• No results found

Het stelsel olie-water.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het stelsel olie-water."

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Orgaan van de Nederlandsche Chemische Vereeniging.

ONDER REDACTIE VAN

Dr. L. TH. REICHER (Amsterdam) en Dr. W. P. JORISSEN (Leiden) Uitgever: D. B. CENTEN, Amsterdam.

Set auteursrecht van den inhoud van dit Blad wordt verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881, Staatsblad No. 124.

Nr. 31. Amsterdam, 30 Juli 1910. 7e Jaargang.

Iïthoud: Dr. E. Gboschuff, Het stelsel olie-water. — Yerslag van de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Chemische Yereeniging, op 21 Juli 1910 gehouden te Njjmegen. — Dr. J. J. Polak, Koninklÿke Akademie van Wetenschappen, Vergadering van 25 Juni 1910. — Nederiandsche Che- mische Vereeniging. — Personalia, vacatures, industrieële mededeelingen, enz. — Nederlandsche Bibliografie 1910. — Ingekomen verhandelingen. — Yraag en aanbod. — Correspondentie.

Het stelsel olie-water.

In Nr. 24 (S. 539) dieses Blattes fordert Herr Vosmaeb zu einer Untersuchung des Systems Oel-Wasser auf. Dies veranlasst mich mitzuteilen, dass ich denjenigen Teil des Systems, welcher in erster Linie electrotechnisches Interesse besitzt, nämlich die Löslichkeit von Wasser in Oel zwischen etwa 0° und 100°, bereits untersucht habe.

Eine vorläufige Mitteilung war in dem Bericht über „die Tätigkeit der Physikalisch-Technischen Reichanstalt im Jahre 1908” (vgl.

Zeitschr. für Instrumentenkunde 1909, 192) erfolgt, und eine aus- führliche Mitteilung soll noch im Laufe dieses Jahres erscheinen.

Nach meinen Versuchen nimmt gereinigtes Petroleum bei 15° etwa 0.005 %, Paraffinöl etwa 0.003 °/0 Wasser auf. Mit zunehmender Temperatur wächst die Löslichkeit in beiden Fällen, und zwar bei dem Petroleum stärker als bei dem Paraffinöl.

Berlin und Charlottenburg, den 18 Juli 1910.

E. Groschuff.

(2)

Verslag van de Algemeene Vergadering der Nederl.

Chemische Vereeniging, op 21 Juli 1910 gehouden te Nijmegen.

De voorzitter, Prof. Dr. S. Hoogewerff, opent te half tien de ver- gaderiug. Hij heet de aanwezigen — een 15-tal leden (welk getal in den loop der vergadering tot 21 klom) en één geïntroduceerde — hartelijk welkom. In het bizonder spreekt hij Prof. Jonker toe, die bereid was gevonden voor de Nederlandsehe Chemische Vereeniging als spreker op te treden, en geeft hem het woord.

Prof. Jonker houdt nu de aangekondigde voordracht over „Nieuwe opvattingen omtrent de geologie der Zechsteinzouten en de beteekenis daarvan voor de zoutlagen in Nederland”. Deze wordt door hem toe- gelicht met teekeningen, lantaarnplaatjes en monsters van Zechstein- zouten. Zij zal eerstdaags in dit Weekblad worden opgenomen.

De voorzitter dankt — na het applaus der vergadering — den spreker voor zijn belangwekkende voordracht, die het ons van de chemische zijde bekende vraagstuk nu ook van het breedere gezichts- punt van den geolöog heeft doen beschouwen, en ons de bizonderheden der nu gelukkig ook hier te lande gevonden, tot de Zechsteinzouten behoorende zoutbeddingen, heeft duidelijk gemaakt (applaus).

Van de gelegenheid tot het stellen van vragen wordt geen gebruik gemaakt.

Na een körte pauze heet de voorzitter Dr. A. Völker, diens assistent en eenige geïntroduceerden welkom en geeft eerstgenoemde het woord tot het houden zijner voordracht over „Die Schmelzung von Quarz und die Herstellung von Quarzgut, sowie seine Verwendbarkeit”. Ook deze warm toegejuichte voordracht zal binnen kort in dit Weekblad worden opgenomen. Zij werd verduidelijkt door een zeer uitgebreide verzame- ling voorwerpen, voor techniek en laboratorium, uit doorschijnend en ondoorzichtig kwarts vervaardigd. Van kleine kroesjes tot groote uitdampschalen, van capillaire buizen tot wijde en gebogen buizen ter samenstelling van fabriekstoestellen, van kleine retorten tot groote moffelovens, kortom, de meest verschillende kwartsvoorwerpen waren tentoongesteld — een gezamenlijke waarde van ongeveer vijf duizend mark vertegenwoordigende. Dat een kroesje en een lampeglas van kwarts, na verhitting in een Bunsen-vlam, bij dompeling in koud water niet springen, werd nog gedemonstreerd.

Met toestemming van den spr.eker worden door den Heer Backer en Dr. Spalteholz nog eenige vragen gesteld, n.l. over het snijden

(3)

van kwarts — hetgeen in de fabriek bleek plaats te vinden met snel draaiende carborundumschijven en in het laboratorium kan ge- schieden met behulp van een carborundumvijl — en over een ver- meend explosiegevaar bij een beschreven methode tot het uitblazen van een weeke kwartsbuis.

In zijn dankbetuiging aan den spreker spreekt de voorzitter den wensch uit, dat de fabriek, die reeds zooveel fraaie producten levert voor industrie, laboratorium en huishouding, een schoone toekomst tegemoet möge gaan. Hij schorst nu de vergadering voor een körten tijd, om haar daarna in een ander lokaal te openen, ter behandeling van meer huishoudelijke aangelegenheden.

In de eerste plaats komt daar aan de orde het jaarverslag. Met het oog op den beperkten tijd wordt dit niet voorgelezen. Het volgt hieronder.

Jaarverslag over 1909.

In een kort overzicht over den ontwikkelingsgang van het ver- eenigingsleven in het jaar 1909, valt het volgende te vermelden.

Ledental. Op 1 Januari 1909 telde de Vereeniging:

eereleden .... 2 gewone leden . . 881 totaal . . 383

In den loop van het jaar 1909 traden toe als lid 26 personen en bedankten 9, terwijl twee leden der vereeniging door den dood ont-

• vielen. Als eerelid werd gekozen Prof. Dr. Svante Arrhenius, Stock- holm. De vereeniging heeft het overlijden te betreuren van de leden Dr. M. Greshoff, te Haarlem en A. Gouka, Ap. te Schiedam.

Greshoff’s bijzondere gaven en Verdiensten zijn reeds elders in het orgaan gehuldigd, terwijl ook aan de nagedachtenis van Gouka waardeerende regelen werden gewijd.

Op 81 December 1909 telde de vereeniging 898 leden en drie eereleden.

Mag de toename van het ledental in 1909 onbevredigend worden genoemd, in den loop van het jaar 1910 heeft zieh wederom een veel grooter getal candidaten voor het lidmaatschap aangemeld, zoodat het ledental op 15 Juli 1910 441 bedraagt.

Algemeen Bestuur. Met ingang van 1 Januari 1909 traden op als lid van het Alg. Bestuur de H.H. :

Prof. Dr. G. Hondius Boldingh (Amsterdam), Prof. Dr. P. van Romburgh (Utrecht), A. Vosmaer, ehern, ing. (de Bilt).

(4)

Eerstgenoemde werd door de Alg. Verg. als Penningmeester aan- gewezen, terwijl Prof, van Romburgh als Vice-Voorzitter optrad.

Het Algemeen Bestuur vergaderde vijf malen, t. w. : 2 Januari te ’s-Gravenhage.

13 Maart te Utrecht.

15 April te „ 20 Juni te Amsterdam.

3 November te Amsterdam.

Bij de keuze van de plaatsen van samenkomst zat het streven voor, de reiskosten tot een minimum terug te brengen. Aan de hoogleeraren Holleman en van Romburgh worde hier dank betuigd voor de in hunne laboratoria verleende gastvrijheid.

De opkomst der bestuursleden was, als regel, eene zeer goede.

Vergaderingen. Er werden in 1909 drie vergaderingen belegd, t. w.

2 Januari 1909 te ’s-Gravenhage, in het Zuid-Hollandsch Koöiehuis.

Als spreker trad op Jan Kutten, T., die eene inleiding hield tot het bezoek aan de nieuwe Gemeentelijke Gasfabriek aldaar.

15 April 1909 te Utrecht, in het Chemisch Laboratorium der Uni- versiteit. Hier waren uitsluitend aangelegenheden van administratieven aard aan de orde.

20 Juli te Gouda met Prof. Dr. Ernst Cohen als spreker over de i,Forceerziekte der metalen”, terwijl Dr. A. C. Geitel eene inleiding hield tot het bezoek aan de Koninklijke Stearinekaarsenfabriek te Gouda.

22 Juli d.a.v. werd besteed aan een bezoek van de fabriek van brand- kasten der Arma J. Lips Bzn. te Dordrecht en een bezoek aan de glasfabriek der H.H. Jeekel Mijnssen & Co. te Leerdam.

Een woord van welgemeenden dank aan de Directies van genoemde industriëele inrichtingen worde hier herhaald.

Het bezoek aan de vergaderingen bleef vrijwel hetzelfde als in vroegere jaren. Het aantal leden, aanwezig op de vergadering van 2 Januari, bedroeg 25, op die van 21 April 20 en op die van 20 Juli 33. Meerdere belangstelling van de zijde der leden blijft eene drin- gende behoefte.

Commissies. Van de werkzaamheden der Bibliotheekcommissie en der Historische Commissie zal afzonderlijk verslag worden uitgebracht, terwijl van de Commissie voor de Conference over Voedingsmiddel- scheikunde reeds verslag is uitgebracht in No. 19 van dezen jaargang van het Chemisch Weekblad.

(5)

In de Commissie voor de Conference over Voedingsmiddelschei- kunde werden gekozen: Prof. Dr. G. van Iterson, Delft en

Dr. M. Greshoff, Haarlem.

