PSYCHISCHE GEZONDHEID
Gezondheid van kinderen in cijfers
Gelderland-Zuid 2017-2018
Tekst en figuren: Meta Moerman onderzoek@ggdgelderlandzuid.nl
GGD Gelderland-Zuid, afdeling Gezond Leven
© 2019
Inhoud
INLEIDING 3
PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN 3 PESTGEDRAG 4
INGRIJPENDE GEBEURTENISSEN 4 WEERBAARHEID 4
ZIEKTEN EN AANDOENINGEN 5 ZORGEN VAN OUDERS 5 OORZAAK OF GEVOLG 5 CONCLUSIES 6
De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het
onderzoek onder ouders met een kind in de leeftijd 0-12 jaar (Kindermonitor). Dit onderzoek werd in het najaar van 2017 voor de 3e keer uitgevoerd. Bijna 13.000 ouders vulden een vragenlijst in, digitaal of op papier. Ouders met een kind tot 4 jaar werden hiervoor uitgenodigd via de GGD. Ouders met een kind in de basisschoolleeftijd kregen een uitnodiging via de school.
1 https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Instrumenten/Zoek-een-instrument/
Strengths-and-Difficulties-Questionnaire-(SDQ).
Met de meeste kinderen in Gelderland-Zuid gaat het goed. Een deel is kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychosociale en gedragsproble- men. Om te kunnen leren, talenten te ontwikkelen en op te groeien tot gezonde volwassenen, is het van belang dat kinderen zich prettig voelen. Zowel thuis als op school. Het bevorderen van het welbevin- den van jonge kinderen heeft een gunstig effect op gezondheid en leerprestaties. Het voorkomt psychische problemen op latere leeftijd.
Sinds 1 augustus 2015 zijn scholen verplicht om de sociale veiligheid van hun leerlingen te waarborgen. Zo moet de school zorgen voor vei- ligheidsbeleid en het monitoren van de veiligheidsbeleving. Risico- factoren voor psychische gezondheid zijn onder meer pesten en life- events, beschermend zijn bijvoorbeeld weerbaarheid en sociale steun.
RISICO OP PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN GROTER
Op basis van de SDQ vragenlijst1 concluderen we dat in Gelderland- Zuid 1 op de 10 schoolgaande kinderen een verhoogd risico heeft.
De SDQ-lijst bestaat uit 25 vragen over het gedrag van het kind in de laatste 6 maanden. De vragen gaan over ongelukkig zijn, aardig gevonden worden, rusteloos zijn, opdrachten afmaken, enzovoort.
Oudere kinderen, jongens en kinderen van minder hoogopgeleide ouders hebben meer kans op psychosociale problemen. Ruim 1 op de 10 kinderen (11%) loopt een matig risico. Jongens hebben vaker een verhoogd risico dan meisjes (13% versus 7%). En kinderen van laagop- geleide ouders vaker dan kinderen van hoogopgeleide ouders (15%
versus 6%). Vergeleken met 2013 lopen meer kinderen een (matig) risico op psychosociale problemen.
Risico op psychosociale problemen
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
matig verhoogd verhoogd
jongen meisje 4 t/m 7 jaar8 t/m 11 jaar ouders laag opgeleidouders midden opgeleidouders hoog opgeleid 2009 2013 2017
0%
10%
20%
30%
40%
50%
2009 2013 2017
MEER PESTGEDRAG ONDER JONGENS DAN MEISJES
Zo’n 1 op de 3 kinderen is gepest in de voorgaande 3 maanden. Door de jaren heen is het aantal kinderen dat gepest wordt, gelijk gebleven.
Het pesten gebeurt meestal op school. Minder vaak in de buurt of op de sportclub. 1% van de 8-12 jarigen wordt gepest via internet, sociale media en/of whatsapp. Van de ouders zegt 61% dat hun kind ‘nooit’
andere kinderen pest en 11% doet dit ‘wel eens’. Ruim een kwart van de ouders weet niet of hun kind zelf wel eens andere kinderen pest.
Oudere kinderen en jongens pesten vaker en worden vaker gepest.
VAKER LAST VAN INGRIJPENDE GEBEURTENIS
Ingrijpende gebeurtenissen (life-events) hebben vaak grote gevolgen voor het welbevinden van kinderen. Denk aan conflicten of ruzies bin- nen het gezin (16%), langdurige ziekte van een gezinslid (12%) of psy- chische problemen van een ouder (9%). Minder kinderen maakten een vervelende gebeurtenis mee. Echter: het aantal kinderen dat last had van de gevolgen van zo’n gebeurtenis, groeide. Vaak had dit te maken met een echtscheiding (5%) of langdurige ziekte/handicap van een gezinslid (4%). Kinderen van laagopgeleide ouders kampen vaker met de gevolgen van een ingrijpende gebeurtenis.
Pestgedrag in de afgelopen 3 maanden
Ingrijpende gebeurtenis bij kind
heeft ermee te maken (gehad) heeft nog zorgen hierdoor
WEERBARE KINDEREN WORDEN MINDER GEPEST
“Een kind is weerbaar als het voor zichzelf kan opkomen. Zonder anderen te kwetsen, te schelden of te vechten.” Na deze definitie van weerbaarheid, gaf 93% van de ouders aan dat hun kind weerbaar is.
Volgens 7% van de ouders is hun kind (meestal) niet weerbaar.
