• No results found

EuroverkiezingenCarlo Trojan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EuroverkiezingenCarlo Trojan"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

d o c u m e n t a t ie c e n t r u m

NEDERLANDSE POLITIEKE

p a r t ij e n

OPINIEBLAD VAN DE J.O.V.D. - VERSCHIJNT 10 MAAL PER JAAR ■ JAARGANG 35,

NR. 5, JUN11983

Euroverkiezingen

Carlo Trojan

Over de auteur: Carlo Trojan is kabinetchef van de Euro­ pese Commissaris Frans Andriessen. Dit artikel is het eerste artikel in een reeks om de discussie over Europa in Drie­ master te begeleiden.

Wij danken de heer Carlo Trojan voor deze bijdrage.

Over een jaar vinden de tweede rechtstreekse verkiezingen van het Europese Parlement plaats. Politieke partijen beginnen zich wat aarzelend op te maken voor de verkiezingscampagne. Dit maal zal er meer op het spel staan dan alleen de ver­ deling van de zetels. Het nieuwe is er af. Het resultaat van deze tweede europese ver­ kiezingen zal, gemeten in op­ komstpercentages, de graadme­ ter zijn van de betrokkenheid van de europese burger bij het europese eenwordingspro­ ces. De verwachtingen zijn voon wat dit betreft voorals­ nog niet hoog gestemd. Het is dan ook zaak om Euro­ pa tastbaar te maken voor die burger die vólgend jaar naar de stembus moet.

Wij moeten de kiezer duide­ lijk maken dat de weg naar economisch herstel geen na­ tionale kan zijn en dat slechts gemeenschappelijke europese aanpak over een breed front van terreinen in in staat zal zijn om onze welvaart en vriiheid veilig te stellen.

Het is hoog nodig om het immobilisme en pessimisme over het europese toekomst­ perspectief te doorbreken.

Hier ligt in de eerste plaats een taak voor de instellin­ gen van de Gemeenschap. Dit geldt in de eerste plaats de Raad van Ministers, de instelling die is samenge­ steld uit vertegenwoordigers der lid-staten en waar uit­ eindelijk de beslioten die­ nen te vallen. De laatste jaren loopt elk nieuw ini­ tiatief stuk op het gebrek aan besluitkracht ven de Raad van Ministers.

En het heeft zeker niet aan initiatieven ontbroken. Ik kan u verzekeren dat de Europese Commissie de afge­ lopen paar jaar niet heeft stil gezeten. Er zijn plannen en voorstellen genoeg. Als het echter op besluiten - of betalen - aankomt is er door­ gaans niemand thuis.

Wij zitten aldus met de ver­ dere ontwikkeling van de Ge­ meenschap al geruime tijd op een dood spoor. De economischs crisis blijkt geen uitdaging maar veeleer een handicap te zijn voor gemeenschappelijke aktie.

Dit gebrek aan besluitkracht leidt er ook yoe dat Europa de burger steeds minder gaat aanspreken. Hij wordt in de publiciteit te zeer gecon­ fronteerd met nationale tegen­ stellingen, ruzies over cen­

ten en procnten en gehele of gedeeltelijk europese échecs. Dit is het beeld dat de ge­ middelde kiezer vandaag de dag voorgeschoteld krijgt van de Europese Gemeenschap. Dit beeld is wellicht slech­ ter dan de werkelijkheid is. De Europese Gemeenschap zij, niettegenstaande alle gebreken een economische en juridische realiteit. Het lijdt ook geen twijfel dat zonder de gemeen­ schappelijke markt de econo­ mische crisis in Europa veel hared hebben toegeslagen. Het is tevens zo dat er geen weg terug is. Dit neemt niet weg dat wij op het ogenblik in een gevaarlijke impasse zit­ ten. Het is thans zaak om alle politieke in Europa te mobiliseren om die besluite­ loosheid te overwinnen. Hier ligt niet alleen een taak voor Ministers en Com­ missarissen, maar zeker ook voor Europarlementariërs en politieke partijen, zowel in nationaal als in europees verband. De europese burger dient er meer van doordrongen te worden wat Europa doet en waarom Europa moet.

Zo is de gemeenschappelijke markt de levensader van de Nederlandse economie. Als de­ ze op de tocht komt te staan houden wij daaraan een flinke longontsteking over. Het wel en wee van land-en tuinbouw wordt hoofdzakelijk in Brus­ sel beslist. De herstrukture- ring van crisissectoren zoals

staal, scheepsbouw en textiel is meer en meer een europese aangelegenheid geworden. Zo zijn er tal van andere voorbeelden die duidelijk ma­ ken hoe belangrijk een verder gaande europese integratie voor ons is.

Waar het thans om gaat is om die boodschap over te brengen Zowel naar de top, waar de besluiten vallen, als naar de basis waar de veredere ont­ wikkeling van Europa gedragen dient te worden.

Die top zal reeds volgende maand een belangrijke kracht­ proef dienen te doorstaan, als de Europese Raad in Stutt- gart bijeenkomt. Er zullen hier een aantal zaken aan de orde komen die van doorslag­ gevende betekenis kunnen zijn voor de verdere ontwikkeling van de Europese Gemeenschap. Zoals ook veeal in het natio­ nale vlak het geval is zullen financiële problemen hierbij een overheersende röl spelen. De kernvraag die zich hier­ bij voordoet is of de Gemeen­ schap voldoende financiële armslag zal krijgen om be­ staand beleid te kunnen voort zetten, nieuw gemeenschappe­ lijk beleid te kunnen ontwik­ kelen en t.z.t. de uitbrei­ ding met twee nieuwe lid-sta­ ten te kunnen verwerken. Het gaat hierbij niet alleen om nieuwe financieringsmiddelen maar ook om een evenredige verdeling van de lasten ervan. De tweede kernvraag is hoe de Gemeenschap als zodanig een

rol kan spelen bij het eco­ nomisch herstel. Dit is vooral een kwestie van het stellen van economische en politieke prioriteiten. Brussel kan niet zomaar banen scheppen, net zo min als Den Haag. Het kan echter wel, door een'beter afstemmen van het beleid en door het geven van gerichte stimulansen, iets meer per­ spectief bieden aan al die­ genen die werk zoeken en het niet vnden. Het is hoog tijd dat de lidstaten de financiële problemen van de Gemeeschap wete te overwinnen om zich aldus met een nieuw elan te wagen aan gemeenschappelijke aanpak ven de economische crisis.

Het is tegen deze achtergrond dat de Europese Commissie en het Europees Parlement trach­ ten een doorbraak te forceren naar een verdergaande europese integratie. Uiteraard vanuit verschillende verantwoorde­ lijkheden, maar wel met een zelfde doelstelling voor ogen. De Europese Commissie verkeert hierbij inzoverre in een na­ delige positie dat zij voort­ durend moet zien te laveren tussen het wenselijke en het mogelijke. Het Europese Par­ lement behoeft zich wat dit betreft minder geremd te voe­ len. Het vindt echter zijn beperkingen in de bescheiden bevoegdheden die het bezit en in de Quasi ongrijpbaarheid van de Raad van Ministers waarop - mede door het toe­

nemend intergouvernementeel

Regionalisme

Bomontploffing

Herhaaldelijke bomontploffingen in Parijs, Marseille en op Corsica, herinneren ons er weer aan dat terror­ istisch nationalistisme niet alleen voorkomt bij Palestijnen maar ook in ons eigen Europa.

Deze aanslagen in Frankrijk vormen de zoveelste geweld­ dadige roep om aandacht van de Corsicaanse bevrijdings­ beweging. De geschiedenis van de Corsicaanse afscheid­ ingsbeweging gericht tegen Frankrijk gaat al bijna 200 jaar terug:Napoleon zelf was erbij betrokken in het begin van zijn loopbaan.

Protectionisme

Nu horen we vaak genoeg dat landen zich nationalistisch en protectionistisch gaan op­ stellen in tijden van econo­ mische depressie of stagnatie. Zo waarschuwde Premier Lubbers recentelijk voor het weer op­ stekende protectionisme in het Westen. Protectionisme is een typerend kortzichtige re­ actie die herstel, op middel­ lange termijn ernstig bemoei­ lijkt om nog maar niet te spre­ ken van de potentiële politieke en strategische schade. Dit soort uitingen van nationalis­ me van grotere landen wordt duidelijk in de media belicht. Het regionale nationalisme van bijv. Corsica treedt veel minder op de voorgrond. Er is eigenlijk slechts een volk dat vrijwel bij

voort-d o o r

Paul Y n te m a

during de voorpagina's haalt in verband met haar vrijheids­ strijd, dat zijn namelijk de Palestijnen.

Het probleem van regionaal nationalisme (om het zo voor het gemak even te noemen) is echter veel uitgebreider. Zo is het Koerdische volk al net zo lang als de Palestijnen aan het strijden voor een eigen land in het Midden­ oosten. De strijd van de Armen­ iërs tegen de Russische over­ heersing laat zich ook eerder in eeuwen dan in jaren tellen.

