M M EE MM OO
AAN : De leden van de Commissie AZ/C
VAN : wethouder Van Bussel
DATUM : 4 maart 2013
BETREFT : Draagvlakmeting Centrummanagement Asten
Geachte heer, mevrouw,
Via deze memo informeer ik u over de op 20 februari jl. gehouden draagvlakmeting door Centrummanagement Asten voor de invoering van een reclameheffing t.b.v. het instellen van een ondernemersfonds voor ondernemers in het centrum van Asten.
Inleiding
Op 17 januari jl. heeft Centrummanagement Asten (CA) in de commissie AZ/C een presentatie gehouden over haar voornemen om bij de ondernemers in het centrum de belangstelling te peilen om de gemeente Asten te verzoeken een reclamebelasting in te stellen t.b.v. de financiering van een ondernemersfonds. Met dit fonds zou de
centrummanagementorganisatie haar activiteiten kunnen financieren.
In de commissie zijn toen onder meer het beleids- en actieplan, de begroting en de communicatie en spelregels inzake de draagvlakmeting gepresenteerd. De commissie was overwegend positief over de plannen van CA. Wel zou het broodnodige draagvlak onder de belastingplichtige ondernemers dienen te worden aangetoond alvorens de raad hier een besluit over te laten nemen. Dit was ook de insteek van CA: middels intensieve
communicatie werden ondernemers opgeroepen om op 20 februari jl. hun stem voor of tegen de invoering van een ondernemersfonds uit te brengen.
Uitslag draagvlakmeting
Zoals notarieel is vastgelegd hebben 35 ondernemers voor de invoering van de reclameheffing gestemd en waren er 41 tegenstemmers onder de ondernemers in het centrum. Stemgerechtigd waren die ondernemers met een reclame-uiting zichtbaar vanaf de openbare weg gevestigd in een pand met een bij de gemeente Asten geregistreerde WOZ-waarde .
Voor de centrummanagementorganisatie zal de uitslag uiteraard een flinke tegenvaller zijn.
Op het moment van schrijven van deze memo heeft het CA-bestuur nog niet formeel gereageerd op de uitslag van de stemming. Ik weet derhalve ook niet hoe zij de toekomst zien van hun organisatie.
Ik betreur het dat er momenteel een grote hoeveelheid ondernemers tegen de invoering van reclamebelasting is. Ik zal er bij de centrummanagementorganisatie op aandringen om na te gaan welke redenen hieraan ten grondslag liggen.
Naar mijn idee heeft Asten een organisatie als Centrummanagement nodig om de grote uitdagingen in o.a. detailhandel en leefbaarheid van het centrum aan te gaan. Samen
optrekken en nadenken over o.a. de leegstand, bedreigingen (en kansen!) voor
internetverkoop voor de detailhandel, de samenwerking met en tussen de horeca en de organisatie van evenementen zijn cruciaal om het bestedingspatroon in het centrum van Asten op peil te houden of zelfs te verbeteren. Zeker nu er in de omliggende gemeenten al sterke centrummanagementorganisaties bestaan (o.a. Helmond en Deurne) of in oprichting zijn (Someren).
Midas
Ik heb begrepen dat er onder raads- en commissieleden en ondernemers onduidelijkheid is over de stemmen die door de Midas-ondernemers zijn uitgebracht. Van de 16 uitgebrachte stemmen van Midas ondernemers hebben er 15 voor gestemd en 1 tegen. De werkgroep vanuit CA die de spelregels voor de draagvlakmeting heeft opgesteld, had echter vooraf bepaald dat de stemmen van de Midas niet in de formele stemming zouden meetellen maar alleen als steunbetuiging werden gezien. De achtergrond daarvan is als volgt: CA heeft gekozen voor de invoering van een reclameheffing op basis van het gebruikersdeel van de WOZ-waarde. Die heffing kan alleen worden opgelegd aan ondernemers die in een pand zitten waarvan een WOZ-waarde bekend is en die een reclame-uiting hebben zichtbaar vanaf de openbare weg. In het Midas-complex voldeden slechts 2 ondernemers aan die eis: de eigenaar van Brainwash aan de Prins Bernhardstraat en de eigenaar/gebruiker van het overdekte Midas complex, te weten Van der Loo Beheer. Deze 2 bedrijven hebben tijdens de draagvlakmeting formeel stemrecht gekregen. De anderen niet, omdat aan hen via de reclamebelasting op basis van het gebruikersdeel van de WOZ-waarde geen aanslag kan worden opgelegd.
Hiermee is de stemming procedureel en juist verlopen. Dit is ook noodzakelijk om na invoering bij eventuele bezwaar- en beroepsprocedures goed verweer te kunnen voeren. Daarnaast geeft een andere wijze van calculeren een aantal administratieve aanpassingen in het gemeentelijke belastingsysteem. Dat is onwenselijk omdat deze wijze van heffing nou net uitgekozen was vanwege haar eenvoud en soepele heffingswijze.
CA had met de eigenaar van de Midas het probleem van het niet kunnen heffen overigens afgedekt: er zou na invoering van de reclamebelasting een privaatrechtelijke overeenkomst worden gesloten tussen CA en Van der Loo Beheer waarbij zou worden overeengekomen dat de eigenaar omstreeks € 350,- per winkel zou gaan betalen.
Vervolg
Ik constateer dat los van de keuze die is gemaakt om de Midas-winkels niet mee te laten
stemmen, er evident veel tegenstemmers waren op 20 februari. Ik zal het CA-bestuur vragen de draagvlakmeting te evalueren en mij te informeren over de toekomst van hun organisatie. Ik zal daar bij de OVA – als grootste belangenpartij binnen CA – ook op aandringen.
De invoering van reclamebelasting is een eigenstandige bevoegdheid van de raad. In principe hoeft de raad daarover geen verzoek te ontvangen van bijvoorbeeld een
centrummanagementorganisatie. Nog afgezien van mogelijke juridische implicaties, zie ik er gezien de uitslag van de draagvlakmeting momenteel geen brood in om die vraag aan u voor te leggen. Wel spreek ik de wens uit dat ondernemers in het centrum van Asten krachten blijven bundelen in een centrummanagementorganisatie. Dat zou wat mij betreft binnen de huidige centrummanagementorganisatie kunnen plaats vinden. Ik sluit niet uit dat er na deze teleurstellende draagvlakmeting nieuwe ondernemerskrachten los komen en nieuw bloed de organisatie binnen stroomt. De bal ligt bij de ondernemers, waarbij het college van b&w hen met raad en daad zal blijven assisteren.
Namens wethouder Van Bussel, Jan-Willem van der Mark
