7/8 krijgen normaal gesproken in de maand september een voorlichtingsavond waar uitvoerig wordt ingegaan op de
voorbereiding van het begeleidingsonderzoek.
De kinderen vullen in groep 8 een schoolvragenlijst in. Deze vragenlijst, bestaande uit 2 x 80 vragen, geeft uitvoerige informatie over de motivatie, het welbevinden en het zelfbeeld van het kind.
In groep 8, meestal in de maand november, vindt het tweede en belangrijkste onderdeel plaats.
Er wordt een intelligentieonderzoek afgenomen met behulp van het NIO-onderzoek.
NIO betekent: Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau.
Het meten van de aanlegfactoren op het gebied van de verbale en ruimtelijke intelligentie staan in dit onderzoek centraal.
NB. In april 2022 nemen alle leerlingen van groep 8 verplicht deel aan een landelijke eindtoets. De Wegwijzer heeft gekozen voor deelname aan de IEP-toets.
Naast het NIO-onderzoek wordt in groep 8 aan een deel van de groep het
drempelonderzoek aangeboden. Dit betreft de leerlingen die vermoedelijk na groep 8 een opleiding zullen volgen op het niveau van VMBO. Hierbij worden de vaardigheden op de gebieden: rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen gemeten.
Zowel de uitslag van het NIO-onderzoek als die van het drempelonderzoek geven onafhankelijk van elkaar een schooladvies.
NB. Voor leerlingen voor wie leerwegondersteuning (LWOO) binnen het VMBO gewenst is, is de afname van het drempelonderzoek noodzakelijk.
De gegevens van beide onderzoeken en de uitslag van de schoolvragenlijst uit groep 8 worden door de leerkrachten van groep 7 en 8 besproken met de IB-er en de directie.
Op basis van de gesprekken wordt het eindadvies bepaald.
Dit eindadvies wordt na de kerstvakantie aan de ouders overhandigd.
In dit advies speelt de mening van de groepsleerkracht een belangrijke rol. Hij / zij heeft immers een goed inzicht in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook gegevens over de belangstelling van het kind, de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de mate van zelfvertrouwen van het kind.
In december worden ouders/verzorgers uitgenodigd om het schooladvies met ons te bespreken. In de maanden januari en februari hebben bijna alle scholen van voortgezet onderwijs open avonden, die ouders/verzorgers samen met hun kind kunnen gaan bezoeken.
Vanaf februari / maart kunt u uw kind bij een school aanmelden.
De uitslag van de IEP-toets komt pas in de maand mei beschikbaar. Bij een gunstige uitslag moet het reeds verstrekte schooladvies worden heroverwogen. In enkele gevallen zal het advies worden herzien.
BOVO digitaal
De gegevens betreffende een leerling worden door de school digitaal aangeleverd bij de scholen voor het Voortgezet Onderwijs.
Evaluatie
Gedurende hun eerste schooljaar op het Voortgezet Onderwijs worden alle leerlingen door ons besproken, samen met de contactpersonen van de betreffende scholen voor het VO.
Ook sturen de scholen voor het Voortgezet Onderwijs ons de gegevens toe van de schoolresultaten van uw kind.
NB. Voor alle procedures geldt, dat voorop staat dat de keuze(n) in goed overleg met ouders wordt (worden) gemaakt. De school neemt echter uiteindelijk de definitieve beslissing.
Overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs
Halverwege groep 8 krijgen alle leerlingen een basisschooladvies. Dit advies beschrijft op welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs uw kind kan aansluiten. U heeft het advies nodig om uw kind aan te melden op een school voor voortgezet onderwijs. Het
basisschooladvies is een bindend advies en de school voor voortgezet onderwijs mag bij plaatsing van uw kind niet afwijken van dit advies.
Binnen Panta Rhei hanteren alle scholen een uniforme procedure voor het opstellen van het basisschooladvies en de overgang naar het voortgezet onderwijs.
Voorlopige uitstroomverwachting en het basisschooladvies
Allereerst geven wij u informatie over hoe het basisschooladvies tot stand komt. Om tot een goed advies te komen wordt gekeken hoe uw kind zich de afgelopen jaren op de school heeft ontwikkeld. De uitkomsten van zowel methodegebonden als niet-methodegebonden toetsen worden meegenomen in een oordeel over de wijze waarop uw kind zich cognitief heeft ontwikkeld. Daarnaast spelen factoren als werkhouding, motivatie,
doorzettingsvermogen en het welbevinden van uw kind een belangrijke rol.
