• No results found

10-06-2004    Robert van Overbeeke met medewerking van Bureau Mediad Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) – Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "10-06-2004    Robert van Overbeeke met medewerking van Bureau Mediad Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) – Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

Monitoring van de leefbaarheid en veiligheid rondom een opvangvoorziening voor verslaafde vrouwen - eindmeting

Amsterdam, 10 juni 2004 Robert van Overbeeke Met medewerking van:

Bureau Mediad

(2)

Inhoudsopgave

Samenvatting en conclusie

1 Inleiding

1.1 Onderzoeksvragen 1.2 Kenschets beheergebied

1.3 Leeswijzer

2 Woongenot

3 Veiligheid en overlast

4 Opvangvoorziening en overlast

Bijlagen

Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording

Pagina 2 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

3

5 5 6

7 8 1 1 16

20

DSP - groep

(3)

Samenvatting en conclusie

Habi Tante is één van de opvangvoorzieningen die de GG&GD Utrecht heeft geopend in het kader van het project Binnenplaats. In totaal zijn er negen van dergelijke hostels gepland, waaronder twee tijdelijke. Habi Tante is in september 2002 geopend en bevindt zich aan de Baden Powellweg in Utrecht-Zuid. Het betreft een tijdelijke voorziening voor verslaafde dakloze vrouwen.

De opening van het hostel wordt begeleid met evaluatieonderzoek naar de leefbaarheid in de directe omgeving, het zgn. beheergebied. Een half jaar voor de opening van het hostel is een zgn. nulmeting uitgevoerd, dat wil zeggen het vaststellen van de bestaande situatie. Die meting is als vergelij­

kingsmateriaal gebruikt voor de situatie die ontstond ná de opening van het hostel. Deze situatie is twee keer gemeten, namelijk een half jaar en ander­

half jaar na opening van het hostel. Die metingen worden respectievelijk aangeduid als de eenmeting en de tweemeting.

In deze rapportage wordt verslag uitgebracht van de tweemeting, tevens eindmeting, die anderhalf jaar na de opening van de opvang heeft plaats­

gevonden (maart 2004). Tegelijk wordt over alle metingen heen een conclu­

sie getrokken.

De hoofdvraag van het onderzoek was: heeft de komst van de opvangvoor­

ziening invloed op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt?

De hoofdconclusie is: de komst van de opvangvoorziening heeft - met uit­

zondering van enkele aspecten - geen (negatieve of positieve) invloed op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Het oordeel van de bewoners over de leefbaarheid van de buurt blijkt veel sterker te worden bepaald door factoren als (toe- of afnames van) verpaupering, vervuiling en het voorzieningenni­

veau dan door drugsoverlast en overlast van verslaafden.

Op enkele onderdelen zijn verbeteringen in de leefbaarheid en veiligheid geconstateerd die worden toegeschreven aan het hostel. Het gaat dan met name om vermindering van drugsoverlast (nI. van verslaafde personen en van gebruik op straat) en van overlast van buitenslapers 1. Bovendien is het draagvlak onder de bevolking voor het hostel aanzienlijk vergroot.

Overigens zijn de leefbaarheid en veiligheid in de buurt op meer punten verbeterd, maar dat kan niet worden toegeschreven aan de opvangvoorzie­

ning.

In dezelfde periode zijn ook maatregelen genomen die meer invloed op de leefbaarheid en veiligheid hadden dan de komst van deze opvangvoorzie­

ning. Zo zijn er particuliere huizen en flats opgeknapt, met name in het ge­

bied tussen Vondellaan, Jutfaseweg en Croesestraat, is het voorzieningen­

niveau verhoogd (vooral doordat het winkelcentrum is opgeknapt) en zijn er politieacties geweest.

Drugsoverlast

Wanneer je expliciet ingaat op het fenomeen drugsoverlast, zoals in hoofd­

stuk 4, dan zegt men in meerderheid dat de drugsoverlast in de buurt gelijk is gebleven. Niet afgenomen dus, maar ook niet toegenomen. Het percenta-

Noot 1 Het is in dit verband opvallend dat geen enkele respondent een opmerking heeft gemaakt over het feit dat Habi Tante en Tussenbus naast elkaar staan aan de Baden Powellweg.

Pagina 3 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(4)

ge mensen dat persoonlijk geen drugsoverlast zegt te ondervinden blijkt in 2004 gestegen, namelijk van 50% naar ruim 60%. De drugsoverlast is in feite dus wel degelijk afgenomen.

Slechts een achtste deel van de bewoners vindt dat het hostel bijgedragen heeft aan veranderingen (toe- of afnames) in de drugsoverlast. Kennelijk ziet men - net als bij leefbaarheid in het algemeen - meer invloed van ande­

re factoren.

Eenderde deel van de bewoners ondervindt nog drugsoverlast. Als voor­

naamste veroorzakers worden 'andere verslaafden dan die uit Habi Tante' aangewezen. In mindere mate worden daarnaast bewoners en bezoekers van Habi Tante genoemd.

Wat betreft de objectieve veiligheid is te zien dat het slachtofferschap van de meeste onderscheiden delicten is gedaald. Uitzondering hierop vormen de delicten 'vernieling van of stelen vanaf de buitenkant van auto's,2 en 'ove­

rige diefstal'. Vernieling en diefstal vanaf auto's staan bekend als typische jongerendelicten; vermoedelijk moeten we ook hier de daders in die richting zoeken. Het zijn in ieder geval geen delicten die doorgaans door verslaaf­

den gepleegd worden. Met Habi Tante lijken deze delicten daarom weinig te maken te hebben. Van 'overige diefstal' kan dat niet met stelligheid gezegd worden, omdat niet duidelijk is om welke gestolen objecten het gaat.

Het aantal meldingen bij de politie is sinds de nulmeting sterk gedaald, na­

melijk met ongeveer tweederde en bevindt zich overwegend op een verwaarloosbaar niveau. Het enige incidenttype van betekenis blijft diefstal aan/uit auto, hoewel het aantal meldingen daarvan ook met tweederde is afgenomen. Die afname komt voor wat betreft diefstal aan auto overeen met de bevindingen uit de enquête. Jammer genoeg is diefstal aan en uit auto bij de politiemeldingen gecombineerd. Hierdoor is de bevinding uit de enquête dat diefstal uit auto is gedaald, niet in de politiemeldingen te controleren.

Opvallend is de gestegen waardering van de bevolking voor de komst van de voorziening. Deze waardering maakte in 2003 een significante sprong en is in 2004 op dat niveau gebleven. Als redenen voor het positieve oordeel worden vooral altruïstische motieven genoemd, namelijk dat het initiatief mogelijkheden biedt voor hulpverlening en dat het de situatie van de ver­

slaafden verbetert. In mindere mate wordt ook de vermindering van overlast als reden aangevoerd.

