Een Nervus Vagus Stimulator
(NVS)
Inhoudsopgave
Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Wat is een Nervus Vagus Stimulator (NVS)? 1
Hoe werkt een NVS? 1
Belangrijk voor opname 2
De operatieroute 2
Het herstel 3
Mogelijke complicaties 3
Wanneer moet u contact opnemen? 4
Adviezen voor thuis 4
Tot slot 4
Belangrijke telefoonnummers 5
Binnenkort wordt u in het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis), locatie ETZ Elisabeth opgenomen voor een implantatie van een Nervus Vagus Stimulator. In overleg met uw specialist hebt u hiervoor gekozen. Deze operatie wordt meerdere malen per maand in het ETZ uitgevoerd. In deze brochure leest u over de operatie en krijgt u een aantal richtlijnen en adviezen, welke kunnen bijdragen aan een sneller herstel.
Wat is een Nervus Vagus Stimulator (NVS)?
Nervus Vagus Stimulatie is een aanvullende behandeling voor mensen met epilepsie, die nauwelijks of niet reageren op medicijnen tegen epilepsie. Er is geen wisselwerking met de medicatie.
Tijdens de operatie wordt een klein apparaatje (stimulator) onderhuids, op de borstspier aangebracht.
Net onder het linker sleutelbeen. De stimulator wordt ook wel pulsgenerator genoemd. Het apparaatje wordt via een elektrode verbonden met de nervus vagus (10e hersenzenuw) die zich in de hals bevindt.
De nervus vagus is een belangrijke zenuw die verbinding heeft met een groot deel van de hersenen.
Door het prikkelen van deze zenuw wordt geprobeerd om epileptische aanvallen te verminderen dan wel te voorkomen.
Hoe werkt een NVS?
Tot nu toe is het niet helemaal duidelijk hoe een NVS precies in het lichaam en de hersenen werkt.
Duidelijk is wel dat de NVS:
een verandering brengt in de concentratie van verschillende prikkelende en remmende stoffen in de hersenen. Dit kan leiden tot herstel van evenwicht;
de bloedtoevoer in bepaalde gedeelten van de hersenen beïnvloedt;
het EEG van de hersenen veranderd;
een tijdelijk, preventief effect heeft op het ontstaan van epileptische aanvallen.
De stimulator wordt door de neuroloog ingesteld en werkt 24 uur per dag volgens een bepaalde cyclus. De cyclus bestaat uit een aan-tijd en uit-tijd. De stimulator geeft bijvoorbeeld 30 seconden stroom af (aan-tijd) gevolgd door 5 minuten rust (uit-tijd). Als u een epileptische aanval voelt
aankomen, kunt u de stimulator aanzetten tot extra prikkels. De stimulator kan door middel van een speciale magneet worden stilgezet.
Belangrijk voor opname
Met de inname van sommige medicatie moet voor de operatie gestopt worden. Dit geldt vooral voor anti-stollingsmedicatie (bloedverdunners). Gebruikt u bijvoorbeeld Ascal®, Marcoumar®,
Acenocoumarol, Plavix® ,Pradaxa® of Aspirine®, dan moet u, in overleg met u behandelend arts minstens 1 week voor de opname met de inname hiervan stoppen.
Nuchter zijn voor de operatie
Voor de operatie moet u vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn. De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure Een ingreep onder anesthesie. Deze hebt u gekregen bij uw polikliniekbezoek of bij het pre- operatief spreekuur. U moet u houden aan deze richtlijnen.
De operatieroute
De opname- en operatiedag
Voor een implantatie van een Nervus Vagus Stimulator, wordt u 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen.
Op de dag van de operatie komt u ’s morgens nuchter naar het ziekenhuis. U wordt opgenomen op etage D; kamer 1 t/m/ 16 of kamer 32 t/m 47 (zie ook de brochure Wegwijs op etage D,
Neurochirurgie). Hier wordt u ontvangen door een verpleegkundige. Op het verpleegkundig spreekuur Neurochirurgie bent u geïnformeerd over de opname. De anesthesioloog heeft u geïnformeerd over de gang van zaken rondom de narcose. Afhankelijk van uw gezondheid en leeftijd is er bloed geprikt en een ECG (elektrocardiogram) gemaakt. Dit is een opname van de hartslag om een indruk te krijgen van het ritme van het hart. In het opnamegesprek worden eventuele aanvullingen besproken.
Korte tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u gevraagd een operatiehemd aan te trekken.
Vervolgens geeft een verpleegkundige u een medicijn ter voorbereiding op de narcose. Hierna wordt u naar de operatiekamer gebracht. Daar ziet u de anesthesioloog. Op de operatiekamer krijgt u een infuus en wordt de narcose toegediend. Wilt u meer informatie over de narcose dan kunt u naar de brochure Als u een ingreep onder anesthesie moet ondergaan vragen.
De operatie
De operatie vindt plaats onder narcose. Via een incisie onder het linker sleutelbeen wordt de stimulator geplaatst. Vervolgens wordt een tweede wond gemaakt in de hals links. Daar worden de halsslagader en halsader opgezocht en vrij gelegd. De zenuw die achter deze vaten ligt (de nervus vagus) wordt vrij gelegd. De elektroden worden rond de zenuw geplaatst en vervolgens wordt de geleider onder de huid naar de stimulator gebracht. Vervolgens wordt deze aan de stimulator aangesloten.
Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker in de uitslaapkamer. Zodra u weer voldoende wakker bent en uw toestand het toelaat, gaat u met toestemming van de anesthesioloog terug naar de verpleegafdeling.
Daar mag u weer eten en drinken.
De verpleegkundige controleert regelmatig uw polsslag, bloeddruk en de wondjes op uw schouder en in uw hals.
Ook let men erop of u binnen 4 uur kunt plassen. Gebeurt dit niet spontaan, dan wordt uw blaas door middel van een slangetje geleegd. Tot de volgende morgen hebt u bedrust.
Pijn
Na de operatie voelt u wondpijn bij het litteken, waarvoor u pijnstillende medicijnen krijgt toegediend.
De wond van de operatie kan enkele dagen tot weken gevoelig blijven. Bij sommige mensen duurt dit langer.
Het herstel
De dag na de operatie, het ontslag
Vandaag mag u uit bed en uzelf verzorgen in de badkamer. De verpleegkundige controleert de wonden en geeft u een schone pleister. Vandaag wordt er op de afdeling Radiologie nog een controle foto gemaakt. Hierna mag u naar huis.
Voor het ontslag
Voordat u naar huis gaat, heeft u nog een gesprek met de verpleegkundige.
Hij/zij maakt controleafspraken (datum ongeveer 2 weken en 6 weken na de operatie) bij de neurochirurg.
U krijgt, indien nodig, een recept voor nieuwe medicatie die u moet innemen. Uw medicijnen tegen epilepsie moet u gewoon blijven gebruiken.
U krijgt uw zorginstructies mee naar huis.
De ontslagbrief voor de huisarts wordt opgestuurd.
De beide wonden zijn gehecht met oplosbare hechtingen, die niet verwijderd hoeven te worden.
De wonden moeten tot de 1e controle met een pleister bedekt blijven en mogen niet nat worden (voorzichtig met douchen). Pleisters moeten vervangen worden als deze nat of vies zijn geworden.
De stimulator is NIET ingesteld, dit gebeurt door uw eigen neuroloog.
U mag alvast een afspraak maken bij uw eigen neuroloog, de week na de 1e controle bij de
neurochirurg.
U krijgt ook een doosje met een magneet mee naar huis. Met de magneet kan de stimulator in- en uitgeschakeld worden.
Mogelijke complicaties
Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op mogelijke complicaties. Uw behandelend arts heeft de eventuele complicaties al met u besproken.
De meest voorkomende klachten zijn heesheid van de stem en een hoestprikkel.
Een wondinfectie kan ook voorkomen. Deze uit zich door roodheid, zwelling, kloppende pijn en warm aanvoelen van de operatiewond. Enige roodheid en zwelling zijn gewoon, omdat het de tekenen zijn van de weefselreactie op de operatie.
Hoewel altijd de uiterste zorg wordt besteed aan het voorkomen van infecties tijdens de operatie, is een infectie niet altijd te vermijden. Vooral bij mensen met een verlaagde weerstand. Uiteraard worden er maatregelen tegen genomen die in de meeste gevallen effect hebben.
Wanneer moet u contact opnemen?
Als u één van de volgende symptomen hebt, moet u contact opnemen met de afdeling Neurochirurgie.
abnormale zwelling van de wond;
opengesprongen wond;
pus uit de wond;
hoge koorts.
U kunt van maandag t/m vrijdag (van 08:45 uur tot 09:15 uur) bellen voor een afspraak op het telefonisch spreekuur, telefoonnummer. U wordt dan tussen 09.30 uur en 10.00 uur teruggebeld door een verpleegkundige.
U kunt ook e-mailen naar: nazorg@etz.nl. De ontvangen e-mails worden van maandag t/m vrijdag door verpleegkundigen bekeken en zo spoedig mogelijk beantwoord.
Bij acute problemen of klachten:
binnen kantooruren telefonisch contact opnemen met de polikliniek;
buiten kantooruren contact opnemen met uw huisarts of huisartsenpost.
Adviezen voor thuis
Activiteit en rust
U mag vrij mobiliseren, niet forceren. Opletten met rekken en strekken. Luisteren naar eigen lichaam.
Het is belangrijk om tijdens het bukken door de knieën te gaan.
Zelf fietsen of autorijden is de eerste 6 weken nog niet toegestaan. Daarna kunt u dit overleggen.
met de neurochirurg.
U mag na 6 maanden weer gaan sporten.
Het verrichten van werkzaamheden
Lichte werkzaamheden (aan bureau of licht huishoudelijk werk) kunnen na 2 tot 4 weken hervat worden (beginnen met enkele uren per dag).
Zwaardere werkzaamheden (werk waarbij veel getild moet worden) kunnen na 3 maanden hervat worden.
Tot slot
Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan u behandelend arts of aan de verpleegkundigen.
Voor meer informatie kunt u ook terecht op; www.ncct-nl.com.
Belangrijke telefoonnummers
ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) (013) 221 00 00 Locatie ETZ Elisabeth
Route 42 Neurocentrum
Polikliniek Neurochirurgie: (013) 221 03 00
Etage D, kamer 1 t/m 16: (013) 221 22 42
Etage D, kamer 32 t/m 47: (013) 221 22 43
E-mailadres: polinrc@etz.nl
Vragen over uw operatiedatum? okplanningnrc@etz.nl Vragen over uw Gamma-Knife behandeling? gammaknife@etz.nl
Overige vragen? secretariaatnrc@etz.nl
Neurochirurgie, 41.711 11-19 (terug naar beginpagina)
Copyright© ETZ Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.