• No results found

Het MAB vóór 50 jaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het MAB vóór 50 jaar"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MAB

G e s c h ie d e n is

Het MAB vóór 50 jaar

A.F. Tem pelaar

september 1939

Zoals reeds eerder in de jaargang 1939 is aange­ duid zijn - ongeveer gelijkertijd - twee wetsont­ werpen bij de Tweede Kamer ingediend, namelijk het ontwerp tot wettelijke regeling van het accountantsberoep en het ontwerp betreffende de heffing van een winstbelasting (speciaal voor het onderdeel vennootschapsbelasting van belang voor het hierna te noemen artikel). De voorbereidingen voor de beide ontwerpen zijn op zeer uiteenlopende tijdstippen gestart, zodat het vrijwel gelijkertijd indienen van de ontwerpen meer een toevalligheid schijnt.

Toevallig of niet toevallig, M. Pimentel ziet in ieder geval wel enig indirect verband, al is het alleen reeds de nadruk, welke het vraagstuk van de wet­ telijke regeling van het accountantsberoep krijgt door het eventueel invoeren van een winstbelas­ ting voor vennootschappen. De ervaring dienaan­ gaande in het buitenland leert dat winstbelastin­ gen voor vennootschappen veelal gepaard gaan met dwingende bepalingen betreffende de con­ trole van de jaarrekeningen van vennootschap­ pen. Pimentel acht het daarom zeer wel mogelijk, dat ons land - dat een der laatsten was waar nog geen winstbelasting voor vennootschappen bestond - de lijn van het buitenland zal volgen. Om deze reden gaat Pimentel in een zeer uitvoe­ rig en omvangrijk artikel (7 pagina’s met 14 kolommen) na hoe de verplichte controle bij ven­ nootschappen in verscheidene landen is gere­ geld. Achtereenvolgens bespreekt hij Engeland, Duitsland, Verenigde Staten van Noord-Amerika, Noorwegen, Frankrijken Rusland (laatstgenoemd land, omdat het systeem daar volgens de schrij­ ver veel gelijkenis vertoont met het Franse sys­ teem). Het blijkt dat de wettelijke bepalingen in al deze landen wat betreft aard, omvang en doel­ treffendheid sterk uiteenlopen.

De wettelijk verplichte controle van vennoot­ schappen is in Engeland geregeld in de Compa­ nies Act (1929). De controle is opgedragen aan een of meer ’auditors’, zonder nadere aanduiding wat onder auditor moet worden verstaan (er is wel een verbod voor incompatibele functies). Omdat Engeland op een lange historie en een omvang­ rijke jurisprudentie aangaande het accountants­ beroep kan bogen, levert het ontbreken van een wettelijke omschrijving van auditor weinig proble­ men op. De Companies Act geeft aan wat in ieder geval in de verklaring van de auditor moet voor­ komen.

Met de spreekwoordelijke grondigheid is in Duits­ land veel in detail geregeld. De Abschlussprüfung is voorbehouden aan een Wirtschaftsprüfer respectievelijk een W.P.-firma. De jaarrekening wordt nietig verklaard indien deze niet is gecon­ troleerd. De wet schrijft voor waaraan de verkla­ ring van de W.P. ter zake van de jaarrekening moet voldoen. In de jaargangen 1937 en 1938 van het MAB is de Duitse regeling van het beroep ver­ schillende malen aan de orde geweest (zie onder andere het historisch verslag van april 1987). Daaruit is onder meer gebleken, dat de W.P. niet alleen als ’Wahrer des Betriebes’ wordt gezien maar bovenal als ’ein ernsthafter Mahner wenn der Betrieb gegen die Grundsätze der Volksge­ meinschaft verstöszt’.

De Federal Securities Act 1933 is - voor het onderhavige onderwerp - de basiswetgeving in de Verenigde Staten. De controle wordt opgedra­ gen aan ’independent certified or public

accoun-A.F. Tempelaar, registeraccountant, was lid van de maatschap Dijker en Doornbos (rechtsvoorganger van Deloitte Dijker Van Dien) en vervulde vele functies in de beroepsorganisaties in binnen- en buitenland.

(2)

MAB

tants’. De wetgevende macht van de individuele staten kan nadere regelen geven. De Fédéral Securities Act vermeldt de tekst van de goedkeu­ rende verklaring van de accountant bij de jaarre­ kening.

