• No results found

OPDRACHT FILMPOSTER SJABLONEN MAKEN 2017 HAVO 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OPDRACHT FILMPOSTER SJABLONEN MAKEN 2017 HAVO 3"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

OPDRACHTEN HAVO 3 – BIJLAGE 1

- Film opdracht deel 1 pagina 1

- Film opdracht deel 2 pagina 3

- Evaluatie pagina 6

- Pop-art opdracht pagina 7

- Handen opdracht pagina 9

- Handen opdracht lesformulier pagina 13

OPDRACHT FILMPOSTER – SJABLONEN MAKEN 2017 HAVO 3

De opdracht waar jullie de komende weken aan gaan werken is een opdracht over film en vormgeving.

Jullie gaan namelijk een filmposter ontwerpen door middel van het gebruiken van sjablonen.

Wat is een sjabloon?

Een sjabloon is een soort ontwerp gemaakt door middel van stempelen. Je knipt in dit geval een ontwerp uit papier.

Dit ontwerp kan van alles zijn, vormen, mensfiguren, dieren of wat je ook wil afdrukken.

Het ontwerp teken je eerst op papier. De delen die je wil verfen knip je uit, de delen die wit moeten blijven laat je dan zitten.

Hierna ga je met je spuitbus of verf over het ontwerp heen. Om het precies te laten zitten, zorg je ervoor dat je de zijkanten vastzet zodat het niet gaat schuiven. Als je dan het papieren ontwerp eraf halt, krijg je een afdruk van wat je uitgesneden hebt.

OPDRACHTEN

Opdracht 1.1

Kiest een film of een serie uit die je leuk vind. DIt mag je favoriete film zijn, maar zorg dat je er beeldend veel ideeën van krijgt. Het mag GEEN getekende of geanimeerde film zijn, het is de bedoeling dat jullie zelf namelijk met de vormgeving komen.

Opdracht 1.2

Zoek foto’s, posters, scene’s, acteurs, kostuums en etc van de film. Print plaatjes uit en verzamel deze op je proces blad. Schrijf notities en ideeën erbij waarbij je dit nodig vind. Zorg dat het een duidelijk beeld geeft van je film.

(2)

2

Opdracht 2

Maak drie ontwerpschetsen van de ideeën die je tot nu toe hebt voor je poster. De eisen voor het eindwerk staan op de laatste pagina. Kijk goed naar de eisen voordat je je schetsen gaat maken.

Opdracht 3

Maak een proef sjabloon van een van de details/kenmerken van je gekozen eind ontwerp. Dit proef sjabloon is om proeven mee te doen voor de kleuren. Als je namelijk de kleuren gaat spuiten, moet je goed kijken naar welke kleur onder gaat en welke kleur boven gaat. Door dit te oefenen heb je een goede basis voor je eind poster.

Opdracht 4

Werk je gekozen favoriete ontwerp uit in het groot. Kijk goed nog een keer naar alle eisen hieronder, want hierop wordt je beooreeld. Maak een plan voor hoeveel sjablonen je moet maken als ondersteuning. Het werk maak je op een ondergrond tergrote van een A3 vel.

EISEN

1. Minimaal drie details of kenmerken moeten samen komen in een geheel op het papier.

Je ontwerp is heel belangrijk, het is de basis voor je werk.

2. Denk na over de compsitie van alle details in je werk.

De kenmerken of details mogen NIET los van elkaar staan, ze moeten een geheel vormen.

3. Minimaal drie kleuren moeten verwerkt worden in het eindwerk.

Denk goed aan welke kleuren je nodig hebt.

4. Tekst mag, maar de titel mag NIET op het werk komen.

Het is de bedoeling dat ik uiteindelijk de film moet herkennen zonder de titel te weten.

5. Het hele blad moet gevuld worden.

Dit hoeft dus niet te beteken dat alles gevuld moet worden met het ontwerp, maar denk aan achtergrond kleuren, extra versiering om de onderdelen samen te laten komen en etc.