Uit de gestegen waardering valt -volgens de beheergroep - op te maken dat de gekozen werkwijze van de gemeente rondom de inpassing van Habi Tan­

te in dit gebied vrucht heeft afgeworpen: de zorgvuldige en kleinschalige aanpak met een sterke betrokkenheid van bewoners (die o.m. de locatie hebben voorgedragen) en beheerinstanties is dus een goede gebleken.

Noot 2 Overigens is er bij overlast geen sprake van een stijging van 'vernieling van en stelen vanaf auto's. Wellicht treedt er acceptatie van dit fenomeen op: wel slachtoffer geworden, maar geen overlast ondervonden

Pagina 4 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(5)

---

1

Inleiding

De GG&GD van de gemeente Utrecht is gestart met het project Binnen­

plaats. Doelstellingen van dit project zijn:

verbeteren van de gezondheidssituatie van dakloze verslaafden;

verminderen van de overlast van deze groep op straat.

In het kader van Binnenplaats worden negen opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen in Utrecht tot stand gebracht, verspreid over de stad.

Twee van deze voorzieningen hebben een tijdelijk karakter.

Eén van die opvangvoorzieningen is in september 2002 geopend aan de Baden Powellweg in de wijk Utrecht-Zuid. Het betreft hier een tijdelijke voor­

ziening voor verslaafde dakloze vrouwen. Na uiterlijk vijf jaar moet elders in de stad een nieuwe locatie zijn gerealiseerd.

Om de communicatie tussen de partijen die te maken hebben met het om­

gevingsbeheer van 24-uursvoorzieningen voor (verslaafde) dak en thuislo­

zen te faciliteren en zo problemen te voorkomen of in een zo vroeg mogelijk stadium op te lossen is een beheergroep ingesteld. De beheergroep heeft in overleg met de gemeente een beheerplan opgesteld waarin afspraken die zijn gemaakt, schriftelijk zijn vast gelegd. Naast een evaluatie van de be­

heergroep vindt er ook jaarlijks een evaluatie van de 24-uursvoorziening plaats zoals vastgelegd in het beheerplan.

In dit rapport wordt door DSP-groep b.V. uit Amsterdam verslag gedaan van alle drie metingen in de buurt. De metingen - uitgevoerd door enquêtebu­

reau Mediad uit Rotterdam - hebben respectievelijk een half jaar voor de opening van de opvangvoorziening (de zgn. nulmeting) een half jaar en an­

derhalf jaar na de opening plaatsgevonden (de eenmeting en de eindme­

ting).

Bij de eindmeting zijn exact dezelfde vragen aan inwoners van het beheer­

gebied voorgelegd als bij de nul- en eenmeting. Door de uitkomsten van het eerste onderzoek te vergelijken met de resultaten van het laatste onderzoek kan worden vastgesteld in hoeverre de leefbaarheid in de tussenliggende periode na de komst van de voorziening veranderd is. Daarmee is overigens niet meteen gezegd dat eventuele veranderingen worden veroorzaakt door de komst van het hostel. Er kunnen in de tussentijd immers ook andere fac­

toren zijn gewijzigd in het beheergebied, die hun weerslag hebben op de leefbaarheid en veiligheid.

In totaal zijn in 2002 341 huishoudens, in 2003 302 huishoudens en in 2004 313 huishoudens telefonisch dan wel schriftelijk bevraagd voor dit onder­

zoek. In de bijlage wordt de steekproefsamenstelling verder gespecificeerd.

1.1 Onderzoeksvragen

De onderzoeksvraag van het onderzoek is de volgende:

Wordt de leefbaarheid in het beheergebied rond de nieuwe 24-

uursvoorziening aan de Baden Powellweg beïnvloed door de komst van deze voorziening en de maatregelen die worden genomen om overlast te voorkomen?

Pagina 5 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(6)

De effecten van het beheerplan kunnen niet apart van de effecten van de voorziening worden gemeten aangezien deze tegelijkertijd met de voorzie­

ning worden gerealiseerd. De voorziening en het beheerplan worden daar­

om als eenheid beschouwd.

De onderzoeksvraag valt in twee deelvragen uiteen. De eerste deel vraag is:

a Hoe ontwikkelt de leefbaarheid in het beheergebied van de opvangvoor- ziening aan de Baden Powellweg zich na de realisatie van deze voorzie­

ning?

b Is de gevonden ontwikkeling van de leefbaarheid in het beheergebied toe te schrijven aan de komst van de opvangvoorziening?

Om deze vragen te beantwoorden wordt voornamelijk gebruik gemaakt van enquêtes onder de bewoners in de buurt en groepsgesprekken met de be­

heergroep. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van de meldingen van overlast en delicten bij de politie.

1.2 Kenschets beheergebied

Het beheergebied Baden Powellweg omvat 3.858 bewoners3 en bevindt zich pal ten zuiden van de binnenstad en ligt aan weerszijden van de spoorlijn Utrecht-Den Bosch. Het wordt in grote lijnen begrensd door Venu­

slaan/Kromme Rijn, Ledig Erf, Bleekstraat, Vondellaan, Croesestraat, Saf­

fierlaan en begraafplaats Soestbergen. Het gebied omvat voornamelijk oud­

bouw (variërend van ongeveer 1850 rond Wester- en Oosterkade

(laagbouw) tot de jaren 1950 (hoogbouw) in Tolsteeg) met bewoners in de lagere inkomensklassen. In het zuidelijke deel van het gebied en aan de noordrand (tussen Venuslaan en Gansstraat) bevinden zich nieuwbouw­

buurten (laagbouw) met bewoners in de middenklasse. In het beheergebied bevindt zich een klein bedrijventerrein.

Vrijwel tegenover de opvangvoorziening ligt het politiebureau van district Tolsteeg. Naast de opvangvoorziening bevindt zich een standplaats van de zg. Tussenbus, een mobiel verstrekkingspunt van dekens e.d. voor buiten­

slapers (een specifieke groep daklozen), die daar iedere avond en ochtend enkele uren staat.

Noot 3 Stand van de bevolking per 1 /1 /2004 (bron: Bestuursinformatie. Gemeente Utrecht).

Pagina 6 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(7)

Afbeelding 1 Plattegrond_ b.eheergebied

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 zal eerst de algemene leefbaarheid in de buurt worden beke­

ken. In hoofdstuk 3 zal de veiligheid in de buurt worden besproken. Hoofd­

stuk 4 zal tenslotte worden ingegaan op drugsoverlast en de nieuwe op­

vangvoorziening. De onderzoeksverantwoording is in de bijlage geplaatst.

