Het slechten van Chinese muren
In het artikel “Hoe het IIA zich de kaas van het brood liet eten” pleiten Arie
Molenkamp en Naeem Arif voor het in stand houden van de silo’s van de externe accountant en de internal auditor. Zij doen dit door het in samenwerking tussen IIA en NIVRA opgestelde rapport met een bepaalde bril te lezen. In navolging van de door hen gehanteerde beeldspraak over externe accountants als wolven in schaapskleren: “wie wolven denkt zal wolven zien”.
Dat is jammer omdat het onderzoek aantoont dat de efficiëntie en de effectiviteit van beide functies duidelijk kan verbeteren indien er beter wordt samengewerkt.
Samenwerking kan plaatsvinden door de focus te leggen op het
gemeenschappelijke niet op datgene wat verschilt. De verschillende kerntaken van beide functies zijn naar onze mening in het rapport duidelijk uiteengezet, evenals de verschillende rapportagelijnen.
Regelmatig zitten externe accountants en internal auditors aan de tafel met de Raad van Bestuur en de Auditcommissie. Het getuigt van professionaliteit als beide partijen daar demonstreren dat zij goed afstemmen en waar mogelijk samenwerken. Voorbeelden daarvan zijn het afstemmen van de risicoperceptie en het afstemmen van de werkzaamheden. Het bespreken daarvan bevordert ook de transparantie naar de organisatie.
Het rapport geeft aan dat Internal Auditing volop in ontwikkeling is. Wij
onderschrijven niet de extrapolatie van Molenkamp en Arif dat IIA een subset wordt van NBA. Ons beleid is er op gericht om Internal Auditing en het IIA te positioneren als een sterke beroepsgroep met toegevoegde waarde voor
ondernemingen en met een belangrijke bijdrage in maatschappelijke discussies over corporate governance. Wij beogen dat vanuit een goede samenwerking en verstandhouding met de NBA en vanuit de onafhankelijke, zelfbewuste en krachtige positie die we als jonge en snel groeiende beroepsgroep
van internal auditors inmiddels innemen. We zijn de puberjaren voorbij.
Sander Weisz,
namens het bestuur van IIA Nederland