Natuurlijk zijn er tegenwoordig de Afghanen ook: hun recenter begonnen vrijheidsstrijd is niet minder schrijnend.

Aruba

Ook binnen ons eigen Koninkrijk zien we strijders voor regio­ nale zelfstandigheid. Ik denk hierbij niet alleen aan de Friezen doch aan de Arubanen. De "nationale" gevoelens kun­ nen ook op dit 60.000 bewoners tellende eilandje hoog oplopen zoals bleek tijdens de verkie­ zingen in april waarbij Betico Croes zelfs zwaar gewond raak­ te.

Vlamingen.

Om de lijn van dit regionaal nationalisme door te trekken: beschouw de nationalistische botsingen in België, tussen de Vlamingen en de Walen. Vlaams-/Waals-nationalisme en het onafhankelijkheidsstreven van de Arubanen zijn schijnbaar niet verwante zaken. Maar ehijn bedriegt. Het streven naar grotere politieke, eco­ nomische en culturele zelf­ standigheid van bepaalde stre­ ken (op grond van etnische, taalkundige en/of historische eenheid) is een wereldwijd fenomeen geworden.

Militant

Dat dit fenomeen niet alleen beperkt is tot het dekoloni- satieproces blijkt uit de ver­ spreiding van de afscheidings­ bewegingen in Europa. Dit regionaal nationalisme treedt in de ene plaats militanter op dan in de andere, maar is alom tegewoordig van Estland (USSR) tot Kosovo (Joegoslavië) van het Britse Schotland tot het Franse Bretagne, en van het Franse Corsica tot het Spaanse Baskenland. De toenemende on­ vrede met de huidige nationale staten (die uit het boven - staande blijkt) vraagt om een ■■'uternationale benadering, aanpak van dit probleem.

Met name sinds het éinde van delaatste wereldoorlog is meer de politieke en economische onafhankelijkheid van de na­ tionale staten onderling gaan erkennen. Via structuren als de VN, de EEG, de Comecon is geprobeerd om aan de behoefte aan internationale samenwerk­ ing te voldoen. Het zelfbe. - schikkingsrecht der volkreen is een recht waarvoor vele volkeren nog steeds moeten vechten, met woorden en daden. Veelal is men al in het sta­ dium van beperkte daden, na­ melijk aanslagen of guerilla- ooriog.

Tragisch is dat zelfs in het door hongersnood geteisterde

Ethiopië nog altijd twee af­ scheidingsbewegingen actief zijn: in de streken van de Tigre en van Eritrea. Op de lange duur blijken deze conflicten niet oplos­ baar te zijn binnen het kader van de huidige nationale sta­ ten. Een boven (= supra-) nationale aanpak vereist. De stagnatie in de ontwik­ keling van de "internationale federaties in de dop", zoals de VN en de EEG verminderen de hoop van de afscheidingsbe­ wegingen van vele volken in

de wereld. Binnen een echte supra-nationale federatie van West-Europa met regionale bestuurlijke eenheden zou bijv. meer ruimte voor auto­ nomie van kleinere volken zijn. Schotland, Catalonië en Beier­ en zouden dan gelijkwaardige deelstaten binnen de Europese federatie kunnen zijn.

Als er nieuw leven kan worden geblazen in internationale staatsbestellen zoals de Europese Gemeenschappen of de Antiliaanse federatie, dan pas zal er hoop zijn op reeële zelfstandigheid voor Vlamingen, Schotten en Arubanen binnen hun respectievelijke gemeen schappen.

(2)

2

DRIEMASTER

COLOFON

REDACTIE HOOFDREDACTEUR Wim Fels

Van der Goesstraat 4 3521 TL Utrecht 030-939981 EINDREDACTEUR Paul Yntema Lindenbleek 26 4871 WJ Etten-Leur 01608-13348

REDACTEUR ALGEMENE POLITIEK Atzo Ni col ai

Churchilllaan 203-3 1078 EB Amsterdam 020-728835

REDACTEUR INTERNATIONALE POLITIEK Wilfried Derksen Markt 7 6851 AG Huissen 085-255959 080-551249 REDACTEUR "PRIKBORD" Ullrich Schröder Postbus 1346 3000 BH Rotterdam 010-140056 REDACTEUR VERENIGINGSNIEUWS Carolien Harrems Mensinge 52 1083 HD Amsterdam 020-443619 AUDITOREN Wiljan Loomans Jules Maaten (HB) Joost van Gilse (HB) DRUKKER

libel Noorman B.V. Groningen

COPY

Alvorens copy in te sturen wordt aanbevolen contact op te nemen met de hoofdredac­ teur. Sluitingsdatum: 10 augustus 1983 HOOFDBESTUUR VOORZITTER Eric Brinckmann Struisenburgdwarsstraat 194 3036 AW Rotterdam 010-116068

VICE VOORZITTER POLITIEK Antoin Schol ten

Lindenlaan 21 6561 CG Groesbeek 08891-1990

05709-1278

,VICE VOORZITTER ORGANISATIE Frank Rohof

Hengelosestraat 225A 7521 AC Enschede 053-358954

ALGEMEEN SECRETARIS Joost van Gilse

Jacoba van Beierenlaan 65 2613 JB Delft 02159-11960 PENNINGMEESTER Robert Heynert Mozartlaan 34 3741 HV Baarn 02154-14125 INTERNATIONAAL SECRETARIS Jules Maaten Turfschip 96 1186 XN Amstelveen 020-410300 TWEEDE SECRETARIS Meint Waterlander Spilsluizen 24 9712 NT Groningen 050-143005 LEDENADMINISTRATIE Femmeke Weide

Weg voor de Jagerskampen 2 9751 EN Haren 050-348262 PUBLIC RELATIONS Jaap Kruithof Cauberg 14 2716 ES Zoetermeer 079-214696

ALGEMEEN SECRETARIAAT JOVD Nieuwe Zijds Voorburgwal 288 1012 RT Amsterdam

020-242000

karakter ervan - moeilijk vat te krijgen valt. Dit geldt trouwens ook voor de nationale parlementen. Wij verkeren ei­ genlijk in een paradoxale situatie. De rechtstreekse verkiezing van Europees Parle­ ment heeft in vrijwel alle lid-staten geleid tot een scheoding tussen Europarle­ ment en nationaal parlement. Zo kennen wij bijvoorbeeld in Nederland geen enkel dub­ bel mandaat. Daardoor nam de nationale controle op Gemeen- schapspolitiek af zonder dat hiervoor een wezenlijk ver­

sterking van de positie van et Europees Parlement in de plaats is getreden. Een derge­ lijke situatie kan natuurlijk niet blijven voortduren. Het Europees Parelement komt hier terecht tegen in opstand. De europese verkiezingen van 1984 vormen de gelegenheid bij uit­ stek om een lans te breken voor een verdere democratise­ ring van het europese besluit­ vormingsproces .

Een en ander neemt niet weg dat het Europees Parelement daar waar het over bevoegd­ heden beschikt deze ook opti­ maal gebruikt heeft. Op begro- tingsgebied heeft het Parle­ ment nu reeds meerdere malen zijn tanden laten zien. Het begrotingsrecht wordt meer en meer als hefboom ge­ bruikt voor het afdwingen van beleidswijzigingen van raad en Commissie. Het lijdt voor mij geen twijfel dat het Parlement daardoor de greep op de ont­ wikkeling van de Gemeenschap versterkt heeft. Het duide­ lijkst is dat tot uitdrukking gekomen in de verwerping van de aanvullende begroting 1982 waarin voorstellen waren op­ genomen om uit de Gemeenschaps kas belangrijke bedragen over te maken naar de Britse en Duitse schatkisten. Het Parle­ ment heeft hier een stokje voor gestoken en de Gemeen­ schapsinstellingen gedwongen oplossingen te vinden in het kader van communautaire pro­ gramma's. Het feit dat het Parlement deze krachtmeting heeft gewonnen, heeft zonder meer ten gevolge gehad dat een ongewenste ontwikkeling ten goede werd gekeerd. De

IFLRY heeft vele lidorganisa­ ties binnen en buiten Furopa. Dit jaar is de JOVD uitverko­ ren om het altijd druk bezoch­ te Summercamp te organiseren: we verwachten zo'n 150 buiten­ landers. Sinds januari is er een voorbereidingsteam in de weer dat het Summercamp vol

geestdrift op poten zet. Het Summercamp zal zijn in Groesbeek, vlakbij Nijmegen, in het jeugdhotel "Die Hooghe Hoenderbergh" vanwege de rus­ tieke omgeving en Europees ge­ zien centrale ligging.

C a ro lie n

H a rre m s

Het Summercamp is voor de leden van de lidorganisaties een unieke gelegenheid om elkaar te ontmoeten en vaak ook weer te zien. Doordat er bij het Summer­ camp de nadruk ligt op ontspanning en vacantie gaan er vaak mensen met nog niet zoveel politieke of internationale ervaring heen, om zo met allerlei lieden van zeer verschil­ lend pluimage gedachten uit te wisselen over erg uiteenlopende onderwerpen; maar bijv. ook om te gaan barbecuen, voetballen of een stad te bekijken.

