• No results found

Autoriteit Consument en Markt Directie Energie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Autoriteit Consument en Markt Directie Energie "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

%\jf

KONINKLIJKE

vemw

Kenniscentrum en belangenbehartiger van zakelijke energie- en watergebruikers

Autoriteit Consument en Markt Directie Energie

Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG

Woerden onze ref.

doorkiesnr.

e-mail

12 november 2018 E18bo7/

0348

@vemw.nl

onderwerp : Zienswijze op het “Ontwerpbesluit ontheffingsaanvraag Liander N.V.

(Zaaknummer ACM/18/033850)

Geachte heer, mevrouw,

VEMW heeft kennis genomen van het ‘Ontwerpbesluit ontheffingsaanvraag Liander N.V.

(Zaaknummer ACM/18/033850) (verder: ontwerpbesluit), gepubliceerd in de Staatscourant (nr.

55279) op 1 oktober 2018. De Autoriteit Consument en Markt (verder: ACM) stelt belanghebbenden in de gelegenheid te reageren op het voorstel. Van de geboden gelegenheid tot het geven van een zienswijze maakt VEMW graag gebruik.

Doel

Het ontwerpbesluit geeft invulling aan het 'Ontheffingsverzoek voor publiek gelijkstroomnet voor bedrijventerrein LAB’ van Liander N.V., dat is ontvangen door de ACM op 4 september 2018.

De ontheffing betreft meerdere artikelen van de Netcode elektriciteit, de Meetcode elektriciteit en de Begrippencode elektriciteit. Het gestelde doel van de ontheffing is het mogelijk maken van een experimenteel gelijkstroomnet (verder: DC-net) voor het bedrijventerrein Lelystad Airport Businesspark. De connectie wordt in het ontwerpbesluit nadrukkelijk gemaakt tussen het experimentele netwerk en het toekomstig potentieel van DC-netten ter facilitering van hernieuwbare energie. Hernieuwbare elektriciteit is namelijk vaak gebaseerd op DC- technologie.

Positie VEMW

Met oog op de experimentele aard van dit project, is er een reële mogelijkheid dat bij een succesvol verloop van het project sprake zal zijn van navolging. Zoals in de aanvraag van Liander staat verwoord: “De ervaring die met dit DC-net wordt opgedaan, kan dan worden meegenomen bij de vormgeving van de definitieve regelgeving ter zake."

1

Met oog op toekomstige gevolgen heeft VEMW dus belang bij het juiste verloop van dit project en de gevolgde ontheffingsprocedure. VEMW onderkent het belang van het project, vanwege het feit een DC-net efficiëntie-winsten kan opleveren gezien de toename van DC-energiebronnen volgend uit de toename van hernieuwbare energie. Desalniettemin plaatsen wij enige kanttekeningen bij een aantal aspecten van het ontwerpbesluit.

1

Ontheffingsaanvraag gelijkstroomnet Liander, 3 september 2018, p. 4.

Hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers Houttuinlaan 12

3447 GM WOERDEN KvK Utrecht nr. 30147022

Telefoon 0348 48 43 50 E-mail kb@vemw.nl Internet www.vemw.nl

IBAN: NL20ABNA0551408340 BICcode: ABNANL2A BTW nr. NL 0011.19.904.B01

Openbaar

(2)

Liander benadrukt in haar aanvraag de behoefte aan een regulatorische en juridische basis om juridische risico’s van het experiment af te dekken, aangezien bestaande regelgeving rondom DC-netten onvoldoende duidelijkheid en zekerheid biedt. Hiervoor verzoekt zij een ontheffing op basis van Artikel 37a van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). ACM willigt dit verzoek in, behoudens enkele randvoorwaarden. Het is voor VEMW onduidelijk waarom voor dit experiment voor E-wet artikel 37a wordt gekozen, zonder overweging van E-wet artikel 7a. Dit met name omdat het project binnen het in E-wet artikel 7a lid 2 gestelde kader valt, en artikel 7a sinds 1 juli 2015 reeds geldig is. VEMW verzoekt ACM deze keuze nadrukkelijk toe te lichten.

In paragraaf 32 staat vermeld dat bij beoordeling van de voorgestelde voorwaarden ACM zal toetsen of de aangepaste voorwaarden de minimale eisen ten aanzien van veiligheid en kwaliteit van de transportdienst borgen. Een generieke eis is dat afnemers op het gelijkstroomnet gelijkwaardig dienen te worden beschermd als de afnemers op wisselstroomnetten. Het is vooralsnog onduidelijk of deze eis een garantie impliceert van doelmatigheid van de conversietabellen, aan de hand van welke de prijzen voor het DC-net zullen worden bepaald. Het zou duidelijkheid ten goede komen wanneer het verband tussen de non-discriminatie eis en het beprijzen per KWh op het DC-net ten opzichte van beprijzen op het AC-net zou worden toegelicht. VEMW verzoekt ACM deze gewenste duidelijkheid te creëren.

In paragraaf 43 van het ontwerpbesluit zet de ACM enkele randvoorwaarden uiteen. Deze randvoorwaarden behoeven nog verdere uitwerking. Zo is onduidelijk via welk mechanisme naleving van paragraaf 43 voorschrift xii wordt verzekerd. Dit terwijl het een buitengewoon belangrijk component van de randvoorwaarden bevat, namelijk kostenbeperking voor die marktpartijen die geen belang hebben bij de ontwikkeling van het gelijkstroomnet. VEMW verzoekt ACM de gewenste uitwerking in het besluit op te nemen.

Hiernaast mag ook het principiële punt niet verloren gaan dat netbeheerder Liander, in het bijzonder gezien haar positie als monopolist, zich aan de vigerende wetgeving dient te houden.