In de Commissie tot naziening der rekening en verantwoording werd, ter vervanging van den Heer J. B. P. van Hasselt, gekozen Dr. A. Reiding te Rotterdam.

Tot lid der Bibliotheekcommissie werden gekozen: Dr. G. van der Sleen te Haarlem en H. J. Backer, chem. docts., te Leiden.

Officiëel Orgaan. De verhouding van de Yereeniging tot redactie en uitgever van het orgaan bleef ongewijzigd. De redactie kweet zieh op loffelijke wijze van hare taak. Het streven, de belangstelling der lezers te boeien door het plaatsen van opstellen van algemeenen inhoud, verdient waardeering.

De bestaande verhouding tusschen de Yereeniging eenerzijds en de redactie en den uitgever anderzijds, hoewel steeds vriendschappelijk, blijkt, op den duur eene nadere regeling te behoeven. In beginsel is het wenschelijk te achten, dat de vereeniging medezeggingsehap ver- krijge over de redactie van haar officiëel orgaan.

Optreden naar buiten. Tot afgevaardigde naar het Internationale Zuivelcongres werd benoemd Prof. Dr. H. P. Wijsman, Huis ter Heide.

Naar het VIIe Internationale Congres voor toegepaste Scheikunde te Londen werden afgevaardigd : Prof. Dr. A. F Holleman en de Heer H. C. Prinsen Geerligs (Amsterdam).

Laatstgenoemde afgevaardigden brachten hun verslag uit in de vergadering van 21 Juni 1909.

Aan de Conference over Voedingsmiddelscheikunde werd ook in 1909 officiëel deelgenomen. De aard der behandelde onderwerpen schijnt niet de belangstelling der leden der Ned. Chem. Vereeniging in vol- doende mate te kunnen trekken. Tot heden is het aantal deelnemers van de zijde onzer Vereeniging klein.

Een bezwaar is ook de samenkoppeling der Conferentie aan de Jaarvergadering der Ned. Maatschappij t. bevord. der Pharm.

De Conferentie legt onzer Vereeniging vrij zware lasten op, die niet worden opgewogen door het voordeel, hetwelk de leden tot heden van de Conferentie trekken.

Als vertegenwoordigers in de Internationale Commissie voor Vet- onderzoek werden door het Algemeen Bestuur gekozen:

Prof. Dr. G. Hondius Boldingh (Amsterdam) en Dr. J. J. A. Wijs (Delft).

(6)

Genoemde leden namen deze benoeming aan. Deze commissie heeft hare werkzaamheden aangevangen.

De N. Ch. V. trad toe als lid der Chemisch Pharmaceutische Afdeeling van de Commissie voor de Wereldtentoonstelling te Brussel.

Tot de Overheid of openbare bestuurslichamen werden in 1909 geene verzoekschriften of adressen gericht.

Huishoudelijke aangelegenheden. Eene wijziging in het Hnishoudelijk Reglement kreeg den 15 April haar beslag.

Voor eene nadere wijziging der Statuten werden de eerste grond- slagen gelegd. Het ontbreken van de noodige stabiliteit in hetbeheer der vereenigingsaangelegenheden deed zieh meer en meer gevoelen als weinig bevorderlijk aan eenen goeden gang van zaken.

De nieuwe bepaling in het Huishoudelijk Reglement, eischende dat Voorzitter en Secretaris niet meer gelijktijdig aftreden, bleek in de practijk eene verbetering. Het Algemeen Bestuur is gaandeweg de overtuiging toegedaan, dat de instelling van een permanent Secretariaat en Penningmeesterschap onmisbaar zullen zijn voor afdoende verbetering.

De instelling van een „Bureau”, belast met de afdoening van aan- gelegenheden in spoedeischende gevallen, leidde er toe heerschende geschillen in het A. B., omtrent de bevoegdheden van functionarissen in bepaalde gevallen, uit den weg te ruimen.

Over den finantiöelen toestand zal men in het verslag van de commissie tot naziening der rekening en verantwoording de noodige gegevens vinden.

Yoorzichtigheid in het voteeren van uitgaven en bezuiniging op niet strikt noodige uitgaven is wenschelijk te achten, wil men niet voor de noodzakelijkheid worden gesteld, tot contributieverhooging te moeten overgaan.

Een terugblik werpend op het jaar 1909, mag het resultaat niet onbevredigend worden genoemd.

Meer en meer blijkt, dat de Ned. Chem. Vereeniging het op den duur zal winnen van de onverschilligheid, die vroeger heerschte op het punt van aaneensluiting van de chemici in Nederland.

Echter is het getal niet-aangeslotenen nog te groot.1) Hieronder zijn velen, wier toetreden zal plaats vinden, mits zij door propaganda van de leden er toe worden gebracht.

Het Algemeen Bestuur wenscht hier de leden nogmaals op te i) Men raadplege eerstdaags de adreslÿst van niet-leden in de nieuwe uitgave van het Chemisch Jaarboekje (Sept. 1910).

(7)

wekken tot propaganda en ook tot verhoogde werkzaamheid, waar het geldt de innerlijke kracht der Vereeniging en het maatschappelijk aanzien van den stand der chemici in Nederland te verhoogen.

Namens het Algemeen Bestuur, H. Baucke, Ch. L, Secretaris.

De voorzitter deelt mede dat de rekening en verantwoording van den penningmeester zijn nagezien door de daartoe benoemde com- missie en dat deze alles volkomen accoord heeft bevonden. Hij zegt, namens de Vereeniging, den penningmeester dank voor diens zorg- vuldig beheer en stelt voor hem décharge te verleenen, welk voorstel, evenals de dankbetuiging, aan de Commissie gebracht, met applaus wordt begroet.

Aan de orde komt nu het voorstel van het Algemeen Bestuur tot wijziging der Statuten. De Voorzitter wijst op de in het Chemisch Weekblad (biz. 595, 596) gegeven toelichting.

Nadat blijkt, dat niemand het woord verlangt voor algemeene beschouwingen, worden de voorgestelde wijzigingen achtereenvolgens in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen.

Over de nu in behandeling komende voorstellen tot wijziging van het Huishoudelijk ßeglement verlangt ook niemand het woord, wat betreft de veranderingen in artt. 4, 12 en 14. Deze worden met alge- meene stemmen aangenomen.

Bij de artt. 30 (zie biz. 596, 2e helft) en 31 (zie den nieuwen tekst op biz. 666 van dit Weekblad) geeft de secretaris, de heer Baucke, een kort overzicht van hetgeen tot deze voorstellen heeft geleid. In het begin van dit jaar werd een schrijven ontvangen van den heer D. B. Centen, den uitgever van het Chemisch Weekblad, waarbij hij mededeelde, dat hij dit blad op de thans geldende voorwaarden niet meer wenschte uit te geven. Nu was reeds meermalen — ook op een algemeene vergadering — de wenschelijkheid betoogd, dat de Ned. Chem. Vereeniging officieel medezeggingschap in haar orgaan zou hebben. Het zelf-uitgeven, dat overwogen werd, bleek bij bereke- ning niet uitvoerbaar te zijn. Betreffende het doen uitgeven op zekere voorwaarden werd nu een schrijven gericht, zoowel tot den Heer Centen als tot eenige andere uitgevers. Na beschouwing van de ontvangen Offerten en na verdere onderhandeling bleek de heer Centen de meest geschikte uitgever te zijn. Met juridische hulp is nu een nieuw contract met hem opgesteld, waarvan de teekening wacht op het aannemen van de voorgestelde artikelen 30 en 31.

(8)

Dr. Hissink vraagt, of het niet wenschelijk is, dat de algemeene vergadering kennis neemt van het contract en het goedkeurt. De Yoorzitter wijst er echter op, dat de hoofdzaken van het contract reeds blijken uit het voorgestelde nieuwe artikel 30 en uit een aantal posten op de begrooting van 1911 (zie dit Weekblad blz. 623) en dat volgens art. 14 van de Statuten het Algemeen Bestuur de Ver- eeniging in en buiten rechten vertegenwoordigt en bevoegd is de Yereeniging aan derden en derden aan haar te verbinden.

Artikel 30 wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen.

De Yoorzitter zegt, met genoegen te constateeren, dat de algemeene vergadering het Bestuur, dat een niet onbelangrijke hoeveelheid werk heeft moeten verrichten om tot de besproken voorstellen en het contract te geräken, in deze voor de Yereeniging belangrijke zaak steun verleent.

Bij het voorgestelde art. 31 merkt hij op, na gewezen te hebben op den nieuwen tekst (blz. 666), dat de redactie-commissie minder is een commissie van toezicht dan wel een lichaam, tot hetwelk de rédacteur zieh in voor hem twijfelachtige gevallen kan wenden. Ook dit artikel wordt met algemeene stemmen aangenomen.

Punt 6 der agenda komt nu aan de orde. De Voorzitter wijst er op, dat de voordrachten (blz. 650,651) abusievelijk niet alphabetisch zijn.

Bij de plaatsvindende stemming — waarbij op verzoek van den voorzitter de heeren Klobbie en Rouffaer het Bestuur behulpzaam zijn — wordt met 17 van de 18 uitgebrachte stemmen (1 stem was van onwaarde) gekozen de heer Jan Rutten en met 14 van de 18 stemmen Dr. P. A. Meerburg. Aan beiden zal kennis worden gegeven van hunne benoeming.

De Voorzitter brengt nu den dank der Vereeniging aan de met 1 Januari 1911 aftredende bestuursleden Holleman, Baucke en Jorissen.

Hij herinnert o. a. er aan, dat eerstgenoemde als voorzitter de Ver- eeniging twee jaren heeft geleid en dat de heer Baucke verscheidene jaren het roer der vereeniging in handen heeft gehad en zijn beste krachten aan haar heeft gegeven ; ook gedenkt hij de dubbele functie van den heer Jorissen als bestuurslid en rédacteur van het Chem. Weekblad.