Commissie heeft zich hierdoor ook laten leiden bij het for­ muleren van de jogste finan- ciringsvoorstellen. Men mag aannemen dat nu ook de Raad blijk zal geven van een gro­ tere onderhandelingsbereidheid dan tot voor kort het geval w a s .

Op wetgevend gebied heeft het Europees Parlement slechts een raadgevende tunctie. In zo­ verre verschilt het wezenlijk van een nationaal Parlement. Een en ander neemt niet weg dat de invloed van het Par­ lement op het wetgevingsproces is toegenomen. Het kan wellis­ waar geen wetgeving initiëren het kan de Commissie wel zo of de huid zitten dat deze haar voorstellen aanpast aan oe in zichten van het Europees Par­ lement. Het kan evenmin wet­ geving blokkeren, er zijn echter wel mogelijkheden om de besluitvorming op te houder en aldus een bepaalde hehboom te verkrijgen om bepaalde in­ zichten ingang te doen vinden. Het Commissievoorstel tot een verbod van de invoer van hui­ den van jongen zeehonden is een duidelijk voorbeeld van het eerste. Zonder de zeer politieke aktie van het Euro­ pees Parlement en de weerslag die deze in de publieke opinis verkregen heeft, geloof ik niet dat de Commissie een der­ gelijk voorstel gedaan zou hebben, het advies van het Europees Parlement m.b.t. de zogenaamde Vredelingrichtlijn (informatieverschaffing van werknemers) is een goed voor­ beeld van het tweede. De zeer intensieve lobby die multi­ nationale ondernemingen bij het Parlement uitgeoefend heb­ ben is een levend bewijs dat het geacht wordt invloed uit te oefenen op de uiteindeli jki besluiten.

Het Europees Parlement heeft zich ook meer en meer tot een europees politiek platform ontwikkeld. Het rechtstreeks gekozen Parlement is veel alerter geworden op actuele ontwikkelingen. Met name op het gebied van mensenrechten laat het zich niet onbetuigd in het aan de kaak stellen van politieke misstanden. De desbetrffende resoluties wor­ den elders in de wereld vaak gehoord en verstaan dan in Eu

Dikwijls ontwikkelen er zich op het Summercamp langdurige vriendschappen. Op ieder Summercamp is er een seminar geplaatst, dat dit keer zal gaan over "Sex and Sexuality in Society" als spreekster wordt o.a. Xaviera Hollander benaderd. Er zullen ook dit jaar weer diverse ontspannende acti­ viteiten worden ontplooid zoals een excursie naar Amsterdam, een excursie naar

'c Gravenhage, een watersport­ dag en een Hollandse kaas­ markt.

Een speciale attractie is wel de opendag voor alle belangstellenden binnen of buiten de JOVD, op zondag 30 juli met tuinfeest, barbecue en jazz-bandje.

Mensen die interesse hebben voor deze evenementen kunnen een aanmeldingsformulier aan­ vragen bij Carolien Harrems (zie colophon) Haast je ech­ ter wel met het opgeven, want er is een beperkt aantal plaat­ sen en de aanmeldingen lopen nu al storm. De kosten van het Summercamp, van 23 juli tot en met 2 augustus 1983 bedragen ƒ250,-- all-in. De kosten van de open dag moeten nog vast­ gesteld worden.

Summercamp

In de wonderschone bossen van Nijmegen met uitzicht over Bra­ bant en Limburg zal dit jaar het IFLRY (International Federa- tion for Liberal and Radical Youth) -summercamp gehouden wor­ den .

ropa zelf.

Hoewel het Parlement niet ove een machtsmiddel beschikt ten op zichte van de Raad heeft zich in de loop der jaren een vrij intensieve politieke dia­ loog oitwikkeld tussen Parle­ ment en Raad. Zowel over ge­ meenschapsaangelegenheden als over zaken van politieke samen werking. Er heeft zich hierbij een ontwikkeling voorgedaan dat ook van de zijde van de nationale regeringen die plat­ form functie meer en meer be­ kend wordt. Het is inmiddels een gewone zaak geworden dat regeringsleiders in het Euro­ pees Parlement verschijnen om verslag uit te brengen over de werkzaamheden van de Raad . Zo iets zou een aantal hren gele­ den nog ondenkbaar geweest zijn.

Hiernaast zien wij het fenomeei dat nationale minsters het Eur opees Parlement gebruiken als platform om nieuwe initiatie­ ven te lanceren.

Het zogenaamnde Genscher/Colom bo initiatief, dat een nieuwe aanzet voorstond voor een Eu­ ropese unie, is het bekendste voorbeeld hiervan.

De relatie tussen Europese Commissie en Parlement is veel politieker geworden van aard. Ik kan daar over meepraten aan gezien mijn commissaris, Frans Andriessen, ondermeer belast

is met de betrekhgen met het EuropeesParlement. De Europese Commissie laat zich in haar handelen veel duidelijker lei oen door gevoelens en in­ zichten die in de meerderheid van het Parlement leven. De commissie is alerter gewor­ den op politieke signalen van­ uit het Parlement; er is een grotere bereidheid ontstaan in te spelen op parlementaire i- nitiatieven. Er is tevens een grotere openheid gekomen m.b. t. de informatie van het Eu­ ropees Parlement. De Commis­ sarissen zijn veel meer dan in het verleden persoonlijk aan­ wezig in de verschillende parlementaire commissies om rekening en verantwoording o- ver hun Deleid af te leggen. Het feit dat het Parlement zonodig de Commissie naar huis

kan sturen is wellicht niet vreemd aan deze ontwikkeling. Ik teken hierbij echter wel

aan dat een motie van wan­ trouwen een goed machtsmiddel is zolang deze boven de markt hangt maar niet uitgevoerd wordt.

Men kan maar eenmaal de Com­ missie naar huis sturen; met een langdurig demissionaire Commissie zou noch de Gemeen­ schap noch het Parlement erg gebaat zijn.

De Commissie heeft ook een aan tal belangrijke initiatieven genomen die re toe strekken de invloed van get Europees Parlement op begrotingsgebied, op wetgevingsterrein en m.b.t. internationale overeenkomsten te versterken.

Wat dit eerste betreft is dit vorig jaar uitgemond in een interinstitutioneel akkoord tussen Raad, Commissie en Par 1ement.

Op wetgevend gebied is er een voorstel in behandeling om de samenspraaksprocedures tussen Raad en Parlement uit te brei­ den en te verbeteren.

Ten slotte liggen er voorstel­ len op tafel die er toe strek­ ken het Parlement een grotere rol toe te kennen bij de voor­ bereiding en afsluiting van internationale overeenkomsten. Al met al ontwikkelongen die er'op wijzen dat het de euro­ pese volksvertegenwoordigers ernst is om ook daadwerkelijk een democratische controle uit te oefenen op hetnog immer zo ondoorzichtige europese besluitvormingsproces. Zij dienen hiertoe versterkt te worden vanuit de basis. Laten we zeggen vanuit de nationale politieke partijen. Zij dienen daartoe tevens versterkt te worden vanuit de een europese partijpolitieke basis. Euro­ pese partijvorming zal slechts dan daadwerkelijk van de grond komen indien in de na­ tionale partijen de belangstel ling voor europese zaken con­ tinu is en niet slechts om de vijf jaar aangewakkerd wordt in verband met de op til zijn­ de europese verkiezingen. De europese liberalen zullen samen aan het werk moeten voor de Euroverkiezingen van 1984. Het is een goede zaak dat jonge liberalen in Nederland dit terdege beseffen.

D.H.M.

Dental Depot

Leverancier van

tandheelkundige benodigdheden

* W ij verzorgen de

totale inrichting van

U w praktijk

* Ruim assortiment

handinstrumentarium

verbruiksmaterialen

* Bel eens: 05910-13915

te Emmen

I

H

fl

B

fl

fl

(3)

J U N I 1983_______________ _____________________________

Oost-West relaties

Pleidooi voor een ruimere visie

Goed tweeënhalf jaar geleden werd in Polen de vrije vakbond Solidariteit opgericht. Dit heeft in Oost-Europa tot een storm­ achtige ontwikkeling geleid, en veranderingen teweeggebracht, die niet meer uit te wissen zijn, zowel in Oost-Europa als in West-Europa.

Belangrijker nog dan de veranderingen die plaats vonden in Oost en West zelf, is de weerslag die de Poolse crisis heeft gehad op de verhouding tussen Oost en West. Bij die relatie wil ik in dit artikel stilstaan.

Welke ontwikkelingen in Polen zullen teruggedraaid worden, en welke zullen definitief blijken te zijn? Welke effecten heb­ ben de Poolse ontwikkelingen gehad op de situatie in en tussen de andere Oostbloklanden onderling en hoe is daar op gereageerd? Welke spanningen en scheuren heeft het binnen het Westelijk bondgenootschap teweeggebracht en welke lessen kunnen daaruit worden getrokken?

