W.A. Timmerman
bron
W.A. Timmerman, Modderstad. Zeepfabriek ‘de Klok’, Heerde ca. 1929
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/timm044modd01_01/colofon.php
© 2010 dbnl / erven W.A. Timmerman
2
W.A. Timmerman, Modderstad
Modderstad
De mensen, die wonen in Modderstad Die vinden het water verschrikkelijk nat, Er wast er zich dan ook niet één
Zij lopen er smerig en vies in 't rond, De modder bedekt er een voetdik den grond, Daar floddert men zó maar door heen.
W.A. Timmerman, Modderstad
4
W.A. Timmerman, Modderstad
Men kent er geen sponsen, geen kammen voor 't haar En zindelijkheid vindt men er vreselijk raar;
Voor schuieren is men er bang.
Een smid staat er altijd aan 't hoofd van den staat Een baggerman kiest men tot lid van den raad.
Hoe zwarter, hoe hoger in rang.
W.A. Timmerman, Modderstad
6
W.A. Timmerman, Modderstad
Laatst kwam er een koopman in sponzen en zeep, Een koopvrouw in kammen en schuiers, zeer leep!
Zij dachten: ‘Wij raken zeer gauw
In Modderstad heel onze voorraad wel kwijt’.
Maar mis hoor! Och heden! Wat hadden zij spijt, Zij kwamen terdege in 't nauw.
W.A. Timmerman, Modderstad
8
W.A. Timmerman, Modderstad
Zij werden mishandeld, met modder gegooid.
Men schreeuwde en tierde: ‘Ons wassen! Dat nooit!
Ons kammen! Geloof het maar niet!’
Toen kwamen twee dienders, die namen hen meê, Zij gingen de doos in, een maandje of twee, Gelijk als de grootste bandiet.
W.A. Timmerman, Modderstad
10
Toen kwam daar een eerzame, oude profeet, Die steeds al wat smerig was, heftig bestreed, Vóór zind'lijkheid pleitte met kracht.
Hij hield er een rede, vol geestdrift en gloed.
Zijn woord vond er ingang; en 't volk ging met spoed Aan 't schrobben bij dag en bij nacht.
W.A. Timmerman, Modderstad
W.A. Timmerman, Modderstad
12
Men plaste en waste zich handen, gelaat, Het huisraad, de kleren, de stoep en de straat Gebruikte wel honderd pond zeep;
Maar hóé men ook boende en schuurde heel hard, Men bleef er maar smerig en kleev'rig en zwart Zodat men er niets van begreep.
W.A. Timmerman, Modderstad
W.A. Timmerman, Modderstad
14
Toen kwam de profeet met een pakje ‘Sneeuwwit’.
Hij hief het omhoog en riep luid: ‘Alleen dit Verlost U van vuil en van smet!
Het reinigt uw handen, uw woning, uw kleed!
Hoort! Hoort! naar mijn woorden!’ en d'oude profeet Verliet hen met statigen tred.
W.A. Timmerman, Modderstad
W.A. Timmerman, Modderstad
16
Maar 't volk hield hem tegen en smeekte: ‘Ach heer!’
‘Verlaat ons zó niet, maar vertel ons nog meer!’
‘Bij wien is 't verkrijgbaar en waar?
En d' oude profeet verhief langzaam zijn stok, Wees plechtig naar Heerde en sprak: ‘bij “de Klok”
De “Sneeuwwit’ fabriek; vraagt het daar!’
W.A. Timmerman, Modderstad
W.A. Timmerman, Modderstad
18
Men deed naar zijn woorden en zie, 't resultaat Heel Modderstand heeft nu een zind'lijk gelaat.
De straten, de stoepen, het plein,
't Blinkt alles U tegen en waar g' U ook wendt, De dienstmaagd, de bakker, de hond, de agent Zij zijn er thans helder en rein.
En nu, van dit liedje het leerzame slot.
Elk huismoeder neemt er 'n pan of en pot.
Met water, goed kokend en heet;
Twee kan is genoeg. Daarin doet men gezwind Eén pakje ‘Sneeuwwit’, roert het om tot het bindt En de zeep voor Uw was is gereed.
W.A. Timmerman, Modderstad
W.A. Timmerman, Modderstad
20
Einde
W.A. Timmerman, Modderstad