• No results found

Nota van zienswijzen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nota van zienswijzen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1. Zienswijzen

1. Provincie Noord-Brabant

Zienswijze Standpunt gemeente

► Indiener gaat er vanuit dat de gemeente zich bij de uitvoering van het fietspad houdt aan de werkwijze zoals omschreven in de toelichting van het bestemmingsplan.

► Het bestemmingsplan dient te bepalen dat bij de het toepassen van de regels in het kader van vergunningverlening de waterbeheerder wordt gehoord.

► De regels voor ondergronds bouwen (art. 8.1) dienen te voldoen aan artikel 12.1 van de Vr2014, voor zover het gaat om grondverzet op een diepte van 60cm beneden maaiveld.

► De gemeente zal zich als eigenaar van het bosgebied en initiatiefnemer van de aanleg van het fietspad houden aan de werkwijze zoals omschreven in de toelichting van het bestemmingsplan.

► Deze voorwaarde wordt in de regels opgenomen.

► In de regels wordt opgenomen dat de waterbeheerder gehoord wordt.

Gevolgen voor het bestemmingsplan

Aan artikel 4.3 en artikel 8.1 van de regels wordt toegevoegd dat de waterbeheerder gehoord moet worden.

2. Ulen Agrarische Bedijf B.V.

Zienswijze Standpunt gemeente

► Indiener verzoekt om in het

bestemmingsplan het aanleggen van twee inritten op te nemen.

► Het bestemmingsplan voorziet niet in het planologisch vastleggen van inritten.

Evenwel sluit het bestemmingsplan niet uit dat betreffende percelen via twee inritten op de Meijelseweg worden ontsloten.

Gevolgen voor het bestemmingsplan n.v.t.

3. ARAG Rechtsbijstand, namens Madou Agro Varkens C.V.

Zienswijze Standpunt gemeente

► Het bouwblok van cliënten wordt verkleind, waardoor cliënten in de uitoefening van het bedrijf worden belemmerd.

► Als gevolg van de lichte kromming van het traject van het fietspad kan de

► Betreffende grond is nodig voor de aanleg van het fietspad. Van belemmering van de agrarische bedrijfsvoering is geen sprake, omdat ook in het huidige

bestemmingsplan gebouwen niet zijn toegestaan op minder dan 30 meter van de as van de weg.

► Het ontwerp voor de oversteek bij de Achtermijterbaan wordt aangepast. Hierbij

(2)

paardenbak van cliënten niet meer conform de vergunning worden

gerealiseerd. Indiener verzoekt te kiezen voor een alternatief, minder bezwaarlijk traject.

► In het bos wordt het fietspad van de rijbaan gescheiden door een sloot en een berm. Dit is onwenselijk uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid. Indiener verzoekt het fietspad direct langs de rijbaan uit te voeren.

vervalt de lichte kromming van het fietspad, zodat de paardenbak op de beoogde wijze uitgevoerd kan worden.

► Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen de voorgestelde uitvoering van het fietspad. Echter is een uitvoering van het fietspad in het bos meer wenselijk om de volgende redenen:

1. Bij uitvoering van het fietspad direct langs de weg met de sloot aan de boszijde zou het fietspad deel uit gaan maken van de weg in plaats van het bos. In dat geval zou

natuurcompensatie nodig zijn. Omdat het fietspad mede is bedoeld voor recreatief gebruik, is ervoor gekozen het fietspad in het bos aan te leggen en niet langs de weg.

2. Binnen de zone van het fietspad zijn beschermde natuurwaarden

aangetroffen. Voor het verwijderen van deze waarden is een ontheffing Flora- en faunawet nodig. Gezien het

recreatieve medegebruik van het fietspad, de subsidievoorwaarden, de complexiteit en de duur van een ontheffingstraject Flora- en faunawet en de aanwezigheid van een goed alternatief is hier niet voor gekozen.