Voor ouders is het soms lastig in te schatten op welk onderwijsniveau hun kind functioneert.
Daarom informeren wij u tijdig. Al in groep 6 en 7 delen wij met u de uitstroomverwachting voor uw kind. U krijgt dan te horen welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs het best aansluit bij de ontwikkelingslijn van uw kind op dat moment. De uitstroomverwachting geeft, op basis van de informatie in groep 6 en 7 over de ontwikkeling van uw kind, een indruk van de te verwachte uitstroom. Het definitief basisschooladvies wordt pas halverwege groep 8 geformuleerd en kan dus in individuele gevallen hoger of lager uitvallen als de ontwikkeling van uw kind hiertoe aanleiding geeft. Bij zowel de uitstroomverwachting als het uiteindelijk basisschooladvies zijn meerdere personen betrokken: zowel de huidige leerkracht als voorgaande leerkrachten en de Intern Begeleider dragen gezamenlijk de
verantwoordelijkheid voor zorgvuldige advisering.
Uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs
De keuze van het voortgezet onderwijs hangt niet alleen af van de kwaliteit van de basisschool, maar ook van de interesse, motivatie en aanleg van het kind. De school probeert het maximale uit ieder kind te halen.
In groep 4 en groep 6 wordt de NSCCT afgenomen. NSCCT staat voor Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test. Deze test meet het leervermogen van uw kind. Door de uitkomst van deze test naast zowel observaties door de leerkracht als de uitkomsten van de toetsen van het
leerlingvolgsysteem te leggen, kunnen leerkrachten hun instructies nog beter afstemmen op de ontwikkelingsbehoefte van uw kind.
Voorlopige uitstroomverwachting en het basisschooladvies
Allereerst geven wij u informatie over hoe het basisschooladvies tot stand komt. Om tot een goed advies te komen wordt gekeken hoe uw kind zich de afgelopen jaren op de school heeft ontwikkeld.
De uitkomsten van zowel methodegebonden als niet-methodegebonden toetsen worden meegenomen in een oordeel over de wijze waarop uw kind zich cognitief heeft ontwikkeld.
Daarnaast spelen factoren als werkhouding, motivatie, doorzettingsvermogen en het welbevinden van uw kind
een belangrijke rol.
Voor ouders is het soms lastig in te schatten op welk onderwijsniveau hun kind functioneert. Daarom informeren wij u tijdig. Al in groep 6 en 7 delen wij met u de uitstroomverwachting voor uw kind. U krijgt dan te horen welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs het best aansluit bij de ontwikkelingslijn van uw kind op dat moment. De uitstroomverwachting geeft, op basis van de informatie in groep 6 en 7 over de ontwikkeling van uw kind, een indruk van de te verwachte uitstroom. Het definitief basisschooladvies wordt pas halverwege groep 8 geformuleerd en kan dus in individuele gevallen hoger of lager uitvallen als de ontwikkeling van uw kind hiertoe aanleiding geeft. Bij zowel de uitstroomverwachting als het uiteindelijk basisschooladvies zijn meerdere personen betrokken: zowel de huidige leerkracht als voorgaande leerkrachten en de Intern Begeleider dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor zorgvuldige advisering.
Binnen Panta Rhei hanteren alle scholen een uniforme procedure voor het opstellen van het basisschooladvies en de overgang naar het voortgezet onderwijs.
De ouders / verzorgers van de leerlingen in groep 6/7/8 krijgen in de maand september een
voorlichtingsavond waar uitvoerig wordt ingegaan op de voorbereiding van de overstap naar het VO en alle stappen die hier bij horen.
De kinderen vullen in groep 8 een schoolvragenlijst in. Deze vragenlijst is adaptief en heeft hierdoor voor elke leerling een ander aantal vragen. De uitslag geeft uitvoerige informatie over de motivatie, het welbevinden en het zelfbeeld van het kind.
In groep 8, meestal in de maand november, wordt de NIO afgenomen NIO staat voor Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau. Dit geeft aan welke mogelijkheden een leerling heeft qua intelligentie. Aanvullend met de Schoolvragenlijst is dit helpend om een schooladvies te geven.
Naast het NIO-onderzoek wordt in groep 8 aan een deel van de groep het drempelonderzoek[1]
aangeboden. Dit betreft de leerlingen die vermoedelijk na groep 8 een opleiding zullen volgen op het niveau van VMBO. Hierbij worden de vaardigheden op de gebieden: rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen gemeten.
