• No results found

regels eerste

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "regels eerste"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT

Bij het examen: SCHEIKUNDE

VWO, eerste tijdvak 1986

Inhoud: 1 Algemene regels 2 Scoringsvoorschrift

2.1 Scoringsregels 2.2 Antwoordmodel

V/1/sk/cv A 1 5 1

(2)

De Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) heeft voor de

beoordeling van het schriftelijk werk de volgende algemene regels en scorings- voorschriften opgesteld.

Algemene regels MAVO/HAVO/VWO:

In het Eindexamenbesluit dagscholen MAVO-HAVO-VWO zijn twee artikelen opgenomen die betrekking hebben op de scoring van het schriftelijk werk namelijk artikel 27 en artikel 28.

Deze twee artikelen moeten als volgt worden geinterpreteerd:

De examinator en de gecommitteerde zijn verplicht het scoringsvoorschrift voor de scoring van het schriftelijk werk toe te passen.

2 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor dit (gedeelte van het) schriftelijk examen vast.

Komen ze daarbij na mondeling overleg op basis van het scoringsvoorschrift, niet tot overeenstemming, dan wordt de score vastgelegd op het rekenkundig gemiddelde van beide voorgestelde scores, (indien nodig) naar boven afgerond op een geheel getal.

2 Scoringsvoorschrift 2.1 Scoringsregels:

1 De examinator geeft onvolkomenheden in het werk van de kandidaten aan en vermeldt de scores per vraag(onderdeel) en de totaalscores op een aparte lijst.

Per vraag(onderdeel) is in het antwoordmodel een maximumscore aangegeven.

2 Bij de scoring van een onderdeel van het schriftelijk werk Z1Jn alleen gehele punten geoorloofd. Een toegekende score kan nooit lager zijn dan

o.

3 Een volledig juiste beantwoording van een vraag levert het aantal punten op dat in het antwoordmodel als maximumscore staat aangegeven.

4 Voor dit schriftelijk werk kunnen maximaal 90 scorepunten toegekend worden. Elke kandidaat krijgt vooraf 10 scorepunten. De score voor dit schriftelijk werk wordt dus uitgedrukt op een schaal van 10 tot en met 100 punten.

5 Indien een gegeven antwoord niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare vakinhoudelijke argumenten als

'juist' of 'gedeeltelijk juist' gekwalificeerd kan worden, moet het aantal beschikbare punten geheel of gedeeltelijk aan het gegeven

antwoord worden toegekend naar analogie van - of in de geest van - het antwoordmodel.

(3)

7 Wanneer een gedeelte van het in het antwoordmodel vermelde antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet noodzakelijk in het antwoord van de kandidaat voor te komen.

8 Indien een kandidaat meer antwoorden (in de vorm van voorbeelden, redenen, argumenten e.d.) geeft dan er expliciet gevraagd worden, dan komen alleen de eerstgenoemde antwoorden voor beoordeling in

aanmerking.

9 Een antwoord mag één cijfer meer of minder bevatten dan op grond van de nauwkeurigheid van de verstrekte gegevens verantwoord is. Bij grotere (on)nauwkeurigheid moet één punt worden afgetrokken.

Voor een rekenfout in een berekening wordt ook één punt afgetrokken.

Maximaal wordt voor een fout in de nauwkeurigbeid van het antwoord en voor rekenfouten in de berekening samen één punt van het aantal punten van het desbetreffende onderdeel afgetrokken.

N.B. Het verdient aanbeveling de scoring van het werk van kandidaten per vraag uit te voeren en tijdens de scoringsprocedure de volgorde van

examenwerken enkele keren te wijzigen.

Dit om ongewenste beoordelingseffecten tegen te gaan.

V/1/sk/cv

(4)

2.2 Antwoordmodel

Vraag Max. Antwoordmodel aantal

punten I.a 4

I.b 4

I.c 4

I.d 4

I~e 4

• er wordt ook dichromaat gebruikt om Cl- om te zetten . . . .

~er blijft minder dichromaat over .••••.•.•.••

~ conclusie . . . .

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven* ••••••

• berekening aantal rnrnol toegevoegd cr2o72-, •••••

• berekening aantal rnrnol cr2o7 :- dat bij titratie heeft gereageerd . . . .