Tot secretaris wordt vervolgens bij acclamatie benoemd de heer Jan Rutten, van Wien de Voorzitter mededeelt, dat hij zieh bereid heeft ver- klaard, deze vroeger reeds door hem vervulde functie op zieh te nemen.

Bij acclamatie ook vindt de benoeming plaats van den heer Jorissen tot rédacteur van het Weekblad. Tevens wordt diens salaris vastgesteld op het in de begrooting genoemde bedrag, waarbij de Voorzitter

(9)

opmerkt, dat zijns inziens de belooning onvoldoende is, doch op het oogenblik de geldmiddelen geen hoogere toelage veroorloven.

De heer Jorissen, die bij de behandeling dezer twee voorstellen en de daarbij door den Voorzitter gegeven toelichting niet aanwezig was, antwoordt — na weder ter vergadering te zijn gekomen - op de vraag van den Voorzitter, of hij zijn benoeming aanneemt, toestemmend.

Bij de nu volgende stemming voor een lid der redactiecommissie (niet-bestuurlid) biijkt Dr. Reichek 36 en de heer Baucke 2 stemmen op zieh te vereenigen. Aan eerstgenoemde zal van zijn benoeming kennis worden gegeven.

Vervolgens wordt de begrooting (zie blz. 623) toegelicht door den penningmeester, Prof. Hondiüs Boldingh. Hij wijst o. a. op de voor- gestelde verhooging van de contributie der buitenlandsche leden met fl.-, n.l. het bedrag der extra-porti. Een bijdrage van f 100.— in de kosten van de uitgave der physico-chemische tabeilen (zie blz. 61) wordt voorgesteld, in overeenstemming met hetgeen andere vereeni- gingen reeds toezegden (zie o. a. blz. 624 en 625)- Aan den omvang van het Weekblad wordt een limietr gesteld door de voorgestelde 10 extra-veilen ; deze zal dus + 1000 blz. bedragen.1) De honoraria voor de bij- dragen zijn slechts p.m. op de begrooting gebracht. Het is de bedoeling zuiver-wetenschappelijke bijdragen niet te honoreeren. De voor andere op- stellen of mededeelingen gewenschte of noodzakelijke honoreering zal kunnen plaats vinden uit het bedrag van onvoorziene uitgaven (dat, daar in 1911 geen conferentie voor voedingsmiddel-scheikunde zal worden gehouden, verhoogd kan worden tot f 175) en misschien ook uit ’t

„saldo”. De Heer Backer merkt op, dat het Chemisch Jaarboekje niet op de begrooting voorkomt. De Voorzitter antwoordt, dat het Bestuur na uitvoerige besprekingen besloten heeft voor te stellen het Jaarboekje niet langer gratis aan de leden te verstrekken, in elk geval niet in 1911. De Heer Backer wijst er op, dat het Jaarboekje een aantrekkelijkheid voor het lidmaatschap der Vereeniging is en vraagt, of een uitgave in beknopteren omvang niet mogelijk zou zijn.

De Voorzitter antwoordt, dat de nu te nemen beslissing alleen geldt

’t jaar 19112) ; men kan in den loop van het aanstaande jaar zien, hoe ’t met de geldmiddelen loopt. Dr. Montagne vraagt of de adres- lijsten van chemici, die hij van groot belang acht, nu misschien in het Weekblad worden opgenomen. De Voorzitter zegt, dat, indien

1) 62 veilen = 992 blz.

2) dus het jaarboekje 1911—1912, dat in Sept. 1911 zou moeten verschonen.

Het jaarboekje 1910—1911 komt in Sept. 1910 uit.

(10)

de kosten niet te hoog zijn, aan dezen wensch gevolg zou kunnen worden gegeven.

De voorzitter wijst er nog op, dat aan het Huishoudelijk Reglement een artikel moet worden toegevoegd, inhoudende dat de binnenlandsche leden het Weekblad gratis ontvangen en de buitenlandsche leden slechts de extra-porti zullen vergoeden.

Zoowel dit artikel als de begrooting worden nu bij acclamatie aangenomen.

Punt 10 komt daarop aan de orde. Met het oog op den tijd worden de genoemde verslagen niet voorgelezen. Zij volgen nu hieronder.

Verslag van de Historische Commissie over 1909.

Voor het aanschaffen van boekwerken werd voor 1909 toegestaan een bedrag van f 50. — .

Tot op den datum, waarop dit verslag is opgemaakt (28 Dec. 1909), zijn in 1909 de navolgende boekwerken aangekocht en in de bibliotheek van het Van ’t, Hoff-Laboratorium geplaatst. *) De Commissie verzoekt de Alg. Vergadering goed te vinden, dat op de begrooting voor 1911 een bedrag van f 50.— worde uitgetrokken.

Utrecht —’s-Hertogenbosch, 28 Dec. 1909.

E. Cohen.

C. Hoitsema.

H. P. M. VAN DEK HoKN VAN DEN BOS.

Boerhaave (H.). Elementa Chemiae. Editio altera, Leydensi multo correctior et accuratior. Parisiis, 1733, 2 dl., 4°.

Elzevier (Kobnelis). Lexicon Galeno-chymico-pharmaceuticum, of Apothekerswoordenboek. Vervattende de voorschriften der samen- gestelde geneesmiddelen, die in alle bekende dispensatorien worden gevonden. Amsteldam, 1755, 2 dl., 4°.

Heid (A. de), ’t Nieuw-ligt des apothekers of nieuwe gronden en fondamenten der Arztenien Chymise-bereiding. Vermeerdert met eenige Nooten en geleerde voorschriften van de Heeren Sylvius, Willis, Blankaart etc. 5e dr. Amst., 1683, 12°.

Verwer (de volmaakte) of nieuwe en algemeene onderwysing om de wol en wollen manufacturen als ook de Hoeden te Verwen, van de soorten van Kleuren en de voortqueking der Ingredienten die daar toe gebruykt werden. Uit ’t Frans in ’t Nederduyts ver- taald. Leyden, 1733, 12°.

Digby (Kenelmus). Theatrum Sympateticum ofte Wonder-Toneel des i) Zie ook Chem. Weekblad 1907, 856; 1908, 857, 861; 1909, 546.

(11)

Natuurs Verborgentheden benevens twee vervolgen door N. Papinius en A. Kircherüs. Amsterdam, 1681, 12°.

Blankaart (Steph.). Collectanea Medico-physica oft Hollands Jaar- register der genees- en natuurkundige aanmerking van gants Europa etc. Beginnende met 1680 en eindigende met 1688. Bij een versamelt door Steph. Blankaart, Amsterdam, 1680-1688, 3 dl. in 1 bd.

met curieuse platen.

Boerhaave (H.). Institutiones et expérimenta chemiae. 2 dl. Parisiis, 1724 (zeldzaam).

Glauber (J. R.). Operis minerale, 3 dl. in een bd., Amsterdam, 1659 (zeer zeldzaam).

Glauber (J. R.). Furni novi philosophici, sive descriptio arti destilla- toriae novae, nec non spirituum oleorum, florum aliorumque medi- camentorum etc. 5 dl. in 1 bd., Amst. 1651.

Henry (W.). Chemie voor beginnende liefhebbers, vertaald door J. B.

Trommsdorff, vermeerderd en uitgegeven door A. Ypey, 2e druk, Amst. 1806.

Tollius (J.). Fortuita in quibus, praeter critica nonnulla, tota fabularis historia graeca Phoenicia, Aegyptiaca, ad Chemiam pertinere afferitur.

Amst. 1687.

Verslag van de Bibliotheekcommissie over 1909.

In de samenstelling der Commissie kwam verandering door het ontslagnemen van Dr. J. C. H. Kramers S. J. en het toetreden van den Heer H. J. Backer, chem. docts. en Dr. G. van der Sleen. Het aantal leden bedraagt thans 11.

Een aangevulde en verbeterde uitgave der Boekenlijst verscheenin het Chemisch Jaarboekje : 1909-1910. Zij’beslaat daarin 110 bladzijden.

In December 1909 leed de commissie een verlies door het overlijden van Dr. M. Greshoff, die — hoewel niet tot haar leden behoorende — ook dit jaar weer een werkzaam aandeel had genomen in de aan- vulling en verbetering der Boekenlijst.

De Commissie hoopt in 1911 weer een nieuwe uitgave van de lijst het licht te kunnen doen zien. Namens de Commissie:

1 Januari 1910. W. P. Jorissen, Voorzitter.

H. Baucke, Secretaris.

Bij de vervolgens plaatsvindende stemming voor een lid der Com- missie voor de Conference over Yoedingsmiddelscheikunde verkrijgen Dr. Barendrecht en Dr. Wi.is resp. 12 en 6 stemmen, zoodat eerstge- noemde gekozen is ; hem zal van zijne benoeming kennis worden gegeven.

(12)

Op voorstel van het Bestuur wordt de Commissie voor het nazien van de rekening en verantwoording over 1909 herkozen voor dezelfde functie ten opzichte van het jaar 1910.

Bij punt 13 merkt de Voorzitter op, dat Weekblad en Jaarboekje reeds bij de begrooting ter sprake zijn gekomen en nu alleen moet worden vermeld een uitnoodiging om vertegenwoordigers te willen afvaardigen van de Ned. Chem. Yereeniging naar het „Congrès d’hygiène alimentaire”, te Brussel in dit najaar te houden.

Op voorstel van het Bestuur worden bij acclamatie gekozen Prof.

Wijsman en Dr. Voerman.

Nadat de Voorzitter eenige woorden van dank heeft geuit over het welwillend beschikbaarstellen van eenige lokalen voor deze vergadering door den Directeur der Hoogere Burgerschool - hetgeen schriftelijk zal herhaald worden — en nadat hij in het bizonder de regelingscom- missie en Dr. Klobbie heeft dankgezegd voor de door hen genomen moeite, sluit hij te ongeveer half twee de vergadering.