Zowel de uitslag van het NIO-onderzoek als die van het drempelonderzoek geven onafhankelijk van elkaar een schooladvies. De gegevens van deze onderzoeken en de uitkomsten van de LVS toetsen worden besproken met de leerkrachten van 7,8, ib en directie. Met elkaar wordt het eindadvies voor een leerling opgesteld.
Omdat een kind meer is dan alleen uitslagen van een onderzoek, wordt de inbreng van de
leerkrachten als zwaarwegend beschouwd. Zij kennen uw kind langer en kunnen een inschatting van mogelijkheden goed maken. Daarbij zien zij ook de houding ten opzichte van huiswerk, de motivatie om te werken en het zelfvertrouwen van een kind.
In december worden ouders/verzorgers uitgenodigd om het schooladvies met de leerkrachten te bespreken. In de maanden januari en februari hebben bijna alle scholen van voortgezet onderwijs open avonden, die ouders/verzorgers samen met hun kind kunnen gaan bezoeken.
Vanaf februari / maart kunt u uw kind bij een school aanmelden.
In de maand april wordt de eindtoets afgenomen. IKC MMiXX neemt de IEP toets af. De uitslag van de IEP-toets komt in de maand mei beschikbaar. Bij een gunstige uitslag ten opzichte van het gegeven advies, moet het eerder verstrekte schooladvies worden heroverwogen. In enkele gevallen zal het advies worden herzien.
BOVO digitaal
De basisschool heeft een informatieplicht aan het voortgezet onderwijs. Uitwisseling van informatie tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs gaat middels een onderwijskundig rapport (OKR).
In dit OKR staat het basisschooladvies met een onderbouwing. U heeft recht op inzage in het OKR.
Ook mag u gebruik maken van uw recht om informatie aan het OKR toe te voegen. Het OKR wordt via een beveiligde digitale omgeving door de basisschool aan de school voor voortgezet onderwijs verstrekt. Daarnaast kan een zogenaamde ‘warme overdracht’ plaatsvinden: medewerkers van de school voor voortgezet onderwijs hebben dan persoonlijk contact met de leerkracht van uw kind om nader af stemmen op welke wijze uw kind het best begeleid kan worden in het voortgezet onderwijs.
Aanmeldprocedure voortgezet onderwijs schooljaar
U kunt uw kind op meer dan één school voor het voortgezet onderwijs aanmelden. Op verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is deze mogelijkheid in de aanmeldprocedure voor het voortgezet onderwijs opgenomen. De aanmeldprocedure voldoet hiermee aan de wettelijke kaders en zorgt voor meer keuzevrijheid voor u en uw kind. In de eerste maanden van het schooljaar informeren we u over de manier waarop de aanmelding plaats moet vinden en welke actie van u wordt verwacht. Op de website van BOVO Haaglanden vindt u nadere informatie:
www.bovohaaglanden.nl.
Terugkoppeling vanuit VO
Gedurende hun eerste schooljaar op het Voortgezet Onderwijs worden alle leerlingen door ons besproken, samen met de contactpersonen van de betreffende scholen voor het VO.
Ook sturen de scholen voor het Voortgezet Onderwijs ons de gegevens toe van de schoolresultaten van uw kind.
[1] Voor leerlingen met het advies VMBO met LWOO is de afname van het drempelonderzoek een verplichting.
Overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs
Halverwege groep 8 krijgen alle leerlingen een basisschooladvies. Dit advies beschrijft op welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs uw kind kan aansluiten. U heeft het advies nodig om uw kind aan te melden op een school voor voortgezet onderwijs. Het
basisschooladvies is een bindend advies en de school voor voortgezet onderwijs mag bij plaatsing van uw kind niet afwijken van dit advies.
Binnen Panta Rhei hanteren alle scholen een uniforme procedure voor het opstellen van het basisschooladvies en de overgang naar het voortgezet onderwijs.
Voorlopige uitstroomverwachting en het basisschooladvies
Allereerst geven wij u informatie over hoe het basisschooladvies tot stand komt. Om tot een goed advies te komen wordt gekeken hoe uw kind zich de afgelopen jaren op de school heeft ontwikkeld. De uitkomsten van zowel methodegebonden als niet-methodegebonden toetsen worden meegenomen in een oordeel over de wijzewaarop uw kind zich cognitief heeftontwikkeld. Daarnaast spelen factoren als werkhouding, motivatie,
doorzettingsvermogen en het welbevinden van uw kind een belangrijke rol.
Voor ouders is het soms lastig in te schatten op welk onderwijsniveau hun kind functioneert.