6. Kopieer niet zomaar een acteur, maar denk na over hoe je het gaat vormgeven.

Des te creatiever je bent met hoe je het vormgeeft, des te beter je hier scoort. Het is heel duidelijk als je gewoon iets hebt gekopieerd, dus wees hier creatief mee.

7. Je process moet je aan het einde van opdracht 1 tot en met 4 kunnen laten zien.

Bewaar dus alles netjes, en zorg ervoor dat je alles in een keer kan inleveren.

(3)

3

OPDRACHT FILMPOSTER – SJABLONEN MAKEN 2 2017 KLAS 3

Tot nu toe heb je voor de opdracht een film gekozen, minimaal zes bronnen gezocht op het internet en een ideeënblad gevuld met schetsen, plaatjes en alles wat je nodig hebt om aan de poster te starten.

Om de poster daadwerkelijk te maken, moet je de sjablonen gaan maken.

Om dit te oefenen, beginnen we stap voor stap met hoe je een sjabloon moet maken, als proef.

Stap 1:

Je kiest een beeld wat je gaat uitwerken. In dit geval heb ik gekozen voor een foto, jullie zullen zelf de afdruk moeten gaan tekenen.

Stap 2:

Het beeld wat je wil maken, teken je op een vel wit papier. Deze schets je eerst, als je klaar bent met de schets, teken je de lijnen die je wil hebben dikker, dit mag ook gedaan worden met een stift of een fineliner, om het extra nadruk te geven (zolang je maar eerst schetst).

Stap 3:

Wat je nu gaat doen is zorgvuldig kiezen welke stukken van de getekende vorm gekleurd wil en welke je wit wil laten. Dit noem je een negatief.

(4)

4

Bij de linker foto zijn alle witte delen uitgeknipt en de zwarte vormen zijn nog papier. Ik leg nu dus het uitgeknipte sjabloon op het papier en ga met blauwe verf over het papier heen waar de gaten zijn. Wanneer ik het sjabloon optil, zie je dat alleen de blauwe verf overblijft.

Wat je weg hebt geknipt noem je dan ookwel het negatief van het beeld.

Wat dus belangrijk is, kijk goed naar de vormen die je wil vullen en de vormen die je leeg wil houden.

Stap 4:

Wil je meerdere kleuren op het blad doen, dat kan. Je volgt de stappen hierboven nogmaals, maar nu kies je een ander deel wat gekleurd moet gaan worden. In het geval hieronder heb ik eerst de linker kant zwart gedrukt met het eerste sjabloon en toen de rechterkant met een NIEUW sjabloon oranje gekleurd.

Je moet minimaal twee kleuren in je poster verwerken. Dus je moet ook minimaal twee sjablonen maken plus een proef sjabloon. Ben je sneller klaar dan de rest, is er ruimte voor een derde of zelfs vierde sjabloon en dus ook een vierde kleur. Hieronder staan de opdrachten stap voor stap en de eisen voor het eindwerk, waarop je beoordeeld wordt.

(5)

5

Opdracht 1.1

Kiest een film of een serie uit die je leuk vind. DIt mag je favoriete film zijn, maar zorg dat je er beeldend veel ideeën van krijgt. Het mag GEEN getekende of geanimeerde film zijn, het is de bedoeling dat jullie zelf namelijk met de vormgeving komen.

Opdracht 1.2

Zoek foto’s, posters, scene’s, acteurs, kostuums en etc van de film. Print plaatjes uit en verzamel deze op je proces blad. Schrijf notities en ideeën erbij waarbij je dit nodig vind. Zorg dat het een duidelijk beeld geeft van je film. Dit moeten minimaal 6 bronnen zijn.

Opdracht 2

Maak drie ontwerpschetsen van de ideeën die je tot nu toe hebt voor je poster. De eisen voor het eindwerk staan op de laatste pagina. Kijk goed naar de eisen voordat je je schetsen gaat maken.

Opdracht 3

Maak een proef sjabloon van een van de details/kenmerken van je gekozen eind ontwerp. Dit proef sjabloon is om proeven mee te doen voor de kleuren. Als je namelijk de kleuren gaat spuiten, moet je goed kijken naar welke kleur onder gaat en welke kleur boven gaat. Door dit te oefenen heb je een goede basis voor je eind poster.

