• No results found

Vraag nr. 47 van 29 november 2000 van de heer PAUL VAN GREMBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 47 van 29 november 2000 van de heer PAUL VAN GREMBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 47

van 29 november 2000

van de heer PAUL VAN GREMBERGEN

Vlaams Personeelsstatuut – Contractuelen

Het personeel van het Ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap bestaat in principe uit personeelsle-den die, na een aanwervingsprocedure en een proeftijd, in vast dienstverband worden benoemd. Als uitzondering op dit principe bepaalt het perso-neelsstatuut (artikel XIV 2) dat het ministerie slechts contractueel personeel in dienst mag n e m e n , dit wil zeggen bij arbeidsovereenkomst overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, als dit gebeurt om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te v o l d o e n , om ambtenaren te vervangen die hun be-trekking niet of slechts deeltijds bekleden, of om bijkomende of specifieke opdrachten te vervullen. Wat de contractuele indienstnemingen betreft die gebeuren om te voldoen aan "uitzonderlijke en tij-delijke personeelsbehoeften", bepaalt het perso-neelsstatuut verder (artikel XIV 3) dat die – logi-scherwijze – slechts kunnen gebeuren voor be-perkte duur en dat de Vlaamse minister bevoegd voor A m b t e n a r e n z a k e n , op voorstel van de func-tioneel bevoegde Vlaamse minister(s), het aantal, de duur en de soort van betrekkingen bepaalt waarvoor personeel met een contract in dienst kan worden genomen om te voldoen aan "uitzonderlij-ke en tijdelij"uitzonderlij-ke personeelsbehoeften".

1. Kan de minister met betrekking tot het perso-neel dat door het Ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap contractueel werd aangeworven op grond van artikel XIV 2, l° van het perso-neelsstatuut om te voldoen aan "uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften", een over-zicht bezorgen van hun aantal, het tijdstip van aanwerving en de duur van het contract, de af-deling waarin zij werden tewerkgesteld en de "uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoef-te" die zij moesten opvangen ?

2. Het lijkt logisch dat een contractueel perso-neelslid dat wordt aangeworven om een ambte-naar te vervangen die zijn betrekking niet of slechts deeltijds bekleedt, ook effectief in de plaats komt van die ambtenaar en zijn plaats en functie binnen het ministerie overneemt.

Is dit inderdaad het geval ?

Antwoord

1. Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger cor-rect verwoordt in zijn vraagstelling zijn er, in de huidige stand van de wetgeving, inderdaad drie juridische mogelijkheden die de administratieve overheid toelaten contractueel personeel aan te werven.

Wat de indienstneming van contractuele perso-neelsleden ten behoeve van het voldoen aan tij-delijke en uitzonderlijke omstandigheden be-t r e f be-t , dienbe-t deze nobe-tie be-te worden begrepen in de zin van het koninklijk besluit nr. 56 van 16 juli 1982 betreffende de werving in sommige oh e i d s d i e n s t e n . In dit besluit worden de te ver-richten werkzaamheden omschreven als "in tijd beperkte acties", of als personeelsbehoeften die verband houden met een "buitengewone toena-me van het werk".

In deze optiek is het van belang te onderstrepen dat hiervoor contracten van onbepaalde duur worden afgesloten, niettegenstaande de "tijde-lijkheid" van voormelde omstandigheden. D e voornaamste reden hiervoor is dat een contract van onbepaalde duur, op het moment van het wegvallen van de aan de basis liggende oorzaak van de aanwerving kan worden beëindigd zon-der opzegvergoeding (doch mits naleving van de wettelijke regels inzake opzegtermijn). Vo o r-zover een contract van bepaalde duur voortijdig wordt beëindigd en de "dringende reden" niet als grondslag wordt aangewend, moet er wel een opzegvergoeding worden betaald.

Als bijlage 1 vindt de Vlaamse volksvertegen-woordiger een samenvattende lijst met de tota-len (kolom 2) van de per project1 (kolom 1) aangeworven contractuele personeelsleden. B i j-lage 2 bevat een gedetailleerde lijst waarin, naast de voormelde gegevens, het statuut2, d e begindatum van het arbeidscontract alsmede de plaats van tewerkstelling (met code) worden v e r m e l d .(1Het project is de oorzaak van de uitzonderlij-ke en tijdelijuitzonderlij-ke personeelsbehoefte – 2De letters CTU staan voor (gewoon) contractueel personeelslid terwijl de code GTU specifiek doelt op de gesubsidieerde contractu-eel, beiden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur)

(2)

ambte-naar of het contractueel personeelslid die hij vervangt of in een lagere graad".

Deze regeling houdt evenwel niet de wettelijke verplichting in voor de leidinggevende ambte-naar om het contractueel personeelslid ook ef-fectief de plaats en functie van het vervangen personeelslid toe te kennen. Dit geeft de lei-dinggevende ambtenaar bijgevolg de mogelijk-heid het contractueel personeelslid op een effi-ciënte wijze en volgens de dienstnoodwendighe-den in te zetten.

De indienstneming in een lagere graad, d o c h met behoud van de taken van de ambtenaar of van het contractueel personeelslid dat wordt v e r v a n g e n , geschiedt enkel in de gevallen waar-in dit verantwoord is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In tegenstelling tot deze twee programma's, dient het Greenlight-programma echter als een zeer specifieke actie van de Europese Unie te worden beschouwd, die exclusief gericht

Sinds 1992 zijn VRGT en Fares in samenwer- king met de referentielaboratoria voor myco- bacteriën en het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) begonnen met

In de omzendbrief VR 95/30 van 20 juni 1995 met betrekking tot de "instructies over het invoeren van uniform briefpapier en van het embleem van de Vlaamse Gemeenschap ten

In verband met de recente campagne met het oog op het profileren van de Vlaamse Gemeenschap, die op initiatief van de minister in het Brusselse wordt gevoerd, zouden naast affiches

[r]

De redactionele verantwoordelijkheid voor de ge- bruikte formulering berust volledig bij "Focus on F l a n d e r s " , die hiervoor geput heeft uit wat in dat verband in

De verdere subsidiëring van de stichting is, i n opvolging van de onderling genomen beslissing tussen de administratie Buitenlands Beleid en de administratie Cultuur, een zaak voor

Indien bepaalde ontbossingen noodzakelijk zijn om de doelstellingen van het beheersplan te halen en ze werden niet opgenomen in het oor- spronkelijk beheersplan, dan dient er