• No results found

Voorzorgbeginsel: zinvol indien

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorzorgbeginsel: zinvol indien"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EDITORIALS

Voorzorgbeginsel: zinvol indien weloverwogen toegepast

Voorkomen is beter dan genezen. ìØeinigen zullen

dit

bescrijden. Het gaat hierbij immers om preventie en niet om voorzorg. Preventie is gebaseerd op kennis, voorzorg op het ontbreken van kennis. Roken is scha- delijk voor de gezondheid en dus voert de overheid een preventiebeleid. Bij voorzorg worden maatregelen geuoffen onder het motto "je weet maar nooit".

Bij

her afleiden van gezondheidkundige advieswaarden als basis voor (wectelijke) grenswaarden zoals bijvoor- beeld

MAC

(Maximaal Aanvaarde Concentracie) waarden voor de werkplek, blijven deskundigen aan de veilige kanr onder meer door het coepassen van onze- kerheidsfactoren.

Uit

voorzoÍg wordt een veilige marge aangehouden.

Voorzorg zou

bij

veiligheidsevaluatie van stoffen ove¡- bodig moeten zijn. Als betrouwbare blootstelling- en coxiciteitgegevens beschikbaar ztjn, kan de arbeidshygi- enist vaststellen

ofde

werkplek veilig is. Te vaak ont- breken goede gegevens en komen deze er ook niet als ze niet worden afgedwongen. Hec voorzorgprincipe als 'þiepsysteem" (binnen een bepaald cijdsbestek dienen benodigde gegevens te worden aangeleverd anders wordt een lage grenswaarde vastgesteld ofgaat de bescaande grenswaarde naar beneden) is alleszins ce

rechwaardigen wanneer het door de bevoegde inscancie weloverwogen en op het juisce moment wordt

gebruikt. Het gaat immers om een veilige

werþlek.

Illusracief is het volgende voorbeeld. Chlorofo¡m is onder bepaalde omstandigheden kankerverwekkend bij proefiCieren. Gedegen onderzoek heeft aangecoond dar

bij

lage bloocstellingconcentracies zoals die

in

de prak-

tijk

voorkomen (bijvoorbeeld

in

gechloreerd drinkwa- ter) het kankerrisico van chloroform voor de mens ver- waarloosbaar klein is. De Amerikaanse overheid liet weten hec

in

principe hiermee eens ce

zijn

maar uic voorzorg én vanwege de publieke opinie

in

haar (drinkwater) beleid chloroform nìe¡temin als serieus kankerrisico te beschouwen. Belanghebbenden accep- teerden deze benadering niet en maakten, gesteund door ter zake kundige toxicologen, dezaak aanhangig

bij

de rechcer. De rechter stelde hen

in

hec gelijk. Pas

in

laatste ins¡antie (de rechter) en onder druk van ken- nis (op basis van goed onderzoek) en ervaren experts (ter zake kundige coxicologen) werd het voorzorgprin- cipe cerecht naar de prullenmand verwezen.

De Nederlandse

MACJijst

bevat nog alcijd

MAC-

waarden die zrln overgenomen van de Amerikaanse Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap 15 (2002) nr 3

TLV

(Threshold

Limit

Value)-lijst. Sinds jaar en dag wordt gerwijfeld aan de coxicologische onderbouwing van deze overgenomen waarden. Enkele jaren geleden formeerde de Gezondheidsraad op verzoek van de Minister van Sociale Zaken en \Øerkgelegenheid een inte¡nationale commissie (acht nationalireiren waaron- der de Verenigde Scaten) die

in kort

djdsbescek de MAC-waarde van 168 stoffen herevalueerde. Een forse klus die naar ve¡wachting einde 2002 zal zijn geklaard.

Voor meer dan de helft van deze stoffen bleek de coxi- cologische basis te smal voor het vaststellen van een advieswaa¡del

Ik

kan

mij

voo¡stellen dat de Minister hier het voorzorgbeginsel als "piepsysteem" zal to€pås- sen. Een subcielere benadering zou kunnen

zljn

dat per stof op basis van gegevens ove¡ blootstelling, aantal blootgestelden, economisch belang en geschat potenti- eel risico een plan van aanpak wordt opgesteld. Op deze manier zou subtiel dreigen met het voorzorgprin- cipe kunnen leiden

tot

beschikbaar komen van de benodigde gegevens binnen een redelijke cermijn.