Pagina 7 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(8)

2

Woongenot

Tussen 2002 en 2003 werd op sommige punten een verbetering van het woongenot geconstateerd. In 2004 zien we dat het woongenot niet verder is verbeterd, maar stabiel is gebleven op het niveau van 2003. Ook het alge­

meen oordeel - dat iets gedaald lijkt, maar niet significant - ondersteunt dit beeld. Niettemin blijken iets meer mensen dan voorheen binnen twee jaar te willen verhuizen. De redenen daarvoor blijken echter niets te maken hebben met overlast van drugsverslaafden of zwervers, maar veeleer met woning­

eigenschappen (krapte, geen tuin) of met persoonlijke redenen.

De ontwikkelingen in de buurt worden iets positiever beoordeeld dan bij de vorige metingen: 60% van de respondenten is van mening dat de buurt het­

zelfde is gebleven, een significant groter percentage dan vorig jaar geeft aan dat de buurt vooruit is gegaan, terwijl een kleiner percentage dan vorig jaar aangeeft dat de situatie in de buurt achteruit gegaan is.

Als reden waarom de buurt zich negatief ontwikkeld zou hebben, wordt ove­

rigens de komst van de verslaafdenopvang nauwelijks genoemd, maar wel verpaupering en andersoortige overlast (jongeren, zwerfvuil, verkeerstoe­

name). Overigens wordt bij de redenen waarom de buurt zich positief ont­

wikkeld zou hebben de opvang ook niet genoemd, maar vooral - gek ge­

noeg - dat de buurt minder verpauperd is geworden (o.m. huizen en straten opgeknapt) en dat er meer voorzieningen zijn gekomen.

Tabel 2.1 Algemeen oordeel over de buurt (percentages voor buurt positieve reacties op stellingen)

Reactie 2002 2003 2004

De mensen in deze buurt blijven hier graag Eens 72 *85 85

wonen

Het is vervelend om in deze buurt te wonen Oneens 88 92 91 Als het maar enigszins mogelijk is ga ik uit deze Oneens 83 85 82 buurt verhuizen

Als je in deze buurt woont heb je het goed Eens 71 77 76

getroffen

Algemeen oordeel4 (standaardcon- 6,2 6,6 6,4

struct)

*=significant op tenminste 95%-niveau

Noot 4 Het 'Algemeen oordeel" is een standaard construct dat wordt berekend uit de antwoorden op de stellingen die in dezelfde tabel staan. Er kan een cijfer uitkomen tussen de nul en de tien. Het lijkt dus op een rapportcijfer, maar het Is niet echt een rapportcijfer. Dit construct is gebruikt om de vergelijking met het Nieuw Utrechts Peil mogelijk te maken.

Pagina 8 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(9)

Tabel 2.2 Oordeel woongenot {�ercentage van de res�ondenten}

2002 2003 2004

Zeer prettig 1 3 1 9 1 5

Prettig 79 76 80

Onprettig 6 3 4

Zeer onprettig

Weet niet 2 2

Totaal 1 00 100 1 00

Tabel 2.3 Verhuiswens binnen 2 jaar {�ercentage van de res�ondenten}

2002 2003 2004

Wil zeker binnen twee jaar verhuizen 20 1 9 24

Wil misschien binnen twee jaar verhuizen 1 3 1 7 1 7

Wil niet binnen twee jaar verhuizen 62 61 56

Weet niet 6 2 3

Totaal 1 00 1 00 1 00

Tabel 2.4 Verhuisredenen (percentage van degenen die willen verhuizen - meerdere antwoorden �er res�ondent mogelijk}5

2002 2003 2004 Persoonlijke redenen (samenwonen, scheiden, etc) 1 9 29

Reistijd naar werk/studie te lang 6 9

Ik woon te ver van mijn vrienden/kennissen 2

Woning te klein 39 37

Woning te groot 2

Woning te bewerkelijk (onderhoud, schoonhouden) 2 3

Te veel trappen 6

Sloop van mijn woning

Slecht onderhoud 4

Slechte warmte-isolatie 2

Slechte geluidsisolatie 8 5

Geluidsoverlast van buiten 1 9 *7

Woning is te duur 2

Wil woning kopen 6 6

Wil woning huren 3 4

Wil woning met tuin 1 1 *5

Wil naar speciale ouderenwoning 2

Wil in een levendiger wijk/plaats won 4

Wil in een rustigere wijk/plaats wonen 3 2

De wijk bevalt niet

Te veel overlast verslaafden 2

Te veel overlast drugshandel 2

Te veel overlast van buren 2

Te veel overlast van jongeren 7 *3

Te veel overlast van anderen 3

Bevolkingssamenstelling in de wijk is niet goed Te weinig voorzieningen in de buurt

Te weinig groen/speelgelegenheid 2

Anders 20 *5

Weet niet/geen antwoord 3

*=significant op tenminste 95%-niveau

Noot 5 Bij vragen waar de respondenten meerdere antwoorden konden geven, tellen de percentages niet op tot 1 00.

27 1 3

*45

1 3 2

3 9 5 8 1 9

4 4 2

1 2

6

Pagina 9 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(10)

Tabel 2.5 Ontwikkeling van de buurt afgelopen jaren (percentage van de respondenten )

2002

Vooruit 1 4

Achteruit 1 9

Hetzelfde gebleven 55

Weet niet 1 2

Totaal 100

*=significant op tenminste 95%-niveau

2003 2004 1 1 *1 7 1 9 1 4

58 60

11 9

1 00 1 00

Tabel 2.6 Redenen waarom de buurt afgelopen jaren vooruit gegaan is (percentage van de respondenten dat van mening is dat de buurt vooruit gegaan is - meerdere antwoorden per respondenten mogelijk)

Afname criminaliteit Afname overlast

Komst opvangvoorziening verslaafde vrouwen Vooruitgang/minder verpaupering van buurt Buurt veiliger voor kinderen

Waardestijging van de woning Anders6

Weet niet

*significant op tenminste 95%-niveau

2002 10 16

36 16 6 37

2003

*3

*4

*21

*6 9 48 1 2

2004

*7 9

*47

43

Tabel 2.7 Redenen waarom de buurt afgelopen jaren achteruitgegaan is (percentage van de respondenten van mening is dat de buurt achteruit gegaan is - meerdere antwoorden per respondent mogelijk)3

2002

Toename criminaliteit 1 3

Toename overlast 23

Komst opvangvoorziening verslaafde vrouwen n.v.1.