Dat de Poolse crisis vrij fundamentele verschillen in benade­ ring en visie op Oost-West relaties aan het licht heeft gebracht staat wel vast.

Voor het stabiliseren en ver­ beteren van de Oost-West rela­ ties worden twee multi-laterale lijnen aangehouden: die van de wapenbeheersing (SALT, MBFR, TNF) en die van de CVSE, de Con­ ferentie voor Veiligheid en Sa­ menwerking in Europa. Het was op deze conferentie, dat in 1975 de Helsinki-Slotakte werd onder­ tekend.

Met de toenadering op het poli­ tieke vlak is het momenteel slecht gesteld. De tweede CVSE vervolgconferentie, die in Ma­ drid gehouden wordt vanaf 1979 bevindt zich in de ene impasse na de andere. Momenteel kan ge­ sproken worden van een diepte­ punt in de Oost-West relaties. Dat de CVSE-conferentie nog niet op een totale mislukking is uit­ gelopen, is voor een deel te danken aan de inzet van de acht neutrale landen die aan de con­ ferentie deelnemen.

Detente

De politieke discussie over de kernbewapening drukt momenteel zo'n allesoverheersend stempel op de Oost-West relaties, dat andere dan de puur militaire as­ pecten van deze verhouding on­ voldoende aandacht krijgen. Daarom kan er af en toe ook een verkeerd beeld ontstaan van wat détente inhoudt, of in hoort te houden.

Détente kan omschreven worden als een periode van, een atmos­ feer van ontspanning tussen het communistische Oostblok en het vrije Westen, (zie Oost-West nota.) Op wat détente inhoudt, bestaan verschillende visies. In de Westerse visie dient dé­ tente alomvattend te zijn, zich uitstrekkend over de gehele we­ reld en betrekking hebbend op alle facetten van de verhouding tussen Oost en West. Dat komt tot uitdrukking in min of meer uitgebreide handelscontacten, culturele contacten (facilitei­ ten voor touristen, uitwisse­ ling van wetenschappers en stu­ denten, wederzijdse bezoeken van artiesten, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisa­

ties) , en ook terughoudendheid inzake bewapening, etcetera. Allemaal zaken die bijdragen aan een verbetering van het kli­ maat tussen beide blokken, niet in de laatste plaats psycholo­ gisch. Aan de andere kant van het ijzeren gordijn houdt men er een enigszins andere visie op na hoe détente nagestreefd kan worden. Dit is in de zeven­ tiger jaren duidelijk zichtbaar geweest. Waar het de directe re­ latie met het Westen betrof, vond er een ongekende uitbrei­ ding van de militaire kracht van het Warschau-Pakt plaats. Alleen een alomvattende détente kan uit­ eindelijk een goede verstand­ houding tussen de twee supermach ten verzekeren en zo de wereld­ vrede handhaven. Beperkingen op wederzijdse bewapening, zonder dat dit gepaard gaat niet verbe­ tering op andere, genoemde ge­ noemde gebieden, zijn alleenniet voldoende. Wat heeft het voorzin dat de supermachten onderhande­ len over beperkingen in bewape­ ning (MBFR in Wenen, SALT, TNF in Genève), terwijl ze er een verschillende conceptie van dé tente op na houden? Bij het be­ staan van verschillende concep­ ties van wat détente betekent, kan deze nooit alomvattend ge­ realiseerd worden. Evaluatie van de Oost-West relaties en de stand van de détente is vaak goed mogelijk aan de hand van de relaties tussen de twee Duitslanden. Centraal in deze relatie staat de zo genaamde "Ostpoli ti k".

Ost-Politik

De relatie BRD-DDR neemt in het Oost-West spectrum een speciale plaats in. Ze ontwikkelt zich e- nigszins autonoom, los van de spanningen en détente tussen beide blokken. Beide Duitslan­ den hechten een bijzonder belang aan ontspanning en dit belang bepaalt in belangrijke mate de inner-Deutschland Politik. In de grondwet van de DDR staat onder andere dat er nooit meer een oorlog moet ontstaan van Duitse bodem. Ex-bondskanselier

Schmidt, en partijleider Honeck- er hebben dit ook bevestigd. He­ laas worden gewapende conflic­ ten doorgaans niet door grond- wetbepalingen tegengehouden. Na de tweede wereldoorlog heeft het buitenlands beleid ven beide Duitslanden twee hoofddoelen gekend: 1. hereni­ ging (zelfs als doel in de grondwet opgenomen); 2. veilig­ heid; 3. politieke en econo­ mische wederopbouw. De vraag was of deze wederzijdse doeleinden afzonderlijk of in samenwerking nagestreefd moest worden. Het derde element werd in de zeven­ tiger jaren bereikt. Dit bracht ook voor Oost-Duitsland het e- conomisch belang van export met zich mee, naar de open markten van het Westen. De economische wederopbouw in Duitsland werd een succes (het Wirtschaftswunder) , o.a. door de Marshall-hulp.

Adenauer had gesteld dat een politieke wederopbouw slechts op basis van gelijkwaardigheid zou kunnen, ten opzichte van de andere Westerse landen. In het Oostblok had men er moei­ te mee de DDR als gelijkwaar­ dig te accepteren.

Deze gelijkwaardigheid eiste politieke integratie, en een of andere vorm van controle (onderwerping). De Westeuro- pese staten accepteeerden de BRD alleen als gelijke part­ ner, op voorwaarde dat ze haar zouden kunnen controle­ ren. Wel hadden ze belang bij de economische wederopbouw van de BRD, want ze zagen de BRD als ideologisch contrast en economisch luik ten op zichte van Oost-Europa. Daar­ om was in die beginfase van wederopbouw de schepping van een koudeóorlog-atmosfeer gun­ stig zowel voor Oost als voor West. Het doel van hereniging was daarom in strijd met de economische wederopbouw: Oost en West waren beide bezig met de wederopbouw van hun eigen gedeelte van Duitsland, en hadden geen belang bij here­ niging. Deze doelstelling werd dan ook voor lange tijd bevro­ ren, en is dat in feite nog steeds. Onder Adenauer had nog de vage idee en hoop geleefd dat een geintegreerd Duitsland in het Westelijk blok zou val­ len.

Vanwege het belang dat de twee grote mogendheden na -de twee­ de wereldoorlog stelden in de handhaving van de status quo in de relatie tussen de twee Duitslanden, heeft er meestal enig Duits sceptischisme be­ staan bij contacten tussen USA en USSR. Ook het Vier Mo­ gendheden Verdrag voorzag in de handhaving van de status quo en was dus een belemmering voor een eventuele hereniging. Ook nu zou de USSR dit niet toestaan. Pas in 1955 heeft de USSR de BRD formeel erkend. Beide Duitslanden bleven tegen de de jure-acceptatie (in het Vier Mogendheden-Verdrag) van hun scheiding, als de status q u o.

Voor een integratie van West- Duitsland in het 'Westen' was minimaal een goede relatie en samenwerking met Frankrijk no­ dig. Aan het eind van de vijf­ tiger jaren groeide er een nauwe relatie tussen de twee landen, op het gebied van de buitenlandse politiek, en tus­ sen Adenauer en De Gaulle per­ soonlijk. Anderzijds bleef de BRD aan Washington gebonden. Vanaf 1966 is in West-Duits- land het idee van een Ost-po- litik opgekomen. Deze nieuwe gedachte was geinspireerd door de liberalen, de Jung Demokra- ten. Terwijl de liberalen toen

nog in de oppositie zaten, wilden zij de bestaande toe­ stand van twee Duitslanden, van scheiding dus , accepte­ ren. Reden hiervan was dat het beter paste in een poli­ tiek van vreedzame coëxisten­ tie. Toen was deze idee nog in strijd met het officiële doel van de West-Duitse bui­ tenlandse politiek, namelijk een uiteindelijke hereniging, hoe weinig realistisch ook. In 196S kwam de sociaal-de- mocratisch-liberale regering Brandt-Scheel 'aan de macht. Haar eerste politieke daad was de erkenning van de DDR en daarmee was de Ost-Poli ti k geopend. Deze betekende een uitbreiding van de contacten met het Oostblok, vanuit ver­ bondenheid met het Westen. In het begin van de zeventiger jaren bouwde WestDuitsland zijn Ost-Politik uit, door het sluiten van vele politie­ ke en handels verdragen met de verschillende Oostblok­ landen. Op zichzelf hoefde dit nog niet af te doen aan de idee van re-unificatie, maar gaandeweg is deze idee toch meer als irrrealistisch naar de achtergrond verscho­ ven .