• ~ aantal rnrnol cr2o72- dat heeft gereageerd met organische verbindingen in 50,0 ml rioolwater ••

~omrekening van 50,0 mlnaar 1 1 •.•.•..••.•••.

• indien alleen de uitkomst van de algehele

berekening is gegeven* •••••••••••••••••••• , . , , .

• uitleg aantal (m)mol ocvereenkomt . . . • . . . • . . . 2 waarmee 1 (m)mol cr

2

o

7

2~

~omrekening rnrnol o2 naar mg o2 ••••••••••••••••

• indien factor 48 is afgeleid via 'de drie 0 atomen in co2 + H2o• • • • • · · · • • • • • • • • • · • • • · · • • · Toelichting: het antwoord moet gebaseerd zijn op het feit dat voor de volledige oxidatie van 1 mol c 6H12o 6 evenveel oxidator nodig is als voor de volledige oxidatie van 2 mol c

2H50H

• indien antwoord uitsluitend gebaseerd is op het feit dat bij de gistingsreactie geen o2 wordt verbruikt . . . .

• omrekening cm3 CH

4 naar rnrnol CH

4 •••••••••••••••

• aantal rnrnol o 2 waarmee 1 mrnol CH 4 overeenkomt (eventueel berekend via c6H12o6) •••••••••••••••

~omrekening rnrnol o2 naar mg o2 ••••••••••••••••

• indien alleen de uitkomst van de algehele

berekening is gegeven* ••••••••• , •••••••••••••••

*In dit antwoordmodel zijn sommige voorschriften met

*

gemerkt.

maximaal toekennen

2 1 1 0 1

0

3 1

1

2 1 2

0

(5)

vraag Max.

aantal punten

! I . a 4

II.b 4

rr.c

4

II.d 4

V/1/sk/cv

Antwoordmodel

• notie verschil tussen zwak zuur en sterk zuur ••

• uitleg als 'bij een zwak zuur wordt weggenomen H+ gedeeltelijk aangevuld' of 'molariteit van een oplossing van een zwak zuur van pH = 2 is groter dan de molariteit van een oplossing van

maximaal toekennen

1

een sterk zuur van pH = 2 ' . . . 2

• -+ conclusie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1

• indien (zonder vermelding van het verschil sterk zuur/zwak zuur) een antwoord is gegeven als

'[H+] hetzelfde dus 7 m l ' . . . 0

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven*... 0

• evenwichtsvoorwaarde en/of 'bufferformule' •••.•

• constatering verhouding [Hz] : [z-] =

3 : 1 na toevoeging van

f

ve ml ••••••••...•••••

• constatering verhouding [Hz] : [z-] =

1 : 3 na toevoeging van

4

3 ve ml .•••.••.•.•.••..

~rest van de berekening •••••••••••••••••••••••

• indien berekening uitsluitend is gebaseerd op afgelezen waarden in diagram ••••••••••• , , , , , , , ,

• uitleg als 'zwakker zuur ~ sterkere

(geconjugeerde) base of bij zwakker zuur ligt evenwicht z- + H2

o t

HZ + OH- meer naar rechts'

• -+ conclusie . . . .

• indien uitleg is gegeven als 'zwakker zuur, dus minder H+, dus pH groter' , • , , •• , , •• , , , , •• , , , •••

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven* ••••••

Toelichting: een juist antwoord kan, behalve op het benodigde aantal mmol OH- om de

equivalentiepunten te bereiken, ook gebaseerd zijn

9 P

het feit dat ~pR tussen

i

ve rnl (9 rnl) en

4

ve rnl (3 ml ) niet gelijk is aan (ongeveer) 0,95

• aantalmmol zuur= 10,0 x 0,0561 •••••••••••••••

• aantal mmol OH- = 12 x 0, 0935 ••••• , , •• , •• , , ••••

~aantal mmol zuur f aantal rnrnol OH- •••••••••••

• -+ conclusie . . . • . • . . . .