Daarom informeren wij u tijdig. Al in groep 6 en 7 delen wij met u de uitstroomverwachting voor uw kind. U krijgt dan te horen welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs het best aansluit bij de ontwikkelingslijn van uw kind op dat moment. De uitstroomverwachting geeft, op basis van de informatie in groep 6 en 7 over de ontwikkeling van uw kind, een indruk van de te verwachte uitstroom. Het definitief basisschooladvies wordt pas halverwege groep 8 geformuleerd en kan dus in individuele gevallen hoger of lager uitvallen als de ontwikkeling van uw kind hiertoe aanleiding geeft. Bij zowel de uitstroomverwachting als het uiteindelijk basisschooladvies zijn meerdere personen betrokken: zowel de huidige leerkracht als voorgaande leerkrachten en de Intern Begeleider dragen gezamenlijk de
verantwoordelijkheid voor zorgvuldige advisering.
Eindtoets
Eind groep 8 wordt bij alle leerlingen van groep 8 een eindtoets afgenomen. Wij informeren u op de informatieavond van groep 8 over deze eindtoets. De eindtoets geeft een indicatie van het onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs waarop uw kind het best aan zal sluiten.
Ondanks het feit dat het basisschooladvies al is gegeven, blijft deze toets een belangrijk meetmoment: de toets levert immers objectieve informatie over of uw kind inderdaad presteert op het door de school ingeschatte onderwijsniveau. In de meeste situaties komen de resultaten van de eindtoets en het uitgebrachte schooladvies overeen. Als de resultaten op de eindtoets lager uitvallen dan het basisschooladvies dan blijft het bindend schooladvies staan. Als uw kind echter op de eindtoets op een hoger onderwijsniveau uitkomt dan bij het basisschooladvies dan is de school verplicht het basisschooladvies te overwegen. Wij gaan dan met u in gesprek en brengen met u in kaart of er, naast het hogere resultaat op de eindtoets, meer indicatoren zijn die een bijstelling van het basisschooladvies kunnen verantwoorden. Vervolgens besluit de directeur van de school of bijstelling plaatsvindt. Bij een herzien advies nemen wij contact op met de school voor voortgezet onderwijs.
Informatieplicht
De basisschool heeft een informatieplicht aan het voortgezet onderwijs. Uitwisseling van informatie tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs gaat middels een
onderwijskundig rapport (OKR). In dit OKR staat het basisschooladvies met een
onderbouwing. U heeft recht op inzage in het OKR. Ook mag u gebruik maken van uw recht om informatie aan het OKR toe te voegen. Het OKR wordt via een beveiligde digitale
omgeving door de basisschool aan de school voor voortgezet onderwijs verstrekt. Daarnaast kan een zogenaamde ‘warme overdracht’ plaatsvinden: medewerkers van de school voor voortgezet onderwijs hebben dan persoonlijk contact met de leerkracht van uw kind om nader af stemmen op welke wijze uw kind het best begeleid kan worden in het voortgezet onderwijs.
Vragen over bovenstaande informatie kunt u stellen aan de leerkracht van groep 8.
Schooladvies
De Wegwijzer Schooljaar
2018/ 2019
VWO 9
HAVO / VWO 4
HAVO 5
Theoretische Leerweg / HAVO 7
Theoretische Leerweg 4
Kader / Theoretische Leerweg 4 Kaderberoepsgerichte Leerweg 2 Basisberoepsger. Leerweg / kader 2 Basisberoepsgerichte Leerweg 1 Basisberoepsger.Leerweg / LWOO 1
Totaal aantal leerlingen 39 leerlingen Schooladvies
De Wegwijzer Schooljaar
2019/ 2020
VWO 4
HAVO / VWO 4
HAVO 4
Theoretische Leerweg / HAVO 3
Theoretische Leerweg 2
Kader / Theoretische Leerweg 5 Kaderberoepsgerichte Leerweg 2 Basisberoepsger. Leerweg / kader 2 Basisberoepsgerichte Leerweg 1 Basisberoepsger.Leerweg / LWOO 2
Totaal aantal leerlingen 29 leerlingen
Schooladvies Schooljaar
2020/ 2021
VWO In afwachting gr 8
HAVO / VWO HAVO
Theoretische Leerweg / HAVO Theoretische Leerweg
Kader / Theoretische Leerweg Kaderberoepsgerichte Leerweg Basisberoepsger. Leerweg / kader Basisberoepsgerichte Leerweg Basisberoepsger.Leerweg / LWOO Totaal aantal leerlingen