Achteruitgang/verpaupering van buurt Buurt minder veilig voor kinderen Waardedaling van de woning Anders7

Weet niet

*significant op tenminste 95%-niveau

Tabel 2.8 Ontwikkeling van de buurt komende jaren (percentage van de respondenten )

2002 2003

Vooruit 22 22

Achteruit 1 6 1 9

Hetzelfde 43 35

Weet niet 1 9 24

Totaal 1 00 1 00

*significant op tenminste 95%-niveau

1 4

59

2003 2004

*24 *1 3

25 32

7 5

1 6 *33

3 47 *36

3 5

2004

*33

*1 2 40

*16 100

Noot 6 Hier werd in 2003 vooral de opgeknapte openbare ruimte genoemd. In 2004 noemt men dat ook, daarnaast noemt men afzonderlijk de opgeknapte huizen of nieuwbouw. Minstens zo be­

langrijk blijkt het feit dat er meer voorzieningen zijn gekomen.

Noot 7 Hier werd in 2003 vooral overlast van studenten en van jongeren in het algemeen genoemd. In 2004 worden vooral overlast van jongeren en van vervuiling genoemd en in mindere mate een verkeerstoename.

Pagina 10 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(11)

3

Veilig heid en overlast

De gevoelens van onveiligheid zijn sinds de vorige meting significant verbe­

terd, zowel 's avonds als overdag en zowel in de eigen woning als op straat.

De overlast die bewoners ervaren, is gelijk gebleven of verbeterd. De verbe­

teringen die hierin bij de vorige meting werden geconstateerd, te weten 'diefstal uit auto', 'beschadiging of vernieling aan auto's en 'diefstal vanaf auto', blijken dus bestendig. Vormen van overlast die pas na 2003 zijn ver­

beterd, zijn: bekladding, dronken mensen op straat (terug op het niveau van de nulmeting), gebruik van drugs op straat, vrouwen en mannen die worden lastiggevallen op straat, hondenpoep, andere rommel op straat, rondhan­

gende verslaafden en buitenslapers. Met name die laatste verbetering en die in de drugsgerelateerde overlast (beide significant) zijn de vormen waar in de eerste plaats een verbetering was beoogd. We kunnen dus constate­

ren dat dit is gelukt.

Daarnaast is er meer verbeterd op het gebied van overlast, maar het is on­

duidelijk in hoeverre dat is toe te schrijven aan de komst van Habi Tante. Uit antwoorden van respondenten op andere vragen blijkt dat er bijvoorbeeld een opknapbeurt is geweest in het beheergebied. Dat zou ook een aantal van de geconstateerde verbeteringen kunnen verklaren. De beheergroep meldt dat het hier vooral om particuliere woningverbetering gaat, met name in de buurt tussen Vondellaan, Jutfaseweg en Croesestraat.

Eén van de belangrijkste vormen van overlast is vervuiling. Iets meer dan de helft van de bewoners van het beheergebied ondervindt daar last van. De meest storende vormen daarvan vindt men zwerfvuil en rondslingerend huisvuil. De belangrijkste veroorzakers hiervan zijn blijkens de enquête de buurtbewoners zelf en in mindere mate hun bezoekers. In ieder geval wor­

den bewoners of bezoekers van het hostel hier niet als veroorzaker gezien.

Wat betreft overlast van diefstal uit auto's lijkt een lichte verslechtering te constateren, maar het verschil met 2003 is niet significant. Hetzelfde geldt overigens voor het daadwerkelijk slachtoffer worden van dit delict. Uit de meldingen van de politie blijkt geen verslechtering voor dit incidenttype.

De persoonlijk ervaren overlast gedurende de 30 dagen voor de meting (een manier om de ernst van de overlast aan te geven) is bij vrijwel alle overlast­

vormen afgenomen. Voor een enkel delict, zoals (poging tot) woninginbraak en vernieling van telefooncellen en bushokjes, betekent dit dat het weer op het niveau van de nulmeting terug is; hier werd vorig jaar een kleine in­

braakgolf in kelderboxen geconstateerd. Kennelijk is er ook van een vernie­

lingsgolf sprake geweest in 2003. Duidelijk is in ieder geval dat beide golven voorbij zijn.

De overlast vormen die er in 2004 als het ernstigst uitspringen, zijn honden­

poep8), rommel op straat en geluidsoverlast.

Bij het persoonlijk slachtofferschap, een objectieve maat voor veiligheid, zijn bij vrijwel alle onderscheiden delicten verbeteringen te constateren. Uitzon­

dering hierop vormen de delicten vernieling aan auto's of stelen vanaf de

Noot 8 Eén van de weinige vormen waarvan de overlast in dagen uitgedrukt duidelijk is toegenomen;

het percentage respondenten dat meldt er last van te hebben, is overigens gelijk gebleven; zie tabel 3.2.

Pagina 1 1 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(12)

Tabel 3.1a

Tabel 3.1b

buitenkant van auto's9 en 'andere diefstal', dat wil zeggen andere vormen dan in de tabel al genoemd worden. Wat de vernielingen aan en diefstal vanaf auto's betreft, deze delicten staan bekend als typische jongerendelic­

ten. Ze lijken daarom niets met de komst van Habi Tante van doen te heb­

ben.

Het aantal meldingen bij de politie is sinds de nulmeting sterk gedaald, na­

melijk met ongeveer tweederde. Het enige incidenttype van betekenis blijft diefstal aan/uit auto, hoewel het aantal meldingen daarvan ook met twee­

derde is afgenomen. Van de andere incidenttypes zijn de aantallen in het algemeen te verwaarlozen.

De recente ontwikkelingen uit het Nieuw Utrechts Peil (NUP) wat betreft slachtotterschap van criminaliteit in de stad Utrecht als geheel zijn nog niet bekend. Er kan daarom alleen met het stedelijk gemiddelde van 2002 verge­

leken worden. Daarbij valt op dat in het beheergebied wat betreft woningin­

braak meer pogingen plaatsvinden, maar minder geslaagde inbraken dan ge­

middeld in Utrecht. Verder vinden er minder berovingen en (veel) minder gevallen van zakkenrollerij plaats. Bovendien komen er minder gevallen van bedreiging (aanzienlijk minder zelfs) en mishandeling voor. Dit patroon bestond overigens al bij de nulmeting. Wat wel is veranderd, is dat de mate waarin het stedelijk gemiddelde en het beheergebied verschillen in de loop der jaren ster­

ker is geworden.