Na het noenmaal (waarbij Prof. Jonker als gast der Yereeniging aanzat — Dr. Völker was verhinderd tegenwoordig te zijn —) werd een bezoek gebracht aan de Electriciteitstentoonstelling te Nijmegen en den volgenden dag aan de mijnen te Heerlen en te Nuth. Een der deelnemers aan dat bezoek was zoo welwillend ons het volgende verslag te zenden : Mijn promotie tot verslaggever brengt mij in de moeilijkheid ook iets te moeten'zeggen van iets, dat eigenlijk niet eens iets is : de tentoonstelling.

Naar de Elektrische Centrale gingen wij niet wegens gebrek aan tijd, wat jammer is, ook van wege het mooie gezicht op de Waal, dat zoodoende gemist werd, en het bleek op het tentoonstellings- terrein al heel gauw, dat wij daar te veel tijd hadden, want er was heusch niets te zien, dat van voldoend belang was voor wie er be- lang in zou kunnen stellen, en dus heelemaal niet voor wie buiten die lijn staan.

Een heel mooie collectie werk van de Automatic Screw Works (Nijmegen), die een overzicht geeft van de groote productie-verschei- denheid en productie-mogelijkheden voor heel en half automatische draaibanken, zal wel door de meesten onzer niet eens opgemerkt zijn, hoewel genoemde fabriek, die op dit gebied de grootste in ons land is, haar étalage door beweging en verandering attractief gemaakt had.

Op zoo’n heel kleine tentoonstelling van toegepaste elektriciteit is het wel niet te verwachten, dat daar - gegeven dat er toch al de helft afgaat voor inzendingen, die niets met elektriciteit te maken

(13)

hebben — niet zoo heel veel zijn kan op het gebied der elektro-chemie ; slechts de metaaldraadlarap was in deze richting een vertegenwoor- diger! De bedoeling is trouwens blijkbaar niet geweest iets anders te geven dan een zeer geschikte reclame voor aansluiting aan de Elektrische Centrale ; van eenige wetenschappelijke beteekenis totaal vrij zijnde, was deze tentoonstelling niet in Staat de groote en vele mogelijk- heden van de elektro-techniek in meer wetenschappelijken kring te toonen.

Een zeer gezellige maaltijd vormde den overgang, via een paar uur sporens, tot het bezoek aan de steenkolenmijnen te Heerlen, en dit zal de aanwezigen niet berouwd hebben.

De mijn Wilhelmina — in bijna vol bedrijf van 700 ton per dag (1000 ton per dag is vol bedrijf) — gold het bezoek.

Na een körte voorafgaande uiteenzetting van den directeur, den heer de Kat, w. i., was het niet moeilijk het, trouwens zeer een- voudige, bedrijf te volgen.

De motorische kracht is aan zoo’n steenkolenmijn in de günstige voorwaarde van een minimum brandstof-prijs, maar al te günstig moet men zieh dit niet voorstellen, want per slot van rekening maakt de brandstofuitgave voor de Centrale slechts ongeveer 1/6 uit van den kostprijs der geleverde kilowatt-uren

Al te minderwaardige brandstof sleept als nadeelen met zieh mee een (bij slechts 5-voudige verdamping) ongeveer dubbel zoo grooten en dus ook weer duurderen ketelaanleg plus de meerdere bediening en transport hieruit volgende.

Voor vele der niet elektro-technisch op de hoogte zijnde bezoekers was de Centrale een min of meer onbegrijpelijk complex van werk- tuigen, welker beteekenis nu ook niet zoo maar zonder meer kan begrepen worden,

Als hoofdstroom is gekozen de driefasen-stroom (draaistroom), èn ten einde door opvoeren der spanning in transformatoren tot 10000 Volt, verder afgelegen plaatsen nog economisch van el. stroom te kunnen voorzien, èn ter wille van het groote voordeel der driefase- motoren voor diverse bewegingswerktuigen in de wasscherij en zeeverij, pompen, Ventilatoren, enz. Maar voor het ophijschwerktuig is de ge- lijkstroom-motor — casu quo de serie-motor — meer de aangewezen beweger, omdat het ophijschen geschiedt met veranderlijke snelheid, iets, waartoe de driefase-motor zieh niet leent, daar deze ongeveer synchroon loopt met zijn generator.

(14)

Voor den gewonen kabeltrommel-motor was dus gelijkstroom noodig

— vandaar het nog weer eens apart maken van dezen in een dubbel wisselstroom — gelijkstroomaggregaat, verbonden aan een zeer zwaar vliegwiel voor bet opnemen der belastingsvariatie.

Achter dit dubbele aggregaat bevonden zieh drie Zoely-stoomturbine- generatoren voor driefasen-stroom ; daar achter stond, of liever gezegd lag, een direct door een cylinderstoommachine aangedreven lucht- compressor voor de druklucht der steenboren.

Het geheel omvat een 6000 P.K. en treffend was het, hoe weinig bedienend personeel daarvoor onder zulke omstandigheden noodig is.

De dubbele kabeltrommel is direct gekoppeld aan zijn elektromotor en de bediening geschiedde door één man.

Wie bijv. op de Dusseldorfsche tentoonstelllng de reuzen-ophaal- werktuigen gezien heeft, zal wel zeer aangenaam getroffen zijn door den eenvoud hier met elektrobedrijf.

De bedienende man bestuurt alle bewegingen op grond van ont- vangen seinen met één enkelen hefboom voor inschakeling en snel- heidsregeling en flxeert de ruststanden door een anderen hefboom.

Een groot voordeel van elektromoter-bedrijf boven dat met een gewone cylinder-machine is bijvoorbeeld ook, dat de hijschkabel niet is blootgesteld aan de zoo gevaarlijke schommelbelasting.

Het is ook voor niet-werktuigkundigen duidelijk, dat de beweging van het vliegwiel van een zuiger-stoommachine niet is een volkomen eenparige, doch dat deze — afhankelijk van de zwaarte — is min of meer periodiek. Dezelfde periodiciteit komt dus als trek op den kabel, die zoodoende blootgesteld wordt niet alleen aan de gewone met ruim voldoende zekerheid berekende spanning, doch ook aan superpositie van een periodisch veranderende spanning, m.a.w. de kooi, die aan den kabel hangt, krijgt een vertikaal schommelende beweging die tot voor den kabel levensgevaarlijke materiaalspanningen aanleiding geven kan.

De elektromotor heeft een eenparige beweging, heft dus de kooi met praktisch eenparige snelheid op, versneld en vertraagd bij aanvang en einde, doch niet periodisch slingerend ; dat is een van de groote voordeelen van elektromotor- boven anderen aandrijf.

De wasch- en sorteerinrichting behoeft geen nadere beschrijving.

Alweer een zeer genoeglijk diner, dat den overgang vormde via een rijtocht naar de mijn Emma, waar nog heelemaal geen bedrijf was, doch zooveel te meer belangrijks kon gevonden worden, omdat hier gezien werd de in chemischen kring zeker nog niet zooveel bekende

(15)

méthode van schachtbouw in slappen grond door de méthode van bevriezen.

Onze begeleider, de heer De Kat, gaf weer eerst even een kort en duidelijk overzicht van wat wij zouden zien. Een schacht van ongeveer 4.50 M.diameter te maken in slappen grond, en over een diepte van ik meen zooiets van 200 Meter, is een technisch probleem, dat - nu ja, opgelost is door de bevriesmethode — maar vroeger nu volstrékt niet zoomaar zonder heel wat moeielijkheden te doen was.

Een koelinstallatie van groot vermögen onttrekt 1.000.000 Cal. per uur aan een koelvloeistof en, met behulp van deze en een kring van vertikale koelbuizen, is het mogelijk om de geprojecteerde schacht een ijscylinder te vormen van eenige meters dikte. Gemakshalve denke men zieh een massieven cylinder van bevroren zand, enz. In dezen cylinder wordt de schacht gemaakt, d.w.z. een kern wordt... uitgegraven had ik haast gezegd, maar het is voor het meerendeel bevroren, dus uitgehouwen.

De eigenlijke schacht wordt opgebouwd uit gietijzeren Segmenten.

Deze Segmenten, aan de zijkanten, onder- en bovenkanten vlak geschaafd zijnde, kunnen zeer doeltreffend door een „pakking” van loodplaat onderling door bouten verbonden worden en vormen zoo een gietijzeren cylinder met een wanddikte van onderaan + 50, bo- venaan + 30 mM. Ten overvloede wordt deze cylinder nog van buiten aangegoten met cement.

Dat bevriezen duurt + 2 maanden ; als de schacht voltooid is, wordt alles weer door warm water ontdooid.

Dit laatste zou niet noodig zijn, ware het niet dat het van belang is de koelbuizen weer voor een volgende schacht ter beschikking te hebben.

Zeer voldaan over hetgeen gezien was, eindigde de excursie met een rijtocht naar Sittard, belangstellenden gelegenheid gevende tot kennismaken met het landelijk Limburg.

Zoo begon en eindigde deze algemeene vergadering tot aller deel- nemers genoegen.

Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam Vergadering van Zaterdag 25 Juni 1910.

A. F. Holleman en T. van der Linden. „ Over de halogeneering der monohalogeenbenzolen.”

De chloreering en bromeering van chloor- en broombenzol werden met ijzer en aluminium als katalysator quantitatief bestudeerd. Op

(16)

de méthode ter quantitatieve afscheiding der dihalogeenbenzolen uit de reactieproducten kan hier niet worden ingegaan : de samenstelling der verkregen mengsels werd bepaald volgens de reeds vroeger be- sproken méthode (Chem. Weekbl. 1910, pag. 313).

Aluminium gaf in parallelproeven vrij uiteenloopende waarden ten- gevolge van zijn specifleke werking : het para-isomeer in meta om te zetten. IJzer vertoont deze werking niet: de parallelproevengaven volkomen overeenstemmende waarden. De katalysator bleek verder een belangrijken invloed uit te oefenen op de relatieve hoeveelheden der ontstane isomeren. Bij de chloreering van chloorbenzol — hier gaf Al zeer weinig of niet uiteenloopende waarden bij parallelproeven — werden verkregen :

met Al 65,7 p 29,7 o 4,6 m.

met Fe 55,1 p 39,0 o 6,0 m.

