• No results found

(Voor de EER relevante tekst)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(Voor de EER relevante tekst)"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/671 VAN DE COMMISSIE van 4 februari 2022

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft specifieke regels inzake door de bevoegde autoriteiten verrichte officiële controles van dieren, producten van dierlijke oorsprong en levende producten, door de bevoegde autoriteit te ondernemen follow-upacties in geval van niet-naleving van de identificatie- en registratieregels voor runderen, schapen en geiten of van niet-naleving tijdens de doorvoer door de Unie van bepaalde

runderen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoeder­

wetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 20, lid 2, punten a) en c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EU) 2017/625 bevat algemene regels voor door de bevoegde autoriteiten verrichte officiële controles van de naleving van de regels op verschillende gebieden, waaronder de diergezondheidsvoorschriften. In die verordening zijn ook methoden en technieken vastgesteld voor officiële controles, met inbegrip van inspecties van gebouwen, dieren en goederen waarover exploitanten zeggenschap hebben. Daarnaast voorziet Verordening (EU) 2017/625 in mogelijke acties die de bevoegde autoriteiten kunnen ondernemen in geval van vastgestelde niet- naleving van, onder andere, de diergezondheidsvoorschriften zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, punt d), van die verordening.

(2) Bij Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn met ingang van 21 april 2021 39 handelingen op het gebied van diergezondheid ingetrokken en vervangen. Sommige voorschriften van de bij of op grond van Verordening (EU) 2016/429 ingetrokken handelingen hebben echter betrekking op bepaalde bijzonderheden wat diergezondheid betreft van officiële controles en follow-upacties die op grond van Verordening (EU) 2017/625 moeten worden ondernomen in geval van vastgestelde niet-naleving zoals bepaald in artikel 138 van die verordening. Derhalve moeten in deze verordening dergelijke specifieke regels inzake officiële controles en inzake in geval van vastgestelde niet-naleving door de bevoegde autoriteit te ondernemen follow-upacties worden vastgesteld.

(3) Bijzonderheden van officiële controles en follow-upacties in geval van vastgestelde niet-naleving in verband met diergezondheid houden onderling verband. Zij zijn van toepassing op de volgende fasen van een bepaalde situatie en hebben zeer vaak betrekking op dezelfde typen exploitanten en inrichtingen. Wanneer specifieke follow-upacties nodig zijn, moeten zij worden vastgesteld samen met de voorschriften voor bijzonderheden van officiële controles in verband met diergezondheid. Zo wordt voorzien in een alomvattende reeks maatregelen die een gemakkelijkere uitvoering mogelijk maken en wordt bijgedragen aan de algemene vereenvoudiging van het rechtskader op dit gebied.

(1) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2) Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).

(2)

(4) Voor de uitvoering van officiële controles en follow-upacties in inrichtingen die overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 (3), (EU) 2020/686 (4), (EU) 2020/688 (5) of (EU) 2020/990 (6) van de Commissie zijn erkend, zijn specifieke diergeneeskundige kwalificaties en competenties vereist. Officiële controles in die erkende inrichtingen omvatten de beoordeling en verificatie van uiteenlopende specifieke gegevens over de dieren die daar worden gehouden. Sommige gegevens zijn het resultaat van waarnemingen bij de dieren en sommige worden verzameld en geregistreerd door exploitanten, gezondheidswerkers voor dieren, dierenartsen of gezondheidswerkers voor waterdieren. Die gegevens kunnen onder andere betrekking hebben op de fysiologische of pathologische toestand van dieren, epidemiologische factoren, de resultaten van fysieke, klinische of post-mortemonderzoeken en laboratoriumtests, en bioveiligheidsmaatregelen in inrichtingen en het correcte gebruik en onderhoud van uitrusting en faciliteiten.

(5) Wegens de complexe en technische aard van de activiteiten van inrichtingen voor levende producten moet de voor officiële controles verantwoordelijke bevoegde autoriteit bovendien over gespecialiseerde kennis beschikken om haar taken op efficiënte en doeltreffende wijze te kunnen uitvoeren.

(6) Daarom moeten officiële dierenartsen de officiële controles verrichten in erkende inrichtingen waar dieren worden gehouden of met levende producten wordt gewerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429. In deze verordening moeten regels voor de uitvoering van officiële controles in die inrichtingen worden vastgesteld.

(7) Bovendien bestaat in sommige lidstaten om historische redenen of als gevolg van een tekort aan dierenartsen die zich met ziekten bij waterdieren bezighouden, een gespecialiseerd beroep “gezondheidswerker voor waterdieren”. Zij zijn gewoonlijk geen dierenarts, maar beoefenen wel de geneeskunde met betrekking tot waterdieren. Daarom moet deze verordening het besluit van de lidstaten die dat beroep erkennen, respecteren. In die gevallen moet het voor officiële gezondheidswerkers voor waterdieren mogelijk zijn om activiteiten uit te voeren die zijn toegewezen aan officiële dierenartsen wanneer zij officiële controles in erkende aquacultuurinrichtingen verrichten. Overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 mogen deze gezondheidswerkers voor waterdieren activiteiten op het gebied van diergezondheid verrichten die aan dierenartsen zijn toegewezen indien zij daartoe naar nationaal recht gemachtigd zijn door de betrokken lidstaat. Dit principe moet ook in deze verordening worden opgenomen.

(8) Geconsigneerde inrichtingen onderscheiden zich van andere inrichtingen die op grond van Verordening (EU) 2016/429 worden erkend, doordat zij vaak veel verschillende diersoorten permanent houden en met andere geconsigneerde inrichtingen uitwisselen. Voorschriften voor de erkenning en de veilige exploitatie van geconsigneerde inrichtingen wat betreft quarantaine, isolatie en andere bioveiligheidsmaatregelen en maatregelen voor ziektebewaking en -bestrijding onder verantwoordelijkheid van de dierenartsen van de inrichting zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat de uitwisseling van dieren geen risico op verspreiding van in de lijst opgenomen of nieuwe dierziekten tussen of binnen lidstaten inhoudt. Derhalve moet worden gespecificeerd welke officiële controles in geconsigneerde inrichtingen moeten worden verricht.

(9) Wat officiële controles ter verifiëring van de naleving van regels inzake de identificatie en registratie van runderen, schapen en geiten betreft, moeten specifieke criteria worden vastgesteld om de bevoegde autoriteiten te helpen met de risicoanalyse voor de selectie van te inspecteren dieren en inrichtingen. Wanneer die officiële controles op een representatieve steekproef van dieren worden uitgevoerd en daarbij niet-naleving van de identificatie- en registratievoor­

schriften wordt vastgesteld, moeten de bevoegde autoriteiten als follow-upactie alle dieren in die inrichting inspecteren.

(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 115).

(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 1).

(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 140).

(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990 van de Commissie van 28 april 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheids- en certificeringsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren (PB L 221 van 10.7.2020, blz. 42).

(3)

(10) De doorvoer door de Unie van fok- en gebruiksrunderen die niet aan de diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie voldoen, is toegestaan op grond van specifieke afwijkingen en overeenkomstig specifieke voorwaarden zoals vastgesteld in de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/2124 (7) en (EU) 2020/692 (8) van de Commissie. Die doorvoer mag de dier- en de volksgezondheid in de Unie niet in gevaar brengen. In geval van niet- naleving, onregelmatigheden of een noodsituatie tijdens de doorvoer moet de bevoegde autoriteit daarom opdracht tot het slachten of doden van die dieren geven, aangezien dat de meest toepasselijke maatregel is om de dier- en de volksgezondheid te beschermen en het dierenwelzijn te waarborgen. In die gevallen moet de bevoegde autoriteit ook opdracht geven tot de veilige verwijdering van de resulterende dierlijke bijproducten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9).

(11) Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie (10) voorziet in administratieve sancties die moeten worden opgelegd wanneer niet-naleving van de voorwaarden of voorschriften voor de identificatie en registratie van runderen wordt vastgesteld. Die verordening is niet uitdrukkelijk ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035. Gezien de in artikel 138, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde maatregelen, zijn de in Verordening (EG) nr. 494/98 vastgestelde administratieve sancties bovendien overbodig geworden. Omwille van de rechtszekerheid en de consistentie moet Verordening (EG) nr. 494/98 bij deze verordening worden ingetrokken.

(12) Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, moeten de in deze verordening vastgestelde regels ook op het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1. Deze verordening vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2017/625 wat betreft bepaalde specifieke regels betreffende officiële controles door de bevoegde autoriteiten van lidstaten (11) met betrekking tot dieren, producten van dierlijke oorsprong en levende producten om naleving met de in artikel 1, lid 2, punt d), van die verordening bedoelde diergezondheidsvoorschriften te verifiëren en, indien nodig, wat betreft bepaalde acties die de bevoegde autoriteiten ondernemen naar aanleiding van officiële controles:

a) in bepaalde inrichtingen waar dieren worden gehouden;

b) in bepaalde inrichtingen waar levende producten worden gewonnen, geproduceerd, verwerkt of opgeslagen.

2. Deze verordening vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2017/625 wat betreft een specifieke actie die de bevoegde autoriteiten van lidstaten ondernemen naar aanleiding van officiële controles met betrekking tot bepaalde runderen die worden doorgevoerd.

(7) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsver­

ordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 73).

(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).

(9) Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoor­

schriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).

(10) Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie van 27 februari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad wat de toepassing van de minimale administratieve sancties in het kader van de identificatie- en registratie­

regeling voor runderen betreft (PB L 60 van 28.2.1998, blz. 78).

(11) Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.

(4)

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende in Verordening (EU) 2016/429, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990 vastgestelde definities:

a) “inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 27, van Verordening (EU) 2016/429;

b) “broederij”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 47, van Verordening (EU) 2016/429;

c) “verzameling”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 49, van Verordening (EU) 2016/429;

d) “verzamelcentrum voor honden, katten en fretten”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035;

e) “dierenasiel”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035;

f) “controlepost”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035;

g) “van de omgeving geïsoleerde productie-inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035;

h) “erkende quarantaine-inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688;

i) “geconsigneerde inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 48, van Verordening (EU) 2016/429;

j) “erkende inrichting voor levende producten”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686;

k) “erkende aquacultuurinrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990;

l) “erkende groep aquacultuurinrichtingen”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990;

m) “dierenarts van de inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 14, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035;

n) “rund”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692.

Artikel 3

Officiële controles in bepaalde erkende inrichtingen

1. Officiële dierenartsen of, in het geval van erkende aquacultuurinrichtingen en erkende groepen aquacultuurin­

richtingen, officiële dierenartsen of officiële gezondheidswerkers voor waterdieren verrichten officiële controles om de naleving te verifiëren van de diergezondheidsvoorschriften zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, punt d), van Verordening (EU) 2017/625 en zoals vastgesteld in en op grond van Verordening (EU) 2016/429, in de volgende soorten inrichtingen die door de bevoegde autoriteit zijn erkend:

a) broederijen en inrichtingen waar pluimvee wordt gehouden;

b) inrichtingen voor het verzamelen van hoefdieren en pluimvee;

c) verzamelcentra voor honden, katten en fretten;

d) dierenasielen voor honden, katten en fretten;

e) controleposten;

f) van de omgeving geïsoleerde productie-inrichtingen voor hommels;

g) erkende quarantaine-inrichtingen;

h) geconsigneerde inrichtingen;

(5)

i) erkende inrichtingen voor levende producten;

j) erkende aquacultuurinrichtingen;

k) erkende groepen aquacultuurinrichtingen.

In het kader van de in de eerste alinea bedoelde officiële controles wordt met name geverifieerd dat de voor de erkende inrichtingen verantwoordelijke exploitanten de erkenningsvoorschriften voor die inrichtingen blijven naleven.

2. De in lid 1 bedoelde officiële controles omvatten de in artikel 14, punt b), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde inspecties, die ten minste overeenkomstig de minimumfrequenties worden verricht, indien dergelijke frequenties in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/160 van de Commissie (12) zijn vastgesteld.

3. De in lid 2 bedoelde inspecties kunnen worden gecombineerd met:

a) de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde officiële controles;

b) andere officiële controles om de naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde voorschriften te verifiëren, of

c) andere officiële controles en inspecties waarin de Unieregels voorzien.

Artikel 4

Specifieke regels betreffende officiële controles in geconsigneerde inrichtingen voor landdieren

Tijdens officiële controles in geconsigneerde inrichtingen voor landdieren moet de officiële dierenarts met name:

a) aan de hand van de verplaatsingsgegevens verifiëren dat de dieren die in de betrokken geconsigneerde inrichting worden binnengebracht, uitsluitend van een andere geconsigneerde inrichting afkomstig zijn of in quarantaine zijn gehouden overeenkomstig deel 9, punt 1, van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035;

b) verifiëren dat op basis van de door de dierenarts van de geconsigneerde inrichting uitgevoerde klinische, laboratorium- en post-mortemonderzoeken elk vermoeden van de aanwezigheid van een in de lijst opgenomen of een nieuwe ziekte kan worden uitgesloten;

c) verifiëren dat, indien wordt vermoed dat een in de lijst opgenomen of een nieuwe ziekte aanwezig is, de voor de geconsigneerde inrichting verantwoordelijke exploitant de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stelt en het mogelijke risico op de verspreiding van die ziekte binnen en buiten de geconsigneerde inrichting beperkt, en

d) de activiteiten van de dierenarts van de geconsigneerde inrichting en de uitvoering en de resultaten van het in deel 9, punt 2, a), van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 bedoelde ziektebewakingsplan controleren en meer bepaald verifiëren dat het ziektebewakingsplan ten minste jaarlijks is herzien en bijgewerkt overeenkomstig die voorschriften.

Artikel 5

Specifieke regels betreffende officiële controles ter verifiëring van de naleving van voorschriften inzake de identificatie en registratie van runderen, schapen of geiten en betreffende follow-upacties in geval van niet-

naleving

1. Officiële controles ter verifiëring van de naleving van voorschriften inzake de identificatie en registratie van runderen, schapen of geiten omvatten de in artikel 14, punt b), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde inspecties van runderen, schapen of geiten in inrichtingen waar die dieren worden gehouden, die ten minste overeenkomstig de in artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/160 vastgestelde minimumfrequentie worden verricht.

(12) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/160 van de Commissie van 4 februari 2022 tot vaststelling van eenvormige minimumfrequenties van bepaalde officiële controles ter verifiëring van de naleving van diergezondheidsvoorschriften van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1082/2003 en (EG) nr. 1505/2006 (PB L 26 van 7.2.2022, blz. 11).

(6)

2. De in lid 1 bedoelde inspecties kunnen worden gecombineerd met:

a) de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde officiële controles;

b) andere officiële controles om de naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde voorschriften te verifiëren, of

c) andere officiële controles en inspecties waarin de Unieregels voorzien.

3. Naast de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde criteria houdt de bevoegde autoriteit bij de selectie van de te inspecteren inrichtingen in haar risicoanalyse rekening met de volgende criteria:

a) het aantal dieren in een inrichting;

b) de in een inrichting aanwezige en geïdentificeerde diersoorten;

c) significante veranderingen van het aantal dieren of van de diersoorten in de inrichting in de afgelopen vijf jaar, en d) alle andere door de lidstaat vastgestelde relevante criteria.

4. Wanneer een in lid 1 bedoelde inspectie wordt verricht, inspecteert de bevoegde autoriteit alle runderen, schapen en geiten in die inrichting.

5. Wanneer er in de inrichting meer dan twintig dieren moeten worden geïnspecteerd, mag de bevoegde autoriteit in afwijking van lid 4 beslissen om een representatieve steekproef van de dieren te inspecteren die voldoende groot is om 5 % van gevallen van niet-naleving met een betrouwbaarheid van 95 % te kunnen detecteren.

6. Wanneer overeenkomstig lid 5 een inspectie zoals bedoeld in lid 1 wordt verricht op een representatieve steekproef van dieren in een inrichting en uit die inspectie blijkt dat de voorschriften inzake identificatie en registratie niet zijn nageleefd, inspecteert de bevoegde autoriteit ook alle andere runderen, schapen en geiten in de inrichting.

7. In afwijking van lid 6 mag de bevoegde autoriteit beslissen om in die inrichting een representatieve steekproef van dieren te inspecteren die voldoende groot is om met een nauwkeurigheid van plus of min 2 % en een betrouwbaarheid van 95 % de niet-naleving in te schatten wanneer deze meer dan 5 % bedraagt.

Artikel 6

Follow-upacties in geval van niet-naleving tijdens de doorvoer door de Unie van bepaalde runderen

Wanneer zendingen runderen die aan specifieke diergezondheidsvoorwaarden voor de binnenkomst in de Unie voldoen, door de Unie worden doorgevoerd op grond van artikel 176, lid 1, punt b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, in samenhang met artikel 34, lid 1, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124, geeft de bevoegde autoriteit opdracht tot het slachten of doden van de dieren en de verwijdering ervan als categorie 2-materiaal zoals bedoeld in artikel 9, punt f), i), van Verordening (EG) nr. 1069/2009 indien tijdens de verplaatsing tussen de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie en de grenscontrolepost waar de zendingen het grondgebied van de Unie verlaten, niet-naleving wordt vastgesteld.

Artikel 7

Intrekking

Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie wordt ingetrokken.

(7)

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2022.

Voor de Commissie De voorzitter Ursula VON DER LEYEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1) Bij Verordening (EG) nr. 718/1999 is het beleid vastgesteld inzake de capaciteit van schepen voor het vervoer van goederen over de waterwegen in de lidstaten. 2) In het kader

Die bevoegdheden moeten overeenkomstig Verordening (EU) nr. De gekozen comitéprocedure is de onderzoeksprocedure. Artikel 25 vult artikel 6 aan wat betreft de vaststelling

1. Een moederonderneming zorgt ervoor dat de in afdeling 1 van dit hoofdstuk bedoelde vereisten inzake interne procedures, risicobeoordeling en personeel van

strumenten en in aanmerking komende passiva overeenkomstig artikel 21 af te schrijven of om te zetten, in staat is voldoende marktvertrouwen behouden gedurende

2100/94 van de Raad inzake het communautaire kwekersrecht bepaalde beschermingstermijn van 25 jaar voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen,

De lidstaten kunnen voertuigen die bestemd zijn voor het overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 561/2006 bedoelde vervoer waarvoor een uitzondering is

b) positiegegevens over derivatencontracten in euro. 648/2012 genoemde autoriteit die systeemrisico's voor de financiële stabiliteit monitort en waarvan de lidstaat

575/2013 staat in de Unie gevestigde instellingen toe een blootstelling aan een particuliere of openbare onderneming van een derde land te beschouwen als een blootstelling aan