Onveiligheidsgevoelens overdag (eercentage van de reseondenten)

Overdag in woning Overdag 02 straat

2002 2003 2004 2002 2003 2004

Vaak 2 2 0 2

Soms 7 4 9 6 4

Zelden 1 0 1 3 "5 15 1 8 "7

Nooit 81 81 "91 73 75 *87

Weet niet 1 1 2 0

Totaal 1 00 1 00 1 00 1 00 100 100

"significant op tenminste 95%-niveau

Onveiligheidsgevoelens 's avonds (eercentage van de reseondenten)

's Avonds in woning 's Avonds 02 straat

2002 2003 2004 2002 2003 2004

Vaak 3 2 0 4 4 2

Soms 1 3 1 0 6 22 22 1 8

Zelden 1 0 "1 8 "1 0 1 7 18 1 5

Nooit 72 70 "83 54 54 *62

Weet niet 1 2 0 2 2 4

Totaal 1 00 1 00 1 00 1 00 1 00 100

"significant op tenminste 95%-niveau

Noot 9 Overigens is er bij overlast geen sprake van een stijging van 'vernieling van en stelen vanaf auto's. Wellicht treedt er acceptatie van dit fenomeen op: wel slachtoffer geworden ,maar geen overlast ondervonden.

Pagina 12 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Ha bi Tante) DSP - groep

(13)

Tabel 3.2 Mate van overlast in de buurt (percentage van de respondenten dat denkt dat dit 'vaak' voorkomt - meerdere antwoorden �er res�ondent mogelijk)

2002 2003

Fietsendiefstal 32

Diefstal uit auto's 37

Beschadiging of vernieling aan auto's en diefstal vanaf auto 30

Geluidsoverlast 1 5

Bedreiging 2

Bekladding van muren en/of gebouwen 26

Overlast van groepen jongeren 7

Dronken mensen op straat 5

Gebruik van drugs op straat 7

Vrouwen en mannen die op straat lastig worden gevallen 2

Gebruikte spuiten op straat 2

Hondenpoep op straat 34

Weggegooide condooms op straat

Andere rommel op straat 34

Vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes 1 3 Overige gewelddelicten, zoals mishandeling, beroving, verkrachting 3

Overlast door omwonenden (ook buren) 5

Tasjesroof 3

Agressief verkeersgedrag 1 4

Overlast van op straat rondhangende verslaafden en buitenslapers 1

Straatprostitutie 2

Drugshandel op straat Drugshandel in woningen

Overlast door buitenslapers 2

Overlast door de aanwezigheid en lawaai van drugsgebruikers 1

*significant op tenminste 95%-niveau

Tabel 3.3 Meest storende vorm van vervuiling in de buurt (percentage van de res�ondenten )

*22

*1 7

*1 9 1 0 0 25 7

*1 0 6 2

37 0 32

*6 0 5 0 1 3

*8 0

0 4 2

2002 2003

Geen last van vervuiling 43 43

Zwerfvuil/rommel op straat, op pleinen en stoepen 30 30 Zwerfvuil/rommel in het groen, in perkjes en parken 2 4

Zwerfvuil/rommel in het water 2 2

Slingerend huisvuil 1 4 *9

Bekladding van muren, bushokjes (graffiti en posters) 3 2

Hondenpoep 4 7

Spuiten op straat 0 0

Anders 0 1

Weet niet 2 3

Totaal 1 00 1 00

*significant op tenminste 95%-niveau

2004 1 9 20 1 9 1 1 0 21 7 6

*2 0 0 32 0 28 5 0 5

1 4

*2 0 0

2 0

2004 46 31 3 0 1 1 2 5 0 0 2 1 00

Pagina 1 3 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(14)

Tabel 3.4 Oorzaken vervuiling (percentage van de respondenten - meerdere antwoorden per respondent mogelijk)

2002 2003 2004 Geen

Vervuilend gedrag door bewoners

Vervuilend gedrag door bezoekers en passanten Vervuilend gedrag door jongeren

Vervuilend gedrag door verslaafden en buitenslapers

Vervuilend gedrag door bewoners en bezoekers van de opvangvoorzie­

ning

Vervuilend gedrag door andere verslaafden Verkeerd aangeboden huisvuil

Gemeente maakt te weinig schoon Anders

Weet niet

·significant op tenminste 95%-niveau

45 23 1 0 1 1 4 n.v.1.

0 8 1 0 8 4

46 49

25 29

1 4 1 7 1 5 15

4 0

0 0

0 2

3 ·7

1 1 8 3

Tabel 3.5 Persoonlijk ervaren overlast afgelopen 30 dagen (gemiddeld aantal dagen overlast ervaren I percentage van degenen die overlast hebben ervaren - meerdere antwoorden mogelijk)

Geluidsoverlast

Bekladding van muren en/of gebouwen Overlast door groepen jongeren Dronken mensen op straat Gebruik van drugs op straat

Vrouwen en mannen die op straat lastig worden gevallen Gebruikte spuiten op straat

Hondenpoep op straat

Weggegooide condooms op straat Andere rommel op straat

Vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes Overlast door omwonenden (ook buren) Agressief verkeersgedrag

Overlast van op straat rondhangende verslaafden en buitenslapers Straatprostitutie

Drugshandel op straat Drugshandel in woningen Overlast door buitenslapers

Overlast door de aanwezi9heid en lawaai van dru9sgebruikers

·significant op tenminste 95%-niveau

Pagina 14 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

Aantal dagen overlast 2002 2003 2004

3,0 3,5 2,7

0,9 0,8 0,9

0,5 0,6 0,4

0,5 0,5 0,3 0,0 0,1 0,1

0,0 0,1 0,0

0,0 0,0 0,0

5,0 5,4 6,8

0,0 0,0 0,0

5,0 4,2 4,6

2,0 9,5 ·1 ,7

0,4 0,8 1 ,1 2,0 1 ,6 1 ,7 0,1 1 ,1 0,1 0,0 0,0 0,0

0,0 0,0 0,0

0,0 0,0 0,0

0,1 0,5 0,1

0,0 0,2 0,1

DSP - groep

(15)

Tabel 3.6 Persoonlijk slachtofferschap van criminaliteit in de buurt afgelopen 12 maanden (percentage van de respondenten dat slachtoffer is geworden/

percentage van de slachtoffers dat aangifte heeft gedaan - meerdere ant- woorden mogelijk)

Baden Powell Utrecht (NUP}

2002 2003 2004 2000 2002 2004

Poging tot Inbraak 8 "1 3 9 7,2 7,9 nnb

Geslaagde inbraak 2 "7 "3 5,0 4,8 nnb

Autodiefstal 8 5 4

Diefstal uit auto 16 "9 1 1

Buitenkant auto vernield of 25 24 "34 gestolen

Fiets gestolen 28 25 23

Portemonnee gestolen met 0 0 2,2 2,7 nnb

geweld

Portemonnee gestolen zonder 5,3 5,8 nnb

geweld

Andere diefstal 4 3 "7

Vernieling 9 10 6

Bedreigd met geweld 5 4 2 1 0,1 8,8 nnb

Mishandeling 0 2,6 1,6 nnb

Hier zijn percentages berekend van de mensen die ook daadwerkelijk een auto of een fiets bezitten.