Door in juli 2016 een contract te sluiten met OMALA N.V., handelde Liander in de veronderstelling dat de wetgeving haar handelen achteraf zou goedkeuren.

2

Op zichzelf staand is dit een juridisch en financieel risico dat Liander en OMALA N.V. vrijwillig op zich nemen. In de context van de monopoliepositie van Liander moet het belang echter worden benadrukt van het volgen van procedurele regels.

Indien ACM dit voortijdige contracteren goedkeurt, wekt zij de schijn dat netbeheerders een vrijbrief krijgen om buitenom de geldende wetgeving te handelen. Bovendien schijnt het dat zij dit kunnen doen zonder een tijdig beroep op een daarvoor in de wetgeving uiteengezette ontheffingsgrond. De enige voorwaarde schijnt te zijn dat zij een voldoende krachtige argumentatie aandragen.

VEMW is van mening dat het doel in dit geval niet de middelen heiligt. In de voorliggende situatie hebben de marktpartijen baat bij de samenwerking tussen Liander en OMALA, maar dit garandeert niet vanzelfsprekend dat dit in toekomstige situaties ook het geval zal zijn. Van dit ontwerpbesluit kan precedentwerking uitgaan, mogelijk leidend tot een onwenselijke situatie waarbij de eenduidigheid van wettelijke begrenzingen, waarmee de macht van monopolisten wordt ingeperkt, wordt geërodeerd. Hierdoor zouden marktpartijen in toekomstige scenario’s zichzelf minder zeker kunnen beroepen op vigerende wetgeving.

Bovendien kan in toekomstige, soortgelijke situaties vanuit het gelijkheidsbeginsel worden geredeneerd, waardoor de ACM bij onvoldoende nadruk in het te publiceren besluit op het

2

Mededeling Provincie Flevoland Programmatische inzet Amsterdam Lelystad Airport, 27 september 2016, registratienummer 1971516

12 november 2018

E18b07

Blad 2 van 3

(3)

belang van tijdig aanvragen van ontheffingen, herhaling van de huidige situatie riskeert. En al hebben de relevante marktpartijen, gerelateerd aan het huidige ontwerpbesluit, voor zover VEMW kan beoordelen uitsluitend baat bij de invoering van het DC-net; zij hebben evenzo baat bij wetgeving die niet achteraf, op basis van wat handig is, wordt gewijzigd.

Anders gesteld, het verlenen van de voorgestelde ontheffing is vanuit pragmatische optiek wellicht een doeltreffende en doelmatige optie gezien de reeds gedane investeringen en gemaakte afspraken en gesloten contracten, maar schaadt tevens de rechtszekerheid zoals uiteengezet in de algemene maatregelen van behoorlijk bestuur. Liander heeft met het afsluiten van een overeenkomst met OMALA (Lelystad Airport Businesspark) vooruitgelopen op de regulering, hetgeen als onrechtmatig bestempeld moet worden, omdat zij er vanuit gegaan is dat er codewijziging zou komen terwijl deze er nog niet was en zo ACM lijkt te dwingen tot een keuze tussen het praktisch wenselijke en het juridisch verantwoorde. VEMW verzoekt ACM hier bij de besluitvorming nadrukkelijk rekening mee te houden gelet op de algehele afwezigheid van een overweging hiervan in het ontwerpbesluit.

Conclusie

In achting nemend de praktische overweging die ACM met dit ontheffingsbesluit moet maken, betoogt VEMW niet het afwijzen van de ontheffingsaanvraag, maar benadrukt zij vanuit het rechtszekerheidsbeginsel het belang van het voorkomen van retroactieve wetgeving als norm.

Daarnaast verzoekt zij enkele verduidelijkingen rondom randvoorwaarden gesteld in het ontwerpbesluit. Graag zou VEMW een reprimande zien aan het adres van Liander met betrekking op hun onverantwoordelijke handelswijze, enige vorm van normstelling door de ACM m.b.t. het respecteren van vigerende wetgeving, en een garantie dat soortgelijk gedrag in de toekomst niet straffeloos kan worden herhaald.

Algemeen directeur

12 november 2018

E18b07

Blad 3 van 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tegen de wijziging van de term 'transportbeperkingen’ naar de term ‘fysieke congestie’ maakt VEMW bezwaar, aangezien hiermee impliciet wordt gesteld dat netbeheerders niet moeten

Omdat er sprake is van economische schade voor consumenten en het risico op schade voor andere consumenten acuut en reëel is, geeft de Autoriteit Consument en Markt deze

netbeheerder. Dit dient te gebeuren volgens de bepalingen van artikel 2.1.5.11. van de Netcode Elektriciteit. Dit artikel biedt de netbeheerder een mogelijkheid om inzicht te

3.15.4.1 De leverancier collecteert de meterstand behorende bij de wijziging van de allocatiemethode, stelt deze vast en distribueert deze overeenkomstig hoofdstuk 5 indien de

Eurofiber vreesde juist dat KPN in een stelsel met prijsplafondregulering door middel van prijsdumping andere concurrenten als Eurofiber de nek om zou draaien.. Als

verschillende utilities, waaronder elektriciteit. Specifieke technische reden voor de integratie is dat het elektriciteitsnet is aangesloten op een dubbele ringstructuur dat

Aanvrager heeft eveneens verklaard dat hi] geen deel ultmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burger* Wetboek (hiema: BW) waarvan ook een netbeheerder

Artikel 8.8 Whc verbiedt handelaren om oneerlijke handelspraktijken als bedoeld in Afdeling 3A van Titel 3 van Boek 6 BW (artikel 6:193a tot en met 6:193j BW) te verrichten. NOPN