Volgens de wet van 1867, gewijzigd en aangevuld door het Decreet van augustus 1935, wordt de verplichte controle van vennootschappen in Frankrijk opgedragen aan een of meer commis- saire(s) aux comptes. Deze functie is bepaald niet alleen gereserveerd voor experts-comptables (zie onder andere het historisch verslag van febru­ ari 1987). De commissiaire aux comptes moet in zijn verklaring onder andere vermelden ’les irré­ gularités et inexactitudes, qu’ils auraient rele­ vées’.

De Noorse regeling vertoont veel overeen­ komsten met de Engelse.

In Rusland kent men - in Frans vertaald - een commission des comptes, welker aantal leden tenminste drie moet zijn. Ook aandeelhouders kunnen lid zijn van een dergelijke commissie. In zijn artikel citeert Pimentel enkele destijds zeer bekende werken, zoals ’Practical Auditing’ van Spicer and Pegleren ’Auditing’ van Montgomery, pillen welke de accountancy-student destijds moest slikken.

A.M. Groot vervolgt zijn artikel betreffende de mechanisatie van de controle op de stationsont- vangsten bij de Nederlandsche Spoorwegen (zie het historisch verslag van juni 1989). Het zeer administratief-technische artikel gaat thans over de controle op de ontvangsten via plaatskaarten met onbepaalde prijs (zogenaamde passe-par- toutbiljetten). Aan het slot van zijn artikel vertelt Groot, dat de mechanisatie van de controle van de reizigersontvangsten inmiddels zover is gevor­ derd, dat per maand 160.000 soorten kaartjes met vastgestelde prijzen en 100.000 afgegeven passe-partoutbiljetten onder deze controle val­ len. Hiermede zijn 1 tabelleermachine, 5 à 6 pons­ machines en 3 sorteermachines volledig bezet. Collator, reproducer en interpréter zijn voor dit werk slechts gedeeltelijk bezet.

In Europa is de NS de eerste spoorwegmaat­ schappij, die de controle op de stationsontvang- sten heeft gemechaniseerd.

Dr. J.G. Stridiron is degene die voor het MAB de statistieken van het Economisch Instituut voor de Middenstand (EIM) bespreekt. Thans zijn aan de beurt het Centrale Verwarmingsbedrijf, het Krui- deniersbedrijf en het Slagersbedrijf. De rentabili­ teit van de meeste deelnemende bedrijven, vooral van de kleinere, is pover (deels als gevolg van de economische crisis).

Stridiron is van oordeel dat het EIM met zijn Sta­ tistieken belangrijk cijfermateriaal bijeenbrengt, niet alleen voor de desbetreffende branches, maar ook uit het oogpunt van de algemene eco­ nomische statistiek. Hij hoopt dat in de bestaande statistieken van het EIM een stijgend aantal deelnemers zal worden bereikt en voor andere branches ook statistieken zullen kunnen worden samengesteld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘De prae-adviseurs (W.N.) de Blaey en (H.B..I.) Sanders leggen bij de ambtenaar-accountant de klemtoon op het ambtenaar zijn. Naar hun mening prevaleren de voorschriften

Adriani stelt onder de titel: ‘Liefdadigheid door een onderneming’, naar aanleiding van een arrest over de aftrekbaarheid van (afgedwongen) giften aan ‘Winterhulp' de

van de Woestijne trekt in zijn bijdrage: ‘De machtspositie van de monopolist’ ten strijde tegen de stelling (zoals onder meer verwoord door J. Tinbergen), ‘dat onder bepaalde

‘De roode lijn’ volgens Bakkenist is, ‘dat de door den accountant verrichte arbeid, welke aan de af te geven verklaring ten grondslag ligt, zoodanig behoort te zijn, dat door

Zelfs Schmalenbach is in 1946 volgens Limperg al van de dwalingen zijns weegs bekeerd: ‘Zo geviel het, dat bijvoorbeeld een leidende figuur als Schmalenbach met kracht opkwam

Wel verduidelijkt De Blaeij dat het hem in februa­ ri bij de titelbescherming (van Geregistreerd Publiek/Overheids Accountant) niet ging om het al of niet in dienstbetrekking

In deze bijdrage gaat het overigens niet om het kenobject van de bedrijfs­ huishoudkunde of over bedrijfshuishoudkunde als wetenschap (daarover zal, overigens mede naar

Het gaat de schrijver om enkele moeilijkheden welke zich vrijwel altijd voordoen doordat steeds gelijktijdig moet worden voldaan aan de volgende hoofddoeleinden van de