"significant op tenminste 95%-niveau

Tabel 3.7 Meldingen bij de politie (aantallen meldingen bij de politie in eerste kwartaal 2004 vergeleken met zelfde tijdvak in 2002 en 2003)10

eerste kwartaal eerste kwartaal eerste kwartaal

2002 2003

Bedreiging 2 0

Beroving/tasjesroof 0

Diefstal uit woning 7 7

Diefstal auto 4 1

Diefstal aan/uit auto 28 1 4

Geweld met letsel, zonder wapen 2

Geweld zonder letsel, met wapen 0 0

Geweld zonder letsel, zonder wapen 2

Overlast vld drug/med 0

Overlast van prostitutie 1 0

Harddrugs 0 0

DakIThuisloze 0 0

Totaal 48 24

Bron: BPS (politieregistratie)

Noot 1 0 Meerdere meldingen kunnen betrekking hebben o p één overlastsituatie o f delict.

Pagina 15 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Ha bi Tante)

2004 0 2

0 8

0 0 2 0 2 1 7

DSP - groep

(16)

4

Opvangvoorziening en overlast

Ruim de helft van de bewoners vindt dat de drugsoverlast de afgelopen twaalf maanden gelijk gebleven is. Dat is significant meer dan bij de vorige meting. Daar staat tegenover dat bij geen van de metingen een afname in drugsoverlast is geconstateerd. De minderheid die vindt dat er wel sprake is van een afname noemt vooral een vermindering in de overlast van verslaaf­

den als reden voor hun oordeel.

Net als vorig jaar vindt iets meer dan driekwart van de mensen de komst van Habi Tante een goede maatregel; een ruime meerderheid dus. Vergeleken met de peiling voorafgaand aan de komst van het hostel, waar ruim de helft van de bewoners meende dat die komst een goede maatregel was, is er dus maar liefst 23% bijgekomen. Het beoogde draagvlak onder de buurtbewo­

ners is dus tot stand gekomen.

Als redenen voor het positieve oordeel worden vooral altruïstische motieven genoemd, namelijk dat het initiatief mogelijkheden biedt voor hulpverlening en dat het de situatie van de verslaafden verbetert. In mindere mate wordt daarnaast de vermindering van overlast genoemd.

De redenen voor een negatief oordeel over Habi Tante zijn verwaarloos­

baar.

Overigens vindt slechts 12% van de buurtbewoners (dat is een achtste deel en significant minder dan bij de vorige meting) dat het hostel heeft bijgedra­

gen aan de veranderingen in de overlast (toe- of afnames), terwijl een kwart zegt dat het hostel daar niet aan heeft bijgedragen. De komst van Habi Tan­

te heeft hier - volgens de beleving van de bewoners - dus nauwelijks in­

vloed op uitgeoefend. De overige 65% zegt overigens niet te weten of het hostel hierin een rol gespeeld heeft.

Ruim zestig procent van de bewoners zegt geen drugsoverlast te ervaren, een significante stijging ten opzichte van de vorige meting. Ruim eenderde van de bewoners ervaart nu dus nog wel drugsoverlast. De meeste overlast wordt- voor zover de bewoners bekend - in de eerste plaats veroorzaakt door andere verslaafden dan die uit Habi Tante, op de tweede plaats wor­

den bewoners van Habi Tante zelf genoemd en op de derde plaats hun be­

zoekers.

Hoewel er dus nog steeds drugsoverlast ondervonden wordt, zijn de oorde­

len over Habi Tante dermate positief dat van een duidelijk succes gesproken kan worden.

Tabel 4.1 Ontwikkeling drugsoverlast afgelopen 12 maanden (percentage van de respondenten )

2002

Toegenomen 7

Gelijk gebleven 41

Enigszins afgenomen 2

Weet niet 50

Totaal 1 00

*significant op tenminste 95%-niveau

Pagina 1 6 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

2003 2004

1 0 7

43 *55

3 2

44 *36

1 00 1 00

DSP - groep

(17)

Tabel 4.2 Oordeel komst opvangvoorziening (percentage van de respondenten)

Goede maatregel Slechte maatregel

Goede noch slechte maatregel Weet niet

Totaal

*significant op tenminste 95%-niveau

2002 2003 2004

54 1 4 21 1 1 1 00

*79

*5

*9 7 1 00

77 4 7 1 2 1 00

Tabel 4.3 Bijdrage opvang Habi Tante aan toe-Iafname overlast (percentage van de respondenten )

2003 2004

Ja, bijdrage 1 8 *1 2

Nee, geen bijdrage 25 23

Weet niet 57 *65

Totaal 1 00 1 00

*significant op tenminste 95%-niveau

Tabel 4.4 Wie veroorzaken de meeste overlast? (percentage van de respondenten;

meerdere antwoorden per respondent mogelijk)

2003 2004

Bewoners van de voorziening 5 6

Bezoekers van de voorziening Andere verslaafden

Drugsdealers Anders, namelijk Weet niet Geen overlast Totaal

*significant op tenminste 95%-niveau

6 1 0 2 2 26 50 1 00

5 9 2 1 20

*63 1 00

Tabel 4. 5 Redenen voor positief oordeel komst opvangvoorziening (percentage van de bewoners - meerdere antwoorden per respondent mogelijk)

Vermindering criminaliteit Vermindering overlast

Mogelijkheden voor hulpverlening Vooruitgang/verbetering van buurt Minder gevaar voor kinderen Minder waardedaling van de woning Verbetering van situatie verslaafden Anders

Weet nieUgeen mening

*significant op tenminste 95%-niveau

2002 6 9 23 8

27 24 22

Pagina 17 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Ha bi Tante)

2003 2004

*1 2

1 7 1 5

*50 *42

*2 5

0 0

0

*50 44

0 2

1 1 1 5

DSP - groep

(18)

Tabel 4.6 Redenen voor negatief oordeel komst opvangvoorziening (percentage van de bewoners - meerdere antwoorden per respondent mogelijk)

Toename criminaliteit Toename overlast

Verslaving wordt in stand gehouden Achteruitgang/verpaupering van buurt Buurt minder veilig voor kinderen Waardedaling van de woning Anders

Weet niet/geen antwoord

2002 2003 2004

3 5 4 3 1 o 8 81

1 2 o o

94

o 1

o 2 95

Pagina 18 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habl Tante) DSP - groep

(19)

Bijlagen

Pagina 19 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(20)

Bijlage

1

Onderzoeksverantwoording

Enquêtemethodiek en respons

De enquête is afgenomen onder een willekeurige steekproef van de bewo­

ners in het beheergebied rond de opvangvoorziening. In afbeelding B.1 is het precieze gebied te zien.