(6)

6

EVALUATIE – HAVO 3 FILMPOSTER OPDRACHT

1.Welke film of serie heb je gekozen en waarom?

2. Welke details en stukken van de film/serie heb je gebruikt in je ontwerp en waarom? Gebruik hier voor je geschetste ideeën van je ideeënblad en de foto’s/bronnen die je hebt uitgeprint.

3. Welke kleuren heb je in je uiteindelijke ontwerp gekozen en waarom?

4. Welke compositie heb je gebruikt (maak hierbij een compositie schetsje) en beschrijf deze?

5. Wat ging er goed en wat ging er minder goed?

6. Als je het opnieuw zou mogen doen, zou je dan iets anders doen en wat dan?

7. Wat voor cijfer zou je jezelf geven?

(7)

7

POP-ART OPDRACHT HAVO 3 - 2017

Jullie gaan voor de volgende opdracht een soort tekst ballonnetje ontwerpen, met een uitspraak over school in het algemeen of over het Eckart. Deze tekst staat centraal, dus het ontwerp van je tekstballon (of denk ballon) moet passen bij je tekst, het lettertype moet erbij passen en de achtergrond tekening.

Opdracht 1.1

Schrijf een tekst, deze tekst moet jezelf bedacht hebben (mag best geïnspireerd op iets zijn, maar niet direct gekopieërd). Schrijf eventueel meerdere teksten als je nog niet zeker weet wat voor idee je wil uitwerken.

Opdracht 1.2

Kies een lettertype uit, zorg dat deze past bij je ideeën.

Opdracht 2

Je gaat drie schetsen maken voor het uiteindelijke werk. Deze schetsen zijn drie verschillende ideeën, of drie verschillende versies van één idee. Bij deze schetsen denk je aan het volgende:

Lettertype:

Je kiest een van de bestaande letterypes, is hij krullig, bol, rond, hoekig etc.

Lettertype

Uiteindelijk teken je dit lettertype over in je eindwerk.

Tekstballonetje:

Wat voor tekst ballontje ga je tekenen is belangrijk, sommige uitspraken zijn gedachtes en andere

(8)

8

uitspraken zijn negatief etc. Wat je wil zeggen moet ook duidelijk zijn in de manier waarop het tekstballonetje wordt weergegeven.

Achtergrond tekening:

De achtergrond moet een kleine voorstelling zijn om je uitspraak te benadrukken. Iemand moet natuurlijk de uitspraak zeggen, dit kan een persoon zijn, een dier of een ding. Denk hier goed overna! Je tekst moet het grootste deel van je eindwerk in beslag nemen, dus de achtergrond is ook echt achtergrond.

Opdracht 3

Je uiteindlijke schetsen worden een eind ontwerp. Dit werk maak je eerst met potlood en daarna ga je met verf het eind ontwerp maken. Veel strip tekeningen hebben harde zwarte randen om de tekening, dus denk ook na hoe je dit gaat doen. Werk het eindewerk netjes uit en zorg dat het een geheel wordt.

Veel succes!

Opdracht handen tekenen

(9)

9

Een handvat

Wat kun je al:

Wat ga je leren:

Materiaal:

Aantal lessen:

Schetsen

Stap voor stap werken Evalueren

Vormen leren schetsen (in dit geval een hand)

Plasticiteit aangeven in een schets Voorwerpen schetsen

Werken met gewassen inkt en eventueel ecoline

Slag- en eigenschaduw aanbrengen met gewassen inkt

Potlood HB

A3 papier voor de schetsen A4 papier voor het eindwerk Gewassen inkt

Ecoline voor mensen die snel zijn

4

En huiswerk

Handen zijn heel erg persoonlijk, iedereen hun handen zien er anders uit en werken anders. Je doet er ook elke dag alles mee, je houdt dingen vast, je maakt dingen zoals tekeningen. Tijdens deze opdracht is het de bedoeling dat we onze handen leren kennen en af te beelden, je moet ze als het waren kunnen herkennen tussen andere handen.