Jongens zijn vaker niet weerbaar dan meisjes. En kinderen van laagop- geleide ouders zijn vaker niet weerbaar dan kinderen van midden- of hoogopgeleide ouders. Kinderen die weerbaar zijn, worden duidelijk minder vaak gepest. Als er zorgen of problemen zijn, praten de meeste kinderen met een ouder of iemand anders. Kinderen die niet weerbaar zijn, praten minder vaak met een volwassene over hun zorgen/problemen.
Kind is weerbaar
58%
7%
35% meestal wel
soms meestal niet
IS
69%GEPEST
22%
5% 4%
2 á 3x / maand vaak vaak nooit
< 2x / maand vaak
HEEFT GEPEST
28%
61%
11%
weet ik niet
vaak weet ik niet
vaak weet ik niet nooit
wel eens vaak
0%
5%
10%
15%
20%
25%
angst, onzek
erheid
faalangst gepest wordenpesten, contact met
andere kinderen druk zijn wordenbuitengesloten somber zijnverdrietig, agressief zijn
ZIEKTEN EN AANDOENINGEN
Van de ouders geeft 2% aan dat hun kind gedragsproblemen heeft die door een arts zijn vastgesteld. 3% heeft ADHD of ADD en bij 2% van de kinderen is PDD-NOS, Asperger of Autisme vastgesteld door een arts. Andere ziekten of aandoeningen in de lijst die aan de ouders is voorgelegd, zijn bijvoorbeeld astma en buikklachten.
OUDERS MAKEN ZICH ZORGEN OVER (FAAL)ANGST
In de Kindermonitor is aan de ouders de vraag voorgelegd waar ze zich zorgen om maken. Onderstaand de antwoorden op de onderwerpen die met psychische gezondheid te maken hebben. Bijna 1 op de 5 ouders (19%) maakt zich bij hun kind zorgen over ‘faalangst’ en 20%
over ‘angst’ of ‘onzekerheid’.
OORZAAK OF GEVOLG?
Behalve de eerdergenoemde factoren, blijkt uit ons onderzoek dat ook andere factoren de kans op psychosociale problemen beïnvloeden. Zie hiernaast het schema.
Waar ouders zich zorgen over maken bij hun kind 4-8 jaar 8-12 jaar totaal
Factoren die samenhangen met psychosociale problemen
pesten, gepest worden 7% 32%
buitengesloten worden 5% 29%
eten 14% 27%
schoolprestaties 8% 26%
agressief zijn 1% 18%
SOCIALE OMGEVING
geen inkomen uit werk in gezin 3% 8%
geen 1000 euro achter de hand 19% 41%
grote moeite rondkomen 1% 8%
FYSIEKE OMGEVING/VRIJE TIJD niet buitenspelen 1% 4%
weinig vriendjes 15% 21%
hangjeugd in de buurt 6% 11%
vervelende kinderen buiten 5% 14%
kind speelt liever binnen 8% 17%
GEZONDHEID
schoolverzuim door ziekte 21% 28%
buikklachten 2% 5%
PDD-NOS/asperger/autisme 1% 17%
ADHD/ADD 1% 21%
gedragsproblemen 0,2% 17%
bij huisarts geweest in 2 mnd 20% 34%
OPVOEDEN
opvoeden nooit lastig 23% 10%
behoefte aan hulp deskundige 10% 54%
ZORGEN VAN OUDERS
geen zorgen 35% 3%
angst, onzekerheid 15% 52%
faalangst 15% 40%
contact met andere kinderen 6% 37%
luisteren, gehoorzamen 8% 36%
druk zijn 5% 35%
geen verhoogd risico psychosociale problemen verhoogd risico psychosociale problemen
MEER LEZEN?
• www.opvoeden.nl - zoekterm weerbaarheid
• www.opvoeden.nl - zoekterm sociaal-emotionele ontwikkeling
• www.gezondeschool.nl - zoekterm: werken aan welbevinden
• www.gezondeschoolgelderlandzuid.nl - zoekterm welbevinden
• www.welbevindenopschool.nl
• www.nji.nl – zoekterm preventief jeugdbeleid
• www.nji.nl – zoekterm pesten
98% 89%
Ouders vinden gezondheid van hun kind (zeer) goed
Bij alle genoemde factoren is niet duidelijk of het gaat om een oorzaak of gevolg. Bijvoorbeeld: lopen kinderen die gepest worden, een gro- tere kans op psychosociale problemen? Of werkt het juist andersom:
omdat ze psychosociale problemen hebben, lopen ze een grotere kans om gepest te worden?
CONCLUSIES
Bijna alle ouders zeggen dat de gezondheid van hun kind (zeer) goed is. Tegelijkertijd zien we dat veel kinderen op de basisschool een matig of hoog risico lopen op psychosociale problemen. Deze problemen worden door de jaren heen groter of blijven gelijk. Ouders met een kind met verhoogd risico, maken zich ’t vaakst zorgen over onzeker- heid en faalangst bij hun kind.
Pestgedrag heeft invloed op het hebben van psychosociale problemen.
Uit ons onderzoek blijkt dat weerbaarheid (en praten met volwasse- nen) zorgt voor bescherming tegen pesten en psychosociale proble- men. Kinderen met een hoog risico op psychosociale problemen, hebben (volgens hun ouders) vaker te maken met een langdurige ziek- te of handicap, met hoger ziekteverzuim en behoefte aan hulp van een deskundige.
geen verhoogd risico psychosociale problemen verhoogd risico psychosociale problemen