In totaal zijn bij elke meting ruim 300 huishoudens bevraagd (om precies te zijn: in 2002 341, in 2003 302 en in 2004 313). Er is daarbij gebruik gemaakt van telefonische afname, aangevuld met schriftelijke enquêtering onder mensen waarvan geen telefoonnummer bekend is. De telefonische enquêtes zijn voornamelijk in de vroege avonduren afgenomen om zoveel mogelijk mensen te bereiken. De metingen vonden telkens in maart plaats om even­

tuele seizoensinvloeden vergelijkbaar te houden. Gevraagd werd naar be­

woners van 18 jaar of ouder.

De totale respons lag telkens rond de 30% (in 2002 gemiddeld 31 %, in 2003 29%, in 2004 31 %). In 2004 lag de telefonische respons hoger dan in de twee jaar ervoor; dat houdt in dat er minder mensen benaderd hoefden te worden voordat er voldoende bereid waren gevonden mee te werken aan de enquête. De respons bij schriftelijke afname lag op hetzelfde niveau als bij de nulmeting. Achteraf blijkt de schriftelijke respons in 2003 lager te zijn geweest dan in de andere twee jaren.

In tabel B.8 is per vraag weergegeven hoeveel mensen de vraag wel en niet hebben beantwoord.

Tabel B.1 Res�onsoverzicht

Telefonisch Schriftelijk Totaal

Bruto aantal Netto aantal

2002 2003 2004 2002 2003

790 707 482 275 255

326 342 520 66 47

1 .1 16 1 . 049 1 .002 341 302

Pagina 20 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Ha bi Tante)

Respons-percentage

2004 2002 2003 2004

206 35 36 43

1 07 20 1 4 21

313 31 29 31

DSP - groep

(21)

Tabel B.2 Res�onsoverzicht telefonisch gedeelte {aantallen}

telefonisch 2002 2003 2004

Totale steekproef 1 174 1401 1247

Niet gebruikt op verzoek gemeente11 234

Niet gebruikt 1 50 694 765

Geslaagd 275 255 206

Niet bereikt in onderzoeksperiode (uitstaande afspraken, etc) 31 4 284 1 28

Technische non-respons 1 7 27 28

Non-respons 1 84 1 41 1 20

Technische non-respons 17 27 28

Telefoonnummer niet in gebruik 1 1 1 4 21

Taalproblemen 4 3

Buiten onderzoeksperiode 2 1 0 6

Non-respons 184 141 120

Geen tijd 33 1 5 1 3

Geen zin 71 29 23

Principieel 3 1 2

Weigering telefonisch 3 3 0

Wordt al zo vaak gebeld 2

Gezondheidsproblemen 9 1 4 16

Vindt zichzelf te oud 27 1 9 1 7

Overige persoonlijke omstandigheden 2 2 6

Ziet nut onderzoek niet in 1 4 1 7 9

Onderwerp interesseert respondent niet 1 8 21 30

Andere redenen 1 0

Geen reden/wil reden niet geven 3 3

Weigering tussentijds (afgebroken interview} 2 3

Representativiteit

Bij vergelijking van de steekproefsamenstelling met de werkelijke bevolking van het beheergebied in de onderstaande tabellen, blijkt dat er in 2004 iets te weinig niet-Nederlanders zijn geïnterviewd, te weinig mannen, te weinig jongeren van 18 t/m 24 jaar, te weinig 65-plussers en te veel 40 Um 64- jarigen, en veel te weinig alleenwonenden zonder kinderen.

Daarom is een weging toegepast, die de enquêtegegevens meer in over­

eenstemming bracht met de werkelijke verhoudingen van deze kenmerken in de bevolking. De weging corrigeert alleen de bevolkingskenmerken etnici­

teit, sekse, leeftijd en huishoudensamenstelling 12. Om te voorkomen dat individuen of kleine subgroepen een te sterke stempel gingen drukken op de resultaten is daarbij een beperking op de hoogte van de weegfactor aange­

bracht.

Naast vergelijkbaarheid van de enquêtegegevens met de bevolkingsgege-

Noot 1 1 In overleg met de onderzoekers van het Nieuw Utrechts Peil, die in dezelfde periode mensen in dezelfde buurt moesten enquêteren, is een aantal mensen niet benaderd voor dit onderzoek om te voorkomen dat ze aan twee enquêtes mee zouden moeten doen.

Noot 1 2 In 2004 zijn de gegevens die over de leeftijdsopbouw verkregen zijn, niet helemaal goed vergelijkbaar in de categorie 1 8 Um 24 jaar. De bevolkingsgegevens zijn in stappen van 5 jaar weergegeven. We hebben er daarom de voorkeur aan gegeven te vergelijken met de categorie 20 Um 24 jaar (in plaats van 1 5 Um 24 jaar). Om die reden staat in de tabellen B. 3 Um B.5 telkens 'bevolking 20+' in de laatste kolom.

Pagina 21 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante) DSP - groep

(22)

vens is vergelijkbaarheid van de enquêtegegevens met die van de eerdere metingen ook belangrijk. In elk enquêteonderzoek is er sprake van dat be­

paalde groepen beter vertegenwoordigd zijn dan andere groepen. Ook hier is dat het geval. Sommige groepen, bijvoorbeeld jongeren onder de achttien jaar en mensen zonder adres, komen helemaal niet voor in de steekproef.

Zolang in alle drie de metingen hetzelfde type selectie van respondenten plaatsvindt doordat dezelfde methodiek wordt gebruikt, zal de ontwikkeling die de cijfers laten zien wel betrouwbaar zijn.