Bij de bestudeerde chloreeringen bevordert Al de vorming van para, Fe die van ortho; bij de bromeeringen is dit gedragjuist omgekeerd.

Het ontstaan van meta als bijproduct werd niet alleen indirect uit de waargenomen stolpunten geconcludeerd : m-di-Cl-benzol kon uit het reactieproduct als sulfamied zuiver gewonnen worden.

Van de vele resultaten worden hier de met ijzer verkregene weer- gegeven:

Invoering van

in CfiHcCl o. m.

in CfiHcBr o. m.

Cl Br

55,1 39,0 6,0 87,9 11,2 1,6

51,7 41,8 6,6 84,6 13,4 1,8

De discussie der resultaten leidde tot de vraag, of in het algemeen bij de invoering van een substituent in monohalogeenbenzol meta als bijproduct ontstaat. Dit bleek niet het geval te zijn: een hernieUwd onderzoek over de nitratie van chloorbenzol door Mej. v. d. Goot leerde de totale afwezigheid van het meta-isomeer in het reactie- product kennen.

Dit wordt in verband gebracht met de door Hollbman en Boeseken gegeven beschouwingen over het mechanisme der substitutie (Kon.

Acad. Dec. 1909).

Uitvoerig wordt ten slotte besproken de invloed, dien de intredende substituent heeft op de relatieve hoeveelheden der ontstane isomeren.

Terwijl de reeds aanwezige substituent het type (o, p of m) beheerscht, blijkt ten duidelijkste (zie de tabel), dat zeer groote veranderingen in

(17)

de relatieve hoeveelheden op kunnen treden door den intredenden substituent.

Ada Peins. „Kritische verschijnselen in het ternaire stelsel aether- anthrachinon-naphtaline.”

Het experimenteel onderzoek van dit stelsel heeft een volkomen bevestiging opgeleverd van de théorie van Smits (Versl. Kon. Acad.

1909, p. 122). De kritische eindpunten van het stelsel aether-anthra- chinon blijven bij toevoeging van weinig naphtaline bestaan ; ze naderen tot elkaar, om reeds bij 473 °/0 naphtaline te zijn verdwenen. Door bepaling van de drukken der kritische eindpunten kan de ternaire plooipuntslijn (vloeistof en damp kritisch in tegenwoordigheid van vast antrachinon) geconstrueerd worden in p—T-projectie: ze vertoont een minimum bij een zeer gering gehalte aan naphtaline.

E. H. Büchneb. „ Onderzoekingen over het radiumgehalte van ge- steenten. I.”

Strutt heeft de théorie, volgens welke de atmosferische radioacti- viteit haar oorsprong vindt in het vrijwel alom tegenwoordig zijn van radioactieve stoffen in de aardkorst, experimenteel bevestigd door vast te stellen, dat een aantal gesteenten een hoeveelheid radium bevatten van de grootte van ongeveer 1.5 X 10~12 gram per gram gesteente.

Vooral het quantitatieve resultaat eischte bevestiging, waar de gevonden hoeveelheid grooter is, dan die, welke noodig is om de aardoppervlakte op constante temperatuur te houden. Deze toch bedraagt volgens Rutherford: 4.6 X 10-14 gram radium per gram massa.

Sehr, onderwerpt nu verschillende Nederlandsch-Indische gesteenten aan een onderzoek op hun gehalte aan radium ; de resultaten bevesti- gen geheel die, welke Strutt verkregen heeft. Voor de uitvoerig beschreven analyse-methode zie men de verhandeling.

P. E. C. Scheffer. „ Over den continuen samenhang tusschen de drie- phasenlijnen, welke de evenwichten tusschen de beide componenten in vasten toestand respect, naast vloeistof en damp aangeven in een binair stelsel.”

Om inzicht te krijgen in den samenhang der driephasenlijnen SaSbL en SaSbG, bestudeert schrijver eerst aan de hand van een v-x . en een p- x . diagram het beloop der lijnen SA-Fluide en SB-Fluide, vervolgens de veranderingen, die daarin optreden bij verandering van temperatuur. De conclusie is, dat er een temperatuurtraject bestaat, waar drie driephasendrukken (SASB-Fluide) bestaan, waarna de onder-

(18)

linge samenhang der genoemde driephasenlijnen voorgesteld blijkt te worden door een z.g. kam.

A. Smits en H. L. de Leeuw. Over het unaire, tri-moleculaire, pseudo-ternaire stelsel acet-, par-, en met-aldehyde.

Deze verhandeling geeft aan de hand van experimenten voor het eerst een afdoende verklaring van de vele tegenstrijdige opgaven in de literatuur omtrent den samenhang van metaldehyd met acet- en par- aldehyd. Schrijvers komen tot het bestaan van het volgende even wicht:

1

acetaldehyd paraldehyd 2 V* ff 3

metaldehyd

De afscheiding van vast metaldehyd uit afgekoeld acetaldehyd door weinig zwavelzuur en de daarop volgende langzame verdwijning van de vaste stof, vindt zijn verklaring hierin, dat deze katalysator de reactie 2 veel sterker beïnvloedt dan 1. Het innerlijk evenwicht in het binaire stelsel acet- en met-aldehyd ligt dus in het gebied, dat over- verzadigd is aan de laatste stof, terwijl het innerlijk evenwicht der drie componenten in het aan metaldehyd onverzadigde gebied ligt.

Met hulp van eenige ûguren wordt dit zeer duidelijk toegelicht.

Uit een en ander volgt, dat Hollemann bij zijn bekend onderzoek over het stelsel acet- en par-aldehyde niet met een binair, maar ten- gevolge van aanwezig metaldehyd met een ternair stelsel gewerkt heeft. Ook dit kon experimenteel bevestigd worden. Tevens bleek, dat het door dezen onderzoeker gevonden eutecticum in dit stelsel niet bestaat.

Voor de verdere theoretische beschouwingen zie men het origineel.

A. Smits en H. L. de Leeuw. „ Over het stelsel acetaldehyd-alcohol”.

Een onderzoek van Miss Homfbay en Colles (J. Ch. Soc. 87, 1484) gaf aanwijzingen voor het bestaan van verschillende verbindingen tusschen deze twee componenten.

Sehr, toonen nu in de eerste plaats aan, dat de verbindingen additie- producten zijn en 'niet lichamen, die zieh onder waterafsplitsing vormen.

Mengsels van alcohol en aldehyd, die een jaar lang bij gewone tem- peratuur bewaard waren, kleurden n.l. watervrij kopersulfaat na 15 minuten niet blauw.

De lijn der soortelijke gewichten -- bij 18° een dag na inenging bepaald - vertoont een zeer duidelijk maximum bij 50%, hetgeen dus reeds op een verbinding 1 : 1 wijst.

(19)

De kooklijn bij 699 mM. Hg vertoont niets bijzonders; die bij 398 mM. Hg wijst op een sterk gedissoceerde verbinding 1:1; die bij 97 mM. bovendien op een verbinding 1 : 2 of 1 : 3.

Calorimetrische proeven doen een maximum van reactiewarmte bij 50 °/0 kennen.

Ten slotte leert de smeltlijn met volkomen zekerheid het bestaan van twee verbindingen, t. w.: 1 op 1 en 1 aldehyd op 2 alcohol, kennen.

A. Smits en W. J. de Mooij. „ Over het stelsel chloor-zwaveldioxyde.

De reactie S03 + Cl2 S03C12 verloopt niet in het donkeren bij afwezigheid van een katalysator.

De bepaling der smeltlijn van dit stelsel bij 1 atm. druk onder deze omstandigheden bevestigt dit volkomen : het diagram vertoont meng- kristailen met een eutecticum bij —102°.3 en ± 1.5 mol. % S03. Er is geen sprake van een verbinding, hetgeen bovendien gecontroleerd kon worden door de volkomen oplosbaarheid der mengsels in water na afloop van de proef.

Over het gedrag van het stelsel in het licht zal later nader worden medegedeeld.

A. Smits. „Over kritische eindpunten in ternaire stelseis.”

Met behulp van een ternaire v-x-flguur wordt nagegaan het gedrag van het stelsel aether-anthrachinon bij toevoeging van alcohol als derde component. De wijzigingen, die deze figuur ondergaat bij ver- andering van temperatuur, worden besproken. üit de v-x-doorsnede voor een bepaalde verhouding van alcohol en aether is een p-x-diagram te construeeren en uit een opeenvolging van deze p-x-flguren wordt een p-T-figuur afgeleid, die een verklaring geeft van het experimenteel waargenomen feit, dat bij volumevergrooting boven de kritische tem- peratuur het driephasenevenwicht S + L -f- G kan optreden.

J. J. P.

Nederlandsche Chemische Vereeniging.

Den 22sten Juli is de volgende mededeeling ontvangen, die hierbij ter kenms van de leden zjj gebracht:

„Mijne Heeren.

„Ter gelegenheid van het XIV« Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres wordt, in September 1910, eene internationale Wetenschappelüke Tentoonstellmg ingericht, die ook voor het publiek zal toegankelijk zijn, en bygevolg naast een zuiver wetenschappelpke ook een praktische be- teekems zal hebben.

„Daar de zittingen van dit Congres zullen samenvallen met het Congres der Rechtsgeleerden en het Congres der Philologen, kan er stellig gerekend worden op een zeer talrÿke bijeenkomst in onze stad van al wat het Vlaamsche land aan geneesheeren, biologen, leeraars, ingénieurs, advocaten taalgeleerden en geschiedkundigen telt.

(20)

„Op vorige Congressen reeds werden gedeeltelÿke tentoonstellingen ingericht, en de bÿval, dien ze bij al de leden van het Congres genoten, is een waarborg voor het volkomen welgelukken der aanstaande Tentoon- stelling, die zieh in bÿzonder günstige voorwaarden voordoet, en waaraan de inrichters besloten hebben de grootste uitbreiding te geven.