In

het kader van het nieuwe nacionale en internationale stoffenbeleid scelde de minisce¡raad

in

maart 2001 de Strategienota Omgaan Mer Sroffen (SOMS) vasr. Een wezenlijk onderdeel van SOMS is het indelen van stof- fen

in

vier zorgcategorieën mec hieraan gekoppeld implemenratie van het voorzorgbeginsel, ofwel SOMS scimuleert de overheid tot het nemen van maatregelen op basis van het ontbreken van relevante coxiciteitgege- vens. Twee aspecten komen naar

mijn

mening ten onrechte niec oF nauwelijks aan de orde

in

SOMS:

blootstelling en deskundigheid.

Ik

mis

in

SOMS het concept Threshold of Toxicological Concern (beneden een zekere bloocstellingconcentratie

zijn

coxicireirgege- vens niet nodig). Bovendien zou de (geschatte) bloot- stelling een rol moe ren spelen bij her indelen van srof- fen

in

zorgcategorieën. Indelen zou moecen gebeuren op basis van potentieel gezondheidsrisico en niet op basis van gevaarseigenschappen. Erva¡en, ter zake kun- digen zouden een prominente rol moeten spelen

bij

het stellen van prioriteiten en

bij

het aanbevelen van voor- zorgsmaatregelen. Kortom,

in

SOMS zouden blootsrel- ling en deskundigheid een belangrijkere plaats moeren krijgen om

bij

het nemen van voorzorgsmaatregelen het schieten met kanonnen op muggen te vermijden.

!Øellicht kan het nieuwe kabinec ook hier nog wâr rechtzetten.

Recent heeft de Gezondheidsraad een rapporr uitge- 49

(2)

bracht waarin stroomschema's zijn opgenomen voor toxicologisch onderzoek op maât.

In

f.ret rapport wordt gepleit voor een vraag-en-anfwoord benadering toege- sneden op aard en gebruikvan een

stofen

op aard en omvang van de potentiële blootstelling. Een van de doelstellingen van een dergelijke gerichære aanpak is het voorkémen van irrelevant en overbodig (dierexperi- menreel) onderzoeh hetgeen hopelijk zal leiden tot het op korte termijn beschikbaar komen van toxiciteirgege- vens voor prioritaire stoffeo, één van de doelstellingen van SOMS. Dc ovc¡heid zor- dan minder vaak hoeyen teruggrijpen op het voorzorgbeginsel.

Kort

gesre.ld, weloverwogen toepassing van het voo¡- zorgprincþe als uitgangspunt van handelen gericht op het voorkórnen ofbeperken van ongewenste, vaak (deels) onbekende effecren, leidr tot zinvolle voorzorgs- maauegelen.

VíctorJ Fnøn

hneriøs

booþrøør Biologiscb e Toxico logie TN&Ífoeding

50 Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap 15 (2002) nr 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan het begin van de loopbaan is de kloof tussen mannen en vrouwen qua voltijds of deeltijds werken relatief beperkt, maar naarmate deze jongeren ouder worden en langer actief

Vergeleken met de Europese gemiddelden blijkt dat de Belgische en Vlaamse schoolverlaters vaker voltijds werken, maar dat voor de totale werkende bevolking van 15 tot

Door Arbo Unie en de NVvA wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd voor schade van enige aard als gevolg van gebruik van of vertrouwen op deze trainingmaterialen of

Door Arbo Unie en de NVvA wordt geen aansprakelijkheid geaccepteerd voor schade van enige aard als gevolg van gebruik van of vertrouwen op deze trainingmaterialen of

Van deze mogelijkheid kan gebruik worden gemaakt indien een aanvrager aan de hand van nader archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn

In artikel 120, derde lid, wordt “tenzij sprake is van gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet openbaarheid van bestuur” vervangen door: tenzij deze

In artikel 120, derde lid, wordt “tenzij sprake is van gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet openbaarheid van bestuur” vervangen door: tenzij deze

31 Voor een nadere toelichting omrent het belang van actieve openbaarheid wordt mede verwezen naar de toelichting bij artikel 3.1. Darbishire, Proactive transparancy, 2010, p.. 15