(10)

10

1. Oriëntatie

Je gaat eerst je handen leren tekenen, handen zijn nu eenmaal een van de moeilijkste delen van het lichaam om te tekenen, dit komt door alle details.

Stap 1:

Je tekent minimaal vier schetsen van je hand na, dit doe je NIET vanuit een foto maar juist vanuit het kijken naar je hand. De poses die je tekent zijn dynamisch, dus er zit veel beweging in de handen en je tekent dus geen hand na die plat op de tafel ligt.

Hoe je dit aanpakt is heel belangrijk.

- Je zorgt dat je hand verschillende poses heeft.

- Je let op de verschillende delen van de hand, elke vinger heeft delen (de vingerkootjes waar de beweging begint en alle spieren hiertussen).

- Je let op de schaduw, waar komt het licht vandaan en geef deze dan ook aan met je potlood.

Stap 2:

Wanneer je drie goede schetsen hebt gemaakt, kies je een van je schetsen uit. Vervolgens neem je de lichtbron die je bij het schetsen al hebt gekozen. Je gaat uiteindelijk een eindwerk maken van een hand die eits vasthoudt met gewassen inkt (en ecoline als je hier de tijd voor hebt).

Je gaat eerst oefenen hoe je met de gewassen inkt de hand plasticiteit kan geven.

Je gaat werken met slagschaduw en eigen schaduw, dus de schaduw op de vorm zelf en eventueel ook op een andere vorm. Deze oefening doe je alleen met gewassen inkt. Mocht er nog genoeg tijd zijn kun je ook eventueel oefenen met ecoline.

(11)

11 Stap 3:

Nu je hebt geoefend met handen tekenen en schaduwen aan te geven met gewassen inkt is het de bedoeling dat je weet in wat voor situatie je hand gaat plaatsen. Vanuit thuis maak je een foto met je mobiel van een voorwerp dat bij jouw past, je mag ook dit voorwerp ook meenemen als het niet al te groot is.

Voor je eindwerk ga je namelijk je hand dit voorwerp laten vasthouden of er iets mee laten doen. Het is de bedoeling dat het onderwerp zowel niet al te complex is en echt bij jou past. Dit kan je lievelings boek zijn, een muis van de computer omdat je graag games speelt, een vaas met bloemen omdat je vaak in de tuin werkt enzovoort.

Je denkt goed er over na en neemt de foto uitgeprint mee naar de les.

2. Uitvoering

Je hebt nu een goede basis voor het eindwerk. Je maakt een bladvullende tekening van je hand die een voorwerp vasthoudt. Deze maak je eerst met potlood, de hand wordt hier al heel duidelijk plastisch, dus zorg dat de

schaduwen al duidelijk aangegeven worden.

Hierna vul je het ontwerp in met de gewassen inkt, maak het ruimtelijk door het gebruik van de schaduwen.

Heb je nog tijd extra, kun je altijd nog met ecoline (een kleur) het beeld nog uitbreiden.

(12)

12

3. Evaluatie

Je maakt zoals altijd een korte evaluatie over hoe de opdracht ging. Beantwoord volledig de volgende vragen, geef niet alleen een ja/nee antwoord, maar bedenk ook goed waarom.

1: Welke houding heb je gekozen voor het eindwerk en waarom?

2: Welke kleuren waskrijt heb je gekozen en waarom deze kleuren? Wat voor sfeer wilde je krijgen met deze kleuren?

3: Wat voor voorwerp heb je gekozen en wat betekent deze voor jou?

4: Wat ging het beste en wat ging er minder en hoe komt dit dan?

5: Wat zou je de volgende keer anders doen?

6: Wat voor cijfer zou je jezelf geven voor deze opdracht en waarom?

Wat lever je uiteindelijk in:

- Je proces tekeningen op A3 van je handen - Je gewassen inkt testjes (en eventueel ecoline) - Je foto van het voorwerp

- Je eindwerk op A4 formaat

- Je evaluatie (op de achterkant van het A4 blad)

(13)

13

Klas: 3 Havo, 26 leerlingen

Projectperiode: 4 lessen x 50 minuten en huiswerk

Leerdoelen - De verhoudingen en de plasticiteit van een complexe vorm leren tekenen. Dit door middel van schetsen in veranderende standpunten waardoor ook het perspectief verandert (de beeldende aspecten).