Zÿ meenen dan ook te mögen rekenen op de medewerking van al de geieerden en al de vertegenwoordigers der wetenschappelÿke nÿverheid, eu noodigen ze uit ’t zÿ door hunne bfjdragen betreffende persoonlÿke onderzoekingen, ’t ztf door inzending hunner nieuwe voortbrengselen, de pogingen der Inrichtingscommissie te steunen, om van deze Tentoonstelüng een belangrÿk werk van wetenschap en van verspreiding te maken.

,,Zÿ roepen overigens uwe aandacht op de belangrÿke yoordeelen door het Belgisch Staatsbestuur verleend, die zeker zullen bÿdragen tot het welgelukken hunner onderneming.

„In de hoop, Mfjne Heeren, dat Gfi ons beroep op Uwe medewerking met günstig gevolg zult willen beantwoorden, bieden wfj U onze beste dankbetuigingen met onze welgemeende groeten aan.

De Inrichtingscommissie Dr. J. Fl. Boonboy. Dr. Is. Gunzbueg.

Dr. G. van dee Gucht. Apoth. 0. van Schooe.

„Reglement.

„1. De Tentoonstelüng (te houden in een later aan te duiden lokaal) zal open zjjn van den 17«® tot den 25<® September, van 10 uur ’s morgens tot 5 uur ’s avonds, en toegankelijk voor het publiek van den 19«® af.

„2. De Tentoonstelüng zal 4 hoofdafdeelingen bedragen: Afd. I. - Natuur- en Scheikundige Wetenschappen: Uitvindingen, nieuwe toestellen, demonstratiemateriaal, laboratoriuminrichtingen, lantaarns, micros- copen, toepassingen der photographie op wetenschappelijk gebied.

Yerzamelingen van Chemikalien en reagentiën, van geologische en kristallographische voorwerpen, enz. Technische toepassingen : mo- delten, plannen, enz. Afd. II. - Biologische Wetenschappen: Proef- en demonstratiemateriaal, dier- en plantenkundige verzamelingen;

fossielen; microscopische præparaten en micrographieën, enz. Afd.

III. — Geneeskundige Wetenschappen: Onderzoekingsmateriaal; ver- zamelingen van præparaten, radiogrammen, enz. — Toestellen voor heelkunde en physische geneeskunde. Inrichtingen voor operatie- zalen, sanatoria, electro-medicale en radiographische kabinetten. - Toestellen voor pharmaceutische bewerkingen. Afd. IY. — Boeken en Tÿdschriften. Folklore.

„3. Om aan de Tentoonstelüng deel te nemen moet men als lid van het Congres ingeschreven zÿn. Deze inschrÿving (5 fr.) verleent den tentoonstellers al de voordeelen, welke de leden tÿdens het Congres ëenieten.

e tentoonstellers betalen een plaatsgeld van 15 fr. per vierk. m.

grondvlakte en 6 fr. per vierk. m. muurvlakte. Yoor persoonlÿke wetenschappeljjke bydragen echter wordt de noodige ruimte koste- loos ter beschikking gesteld.

„5. De aanvragen voor de Tentoonstelüng moeten vöör den 15en Aug.

1910 aan Dr. Is Gunsbukg, 7, Schermerstraat, Antwerpen, gezonden worden. Bij elke aanvraag dienen nauwkeurig de Afdeeling, de aard der voorwerpen, de gewenschte plaatsruimte en de te verzekeren waarde vermeld te worden.

„6. De voorwerpen moeten te Antwerpen aankomen tusschen den 8en en den 14en September, en uiterlijk den 16«® ’s middags in orde staan. Voor alle inzendingen, die na den 14en toekomen, kan de voorbehouden plaats niet gewaarborgd worden.

„7. De voorwerpen moeten vrachtvrjj gezonden worden naar het lokaal der Tentoonstelüng aan het adres van Dr. G. van deb Gtjcht, secretaris van het X TVe Ylaamsch Geneeskundig Congres. (Het Belgisch Staatsbestuur heeft tolvrijen invoer der voorwerpen als doorvoerwaren verleend. Verdere inlichtingen betreffende de ver- zendingen zullen later aan de tentoonstellers bezorgd worden). De inzendingen moeten op duidelijke wÿze het adres van den afzender,

(21)

aan wien ze moeten teruggekeerd worden, dragen, tenzÿ hieromtrent ander bericht gegeven wordt. Yoor beschadigingen aan voorwerpen tÿdens het vervoer of by het uitpakken door de tentoonstellers of hnnne afgevaardigden overkomen, draagt de inrichtingscommissie geene verantwoordelÿkheid.

„8. De inrichtingscommissie gelast zieh met de schikking en de ver- siering van het lokaal. Zÿ duidt aan elk tentoonsteller de hem be- stemde plaats aan.

„9. Green enkel voorwerp mag vöör het sluiten der Tentoonstelling zon- der bÿzondere toelatmg van de commissie weggehaald worden.

„10. Yoor proefnemingen en demonstration wordt de electrische stroom (110 en 220 V.) kosteloos geleverd.

„11. Het herinpakken en terugkeeren der tentoongestelde voorwerpen geschieht door de zorgen van de inrichtingscommissie, in de oor- spronkelÿke inpakking.

„12. Medicamenten, bronwaters, e. a., zullen aan ziekenhuizen overgelaten worden, indien de afzenders geene andere bestemming opgeven.

„13. Al de voorwerpen worden op de kosten der commissie fegen brand- gevaar verzekerd.

„14. De inrichtingscommissie behoudt zieh het recht vöör alle inzendingen en schikkingen te weigeren, die niet met dit Reglement strooken.

„15. Aan de tentoonstellers, die daarvan den wensch uitdrukken, zal een diploma van deelneming afgeleverd worden”.

* * Candidaat-Lid:

J. D. Berkhout, Scheikundige aan de Artillerie-inrichting te Hembrug, voorgesteld door H. A. Rouffaer te Ouderkerk a/d. Amstel en Dr. W.

P. JoBissEN te Leiden.

Adresveranderingen : Dr. N. H. Cohen, Da Costaplein 15, Amsterdam.

Dr. C. K. Zijlstra, assistent aan het Station voor Bakkerjj en Maalderÿ te Wageningen, Hoogstraat 1.

H. Baucke, Ch. I., Secretaris.

Amsterdam, Da Costakade 104.

Personalia, vacatures, industrieële mededeelirigen, enz.

Dr. J. P. Wüite is bÿ Kon. Besluit van 1 Juli 1.1. benoemd tot hoofd- assistent bÿ den dienst der Rÿkslandbouwproefstations en werkzaam ge- steld aan het Rÿkslandbouwproefstation te Wageningen.

* * *

Bÿ het onderwÿs van den Hoogleeraar Dr. A. Smits, aan de anorganisch- chemische afdeeling van het scheikundig laboratorium der Universiteit van Amsterdam, is voor het studiejaar 1910—11 benoemd tot assistent de Heer G. P. Brouwer aldaar. * *

Aan de organisch-chemische afdeeling van het scheikundig laboratorium * van den Hoogleeraar Dr. A. P. Holleman, aan de Universiteit van Am- sterdam, is voor het studiejaar 1910—11 benoemd tot assistent de Heer T. van der Linden. * *

Men deelt ons mede, dat Dr. C. K. Zijlstra, van wien onlangs abusievelÿk werd vermeld, dat hÿ benoemd was tot assistent van het Rÿkslandbouw- proefstation te Wageningen, aangesteld is als assistent aan het Station voor Bakkerÿ en Maalderÿ aldaar. * *

De Heer H. Wuite is voor het studiejaar 1910/1911 benoemd tot assistent * van den buitengewoon Hoogleeraar Dr. Gr. Hondius Boldingh aan het scheikundig laboratorium der Universiteit van Amsterdam.

(22)

Bÿ Min. Besch, is eervol ontslag verleend, op verzoek: met ingang van 1 Aug. aan Dr. B. Q-. Eggink, als assistent bÿ de scheikunde (2e chem.

laborator.) aan de Rÿksuniversiteit te Groningen; aan Mej. C. den Holländer, als analyste bÿ den dienst der Rjjkslandbouwproefstations, werkzaam aan het proelstation te Goes; met ingang van 16 Aug. aan Mej. G. J. Bakgek, als assistent in de apotheek van de klinieken der Rÿksuniversiteit te Utrecht.

* * *

De Heer L. P. Wennigbr, thans te Loppersum, heeft wegens voortdurende ongesteldheid eervol ontslag aangevraagd als leeraar in natuur- en scheikunde aan het gymnasium en de H. B. S. te Winschoten.

B. en W. van Winschoten stellen den Raad voor den Heer E. M. van der Zijl, scheik. ing., aldaar, die tÿdelÿk voor den Heer Wenniger in de plaats is getreden, definitief te benoemen tot leeraar in natuur- en schei- kunde aan de genoemde inrichtingen.

» * *

B. en W. van Amsterdam stellen den Raad dier gemeente voor, op zÿn verzoek eervol ontslag te verleenen aan Dr. C. H. Brinkman, als leeraar in de wiskunde, de scheikunde en de warenkennis aan de Openbare Han- delsschool.

* * *

Opening Laboratorium Weltevreden. De „N. R. Ct.” ontleent aan „de Su- matra Post” dat den 24sten Juni het nieuwe Scheikundig Laboratorium te Weltevreden is geopend. Yolgens dat blad bevat het een groote zaal voor chemische proeven, een weegkamer, een kamer voor microscopisch onder- zoek, een donkere kamer, een verzamelkamer, een gloeikamer, een kamer voor elementairanalyse, en een lÿkenkamer. Alles is keurig ingericht en voorzien van de beste werktuigen. Het laboratorium is een belangrÿke verbetering en zal van groot nut zÿn voor den geneeskundigen dienst.

Den 27sten juni is te Medan de eerste vergadering gehouden van de Al- gemeene Vereeniging van Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra. Het bestuur werd samengesteld als volgt: voorzitter de Heer V. Ris, vice-voorzitter de Heer H. J. W. Westenberg, commissarissen de Heeren F. Feeudweiler, M. Imhof en H. Ketner.