De Ost-Politik van Brandt- Scheel is voortgezet door de zgn. Real-politik van Schmidt -Genscher. De politiek van openheid naar het Oostblok heeft in de jaren 70 geleid tot een toename in handel en uitwisselingen van personen, vooral tussen beide Duits- laden. Nög steeds is het zo dat de BRD Oost-Duitse bur­ gers 'overkoopt'. Hier zijn forse bedragen mee gemoeid. Burgers zijn een belangrijk export atikel van de DDR ge­ worden, tegen 45.000 DM per persoon, op een enkele uit­ zondering na allen gepensi­ oneerden, zonder verdere e- conomische waarde. Op deze manier betaald deBRD de pen­ sioenen van de DDR burgers die geloosd kunnen worden. West-Duitsland wil door deze 'aankopen' deze mensen nog de mogelijkheid bieden hun oude dag op menswaardige wij­ ze in het Westen door te brengen. Het wordt min of meer als morele plicht gezien. Maar ook andere vormen van inter-Duits verkeer (aanleg van telefoonlijnen, autowegen) moeten gewoonlijk bijna v o l ­ ledig door West -Duitsland gefinancierd worden, omdat de DDR anders eenvoudigweg haar medewerking weigert. Ost-Poli­ tik is duur. Hiertegenover staan echter onmiskenbare poli­ tieke voordelen: het enkele feit van contacten tussen men­ sen en tussen systemen, en daar mee een bijdrage aan de ont­ spanning.

Sinds 19 71 kunnen inwoners uit West-Berlijn hun familie in Oost Berlijn weer bezoeken.

d o o r

Hugo S akkers

Het personenverkeer wordt nog steeds uitgebreid, en dit kan ook tot een toenadering leiden. Ook voor wat het handelsverkeer betreft, kan gezegd worden dat West-Duitsland op de'grens'van Oost en West ligt. De BRD is de belangrijkste handelspartner van de Comecon: 5% van de Co- mecon-import komt uit de BRD, en 7% van haar export gaat naar de BRD. Vanwege haar po­ sitie als handelspartner nr.1 van het Oostblok, is de positie van West-Duitsland extra pre­ cair, waar het politieke con­ tacten aangaat. Wat de politie­ ke contacten betreft, brengt dit voor de BRD min of meer de rol van bemiddelaar tussen de USA en de USSR met zich mee. Bondskanselier Schmidt heeft deze rol goed weten te vervul­ len. Gezien deze cijfers is hei niet zo verwonderlijk dat de West-Europese landen er een groter belang in stellen, de handelscontacten met het Oost­ blok in stand te houden en uit te breiden. De economiën van de EEG en de Comecon kennen nu eenmaal een sterkere quantita- tieve verwevenheid.

Omgekeerd ook is de Comecon als handelspartner v-or West- Europa veel belangrijker dan voor de Verenigde Staten. Van de totale Comecon-export ging in 1981 65% naar de EEG, en slechts 4 % naar de Verenigde Staten.

Van haar zijde importeerde de USA slechts een \% van haar to­ tale importen uit de Comecon. De Ostpolitik is in de loop der jaren voorwerp geweest van veel kritiek van de conservatieve kringen binnen de Christen- Democratische oppositie; deze verweten de SDP/FDP bondsre­ gering te veel toegevendheid (eenzijdige concessies, dub­ bele betalingen, etc.) ten op­ zichte van de communistische landen. De voormalige Christen- democrati sche oppositie staat veel critischer ten opzichte van het ontspanningsproces, en

• K o h l e n G e n s c h e r :

v o o r t z e t t i n g O s t p o l i t i X .

GD®Q@0

in alle n s t vergaderen, met alle comfort, in een modem motel.

MoM Uoogavwn in h«t k o t

■ 40 comfortabele kamers rr ■ Piaie service, specialiteiten

ouderwetse open talel in restaurant ■ Zalen voor vergaderingen,

bijeenkomsten

■ Hulpmiddelen ais liipovers overheadprojektoi t eigen bad. douche en toiie

hoiianose dagschotels en a ' ia Tapte o HOie

mers en andere

• seminars, vergaderingen • dagver-gaderarr. v.a. / 22.50 p.p.

incl koffie, thee en lunch, geen zaalhuur

- meerdaags vergaderarr./ 0O.-p.p.. mei. overnachting, lunch, diner, o ntbijt, koffie en thee. IDEAAL GELEGEN VOOR MIDDEN EN NOORD NEDERLAND aan de A-28 amersfoort-groningen ter hoogte van hel klaverblad hoogeveen.

EEN OASE VAN VRIENDELIJKHEID!

Bowlingcentrum met 10 banen (AMF),

O • bar, eetcounter en darthoek.

(4)

4

DRIEMASTER

staat een veel hardere houding

tegenover het Oostblok voor. Dit zou echter veel van het­ geen in een sfeer van détente bereikt is terugdraaien en te­ nietdoen. Onganstig voor de betrekkingen tussen beide blok­ ken, en een destabiliserend effect op de wereldvrede. Daarom: een open, realistisch politieke relatie met het Oostblok, en geen harde koude oorlogsmentaliteit a la Franz Joseph Strauss. Zijn eventueel ministerschap in de regering Kohl had het psychologisch klimaat tussen beide Duitslan- den. zeker verstoord. Het is goed dat de Bondskanselier, Kohl, onder invloed van de FDP onlangs heeft verklaard, de ontspanningspolitiek ten op­ zichte van de DDR en het Oost­ blok te willen handhaven.

Poolse crisis

De staat van beleg werd in Polen door generaal Jaruzels- ki op 13 december 1981 afge- kondigd, en een jaar later, op 31 december 1'982 opgeschort Echter, de staat van beleg is nooit werkelijk opgeschort. Veel maatregelen zijn namelijk weer opnieuw in de wetgeving opgenomen, waardoor de staat van beleg in feite een gelega­ liseerd en permanent karakter heeft gekregen. Zal de opkomst van een vrije vakbeweging als Solidariteit opnieuw kunnen plaatsvinden? Onder de huidi­ ge omstandigheden lijkt dat uitgesloten. De Poolse macht­ hebbers en het Kremlin zijn

vastbesloten om de suprematie van de communistische partij in stand te houden, en dulden geen dualisme. Onder die om­ standigheden heeft het voor het Westen ook geen zin om te stre­ ven naar een vrije vakbond in Polen. Dit kan slechts in een andere, vrijere algemene maat- schappijstructuur , waarin wél een vrije vakbeweging past. Verstandiger dan het helpen trachten forceren van een vrije vakbond in een communistische maatschappij (een tegenstel­ ling) is daarom voor het westen een beleid-, gericht op inten­ sivering van de contacten met het Oostblok, zodat mogelijk stukje bij beetje politieke systemen naar elkaar toe zul­ len groeien.

Ook Jaruzelski schijnt een terugkeer n-ar het harde Sta­ linisme te willen vermijden, in zijn strijd tegen Solidari­ teit. Toch is een min of meer vrije vakbond mijns inziens niet tegen te houden, Solida­ riteit is namelijk niet alleen een organisatie, maar bovenal een.mentaliteit. De afgelopen jaren hebben geknaagd aan de leidende positie van de Pool­ se communistische partij: sinds 1980 heeft ruim een kwart van de 3,1 miljoen partijleden de partij verlaten. De nieuwe staatsvakbonden, die in de plaats van Solidariteit zijn getreden, zijn geen succes, blijkens het aantal leden. Juist om een eventuele terug­ keer naar het harde Stalinis­ me in Polen te vermijden, is het voor de Polen van belang dat de economische hervormin­ gen zullen slagen, om de slech­ te economie van het land weer op poten te zetten. Ook hier­ bij heeft het Westen een be­ lang, zelfs een morele plicht ten opzichte van het Poolse volk. Vandaar de noodzaak van voortzetting van credietver- lening, ondanks de nog steeds voortdurende onderdrukking. Officieel werden Polen en de USSR vanwege de toestand in Polen door het Amerikaanse embarge getroffen. De USSR om­ dat zij uiteindelijk verant-

wpordelijk werd geacht voor het tilitaire ingrijpen in Polen. In hoeverre dit inderdaad het geval is geweest, is moeilijk te beoordelen. In ieder geval kwam het militaire ingrijpen, van de staat van beleg (waar­ bij er een einde kwam aan So­ lidariteit) de Russen bepaald niet ongelegen, om het

euphe-mistisch uit te drukken. Zo'n 15 maanden lang, vanaf augus­ tus 1980, hadden de Sowjetlei- ders min of meer machteloos de opkomst van een werkelijk vrije vakbond in een communis­ tische satellietstaat moeten gadeslaan.. Iets unieks. Wer­ kelijke vakbondsvrijheid, een beginsel dat ook binnen het modern liberalisme erkend is, is essentieel in de Westerse democratiën, en ongekend in het communistisch systeem. Met de erkenning van de vrije vakbond Solidariteit werd ge­ raakt aan een van de grondsla­ gen van het communistisch sys­ teem, namelijk de volstrekte onderschikking van maatschap­ pelijke groeperingen aan de communistische partij, en dus ook van de arbeidersbeweging. Met andere woorden: het ont­ breken van vrijheid voor groe­ pen arbeiders om zich te orga­ niseren en hun belangen te be­ hartigen, anders dan binnen het kader van de communistische partij, en de officiële staats­ vakbonden .