Het gekozen traject houdt zodanig rekening met de beschermde natuurwaarden dat geen ontheffing Flora- en Faunawet nodig is.

3. Aan de boszijde naast het fietspad wordt een bosrand ontwikkeld. Hierbij ontstaat langs het fietspad een

blijvende open en overzichtelijke ruimte met kruiden en daarachter struiken en bomen. Visueel ontstaat er hierdoor afstand tussen fietspad en bos wat gunstig is voor de openbare orde en veiligheid.

Gevolgen voor het bestemmingsplan

De plancontour wordt aangepast ter plaatse van de oversteek met de Achtermijterbaan.

4. Van den Berk Kerkhof, namens dhr. en mevr. Ulen

Zienswijze Standpunt gemeente

► Uit het oogpunt van veiligheid verzoekt indiener de inrichting van het fietspad ter

► Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen de voorgestelde uitvoering van het

(3)

hoogte van het bos aan te passen door het fietspad met zo weinig mogelijk bochten aan te leggen en zo kort mogelijk langs de Meijelseweg.

► Er dient in het bos voldoende straatverlichting langs het fietspad aangelegd te worden, op een onderlinge afstand van maximaal 50 meter en met een intensiteit die gelijk is aan de Gezandebaan.

► Er dient een afscheiding aangelegd te worden die het overstekend wild

fietspad. Echter is een uitvoering van het fietspad in het bos meer wenselijk om de volgende redenen:

1. Bij uitvoering van het fietspad direct langs de weg met de sloot aan de boszijde zou het fietspad deel uit gaan maken van de weg in plaats van het bos. In dat geval zou

natuurcompensatie nodig zijn. Omdat het fietspad mede is bedoeld voor recreatief gebruik, is ervoor gekozen het fietspad in het bos aan te leggen en niet langs de weg.

2. Binnen de zone van het fietspad zijn beschermde natuurwaarden

aangetroffen. Voor het verwijderen van deze waarden is een ontheffing Flora- en faunawet nodig. Gezien het

recreatieve medegebruik van het fietspad, de subsidievoorwaarden, de complexiteit en de duur van een ontheffingstraject Flora- en faunawet en de aanwezigheid van een goed alternatief is hier niet voor gekozen.

Het gekozen traject houdt zodanig rekening met de beschermde natuurwaarden dat geen ontheffing Flora- en Faunawet nodig is.

3. Aan de boszijde naast het fietspad wordt een bosrand ontwikkeld. Hierbij ontstaat langs het fietspad een

blijvende open en overzichtelijke ruimte met kruiden en daarachter struiken en bomen. Visueel ontstaat er hierdoor afstand tussen fietspad en bos wat gunstig is voor de openbare orde en veiligheid.

► Het bestemmingsplan staat

straatverlichting toe, maar deze mag niet hinderlijk zijn voor de aanwezige

ecologische waarden. Met name ter bescherming van (de leefomgeving van) vleermuizen dient de verlichting enkel het fietspad te verlichten en niet het struweel en de bomen in de bosrand.

Het ontwerp voorziet in intensievere verlichting in het bosgedeelte geplaatst (om de ca. 50 meter) ten opzichte van het overige tracé.

► De aanleg van het fietspad heeft geen wildaantrekkende werking. Het ontwerp

(4)

tegengaat. voorziet dan ook niet in wildafscheiding.

Mocht het toch noodzakelijk te zijn dan voorziet het bestemmingsplan in de mogelijkheid voor het aanleggen van wildbegeleidende en

wildbeschermingsvoorzieningen. Slechts bij uitzondering zal dit bestaan uit het

plaatsen van een hekwerk.

Gevolgen voor het bestemmingsplan n.v.t.

5. Van den Berk Kerkhof, namens dhr. Madou, Lommerhuizen BV e.a.

Zienswijze Standpunt gemeente

► Uit het oogpunt van veiligheid verzoekt indiener de inrichting van het fietspad ter hoogte van het bos aan te passen door het fietspad met zo weinig mogelijk bochten aan te leggen en zo kort mogelijk langs de Meijelseweg.

► Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen de voorgestelde uitvoering van het fietspad. Echter is een uitvoering van het fietspad in het bos meer wenselijk om de volgende redenen:

1. Bij uitvoering van het fietspad direct langs de weg met de sloot aan de boszijde zou het fietspad deel uit gaan maken van de weg in plaats van het bos. In dat geval zou

natuurcompensatie nodig zijn. Omdat het fietspad mede is bedoeld voor recreatief gebruik, is ervoor gekozen het fietspad in het bos aan te leggen en niet langs de weg.

2. Binnen de zone van het fietspad zijn beschermde natuurwaarden

aangetroffen. Voor het verwijderen van deze waarden is een ontheffing Flora- en faunawet nodig. Gezien het

recreatieve medegebruik van het fietspad, de subsidievoorwaarden, de complexiteit en de duur van een ontheffingstraject Flora- en faunawet en de aanwezigheid van een goed alternatief is hier niet voor gekozen.

Het gekozen traject houdt zodanig rekening met de beschermde natuurwaarden dat geen ontheffing Flora- en Faunawet nodig is.

3. Aan de boszijde naast het fietspad wordt een bosrand ontwikkeld. Hierbij ontstaat langs het fietspad een

blijvende open en overzichtelijke ruimte met kruiden en daarachter struiken en bomen. Visueel ontstaat er hierdoor afstand tussen fietspad en bos wat gunstig is voor de openbare orde en veiligheid.

(5)

► Er dient voldoende straatverlichting langs het fietspad aangelegd te worden, op een onderlinge afstand van maximaal 50 meter en met een intensiteit die gelijk is aan de Gezandebaan.

► Er dienen voorzieningen aangelegd te worden die het overstekend wild

tegengaan.

► Het bestemmingsplan staat

straatverlichting toe, maar deze mag niet hinderlijk zijn voor de aanwezige

ecologische waarden. Met name ter bescherming van (de leefomgeving van) vleermuizen dient de verlichting enkel het fietspad te verlichten en niet het struweel en de bomen in de bosrand.

Het ontwerp voorziet in intensievere verlichting in het bosgedeelte geplaatst (om de ca. 50 meter) ten opzichte van het overige tracé.

► De aanleg van het fietspad heeft geen wildaantrekkende werking. Het ontwerp voorziet dan ook niet in wildafscheiding.

Mocht het toch noodzakelijk te zijn dan voorziet het bestemmingsplan in de mogelijkheid voor het aanleggen van wildbegeleidende en

wildbeschermingsvoorzieningen. Slechts bij uitzondering zal dit bestaan uit het

plaatsen van een hekwerk.

Gevolgen voor het bestemmingsplan n.v.t.

6a. Dhr. Van Nuland

Zienswijze Standpunt gemeente

► Het kappen van twee bomen is niet noodzakelijk voor de aanleg van het fietspad en dient uit het plan te worden gehaald.

De zienswijze richt zich hoofdzakelijk op het ontwerp van het fietspad en is slechts in beperkte mate gericht op planologisch aspecten die in het kader van de

bestemmingsplanprocedure relevant zijn.

► De kap van deze bomen is noodzakelijk voor de aanleg van het fietspad. Het hart van de beide boomstammen staat op minder dan een meter van de rand van de geplande verharding. Dit resulteert in het verwijderen van de wortels vanaf ongeveer 50cm van de rand van de stam. De

hoeveelheid wortels die dan verwijderd moet worden verzwakt de bomen dusdanig dat ze niet veilig behouden kunnen blijven.

De bomen maken deel uit van een landschappelijke beplanting. Het verlies aan landschappelijke waarde wordt gecompenseerd in de bocht van de Meijelseweg tussen Meijelseweg 51 en Peelweg 1; het gat in de landschappelijke elementen aan beide zijden van de weg

(6)

► Er wordt geen rekening gehouden met de toekomstige aanleg van een rotonde aan de N279/ Meijelseweg/ Buizerdweg/

Peelweg.