* *

Tin-vrodudie. De tin-productie op Banka bedroeg in de maand April 1910 657,47 pikols. „Handelsberichten”, 21 Juli.

De Nederlandsche Handel-Maatschappjj, daartoe gemachtigd door den * Minister van Kolonien, heeft aan den handel bekend gemaakt, dat de in het volgend jaar te verkoopen hoeveelheid Banka-tin op dit oogenblik ge- raamd wordt op 225.000 picols.

In de Maashaven te Rotterdam is uit Narvik aangekomen het Zweedsche * stoomschip Sir Ernest Cassel, geladen met 10.192,820 K.G. ijzererts. Dit is, naar de N. R. Ct. verneemt, de grootste lading erts, welke ooit met een stoomschip in een Nederlandsche haven is aangebracht. * *

Congrès international de bibliographie et de documentation, Brussel 25—27 * Augustus 1910. Dit eerste internationaal bibliografisch congres is georgani- seerd door het „Institut International de Bibliographie”, in opdracht van een voorloopige Conference, die op 10 en 11 Juli te Brussel werd gehouden.

Yan het „Bureau permanent” van dit Instituut gaat dan ook de uitnoodiging tot bÿwoning uit. Genoemd bureau bestaat uit: Baron Descamps, minister van wetenschappen en kunsten, eerevoorzitter; E. Solvay, voorzitter; H.

La Fontaine en P. Otlet, algemeene secretarissen; Louis Masure, secre- tary ; Generaal Sébert, Mel vil Dewey en Haveland Field,] leden. Het blÿvend programma van het congres omvat de volgende onderwerpen: I.

Les sciences du Livre et la Documentation, II. L’organisation, l’entente col- lective et la coopération, III. Méthodes documentaires, IY. Les publications et les documents, V. Critique bibliographique. VI. Bibliographie, VII. Bi- bliothèques, VIII. Dossiers documentaires (Documentation, Encyclopédie),

(23)

IX. La Documentation iconographique, X. La Documentation administrative, XI. Archives anciennes.

Het algemeene onderwerp YII „bibliotheken” omvat ook o.a. de „samen- werking tusschen de bibliotheken” en de „leidende beginselen bÿ de keuze van werken”. (In deze richting zou een nationaal congres hier te lande nog wel een en ander te doen vinden : zie de boekenlijst en de tijdschriftenlijst in het Chemisch Jaarboekje). • *

Gouvemements-rubbercultuur in Indië. Aan het verslag van den dienst * van het Boschwezen over 1908 zÿ het volgende ontleend:

De culturen van caoutchouc leverende gewassen besloegen op ultimo 1908 een uitgestrektheid van 778B H.A., waarvan 6986 H.A. Ficus elartica, 728 H.A. Hevea brasiliensis, en 71 H.A. Oastilloa elastica.

In de culturen van 1908 werd de Picus voornamelÿk geplant indebosch- districten Japara en Ngawi en in de houtvesterij Ngarengan; de Hevea in genoemde houtvesterÿ en in West-Preanger, Pekalongan, Kendal en op Noesa Kembangan.

Ter gelegenheid van het XIVe Ylaamsch Natuur- en G-eneeskundig Congres * te Antwerpen, zal van den 17en tot den 25en September a.s., eene interna- tionale tentoonstelling worden gehouden, die eene physico-chemische, eene biologische en eene geneeskundige afdeeling zal omvatten.

De inrichters stellen zieh ten doel, in een zoo volledig mogelÿk geheel alles te vereenigen wat betreft den vooruitgang; in de laatste jaren zoowel op gebied der zuivere wetenschappen als in de verschillende vakken der toegepaste wetenschappen gemaakt.

Zij doen daarom een warm beroep op de medewerking van al de geleerden, in de hoop, dat al diegenen die beschikken over eenig deinonstratiemateriaal betreffende hunne persoonlyke onderzoekingen of over verzamelingen, die in eene der voormelde secties plaats vinden, deze voorwerpen aan de in- richtingscommissie, voor den duur der tentoonstelling, wei zullen willen toevertrouwen, en dusdoende zullen bjjdragen tot het welgelukken dezer be- langrÿke onderneming van wetenschappelÿke veropenbaring en verspreiding.

De inschryvingen worden ontvangen door Dr. Is. Gunzbubg, Schermer- straat 7, Antwerpen. Yoor alle inlichtingen zieh te wenden tot Dr. Yan dee G-ucht, Cuylitsstraat 11, Antwerpen, i) * *

Nederl. Indische Gas-Mmtschappij. Uit het verslag over 1909 blÿkt, dat de * vermeerdering van het gasverbruik over de gasmeters voor Batavia 9.5, voor Soerabaja 12.2, voor Semarang 9 en voor Buitenzorg 11.5 pet. bedroeg.

De vermeerdering van het aantal lichten en gasmeters was voor de vier plaatsen 6125 lichten en 704 meters, tegen resp. 5201 en 600 in 1908.

Het invertgasgloeilicht wordt meer en meer toegepast en hoewel het in vele gevallen goed voldoet, zÿn de resultaten nog niet onverdeeld günstig.

Het verslagjaar was het eerste, waarin de Maatschappÿ ook in West-Indië haar bedrÿf uitoefende. De directeur vertrok in September 1909 naar Para- maribo, teneinde den bouw der nieuwe fabriek aldaar na te gaan en de noodige voorbereidende maatregelen te treffen voor hare in-bedry'f-stelling.

De opening der fabriek had op 25 October d.a.v. plaats. Hoewel de exploitatie der gasfabriek te Paramaribo zieh niet ongunstig laat aanzien, is de duur van het bedrÿf nog te kort geweest, om daarover in dit verslag uitvoerig te kunnen berichten.

Door de werkstaking in de kolenmÿnen van Australie moesten, teneinde in de behoefte te voorzien, voorzoover geen Australische kolen meer ver- krÿgbaar waren, Engelsche, Amerikaansche en Indische kolen aangekocht worden; de bestede prÿzen overtroffen niet onbelangrijkdievandeloopende contracten voor Australische kolen, zulks tengevolge van den algemeen heerschenden woeligen toestand in de kolenmÿnen over de geheeie wereld.

Tengevolge van de stygende residuprÿzen kwam het voordeeliger uit, tot het stoken van steenkolen terug te keeren. Met het stoken van steenkolen werd in April 1.1. een aanvang gemaakt.

Het aantal door de electrische centrale verkochte eenheden was in het i) Zie omtrent nadere bizonderheden, deze tentoonstelling betreffende, blz. 705.

(24)

verslagjaar, niettegenstaande een flinke vermeerdering van het aantalaan- gesloten lampen, geringer dan in het vooraf'gaande.

De winst- en verliesrekening vermeldt als winstsaldo f434.284 (v.j. met f 88.526 agio op aandeelen, f495.503). Na aftrek van /'6600 (v.j. f 6687) bedrÿfs- belasting, f43.718 (f43.929) interest obligatieleeningen, /'26.625 (/24.404) onkosten, f4100 (f 4278) afschry'ving op dubieuse debiteuren, f5998 if88.526) voor toevoeging aan het reservefonds en /'20.000voorafschrijvingopfabriek en aanleg, blÿft er een winstsaldo van f827.841 (/'328.678), waaruit evenals v.j. 12 pet. dividend aan aandeelhouders wordt uitgekeerd over het geplaatste kapitaal ad f 2 millioen. Voor concessionarissen is f20.000 (f20.000), voor het verzekerings- en ondersteuningsfonds eveneens f20.000 bestemd. Aan tan- tièmes zal f40.000 worden uitbetaald. Blÿft per saldo 1 Januari 1910 f 7341.

* * *

De heeren A. Willink, fabrikant, en J. G-. ten Houten, kassier, beiden te Winterswÿk, hebben bÿ Gedeputeerde Staten van Gelderland conees- sie aangevraagd tot ontginning van zandsteen, steenzout, kalizout en steenkool over een uitgestrektheid van 4758.88 hectaren in die gemeente.

* * «

Aan het verslag over 1909 van de Naamlooze Vennootschap Suiker- cultuur-Maatschappÿ te Amsterdam zÿ ontleend, dat de totale rietopbrengst van de onderneming Assembagoes 912.076 picols bedroeg, d.i.

1340 picols per bouw bruto. De kosten van den aanplant bedroegen f 168.988 of f 248.27 per bouw bruto. Verkregen werd 76.714 picols suiker, welke f 6.62 per picol opbracht.

De caoutchouc-aanplant beslaat een oppervlakte van circa 39 bouw met totaal circa 4000 ficus-elastica-boomen, en bevindt zieh op de erfpachtsper- ceelen Banongan—Wringinanom. De stand der boomen is niet overal even günstig; blÿkbaar is het klimaat van deze streek voor dit gewas minder geschikt. Vermoedelÿk zullen in 1910 500 K.G. rubber geoogst worden. Het ligt niet in de bedoelingaandenFicus-aanplantverdereuitbreidingtegeven.

Op het zevende Middenstandscongres te Arnhem, kwam den * 2lsten Juli in bespreking de vervalsching van handelswaren.

Dr. G. L. Voebman, te Leiden, had over dit punt prae-advies uitgebracht, waarin hÿ tot de volgende conclusies komt:

Als de beste maatregelen ter bestrÿding van vervalsching zÿn te be- schouwen :

Een zoo goed mogelÿke vakopleiding voor elken tak van handel.

Een samenwerken der belanghebbenden, zÿ het door het op kleiner of grooter schaal in het leven roepen van „bedrÿfscontrôle”, zÿ het door slechts te koopen op „zuiverheidscontracten”, of door beide middelen Samen.

Een wettelyke regeling ter voorkoming van elk bedrog, wat of hoe dan ook, bÿ den handel van alle waren.

Eveneens was een prae-advies uitgebracht door Dr. A. van Raalte, te Dordrecht, en wel meer in ’t bizonder betrekking hebbende op leven s- middelen. Hÿ zegt o.a. :

Met het oog op de volksgezondheid, die door de vervalsching van levens- middelen op tweeërlei wÿze wordt bedreigd, behoort — en het schÿnt, dat tegenspraak hier vrÿwel is uitgesloten — de overheid zoo spoedig mogelÿk hare reeds te lang verwaarloosde plicht te doen en eene organisatie in het leven te roepen, die contrôle op eet- en drinkwaren uitoefent.