Nog kritieker werd het toen een begin van opkomst van vrijere’ vakbonden ook zichtbaar werd in andere Oosteuropese landen, onder andere Tsjecho-Slowakije en Hongarije. Een doorn in het oog van Moskou. Te ongenuanceerd was mijns inziens de reactie van diegenen in het Westen die van begin af aan stonden te juichen bij de opkomst van de vrije vakbond Solidariteit, omdat ze hier een afbraak van het communistisch systeem in zagen. Belangrijker, geloof ik, zijn stabiele verhoudingen tus­ sen Oost en West, en die zijn ook gebaat bij enigszins sta­ biele verhoudingen in Oost- Europa zelf. Niet vergeten moet worden, dat de opkomst van de vrije vakbond Solidariteit een werkelijk ongekend revolutio­ naire ontwikkeling was, voor een Oostblokland, en door de uitstraling van het hele Oost­ blok. Was de opkomst van een min of meer vrije vakbond in een land met een totaal ver­ schillend politiek systeem nu inderdaad een voor het Wes­ ten positieve ontwikkeling? Het hangt er vanaf , hoe je dat ziet. De introductie van bepaalde elementen van wes­ terse democratie in een commu­ nistisch systeem is niet van­ zelfsprekend iets wat het Wes­ ten goed te pas komt. Het kan alleen indien het de stabili­ teit binnen het communistisch systeem niet al te abrupt en radicaal verstoort. Want, nog­ maals, instabiliteit in het Oostblok is niet in het be­ lang van het Westen, omdat het ook de Oost-West relatie kan verstoren. Voor het Westen liggen er onder andere de vol­ gende belangen bij een gelijk­ matige ontwikkeling in Polen: een direct Russisch militair ingrijpen zou voor langere tijd de Oost-West relatie ern­ stig verstoord hebben, en een diep wantrouwen hebben veroor­ zaakt. Dit zou nadelige conse­ quenties hebben gehad voor veel gespreksfora, waar Oost en West elkaar ontmoeten. Niet in de laatste plaats voor de onder­ handel ingen over wapenvermin- dering. Zoals momenteel bij de onderhandelingen in Genè- ve ook blijkt, is een basis van wederzijds vertrouwen een minimumvoorwaarde voor zinvol­ le onderhandelingen.

De economische verwevenheid tussen Oost en West is pas in de 70-er jaren belangrijke vor­ men gaan aannemen, en vormde in 1955 en 1968 geen belemme­ ring voor de Russen om in te grijpen in Hongarije, res­ pectievelijk Tsjecho-Slowakije. Momenteel zullen de Russen zich wel drie maal bedenken voordat ze door een militair ingrijpen in Polen breken met het Westen, waaraan ze economisch gebonden zijn en waarvan de ontwikkeling van hun eigen economie ook af­ hankelijk is.

Economische

contacten

Een belangrijke vraag die men zich moet stellen, is, welke de gevolgen zijn van de handel tus­ sen twee verschillende economi­ sche systemen. Er moet hierbij een onderscheid worden gemaakt tussen doelstellingen en gevol­ gen. Welke doelstellingen stelt men zich in het Westen, bij de handel met het Oostblok? Duide­ lijk is in ieder geval dat de Amerikanen een andere concep­ tie hanteren dan de Westeurope- se staten In de Amerikaanse visie wordt handel gezien als instrument, als element van een "power game". In de West- europese visie strekt handel tot wederzijds voordeel.Daarom moet deze uitgebreid worden, ongeacht wat het Oostblok er bij wint. Ontwikkelingen van wederzijdse economische betrekkingen moet

in de (mijns inziens juiste) Europese visie als doel op zich­ zelf worden gezien. Dit betekent dat niet moet worden toegegeven aan de druk van de Amerikanen, die de economische betrekkingen met het Oostblok op een laag pit­ je willen houden, en die niet de interne economische ontwikke­ ling van het Oostblok te eigen nadele wil bevorderen. Zowel binnen de Westelijke alliantie als binnen het Oostblok geldt dat bij toename van de weder­ zijdse handel de landen minder ondergeschikt aan de respectie­ ve supermachten zullen worden. Een economisch meer onafhanke­ lijke positie kan dan ook een politiek zelfstandiger positie­ bepaling rechtvaardigen. Door handel met het Westen zullen de Oosteuropese landen minder afhankelijk worden van de Sow- jet Unie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Roemenië. Dit land blokkeerde de totstandko­ ming van een gemeenschappelijk economisch plan voor de gehele Comecon, door aan zijn eigen nationale economisch plan vast te houden.

Hongarije

Om aan te tonen dat ook de e- conomische systemen in het communistische Oostblok niet altijd strikt conform het planmodel kunnen functioneren kan als voorbeeld naar Honga­ rije gekeken worden. Dit land heeft in zijn economische sys­ teem meer flexibiliteit inge­ bouwd en staat meer open in zijn handelsrelaties met het Westen. Relatief, in vergelij­ king met andere Oostbloklan­ den, is Hongarije een welva­ rend land. Voor een belangrijk deel is dit te danken aan de

(beperkte)vrijheid die de be­ volking op economisch gebied geniet. Als reactie op de eco­ nomische problemen van vroe­ gere jaren volgt Hongarije nu een "open deur politiek" in economisch opzicht. Dat wil zeggen een politiek van min of meer uitgebreide handelscon­ tacten met ook het Westen. Hierdoor hoopt men de natuur­ lijke hulpbronnen en de moge­ lijkheden van de Hongaarse e- conomie beter te kunnen ontwik- kelen. Handel met het Westen betekent onvermijdelijk dat de Hongaarse producten, die op de Westerse markten worden afgezet, concurrerend moeten zijn. Men wordt daarmee dus -gewild of ongewild- gebonden aan de ontwikkelingen op de afzetmarkten in het Westen (technologische ontwikkelin­ gen, consumentenvoorkeuren, etcetera) Dit werkt bovendien door op de binnenlandse markt waar immers eventuele over­ schotten afgezet moeten wor­ den. De Hongaarse economie is dus meer afgestemd op ontwik­ kelingen van de Wereldecono­ mie. Gezegd kan worden, dat de Hongaarse economie tussen het plansysteem en een vrije markteconomie inzit, een soort marktsocialisme. Ook in financieel opzicht kan

I Hongarije zich hierdoor een open deur-politiek permiteren. Als enige Oostblokland is zij lid van het IMF, sinds 1982. Deze vrijheid wordt haar door Moskou blijkbaar togestaan, zij het blijkbaar niet van harte. Zoals bekend kan het IMF, bij het verstrekken aan leden van de lidstaten voor­ waarden opleggen ten aanzien van het te voeren economisch beleid. Denkbaar is, dat dit ook bij Hongarije zou kunnen gebeuren. Het land heeft on­ langs een beroep gedaan op leningsfaciliteiten van het IMF. In gevolg van dergelijke voorwaarden zou er ook een kapitalistische impuls aan de Hongaarse economie worden gegeven. Deze kapitalistische impulzen, om ze zo te noemen, brengen de economische syste­ men van Hongarije enerzijds, en het Westen anderzijds dichter bij elkaar. Dit zal ook doorwerken in de handels­ relaties met andere Oosteuro­ pese landen.

In Hongarije hebben de afge­ lopen vijftien jaar geslaag­ de economische hervormingen plaatsgevonden, gedeeltelijk geïmporteerd vanuit het Westen. Vooral de Hongaarse landbouw heeft de afgelopen jaren door een proces van decentralisatie goede resultaten bereikt. Waarschijnlijk zal deze libera­ lisering een uitstralingseffect hebben op de andere Comecon- economieën. Ook in Tsjechoslo- wakije wordt de laatste jaren een voorzichtige aanvang ge­ maakt met economische hervor­ mingen in de landbouwsector, eveneens naar westers model. Ook belangrijke Sowjet-publi- caties houden de laatste tijd voorzichtige pleidooien in, de planeconomie enigszins te liberaliseren, naar het voor­ beeld van Hongarije. Meer en meer wordt ingezien, dat het strakke plansysteem, zonder enige particuliere economische vrijheid, zijn ernstige beper­ kingen kent. Niet in de laat­ ste plaats op de motivatie van de burgers.

Het is haast onvermijdelijk, dat deze economische hervor­ mingen vroeg of laat ook tot politieke liberalisering zul­ len leiden. Bij decentralisa­ tie worden namelijk meer men­ sen op meer niveaus ingescha­ keld in het beslissingsproces. In Hongarije is dat ai zicht­ baar: aan de landelijke en plaatselijke verkiezingen in 1985 kunnen meer kandidaten deelnemen, die geen lid van de communistische partij zijn. Ook bestuurshervormingen wor­ den geleidelijk doorgevoerd. De handel met het Westen is voor het Oostblok mogelijk geweest dankzij omvangrijke credieten, die door het Wes­ ten verstrekt werden. De to­ tale schuld van het Oostblok an het Westen bedraagt momen­ teel tussen de 60 en 70 mil­ jard dollar, en neemt af, door­ nat het Oostblok zichzelf im- portbeperkingen oplegt. De filosofie die hierachter steekt is dat men de onafhankelijk­ heid van het Westen wil ver­ minderen, en de zelfvoorzie- nendheid vergroten. Vooral de import van eindproducten uit het Westen schijnen de Oost­ bloklanden niet te willen la­ ten toenemen.