► Een rij eiken dient behouden te blijven gezien de landschappelijke en

cultuurhistorische waarde. Bovendien is het ontwerp van de woning/atelier van dhr.

Van Nuland hierop afgestemd.

► De huidige geluidswal werkt goed, maar ligt grotendeels parallel aan de N279.

► Het kappen van de bomen leidt tot meer geluidsoverlast.

wordt gedicht met de aanplant van nieuwe bomen.

► Het is op dit moment niet duidelijk of er ooit een rotonde wordt aangelegd op deze locatie. Voor een eventuele rotonde is voldoende ruimte, doordat de huidige rijbanen van de N279 ver uit elkaar liggen.

De kans is bijzonder klein dat de Peelweg rechtstreeks op een eventuele rotonde zou aansluiten. Naar alle waarschijnlijkheid komen er dan ook vrijliggende fietspaden rondom de rotonde waar dit eenzijdig fietspad goed op kan aansluiten.

► De te kappen bomen maken deel uit van de landschappelijke beplanting rond het kruispunt Meijelseweg/N279/Buizerdweg.

De kap van de bomen heeft een beperkte en niet onevenredige negatieve invloed op de inpassing van het kruispunt. Bovendien wordt het verlies aan landschappelijke waarde gecompenseerd (zie hierboven).

Tussen deze beplanting en de bomenrij langs de Meijelseweg is -in combinatie met de bocht in de weg- een dusdanige ruimte dat deze visueel niet aan elkaar gekoppeld zijn. In de woorden van de heer Van Nuland: het gebit is nu al incompleet. Het kappen van de extra bomen heeft hierdoor slechts een beperkte invloed.

Het atelier heeft aan de zijde van de te kappen bomen slechts enkele kleine ramen en is op de achtertuin en west-noordwest georiënteerd. De woning heeft wel een groot raam gericht op de te kappen bomen. Ter compensatie van het verlies aan groen uitzicht zullen op het talud twee nieuwe bomen aangeplant worden.

► Wordt ter kennisgeving aangenomen

► Bomen hebben een zeer beperkte geluiddempende invloed. Geluidsgolven gaan door en om bladeren en takken heen en worden in zeer beperkte mate

geadsorbeerd. Het geluiddempende effect van groen is met name psychologisch doordat het het zicht op de geluidsbron onttrekt. De kap van de bomen heeft dan ook een zeer beperkte en niet

(7)

► Het kappen van de bomen leidt tot meer stof. Het kappen van de bomen leidt tot meer wind op de woning.

► Het kappen van de bomen leidt tot lichtoverlast van lantaarnpalen.

onevenredige negatieve invloed op de geluidsbelasting van de woning/het atelier.

► De te kappen bomen staan ten noorden van de woning. De overheersende

windrichting in Nederland is zuid-west. Het meeste stof zal vanaf de N279 richting het noord-oosten wegwaaien. Bovendien produceert de N279 in verhouding tot de omliggende akkers weinig opwaaiend stof.

Groen en bomen zijn daarnaast voor wind semi-permeabel. Hierdoor heeft groen een dempende werking op de windsnelheid laag bij de grond maar er ontstaat geen tochtgat/tochtsluis daar waar een deel van een beplanting ontbreekt, zoals dat bij dichte bouwwerken wel het geval is. De kap van de bomen heeft dan ook een zeer beperkte en niet onevenredige negatieve invloed op de hoeveelheid stof en wind voor de heer Van Nuland.

► De bomen beperken het zicht vanuit de woning op de verlichting van het kruispunt N279. In de winter, wanneer de lampen het langst aan zijn, is dit effect echter beperkt omdat de bomen dan geen blad dragen. In de zomer, wanneer de lampen het kortst aan zijn, is dit effect het sterkst.