Het Rÿk zal dus het toezicht op eet- en drinkwaren in handen moeten nemen. Daarbÿ zal er niet sterk behoeven te worden gecentraliseerd. Bÿ eene groote mate van zelf'standigheid der afzonderlÿke diensten zal met plaatselÿke toestanden voldoende rekening kunnen worden gehouden.

Behalve in de zeer groote steden, waar één dienst een groot gebied (in casu veel Winkels) zal moeten bestrÿken, zal één rÿkskeuringsdienst z. i.

niet over een veel grooter gebied dan overeenkomt met 200.000 inwoners zÿn toezicht moeten uitoefenen. In totaal zouden er dan ongeveer 25 à 30 laboratoria moeten worden gesticht (of van de gemeenten, die nu reeds een keuringsdienst hebben, moeten worden overgenomen). De jaarlÿksche on- kosten zouden ongeveer f 300.000 bedragen, indien, wat veilig kan, de kosten van één dienst op f 10.000 per jaar worden geraamd.

(25)

Dit prae-advies was vergezeld van een proeve van wet, houdende bepa- lingen ten bestrjjding van de vervalsching van waren.

Na discussie werd besloten, dat het Bestuur zieh zal wenden tot de Regeering.

Nederlandsche Biblografie 1910. x)

M. J. van ’t Kbuys, Die quantitative Bestimmung von Baryumsulfat neben Substanzen, welche das Resultat beeinflussen. Zeitschr. i'.anal. Ohem. 49,393.

G. 0. A. van Dobp, Gleichgewicht im System Schwefelsäure, Ammonium- sulfat und Wasser bei 80°. Zeitschr. f. physik. Ohem. 73, 284.

G. C. A. van Dobp, Gleichgewicht im System Schwefelsäure, Lithiumsulfat und Wasser bei 30°. Ibid. 73, 289.

P. J. H. van Ginniken, Studies over normaalelementen. Academisch proef- schrift, Utrecht, 1910.

K. Gobteb, Beiträge zur Kenntnis des Kaffees (Dritte Abhandlung). Lieb.

Ann. 372, 237.

H. J. Hamburger und J. de Haan, Zur Biologie der Phagocyten VI. Wir- kung von Erdalkalisalzen auf die Phagocytose (Ca, Ba, Si, Mg). Biochem.

Ztschr. 24, 470.

C. Euwen, Piëzochemische Onderzoekingen. Academisch proefschrift, Utrecht, 1910.

M. G. J. M. Kebbosch, Yorming en verspreiding van eenige alkalolden in Papaver somniferum L. Academisch proefschrift, Leiden, 1910.

J. C. Habtogs, Quantitatief onderzoek over de nitreering van aniline en form-, aceet- en benzanilide. Academisch proefschrift, Amsterdam, 1910.

A. P. Holleman, Die direkte Einführung von Substituenten in den Benzol- kern. Ein Beitrag zur Lösung des Substitutionsprobiems in aromatischen Verbindungen. Kritische Literaturübersicht und experimentelle Unter- suchungen. Leipzig, Veit u. Comp., 1910, 516 blz.

Ernst Cohen, De beteekenis eener akademische opleiding voor den a.s.

docent bÿ het Middelbaar en Gymnasiaal onderwjjs. Voordracht, gehouden in de Vergadering der Algemeene Vereeniging van akademisch gevormde leeraren, te 's-Gravenhage op 1 April 1910.

Ernst Cohen, „Forceerziekte” der metalen. De Ingenieur, 1910.

H. van Ebp, Recherches sur les produits de la bromuration de l’orthonitro- phénol et du paranitrophénol. Rec. trav. chim. 29, 187.

N. L. Söhngen, Sur le rôle du méthane dans la vie organique. Ibid. 29,288.

J. Böeseken, Sur les produits de l’action des amines primaires sur les dinitrosacyles (glyoximeperoxydes). Ilième Communication. Ibid. 29, 275.

S. C. J. Olivier, Note sur le dosage gravimétrique du phénol. Ibid. 29, 293.

A. P. N. Franchimont, Contribution à la connaissance des monalkylnitra- mines. Ibid. 29, 296.

A. P. N. Fbanchimont, Remarque sur les trinltrophénylalkylnitramines.

Ibid. 29, 313.

A. H. W. Aten, Elektrizitätsleitung in Mischungen von Metallen und ihren Salzen (zweite und dritte Mitteilung). Zeitschr. f. physik. Chem. 73,578,624.

P. J. Montagne, Ueber die Beckmann sehe Umlagerung. Ber. deutsch, chem. Ges. 34, 2014.

J. E. van den Abend, Overzicht der organische Chemie, Breda 1910.

J. Kramebs, Beknopt leerboek der scheikunde, Nijmegen, L. C. G. Malm- BEEG, Z.j, (1910).

J. W. A. Haagen Smit, Aanwezigheid van chlorieden op zilveren munten en de invloed daarvan op de gehalte-bepaling.

i) Behalve Chem. Weekblad en Versl. Kon. Akad. v. Wetensch. Zie ook blz. 170, 297, 437 en 571. Men verplicht de Redactie zeer door toezending van afdrukjes of titels van verhandelingen, boeken, enz.

(26)

Ingekomen verhandelingen.

H. G. Jonker, Nieuwe opvattingen over de Geologie der „Zechstein”zouten eu de beteekenis daarvan voor bet voorkomen van zoutlagen in Nederland.

A. Völker, Quarzgut und Quarzglas, deren Eigenschaften und Verwen- dungsarten.

J. M. van Bemmelen, Over de plasticiteit der kleigronden.

Vraag en aanbod.

(aileen op verzoek van de inzenders worden de aanbiedingen en aanvragen meer dan éénmaal geplaatst.)

Ter over name gevraagd;

Een projectielantaarn, geschikt voor kalklicht (brander reeds aanwezig).

Eee schrÿfmachine.

Brieven met prijsopgaaf en uitvoerige inlichtingen aan de Redactie te senden Correspondentie.

F. te W. Behalve de boeken over alliages, genoemd op blz. 686 der vorige aflevering, kunnen wp U nog noemen het wetenschappelÿk overzicht, dat Ernst JäNECKE van de alliages geeft aan de hand van de phasenleer in zpn

„Legierungen”, Hannover 1910, 100 p.p., 47 fig.

* *

yBgr” Chemisch Jaarboekje 1910 - 1911. Aanvullingen en verbeteringen van de adreslijsten en van de lijst van particulière laboratoria in Nederland worden gaarne zoo spoedig mogelijk verwacht bij de Redactie.

* * *

F. te W. Ter aanvulling van de opgave van Dr. Wolvekamp over boek- werken betreffende alliages z\j nog vermeld, dat het boek van Guillet

„Etüde industrielle des alliages métalliques” zeer bizonder goed is, up to date en behoudens een paar punten ook betrouwbaar; zijn „étude théorique” is ook zeer aanbevelenswaard.

Verder zjjn nog Schenok „Physikalische Chemie der Metalle”, E. JäNECKE

„Legierungen” en Guertler „Metallografie’ (verschijnend) zeer goede boeken.

Sexton „Alloys” (non ferrous) en Law „Alloys and their industrial ap- plications” zpn mij aileen bij naam bekend.

In Guillet zjjn trouwens zeer vele literatuuropgaven vermeld.

Krupp „die Legierungen” en een dito boekje van Ledebur ziin hetaan- schaffen niet waard. Guettier „Guide pratique des alliages” is ook niet dàt; Thurston „Alloys, brasses and bronzes”, zijnde deel 3 van zqn „materials of engineering” bevat veel wetenswaardigs, maar ten slotte geeft Guillet in zÿn „Etude industrielle” den volledigsten ondergrond. Vosmaer.

* *

C. te B. De door U genoemde fouten in de tabel der Engelsche maten moet U in een oud Jaarboekje hebben gevonden. In den jaargang 1909-’10 komen zÿ niet meer voor (zie blz. 23).

* * *

Met het oog op het vermijden van extra-correctie-kosten is het noodig de manuskripten geheel gereed voor den zetter te zenden en die woorden, welke voor den zetter als vreemd kunnen worden verondersteld, d u i d e I ij k te schrijven.

• *

Een spoedige plaatsing in verband met prioriteits en andere kwesties kan slechts plaatsvinden, indien de inzendingen hoogstens 4 bladzijden bedragen.

Van andere verhandelingen is een grootte van hoogstens 8 bladzijden wen- sehelijk, ten einde twee er van per afievering te kunnen opnemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de laatste stand van zaken kijkt u op onze website raad.albrandswaard.nl bij

Het doet ons goed te constateren dat de Wtza hieraan een belangrijke bijdrage en verbetering levert, omdat zorgaanbieders die zorg leveren die geheel wordt betaald uit het pgb

In het advies van de Gebiedsraad is geen rekening gehouden met compensatie van de waardedaling van woningen die kan ontstaan nadat de windturbines zijn geplaatst Gaat de gemeente

De voorgedragen nieuwe leden van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit per 1 januari 2019 met terugwerkende kracht te

De fractie van het CDA draagt voor de commissie Samenleving Fons Mentink voor in plaats van Pim van Teffelen en voor de commissie Ruimte David Schaftenaar als plaatsvervangend

Het niet-verrekenbare deel (i.c. C433.899) is meegenomen bij de bepaling van de hoogte van het krediet. Het wel verrekenbare deel C-/+ C440.000) is niet meegenomen in het

In de commissie Ruimte is de vraag gesteld wat de verhouding is tussen het Milieubeleidsplan en het feit dat de gemeente bij bestemmingsplannen (bouw van woningen) in een

raadsverkiezingen in november 2018, waarbij met name in de provincie Groningen veel nieuwe gemeenten zijn gevormd. In deze ledenbrief informeren wij u over deze benoemingen.