- Leerlingen een zelfstandig kort proces laten opbouwen - Ze leren kijken naar een vorm en deze vertalen op papier

- Het beeld eigen maken door gebruik van persoonlijke toevoegingen - De techniek potlood gebruik en gewassen inkt inzetten

Beeldende aspecten - Vorm

- Licht (vooral door gebruik schaduw)

- Ruimte (vooral gebruik verkorting of afsnijding) - Compositie

- Kleur (differentiätie)

Voorbereidend werk Neem een object of een foto van een object mee wat voor jou staat en wat ik zou kunnen linken aan wie jij bent.

Algemene opdracht Ze leren het tekenen van een complexe vorm door eerst te oefenen met verschillende perspectieven, schaduwen te bepalen en dit uiteindelijk in te zetten in een eindwerk tekening.

Het voorwerp wat ze kiezen maakt het persoonlijker en bepaald ook de houding waarin de hand zal staan.

Structuur Vier lessen lang werken de leerlingen zelstandig aan de opdracht.

Sommige dingen zullen ze als huiswerk opkrijgen mochten ze het niet af krijgen.

Ze werken in 3 stappen:

 Oriëntatie

- schetsen vormen - Schetsen schaduwen

- Oefenen gewassen inkt (eventueel ecoline) - Voorwerp fotograferen of meenemen

 Uitvoering

Werken aan het eindwerk

Oefenen met gewassen inkt en ruimtelijk maken

 Evaluatie

Het schrijven van een evaluatie

Materiaal - Potloden HB en B3

- A3 papier - A4 papier - Gewassen inkt

- Ecoline (differentiatie)

- Persoonlijke voorwerp (foto of meegenomen) - Opdracht vel om terug te kijken voor details

Differentiätie Voor leerlingen die sneller zijn of een grotere uitdaging willen, kunnen de gewassen inkt versie voor het eindwerk uitbreiden door het gebruik van ecoline.

Dit geeft het werk een extra dimensie door kleur bij de beeldaspecten toe te voegen.

(14)

14

Uitgangspunten opdracht

De hand tekenen:

Ze leren hierdoor de beeldende aspecten en dus de vorm tekenen met alle details die hierbij horen zoals gebruik van schaduw, de delen van de hand en eventueel de kleur details.

Het voorwerp toevoegen:

Dit bepaald de houding van de hand, wat leerlingen moeilijk zullen vinden, want nu onstaat er een relatie tussen de twee onderdelen en moet de hand dus echt een vorm hebben.

Het maakt het project ook wat persoonlijker en zo kunnen ze laten zien wat voor hen belangrijk is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Wanneer er nu nieuwe iepen worden geplant, bijvoorbeeld in een nieuwbouwomgeving, is dat vaak een nieuwere soort, niet geënt en resistent tegen de iepenziekte. Niet alle

Bedenk voor het gesprek waar u zelf als mantelzorger mee geholpen zou zijn.. Praat er eventueel vooraf over met iemand uit uw familie- of

Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ (Marcus

"Je moet elkaar vlak voor de uitvoering van de euthanasie toch nog een keer aan kunnen kijken, en vragen: 'heb ik u echt goed begrepen dat u dood wil?'", Van der Schalk.

Zo oordeelde het gerechtshof Amsterdam op 2 juni 2015 dat de bankgarantie door de verhuurder alleen mocht worden ingeroepen voor opleveringsschade en de achterstallige huur

In mijn Legal Updates van 10 augustus 2015 en 21 april 2016 kwam aan de orde dat, als de huurder failliet gaat, de verhuurder ten aanzien van de boedel geen leegstandsschade

In de Legal Update van 10 augustus 2015 kwam aan de orde dat een door de huurder aan de verhuurder afgegeven bankgarantie bij een faillissement van de huurder slechts door

Een subquery die de plaats van een enkele waarde inneemt moet precies een cel groot zijn: veelal eenvoudige aggregatiefunctie-queries... Subqueries: tabel met een kolom: