• No results found

De optimale balans

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De optimale balans"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sociaal Werk in de Wijk

Het programma Sociaal Werk in de Wijk is een initiatief van het lectoraat Maatschappelijk Werk van Hogeschool Inholland en MOVISIE.

Het programma heeft als doel om professionals en maatschappe- lijke organisaties inhoudelijk en methodisch toe te rusten om vernieuwingen in beleid en uitdagingen in de samenleving op te kunnen pakken. Het gaat dan om concrete uitwerking van een groot aantal ‘hoe’-vragen:

Hoe ziet de ‘generalist’ eruit? Hoe kan deze generalist bijdragen aan vroegtijdig, licht en gericht interveniëren met inzet van ‘eigen kracht’, vrijwilligers en collectieve interventies? Hoe kan op sobere wijze vorm worden gegeven aan samenwerking tussen veel verschillende professionals in de wijk of rondom een cliënt (systeem)? Hoe ziet een bij de tijd passende ‘Body of Knowledge’

voor sociaal werk eruit?

Sociaal Werk in de Wijk is een programma dat gedragen wordt door het werkveld, en dat de komende jaren inspiratie, goede praktijken en concrete methoden zal bieden voor deelnemende organisaties en professionals.

www.sociaalwerkindewijk.nl Deelproject Informeel – formeel

Neem voor meer informatie contact op met:

Anita Peters T 030 789 2064 E a.peters@movisie.nl

Met dank aan de bijdragen van Esther Gotink en Shirley Hooijmans.

Deelproject ‘informeel – formeel’

Samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers

De optimale balans

Voor de samenwerking tussen beroepskrachten en informele zorg staat in een richtinggevend kader voor het welzijnswerk de term

‘optimale balans’ genoemd. Het is een van de bakens Welzijn Nieuwe Stijl. Informele zorg bestaat grofweg uit drie groepen: mantelzorg, vrijwilliger en hulp uit de buurt. Wie goed leest, ziet dat ‘optimaal’

betekent dat zorgvragers meer ondersteuning zouden moeten krijgen uit de buurt of uit het eigen persoonlijk netwerk. Wat betekent dit voor organisaties en de professional? Hoe kunnen zij toegroeien naar een organisatie waar informele zorg een hoofdrol speelt? En welke rol heeft de professional in Wmo-proof werken? Deze wordt o.a. bepaald door de relatie van de professional t.o.v. de betrokken informele zorger/helper en door normen en waarden van professionals, informele zorg en cliënten.

Allereerst kan de uitgangssituatie van de relatie tussen beroepskracht en de informele hulp heel erg variëren en daarmee ook de rol die de

professional heeft. Het meest dicht bij degene die hulp nodig heeft, staan mantelzorgers. Zij behoren tot het sociale netwerk van de ‘hulpvrager’

(familie, vrienden, bekenden). Professionals verhouden zich tot dit sociale netwerk als ondersteuner en medehulpverlener, de regie van informele zorg ligt bij het sociale netwerk. Een deel van de hulp kan ook worden uitgevoerd door andere informele helpers. Vrijwilligers, mensen die niet behoren tot het sociale netwerk van de vrager, maar die onbetaald hulp geven.

De cliënt of mantelzorger kan die hulp hebben ingeschakeld of de professional. Deze vrijwilligers kunnen deel uitmaken van dezelfde organisatie als de professional, maar kunnen ook onderdeel zijn van een eigenstandige organisatie, een buurthulporganisatie of een afdeling van een grotere landelijke organisatie, bijvoorbeeld de Zonnebloem of het Rode Kruis. Deze twee aspecten zijn medebepalend voor de mogelijkheden van de rol die de professional heeft in de organisatie van de zorg of hulp rondom de cliënt en de verantwoordelijkheid ten opzichte van de vrijwilliger.

De optimale balans vanuit het perspectief van de professional

Wat mag een vrijwilliger wel of niet doen? Deze vraag keert steeds terug in het vinden van een balans tussen formele en informele zorg. De

professional heeft verschillende belangen bij het aangeven van deze grens.

Professionals streven in de uitvoering van welzijnswerk waarden na als

‘maatwerk’, ‘kwaliteit’ en ‘dienstbaarheid aan de gezondheid en het welzijn van burgers’ (Freidson 2001 en Tonkens, 2008). Vanuit hun

beroepsopleiding hebben zij zich vakinhoudelijke kennis en vaardigheden eigen gemaakt die hen in staat stellen deze waarden tot uitvoering te brengen. Professionals zijn over het algemeen best bereid deze waarden, kennis en vaardigheden te delen met vrijwilligers, zodat vrijwilligers de minder ingewikkelde welzijnstaken (deels) kunnen uitvoeren en zij zelf de handen vrij hebben voor de meer ingewikkelde taken. In de praktijk blijkt echter dat onder meer door beperkte financiële middelen het lang niet altijd haalbaar is om vrijwilligers een (kort) cursus- of scholingsaanbod te bieden, waardoor inhoudelijke taken toch vaak bij de professionals blijven liggen.

(2)

Samenwerking

Het samenwerkingsvraagstuk is eigenlijk de kern van het deelproject Informeel – formeel in de wijk van het programma Sociaal werken in de wijk. Het samenwerkingsvraagstuk kent veel dimensies. In verschillende leaflet schetsen we de

perspectieven en dilemma’s die spelen bij die samenwerking. We doen dit vanuit de praktijk van buurthulpprojecten, met uitstapjes naar andere projecten waar de samenwerking met informele hulpverleners vorm krijgt. Aan de basis van deze leaflets ligt de kennisring van het deelproject Informeel – formeel van Sociaal werken in de wijk/ buurthulp.

Tevens maken we gebruik van onderzoeksresultaten (Gortink, E., Samenwerkend organiseren, wens of werkelijkheid?, 2012;

Hooijmans, S., De participatie- samenleving een utopie?, 2012).

Buurthulp

Buurthulp is een term die breed gehanteerd wordt voor tal van activiteiten op het gebied van hulp- en dienstverlening die buurtbewoners voor elkaar ondernemen. De manier waarop het georganiseerd wordt is zeer divers. Van strak opgezette buurthulpcentrales tot los-vaste netwerken tot de boodschap die je af en toe meeneemt voor de buurman die slecht ter been is.

Buurthulpprojecten zijn

georganiseerde projecten met een doelstelling en een plan/strategie om dat uit te voeren. Kenmerkend voor buurthulpprojecten zijn:

laagdrempelige hulp- en dienstverlening; voor en door bewoners, met en zonder beperkingen; vanuit onderlinge betrokkenheid; op basis van zelforganiserend vermogen van de buurt; met een methode voor het de matching van vraag en aanbod.

Rekening houden met normen en waarden van de informele helper Belangrijk om in acht te nemen zijn de normen, waarden en

veronderstellingen die de buurtbewoners hebben over de zorg en hulpverlening. Men is in de loop der jaren gewend geraakt aan een hoge standaard van zorg en dienstverlening vanuit de overheid, uitgevoerd door professionals. Hierdoor wordt de zorg voor de medemens vaak als een verantwoordelijkheid voor de professional gezien. Vrijwilligers en buurtbewoners geven daarbij aan dat zij, zoals de naam al zegt, op vrijwillige basis graag iets voor hun medemens willen betekenen, maar dat dit niet een te verplichtend karakter moet krijgen en dat zij niet teveel verantwoordelijkheid willen dragen. Want, stel dat er iets misgaat: wie is dan verantwoordelijk?

Waar buurtbewoners de grens leggen voor wat zij wel of niet willen doen, verschilt per persoon. Doordat tegenwoordig veel werk door professionals wordt gedaan, is er een angst dat vrijwilligers het werk niet goed kunnen uitvoeren, zowel vanuit de vrijwilligers zelf als vanuit de zorginstellingen.

Kleinere taken, zoals boodschappen doen en schoonmaken, vindt men vaak meer geschikt voor vrijwilligers.

Rekening houden met normen en waarden van de cliënt

Bij de cliënt is er soms een gebrek aan vertrouwen in de vrijwillige hulp van buurtbewoners. Er wordt vaak gedacht dat mensen niet bereid zijn om te helpen of dat zij daar geen tijd voor hebben. Ook wordt de kundigheid van vrijwilligers soms in twijfel getrokken. Een gevolg kan zijn dat cliënten niet in de eigen omgeving naar hulp zoeken, maar direct een beroep doen op professionele hulp. Terwijl er toch mogelijkheden liggen wat betreft de bereidheid van buurtbewoners om in meer of mindere mate hulp aan te bieden. Een andere reden waarom de cliënt liever voor een professional kiest, is omdat hij zich bezwaard voelt om hulp uit de eigen omgeving te vragen. Met hulp van een professional hebben zij niet het idee dat zij iemand lastigvallen. Kortom: onderlinge zorg door buurtbewoners is nog niet ingebakken in de cultuur.

Cliënten nemen vaak het zekere voor het onzekere. Zo kunnen zij hulp alleen willen van hun partner, een mantelzorger, of alleen van een professional. Zij kunnen van mening zijn dat vrijwilligers niet betrouwbaar zijn/het niet kunnen, of dat alleen een betaalde kracht de juiste zorg kan verlenen. Soms ook hebben ze geen zin om dank je wel te zeggen. Er zijn daarnaast cliënten die goed voor zichzelf en voor hun kwaliteit van leven op kunnen komen. De meest kwetsbare cliënten willen professionals in

bescherming nemen, passend bij hun beroepsnormen. Samenvattend: de optimale balans is – zeker in de transformatie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving – voor iedereen anders. Dit betekent maatwerk en aanpassing van iedereen.

Een professionele rol

Omdat de onderlinge zorg door buurtbewoners en vrijwilligers nog geen vanzelfsprekendheid is, heeft de professional een taak bij het stimuleren van informele hulp in de buurt, zowel van de vraagkant als aan de aanbodkant. Of liever gezegd zelfs door het stimuleren van

gelijkwaardigheid in deze rollen. Iedereen kan op een gegeven moment hulp nodig hebben, iedereen kan iets betekenen voor een ander. Men is vaak in meer of mindere mate wel bereid om hulp te bieden en te

ontvangen van buurtbewoners. Ook wanneer zij zich niet betrokken voelen bij de buurt. Het koppelen van vraag en aanbod door een professional kan daarom heel vruchtbaar zijn. Het zou een begin kunnen zijn van het doorbreken van de gewoonte om voor zorg naar de overheid te kijken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3.4.2 Competenties op niveau van de organisatie waarbinnen de gezinscoach werkt Sommige onderzoekers (Op de Camp, 2009, in Juchtmans, 2018) geven aan dat de

Vooral vaders tot 45 jaar zijn van mening dat ze meer tijd aan hun kind(eren) zouden moeten besteden (47% van hen is deze mening toegedaan, tegenover 35% bij de oudere

Op middellange termijn, als rekening gehouden wordt met de kosten van aflossing en te betalen rente (niveau 2), zijn de vooruitzichten iets minder gunstig. Op basis van hun

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Deze kenmerken zijn identificerend, immers ze zijn uniek voor de persoon, en worden gebruikt in biometrische systemen om iemand te herkennen en de identiteit vast te

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

- Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling en die niet in situ bewaard kunnen blijven: Niet van

Een (kleinschalig) onderzoek onder op zichzelf wonende mensen met chro- nisch psychiatrische problematiek of een verstandelijke beperking laat een- zelfde beeld zien: het