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven* ••••••

0

3

1 0

1 1 1

0

(6)

Vraag Max. Antwoordmodel maximaal toekennen aantal

punten

rr.e

4

II.f 4

III.a 4

III.b 4

Toelichting: het antwoord moet gebaseerd z~Jn op het benodigde aantal ml natronloog om beide

equivalentiepunten te bereiken; ook een antwoord, gebaseerd op de begin-pH 1,2 en de 'bufferformule' kan goed gerekend worden

• notie dat eerst oxaalzuur en dan

waterstofoxalaat reageert ••••••••••••••••••••••

~volume- en/of molverhouding 4 : 6 (2 : 3) ••••

~ waterstofoxalaat, ontstaan uit oxaalzuur reageert in 2e deel van titratie •••••••••••••••

• -+ molverhouding . . . .

• indien juiste molverhouding zonder afleiding is gegeven • •••••.•••••••••.•••••••••.•••••••••••••

• eerste equivalentiepunt niet te bepalen, met een uitleg als 'omslagtraject van thymolblauw valt

1

1

niet binnen eerste pH-sprong•... 2

• tweede equivalentiepunt wel te bepalen, met een uitleg als 'omslagtraject van thymolblauw valt

binnen tweede pH-sprong' • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 2

• indien antwoord is gegeven als 'beide, want de pH-waarden in de beide equivalentiepunten liggen

binnen de omslagtrajecten van de indicator•.... 2

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven*... 0

Toelichting: een antwoord als 'Al3+ is een zwakkere oxidator dan H2

o•

of 'de normaal- potentiaal van Al 3+/Al is lager dan de normaal- potentiaal van H20/H 2 + OH-' is voldoende

• indien alleen vermeld dat H2

o

in plaats van Al 3+

reageert. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2

• indien alleen reactie 2 H2

o

+ 2e- ~ H2 + 2 OH- zonder nadere uitleg is vermeld ••••••••••••••••

• indien alleen vermeld dat Al 3+ een te zwakke oxidator is of dat de normaalpotentiaal van Al 3+ /Al te laag is . . . • • . . . • .. • .

• verhouding K: Al (: Br) in oplossing

3 : 6 ( : 2 1 ) .••••••.••.••••••••••••.••.•••••••.

~ verhouding KBr : AlBr 3 •••••••••••••••••••• • ••

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven* ••••••

Opmerking: een verhouding, zoals 3 : 6, hoeft niet

1

3 1 0

(7)

Vraag Max.

aantal punten III.c 4

III.d 4

III .e 5

IV.a 4

V/1/sk/cv

Antwoordmodel

• Stap I: juiste coëfficiënten bij [K 2(Al 2Br 7)

]+,

Al , K+ en AlB r 4 - • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• Stap I: ladingen kloppend gemaakt met e- •••••••

• Stap II: kloppende vergelijking (oök:

3 K+ + 3 A1Br4- ~ [K2(A1Br4) ]+ + [K(A1Br4 ) 2 ]-).

~juiste totale vergelijking •••••••••••••••••••

• indien een juiste totale vergelijking wordt gegeven zonder afleiding •••••••••••••••••••••••

Opmerking: het al of niet verm~lden van

toestandsaanduidingen hoeft niet beoordeeld te worden

• volgens (3) wordt weer AlHC12 gevormd ••••••••••

~ hoeveelheid gevormd AlHC12 = hoeveelheid verbruikt AlHC12 en/of concentratie (of

hoeveelheid) A1Hcl2 blijft constant ••••••••••••

• indien antwoord is gegeven dat niet gebaseerd is op vermelde gegevens •••••••••••••••••••••••••••

• berekening aantalg Al per m2 ••••••••••••••••••

• ~aantal mol Al (per m2 ) •••••••••••••••••••••••

~aantal mol e- (per m2) •••••••••••••••••••••••

• -+- aantal C (per m2) ••••••••••••••••••••••••••••

+ aanta.l seconden . . . • . • • . • . • • . . . . • . . . •

• indien alleen de uitkomst van de algehele

berekening is gegeven*•••••••••••••••••••••••••

Opmerkingen:

een correcte berekening leidt tot het antwoord 3,5.102 (s)1 in dit geval mag ook het antwoord 345,6 (s) goed gerekend worden

geen puntenaftrek, indien het aantal g Al

berekend wordt zonder expliciet een oppervlakte van 1 m2 te noemen

• aantal mogelijkheden pentaan~ hexaan ••••••••••

• aantal mogelijkheden pentaan ~ 2-methylpentaan.