Tabel 8.3 Etniciteit (o.b.v. geboorteland respondent, vader en moeder)

steekproef

2002 2003 2004

Nederlands 91 90 87

niet-Nederlands 9 1 0 1 3

Totaal 1 00 1 00 1 00

Tabel 8.4 Sekse

steekproef

2002 2003 2004

Man 41 44 35

Vrouw 59 56 65

Totaal 1 00 1 00 1 00

Tabel 8.5 Leeftijd

steekproef

2002 2003 2004

1 8 Um 24 jaar 9 1 1 1 0

25 Um 39 jaar 49 53 50

40 Um 64 jaar 29 24 30

65+ 1 3 1 2 1 0

Totaal 1 00 1 00 1 00

Tabel 8.6 Huishoudensamenstelling

Alleenwonend zonder kinderen, woongroep, anders

Alleenwonend met kinderen

Samenwonend / getrouwd zonder kinderen Samenwonend / getrouwd met kinderen Wil niet zeggen

Totaal

Pagina 22 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

Bevolking - hoofden van huishoudens 20+; 1 /1 /'04

80 20 1 00

Bevolking - personen 20+; 1 /1 /'04

44 56 1 00

Bevolking -personen 20+; 1 /1 /'04

1 7 48 21 1 4 1 00

steekproef Bevolking -

huishoudens;

1 /1 /'04 2002 2003 2004

51 49 44 65

2 5 5 3

31 30 32 22

1 5 1 7 1 8 1 0

1 00 1 00 1 00 100

DSP - groep

(23)

Nieuw Utrechts Peil

De enquêtevragen zijn voor een groot deel ontleend aan de enquête van het Nieuw Utrechts Peil. De vragen die uit deze lijst worden gebruikt zijn aan Utrecht aangepaste landelijk gebruikte standaardvragen. De vraagstellingen komen grotendeels overeen met de GSB-Leefbaarheidsmonitor van Intomart die als standaard geldt voor gemeentelijk leefbaarheidonderzoek.

Voor het onderhavige onderzoek zijn ook items aangepast om specifieker overlast van gebruikers van de voorziening te kunnen meten.

Bij de analyse van de cijfers is zoveel mogelijk getracht de cijfers vergelijk­

baar te houden met die van het Nieuw Utrechts Peil (NUP). Hiervoor is over­

leg gevoerd met de uitvoerders van dit onderzoek.

Van belang is in dit verband dat ook bij het NUP een weging wordt toege­

past op de gegevens. Dit is echter een iets andere weging dan in het onder­

havige onderzoek. Het NUP is namelijk gewogen op leeftijd, geslacht, etnici­

teit en inkomen (en op subwijk).

Overlast meldingen wijkbureaus

De wijkbureaus in Utrecht fungeren als klachtenmeldpunt voor bewoners.

Klachten die hier binnen komen, worden in een computersysteem geregi­

streerd. Er is geen gebruik gemaakt van de meldingen uit het klachten­

registratiesysteem van de wijkbureaus. Dit omdat het niet mogelijk is geble­

ken hieruit eenduidige cijfers over het aantal klachten in een buurt te genereren.

Meldingen politieregistratie

De politie registreert in principe alle binnenkomende meldingen en klachten over criminaliteit en overlast. Deze gegevens zijn opgevraagd voor het sa­

menstellen van tabel 3.7. Een kanttekening is op zijn plaats: het aantal mel­

dingen is niet per definitie gelijk aan het aantal delicten of overlastsituaties.

Eén incident kan meermaals gemeld worden; in het meldkamersysteem wordt dan elke melding geregistreerd.

Betrouwbaarheidsmarges bij steekproefonderzoek

De betrouwbaarheid van de uitkomsten is van belang voor het maken van de vergelijkingen tussen de twee onderzoeksjaren. Bij elk percentage geldt, gegeven de spreiding in de antwoorden en het aantal ondervraagde perso­

nen, een betrouwbaarheidsmarge. Dit betekent dat de werkelijke waarde, met een zekerheid van 95%, tussen de grenzen van die marge ligt.

Om een idee te geven hoe groot de verschillen moeten zijn willen deze sig­

nificant zijn, wordt als voorbeeld de eerste tabel van het rapport gebruikt (zie tabel B.7). In 2002 werd de eerste stelling door 334 respondenten beant­

woord; 72% van hen gaf een positief antwoord. De feitelijke waarde in het beheergebied ligt dan, bij een zekerheid van 95%, tussen de 68% en 76%

(de betrouwbaarheidsmarges). In 2003 waren 302 respondenten die ant­

woord gaven op dezelfde vraag. Van hen reageerde 85% positief. De feite­

lijke situatie in het beheergebied ligt dan bij een zekerheid van 95%, in wer­

kelijkheid tussen de 82% en 88%.

Als je nu wilt weten of het verschil in antwoorden tussen 2002 en 2003 echt een verschil voorstelt (significant is), moeten de antwoorden buiten de ge­

noemde betrouwbaarheidsmarges liggen. Aangezien de ondergrens van 2003 82% is en de bovengrens van 2002 76% is, weet je met 95% zeker­

heid dat het verschil ook daadwerkelijk significant is.

Pagina 23 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Ha bi Tante) DSP - groep

(24)

De tweede stelling levert in 2003 een resultaat op dat 2% hoger ligt dan in 2002. De betrouwbaarheidsmarges zijn voor 2002 79% en 87% en voor 2003 82% respectievelijk 88%. Aangezien de betrouwbaarheidsmarge van beide waarden elkaar overlappen is het gevonden verschil in dit geval niet significant.

Tabel B.7 Algemeen oordeel over de buurt (percentages voor buurt positieve reacties op stellingen)

Reactie De mensen in deze buurt blijven hier graag wonen Eens Als het maar enigszins mogelijk is ga ik uit deze buurt verhuizen Oneens

Pagina 24 Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante)

2002 72 83

2003 85 85

DSP - groep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zijn niet de dagelijkse beslommeringen van Tante An of Kirsten Emous als mantelzorger die centraal staan, maar dat wat medische wetenschappers over dementie kunnen

De leiding en de medewerkers van Tante El voeren een voortdurende en transparante dialoog met deze partijen, om in de voorschoolse educatie van betekenis te zijn voor de peuters

Met een Sanistage split warmtepompboiler geniet je het hele jaar door van sanitair warm water met een hoger rendement dan een conventionele boiler.. Als ‘stand alone’ systeem

Deze informatie wordt tijdens de intake verder aangevuld door gesprekken met verschillende medewerkers.. Waarna met het elektronisch dossier de informatie van de verschillende

Het beste is dat je dit water in een prapi maak brand deze schoon met wat dram of jenever zorg er voor dat de plaats waar je gaat baden altijd heel schoon is besef dat een badkamer

Bij deze factoren gaat het onder meer om de inzet van stembureaus en extra stemfaciliteiten door gemeenten, de rol van lokale en regionale media, de communicatie van

Praktische gesproken zal men derhalve goed doen, al naar de lengte van het hoofd (stille strand tI' Scheveningen en overal dààr waar de kust door dip hoofden

GREET Spijt komt niet in mijn agenda FRIEDEL Hoe lang hebben jullie ….. GREET