• Poolse Chunta-chef Jaruzelski

Dit in tegenstelling tot de hierboven aangehaalde West- europese visie, gericht op een uitbreiding van handel en naar elkaar toegroeien van economieën. Enkel door handel te drijver) oefent men al in­ vloed op elkaar uit, onvermij­ delijk. Voor wat betreft de Comecon-exporten kan het Wes­ ten weinig veranderen. Het export pakket van de Comecon naar het Westen is zeer een- zijdif samengesteld: voor meer dan 70% grondstoffen, energie (voornamelijk olie). Er zullen daarom slechts zeer geleide­ lijke veranderingen in de structuur van dit export-pak- ket mogelijk zijn.

De laatste jaren neemt het aandeel van eindproducten in het Comecon-exportpakket naar het Westen, relatief toe. Dit betekent dat de Oostbloklan­ den rekening moeten gaan hou­ den met consumentenvoorkeuren en dergelijke, dus in zekere zin een concessie aan het sys­ teem van de vrije marktecono­ mie. Eventuele overschotten zullen op de binnelandse markt worden afgezet, die zich direct dus kan aanpassen aan de kapi­ talistische afzetmarkten in het Westen.

Ook de structuur van het Co- mecon-importpakket brengt min of meer gedwongen aanpassingen aan de westerse economiën met zich mee: de Sowjet-Unie is een grote importeur van graan, in 1981 meer dan 41 miljoen ton. omdat de USSR haar graan- import voor meer dan 25% uit het Westen betrekt, is ze mede afhankelijk van de ontwikkelin­ gen op de wereldmarkt (met fluctuerende prijzen). In 1980 stelde president Carter een graanboycot tegen de Sowjet- Unie in, vanwege de inval in Afghanistan. Hierdoor verloor zij haar leidende positie als eerste exporteur van graan naar de USSR aan Argentinië, dat van het ontstane gat in de leveranties dankbaar gebruik maakte. De Amerikaanse graan- boeren ondervonden veel schade van deze boycot, en de huidi­ ge regering Reagan is voorstan­ der van een herstel en uitbrei­ ding van de lange termijn graan leverantiecontracten met de USSR. Uit de graanboycot heb­ ben de Amerikanen de les ge­ leerd, dat een sanctie die je­ zelf zwaarder treft dan je te­ genstander, geen sanctie is. In 1981-1982 heeft de USSR op­ nieuw 5-jaartermijn contracten voor graanleveranties gesloten met de USA, maar ook met Argen­ tinië, Frankrijk en Canada.

Padruma b.v,

4e Industrieweg 5,

Postbus 73, 8050AB - Hattem

(5)

J U N I 1983

5

Handel tussen Oost en West heeft

dus invloed, is van belang voor een wederzijdse afhankelijkheid, en zo voor een vreedzame coëxis­ tentie. Hoe kan het anders dan dat deze uitbreiding van eco­ nomische relaties ook tot een betere algemene verstandhouding leiden? Handel op voet van weder­ zijds politiek wantrouwen, in een atmosfeer van koude oorlog, is immers op lange tijd niet goed mogelijk. Een mate van we­ derzijdse economische afhanke­ lijkheid dwingt eenvoudig tot ook enige politieke toenadering. Er is natuurlijk wel een wissel­ werking, ook met het militaire raakvlak. Wapenvermindering kan mijns insziens slechts gereali­ seerd worden in een sfeer van détente. Bij goede politieke verhoudingen, zowel bilateraal, als multilateraal. Een verbet - de algemene politieke verstand­ houding kan omgekeerd ook lei­ den tot nieuwe handelscontac­ ten; vaak komen deze tot stand na staatsbezoeken.

Over de handelsrelaties met het Oostblok bestaat verschil van inzicht tussen de NAVO-partners. De USA wil van haar Westeuropese bondgenoten, dat ze meedoen aan een gecoördineerde actie ter be­ perking van de export naar de Sovjet-Unie. Dit om te voorko­ men, dat de USSR met Westerse goederen (met name hoogwaardi­ ge technologie) haar positie intern en extern kan verster­ ken. De Westeuropese landen voelen hier weinig voor, be­ grijpelijk, gezien de inkoms­ ten uit export die anders weg zouden vallen, het verlies van werkgelegenheid, etcetera. Door dergelijke sancties zouden ze ook hun eigen economieën zwaar treffen. Voorlopig hebben ze slechts toegezegd de zaak in studie te nemen, maar gaan on­ dertussen toch door met leve­ ranties. Overigens gaan de Ame­ rikanen zelf wél door met ver­ grote graanleveranties aan de Sovjet-Unie; de schade van het graanembargo van 1980 willen de Amerikaanse boeren niet op­ nieuw ondervinden, en voor de­ ze druk is de regering Reagan gezwicht. Begin mei werd op de OECD-ministers-bijeenkomst in Parijs een gemeenschappelijke economische strategie tegen­ over het Oostblok gesproken. (Bij het schrijven van dit ar­ tikel waren de resultaten hier­ van nog niet bekend.)

Crediet-verlening

Handel met het Westen is voor het Oostblok niet mogelijk ge­ weest zonder een omvangrijke credietverlening door particu­ liere en staatsbanken in het Westen. Deze omvangrijke cre­ dietverlening levert voor bei­ de zijden problemen op. Om haar import te kunnen betalen moest de COMECON van het Westen le­ nen. De import uit het Westen was onmisbaar voor de ontwik­ keling van de eigen economieën. In december 1981 bedroeg de to­ tale schuld van het Oostblok aan

de OECD naar schatting 75 mil­ jard dollar. Enkel voor het jaar 1981 kende de Comecon op haar handelsbalans met de OECD een tekort van 3 miljard dol­ lar. Alleen het betalen van de rente op deze leningen kost het Oostblok al moeite: gemiddeld 20-40% van de export van de zes kleine Oosteuropese landen gaat op aan rebtebetalingen. Tesamen betaalden deze landen in 1981 enkel' aan rente al meer dan 2 miljard dollar. Een zware last en in dit licht is een streven naar verminderde afhankelijkheid van het Westen op zich begrijpe­ lijk. Voor de USSR lag het gun­ stiger: slechts 6% van haar ex­ port ging op aan betalingen van rente op leningen. Voor Polen echter was de situatie rampza­ lig: in 1981 en 1982 had Polen meer dan 80% van haar exportop- brengsten nodig voor de beta­ ling van de rente op haar lenin­ gen, nog afgezien van de aflos­ sing. Ook ten aanzien van de rentebetalingen zijn de commu­ nistische landen gebonden aan de

. o Leonicl B r e z n j e v

.. i n t e r v e n t i e g e v r e e s d . .

ontwikkeling van de wereldeco­ nomie; de rentetarieven op de leningen zijn namelijk gekop­ peld aan de rentetarieven op de internationale geldmarkten. Een daling van de internationa­ le bankrente met 1% betekent voor de zes Comeconlanden geza­ menlijk een meevaller van bijna een miljard dollar voor de ren­ tebetaling. Alweer een element van afhankelijkheid, waar men in de communistische landen niet omheen kan. Echter de grote om­ vang van de leningen stelt ook de Westerse credietverleners zelf niet gerust. Er bestaan twijfels over de credietwaar- digheid van sommige Oostblok­ landen; zijn deze überhaupt nog wel in staat tot aflossing? Vooral wat Polen betreft leek het antwoord "nee" te zijn. Na het hoogtepunt van de Poolse crisis is er bij de Westerse banken de trend geweest, geen verdere credieten te verleren, enkel, voor rentebetalingen op eerdere leningen. De Westerse bankiers wilden hiervoor staats­ garanties. Aan de andere kant, wil het Westen niet de Poolse afhankelijkheid van de USSR als credietverlener verhogen. Van­ uit deze doelstelling waren toch economische concessies nodig De banken hadden er alle belang bij, dat het Polen goed zou gaaa Daarom waren de Westerse banken geen voorstander van het uitoefe nen van sterke politieke druk, vanwege het risico van een Rus­ sisch ingrijpen, in welk geval de Poolse schuld nietig ver­ klaard zou worden.