• aantal mogelijkheden pentaan ~ 3-methylpentaan.

~ molverhouding . . . • . . . • .

• indien uitleg is gegeven op basis van 'er zijn twee primaire C atomen, twee C atomen daarnaast en éénCatoom in het midden', leidend tot de verhouding 2 : 2 : 1 . • . . . • . . . • . . . . • . . .

• indien uitleg is gegeven, leidend tot antwoord 1 : 1 : 1 • •••••••••••••••••••••••••••••••••••••

• indien antwoord zonder uitleg is gegeven*••••••

maximaal toekennen

1 1

1 1

2

2

2

0

1 1 1

0

1 1 1 1

1 0 0

(8)

Vraag Max.

aantal punten IV.b 4

IV. c .1 2

rv.c.2 3

IV.d 4

rv.e 4

IV.f 4

Antwoordmodel

Toelichting: antwoorden als 'dan reageren de genoemde reactieprodukten door met methyleen' of

'dan reageren twee methyleendeeltjes met een pentaanmolekuul' zijn voldoende

• indien alleen vermeld dat twee methyleendeeltjes reageren onder vorming van etheen ••••••••••.•••

• indien slechts het ontstaan van één van de twee is verklaard . . . .

• indien slechts van één van de twee verbindingen

..

2,3-dimethylbutaan en 2-methylpentaan de

structuurformule is gegeven ••••••••••••••••••••

• voor de structuurformule van de andere van deze twee ver bi ndi nge n • . . . • . . • . . . • . . • . . . • • . . . •

• voor structuurformule(s) van 2-methylpropaan en/ of butaan . . . • . . . • . . • · . . . .

• notie dat beide CH

3 groepen aan één zijde van de cyclopropaanring komen •••••••••••••••••••••••••

• uitleg waaruit blijkt dat

c-c

binding vrij draaibaar is . . . .

7 notie dat vrije draaibaarheld alleen in de overgangstoestand mogelijk is ••••••••••••••••

Toelichting: een antwoord, gebaseerd op één van de volgende drie aspecten is voldoende

1 het spiegelbeeld van een molekuul

cis-1,2-dimethylcyclopropaan is identiek met het origineel

2 in een molekuul 1,2-dimethylcyclopropaan heerst 'inwendige compensatie'

3 in een molekuul 1,2-dimethylcyclopropaan komt een spiegelvlak voor dat gaat door de CH

2 groep en het midden van de binding tussen

c

1 en

c

2

• indien antwoord is gebaseerd op de molekuul- symmetrie, (zie 3, hierboven) maar geen duidelijke aanwijzing van de plaats van het symmetrievlak bevat . . . • • . . . • • . • . • • . . .

• tekening waaruit spiegelbeeldisomerie blijkt •••

• notie dat de twee transverbindingen in gelijke mate (moeten) ontstaan of notie dat racemisch mengsel ontstaat . . . .

maximaal toekennen

1

2 1 0

2

2 2

2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kern van het goede antwoord bestaat uit de volgende twee elementen:. Wettelijke bescherming / politiebescherming en

Als in plaats van de twee namen de merken genoemd worden (Nissan, Toyota), mag dit worden goed gerekend. / In gedachten nagaan waar je de sleutels voor het laatst hebt

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt

(Hoe langer) de passagiers op het vliegveld/binnen zijn, des te meer geld ze uitgeven / des te meer winst BAA maakt / de winkels maken / des te meer aankopen ze zullen

− De klanten/Ze kochten alleen in het groot/veel in omdat artikelen goedkoop waren en niet omdat ze die direct nodig hadden.. − De lage prijzen verleidden de klanten om meer te

(Britten kunnen niet tegen) het vrije alcoholgebruik (in het buitenland) / Britten drinken te veel alcohol op vakantie / worden dronken, omdat ze te veel de drinkgewoonten van thuis

Maximaal wordt voor een fout in de nauwkeurigheid van het antwoord en voor rekenfouten in de berekening samen één punt van het aantal punten van het desbetreffende

Maximaal wordt voor een fout in de eenheid bij het antwoord, voor een fout in de nauwkeurigheid van het antwoord en voor rekenfouten in de berekening samen 1 punt van het