Kap van de bomen leidt tot meer zicht op het kruispunt en meer licht(overlast). De afstand tot de woning tot de eerst

zichtbare lichtmast is echter 60 meter en het grootste deel van het kruispunt blijft verscholen achter bomen die blijven staan.

De kap van de bomen heeft dan ook een beperkte en niet onevenredige negatieve invloed op de hoeveelheid licht in de woning.

Gevolgen voor het bestemmingsplan n.v.t.

6b. Dhr. Van Nuland, namens bewoners Willemsveen

Zienswijze Standpunt gemeente

► De aanleg van het fietspad haalt niet de beoogde doelstelling, omdat er nog

nauwelijks schooljeugd is en het tracé over de ventweg richting Meijel niet voldoet.

► Een nieuw goedkoper fietspad langs de

► Het nieuw fietspad is nodig om de verkeersveiligheid van schoolgaande en recreatieve fietsers te verbeteren. Dit is één van de doelstellingen van het project.

De ventweg langs de N279 valt niet binnen het tracé van het project.

► Langs de Eeuwselse loop ligt een

(8)

Eeuwselse loop is een betere optie.

Vervolgens kan langs de Eeuwselse loop een twee-baansweg aangelegd worden, zodat de Meijelseweg volledig als fietspad gebruikt kan worden.

Maak de Meijelseweg vanaf de N279 éénrichtingsverkeer in de richting van Asten tot de Bleekerweg. De andere weghelft wordt fietspad. Dit is de beste oplossing.

► Dhr. Van Nuland is benaderd door een aantal verenigingen die soortgelijke alternatieven opperen. Eerst een integraal plaatje.

► De Eeuwselse Loop wordt binnenkort verlegd. De gemeente dient af te wachten op welke wijze dit de omgeving beïnvloed.

ecologische verbindingszone, een weg voor gemotoriseerd verkeer schaadt de werking hiervan.

► Eenrichtingverkeer is niet wenselijk op deze weg. De omrijdafstanden worden hierdoor onacceptabel groot. In het

bijzonder geldt dit voor aan de Meijelseweg gelegen woningen, bedrijven en percelen (landbouwgrond).

► Niet duidelijk is welke verenigingen worden bedoeld. Het plan is het resultaat van een integrale benadering, waarbij alle verschillende belangen zijn afgewogen.

► Het verleggen van de Eeuwselse Loop maakt geen onderdeel uit van het project.

Gevolgen voor het bestemmingsplan n.v.t.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om aan dit doel te voldoen is een hoofdvraag opgesteld beschreven als volgt: ‘Wat zou Schagen Infra moeten verbeteren aan zijn huidige fietspad, een fietspad zonder innovaties,

Gezien de voorspoedige verkoop op Lage Heide, worden nu de gronden voor de volgende fasen klaar gemaakt voor bebouwing.. Het gaat daarbij deelfase de Zomereik (waarvan de

Doordat in de nieuwe situatie sprake is van éénrichtingsverkeer aan beide zijden van de Eeuwigelaan moeten (extra) oversteeklocaties voor fietsers en voetgangers worden

Doordat deze zone geen leefgebied vormt voor weidevogels, zal van een netto verstoring van weidevogelleef- gebied, zoals aangeduid op kaart 4 van de PRV, door het fietspad geen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1.4 en worden toegestaan dat gronden worden gebruikt voor geluidgevoelige terreinen, mits de

Doordat deze zone geen leefgebied vormt voor weidevogels, zal van een netto verstoring van weidevogelleef- gebied, zoals aangeduid op kaart 4 van de PRV, door het fietspad geen

Daarnaast moet rekening worden gehouden met obstakelvrees van de fietser: daarvoor wordt een zogenaamde schuwafstand van 0.25 m ten opzichte van de rand van het fietspad aange-

De raad wordt geïnformeerd over de voortgang van het project Eeuwigelaan, waarbij uitvoering wordt gegeven aan het raadsbesluit over dit punt van 14 december 2017 en de