De periode van stakingen en arbeidsonrust, die aan het mi­ litair ingrijpen voorafging deed de Poolse economie wei­ nig goed. De vele door Solida­ riteit georganiseerde stakin­ gen, als politiek drukmiddel, verhoogden niet de industrië­ le productie en droegen niet Dij tot de export, die Polen voor deviezen en aflossing van schulden zo broodnodig heeft. Vandaar het belang dat de credietverleners in het Westen hadden bij rust op het arbeidsfront in Polen en een verhoogde industriële produc­ tie. Het financiële belang telde voor de Westerse banken nu eenmaal zwaarder dan het streven van Solidariteit naar een gelijkwaardige plaats voor de vakbeweging in het politie­ ke spectrum, naast de commu­ nistische partij; invoering van dualisme dus. Met het militair ingrijpen leek dit belang al­ thans voorlopig veilig gesteld. Solidariteit werd verboden, op stakingen werden zware sancties gesteld, vele belangrijke fa­ brieken werden tot militair terrein verklaard , dit ook in het belang van de continuïteit van de productie en de export. Het militair ingrijpen in Po­ len lokte in het Westen ver­ schillende reacties uit, van­ wege de uiteenlopende belan­ gen (financieel, politiek, eco­ nomisch) en de verschillende benaderingswijzen. Voor de hand liggend was de algemene reactie

in het Westen, een reactie van afkeuring, verontwaardiging en teleurstelling. Maar de crediet­ verleners zagen het vanuit een andere hoek. Illustratief is de opmerking van Rockefeller, daags na het militair ingrijpen: "At last Jaruzelski has got down to business!"

Bij het stellen van handels- en credi etverleningsvoorwaarden aan het Oostblok dreigen er dan echter tegenstellingen te ontstaan. Het Westen mag niet elke politieke druk achterwege laten, enkel om de economische situatie in Po­ len te ontzien. Men mag de Wes­ terse banken geen mandaat laten geven aan Jaruzelski! Zeker de liberalen in West-Europa mogen hun eigen liberale principes (mensenrechten, vakbondsvrij- heid', etcetera) niet in de steek laten en deze ook tegen­ over het Oostblok laten gelden. Er zal dus een tussenweg gevon­ den moeten worden tussen poli­ tieke druk en economische toe­ geeflijkheid.

Voorwaarden bij credietverle­ ning door Westerse overheden en particuliere banken aan Po­ len zullen primair gericht moe­ ten zijn op een spoedig her­ stel van de normale situatie in het land. Inmenging in binnen­ landse aangelegenheden? mis­ schien, maar in ieder geval wel gerechtvaardigd, lijkt me. Toen de kwestie Polen in het Eu­ ropees Parlement werd behan­ deld, waren het de Italiaanse communisten, die bij monde van Enrico Berlinguer de militaire machtsgreep in Polen het felst veroordeelden. Misschien gedeel­ telijk om voor het publiek mooi weer te spelen en een goedkoop politiek succesje te behalen. Hoe dan ook, in zekere zin was dit voor hen eerder mogelijk, omdat de financiële belangen van de credietverlening voor hen niet de belangrijkste waren. Anders lag dit bij met name de West-Duitse Christendemocraten, die relatief vrij terughoudend waren in hun reactie. Als re­ den hiervoor zouden hun rela­ ties met de Westduitse indus­ trie en commerciële banken aan­ gevoerd kunnen worden.

Terwijl van overheidswege door Westeuropese staten druk (cre­ dietverlening, handelsbetrek­ kingen) op de Poolse machtheb­ bers werd uitgeoefend, werden op particulier initiatief aller­ lei hulpacties voor de Poolse bevolking op touw gezet, voor­ namelijk in de vorm van voed­ sel transporten, zowel vanuit West-Europa als de Verenigde Staten.

De officiële reactie van de USA-regering ging veel verder dan die van de Westeuropese landen. Door de Reagan-admi- nistratie werd een zwaar pak­ ket sanctiemaatregelen inge­ steld tegen Polen en de USSR Hierin kreeg de USA zijn West­ europese bondgenoten maar ten dele mee.Tot een algemene han­ delsboycot waren deze niet be­ reid, hetgeen in de USA tot onbegrip en irritatie aanlei­ ding gaf. Aan deze weigerach­ tige houding lag ook een aan­

zienlijke belangstelling ten grondslag die vaak onderbelicht wordt. Dit betreft de handels­ betrekkingen met het Oostblok.

Pijplijn

De wederzijdse afhankelijkheid van de economieën van het Oost­ blok en de EEG is recentelijk vooral geaccentueerd door het pijpleidingproject. De deelne­ mende West-Europese landen ver­ hogen hiermee hun afhankelijk­ heid van uit de USSR geïmporteer de energie (gas), terwijl de USSR voor de aanleg van de pijp leiding behoefte had aan techni­ sche know-how wn credieten uit het Westen. (En ook -naar het schijnt- aan dwangarbeiders uit eigen land, en onder andere Vietnam, maar dat is een an­ der verhaal.)

Ook het pijpleidingproject toonde de verschillende belan­ gen en benaderingswijzen aan tussen de USA enerzijds en haar West-Europese partners ander­ zijds. Ondanks de opheffing door president Reagan van het Amerikaanse embargo tegen het pijplijncontract , is de Amerikaanseregering nog steeds tegenstander van nieuwe con­ tracten in dit verband. Zoals bekend was de Amerikaanse re­ gering bang voor een te grote afhankelijkheid van de Sowjet energie-leveranties, vooral van de BRD. De Westeuropese landen zouden zich met het pi jpleidingproject blootstel­ len aan aan mogelijk politieke chantage door de USSR. Daar­ naast zagen de Amerikanen niet graag dat het pi jpleidingpro- ject de Russen harde westerse valuta (10 miljard dollar per jaar) en technische kennis zou opleveren.; hiermee zou de Sowjet-Unie haar militaire ap­ paraat kunnen uitbreiden. Bij deze Amerikaanse bezwaren dient aangetekend te worden dat de Westeuropese afhankelijkheid van de Sowjet-Unie voor ener­ gie slechts 5% bedraagt, in 1981 Bovendien beschikt West-Europa sowieso niet over een gegaran­ deerde energietoevoer. De olie- aanvoerlijnen uit het Midden­ oosten, en ook de olielevering zelf, zijn politiek allerminst gegarandeerd.

• R o n a l d R e a g a n

. . t e g e n d e p i j p l i j n . .

Economische

absorptie

De kernvraag lijkt, of een eco­ nomische en sociale absorbtie van het Oostblok mogelijk is, bij uitbreiding van het handels verkeer. Gelet op het boven­ staande concludeer ik dat dit wel mogelijk is, zij het dat het een langzaam proces zal zijn. Men moet nu ook weer niet denken dat men de Oosteuropese systemen in een bepaalde rich- tina kan sturen. De bewegings­ ruimte van de Oosteuropese re- regimes is beperkt, en de wil tot verandering in het Kremlin is gering. Dit is onder andere gebleken na de economische her­ vormingen in Tsjechoslowakije: toen hierop ook politieke li­ beralisatie volgde, werd de Praagse lente door de Russen bloedig beëindigd. De Oosteu­ ropese economieën blijven via de Comecon sterk op Moskou ge­ oriënteerd. Er bestaat een zwa- reafhankelijkheid van energie leveranties uit de Sovjet-Unie. Deze moeten in het Comecon- systeem met goederen worden be­ taald; ruilhandel in plaats van handel in valuta, Hongarije heeft al gepleit voor een wij­ ziging van dit systeem. Het proces van een voortgaande in­ tegratie van het Oostblok in de wereldeconomie moet door het Westen toegejuichd, en zo mogelijk bevorderd worden. Een uitbreiding dus van de handels­ betrekkingen, en geen boycot- politiek van de harde lijn. Op een NAVO-colloquium dat begin april in Brussel plaatsvond, werd een economisch embargo tegen Moskou te duur en poli­ tiek en economisch te riskant gevonden.

Conclusie

Handelspolitiek kan zowel in Oost als in West gebruikt wor­ den voor politieke veranderin­ gen. Het zal een zekere ver­ zelfstandiging tegenover de grote mogendheden tot stand brengen. Steeds meer wijst er op dat de eigen weg van Euro­ pa neerkomt op een geleidelij­ ke afbouw van de politieke mi­ litaire en economische blok­ vorming. Vanwege het weder- zijds-zijn van de afhankelijk­ heden heeft de embargopolitiek getoond niet te werken.

Tegen welke prijs dan ook, door middel van een tweerich­ tingsverkeer van handel cre­ ëer je afhankelijkheden, weder­ zijds daaraan kan geen enkel politiek systeem zich onttrek­ ken . ■ H U G O S A K K E R S . HOTEL

„ IN D E G R O

BONDSHOTEL A.N.W .B. FA M . H O G EVO N DER Ruurloseweg 2 Telefoon 05734 - 201 7244 AV BARCHEM Gerenommeerde keuken

N E J A G E R "

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

12 Maar God zeide tot Abraham: Laat het niet kwaad zijn in uw ogen, over den jongen, en over uw dienstmaagd; al wat Sara tot u zal zeggen, hoor naar haar stem; want in Izak zal

Het lijdt tot de kafkaiaanse toestand die in palliatieve kringen gekend is als het Hugo

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

Gemotiveerde bezwaarschriften kunnen gedurende 6 weken na de dag van verzending van de vergunning worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders van Velsen