• No results found

Het blijkt dat deze dossiers door de OVAM voor behandeling worden uitgegeven aan een privé- bureau

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het blijkt dat deze dossiers door de OVAM voor behandeling worden uitgegeven aan een privé- bureau"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 330 van 11 februari 2005 van de heer PAUL WILLE

OVAM – Toekenning statuut "onschuldig eige- naar"

Het bodemsaneringsdecreet vermeldt in artikel 31 de voorwaarden volgens welke een natuurlijk persoon of rechtspersoon een aanvraag kan doen voor het verkrijgen van het statuut van "onschul- dig eigenaar". In die zin dat hij onder bepaalde decretaal vastgelegde voorwaarden niet sanerings- plichtig is voor de grond die hij in eigendom heeft.

Dit statuut wordt aan particulieren toegekend door de Openbare afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) en jaarlijks worden talrijke dossiers daarvoor ingediend.

Bij deze aanvragen is er nogal wat mogelijkheid tot interpretatie omdat sommige voorwaarden nu een- maal voor een al dan niet welwillende interpretatie vatbaar zijn. Zo is dit bijvoorbeeld het geval met de notie "… behoorde te weten …" (artikel 31, § 3 bodemsaneringsdecreet).

Het blijkt dat deze dossiers door de OVAM voor behandeling worden uitgegeven aan een privé- bureau. Dit privé-bureau beslist dan in feite (inge- dekt door OVAM) of een persoon dit statuut krijgt of niet. Voor de aanvrager is dit van groot belang.

Nu behoort het sedert altijd tot de algemene rechtsprincipes dat openbare bevoegdheden niet overdraagbaar zijn, tenzij de wetgever of decreet- gever dit wil.

1. Is het juist dat deze dossiers worden uitgegeven aan een privé-bureau ?

2. Aan welk bureau, na welke procedure, voor welke prijs ?

3. Is dit een fatsoenlijke handelwijze nu er bij de OVAM 430 personeelsleden zijn, waaronder meer dan een dozijn juristen ?

4. Is de minister van plan deze handelwijze voort te zetten ?

Antwoord

1. In het kader van de overdracht van een grond, waarop een risicoactiviteit en/of -inrichting is/was gevestigd, moet de overdrager van deze grond de overdracht melden aan de OVAM met hierbij het verslag van een oriënterend bodem- onderzoek gevoegd. Naargelang de resultaten van dit bodemonderzoek zal de overdrager worden aangemaand om over te gaan tot uit- voering van een beschrijvend bodemonderzoek.

De overdrager is niet verplicht om op deze aan- maning in te gaan indien hij kan aantonen dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 10 (bij nieuwe - gemengde bodemverontreiniging) respectievelijk artikel 31 (bij historische bodem- verontreiniging) van het bodemsaneringsde- creet. Hetzelfde geldt bij de stopzetting en/of sluiting van een risicoactiviteit of-inrichting.

Naast de overdrachtsregeling kan een exploi- tant/eigenaar/gebruiker zich eveneens beroe- pen op de voorwaarden van artikel 31 van het bodemsaneringsdecreet indien hij is aan- gemaand op basis van artikel 31, § 1 van het bodemsaneringsdecreet om een beschrijvend bodemonderzoek uit te voeren.

Ten slotte rust er bij nieuwe – gemengde bodem- verontreiniging een zelfstandige saneringsplicht op de saneringsplichtige, aangewezen conform artikel 10, § 1 van het bodemsaneringsdecreet.

De saneringsplichtige is niet verder gehouden tot bodemsanering indien hij aantoont dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 10 van het bodemsaneringsdecreet.

Het is de OVAM die oordeelt of de betrok- ken overdrager-saneringsplichtige voldoet aan de voorwaarden van artikel 10 respectieve- lijk 31 van het bodemsaneringsdecreet. Tegen deze beslissing van de OVAM kan een belang- hebbende beroep aantekenen bij de Vlaamse Regering.

De laatste jaren zijn er circa 250 aanvragen per jaar in het kader van artikel 10 en/of 31 van het bodemsaneringsdecreet die moeten beoordeeld worden door de OVAM. Het aantal aanvragen neemt stelselmatig toe. De behandeling van deze

(2)

dossiers hypothekeert in belangrijke mate de werking van een entiteit, mede gelet op de ver- valtermijn binnen welke deze dossiers moeten behandeld zijn (bv. in het kader van een over- dracht geldt er een beoordelingstermijn voor de OVAM van 60 dagen). In het kader van behoor- lijk bestuur doen we het nodige om bijkomende stavingstukken op te vragen ter onderbouwing van het ingediende standpunt.

Daarnaast werd de OVAM geconfronteerd met een wijziging van de wetgeving inzake verja- ringstermijnen waarbij nieuwe verjaringster- mijnen werden ingevoerd. Deze wijziging had tot gevolg dat de OVAM op korte termijn (m.n.

voor 27 juli 2003) in een groot aantal dossiers uit het verleden acties moest ondernemen naar stuiting van de verjaring, dit naast andere con- tinue prioritaire taken voor de OVAM (ambts- halve bodemsanering, opvolging gerechtelijke procedures, voorbereidingen wijziging wetge- ving bodemsanering,...).

Bijgevolg werd door de OVAM inderdaad beslo- ten om de opmaak van 100 ontwerpbeslissingen in het kader van het statuut onschuldig eigenaar tijdelijk uit te besteden. Hierbij moet benadrukt worden dat deze uitbesteding enkel de opmaak van een ontwerp van beoordeling inhield zodat de OVAM de ruimte bleef behouden om deze ontwerpen te toetsen aan haar beleid.

2. Voor de uitbesteding van de opdracht werd de procedure inzake de beperkte offerteaanvraag gevolgd gelet op de specifiek gezochte exper- tise.

Het resultaat van deze procedure leidde op 13 augustus 2003 tot een gunning door de OVAM van de opdracht aan het kantoor Elegis (Huybrechts, Craen, Engels en vennoten) te Antwerpen voor de prijs van 62.000 euro, alle kosten inbegrepen.

3. Zoals toegelicht onder vraag 1 werd de OVAM geconfronteerd met een wijziging van de wetge- ving inzake verjaringstermijnen waarbij nieuwe verjaringstermijnen werden ingevoerd. Deze wijziging had tot gevolg dat de OVAM op korte termijn (m.n. vóór 27 juli 2003) in een groot aantal dossiers uit het verleden acties moest ondernemen naar stuiting van de verjaring, dit naast andere continue prioritaire taken voor de

OVAM (ambtshalve bodemsanering, opvolging gerechtelijke procedures, voorbereidingen wijzi- ging wetgeving bodemsanering,...).

Opdat dit vereist versneld optreden inzake de stuiting van verjaringstermijnen op een effi- ciënte en effectieve manier zou kunnen verlopen, achtte de OVAM het aangewezen om andere continue taken uit te besteden zonder dat hierbij het beoordelingsbeleid uit handen werd gege- ven. Bijgevolg werd geopteerd om de opmaak van 100 ontwerpbeslissingen in het kader van het statuut onschuldig eigenaar tijdelijk uit te besteden. Dergelijke handelwijze leidde er niet toe dat er werd ingeboet aan dienstverlening.

Evenmin werd er inbreuk gepleegd op het voor- opgestelde beleid aangezien enkel de opmaak van een ontwerpbeslissing werd uitbesteed . De finale beslissing in elk dossier werd genomen en verstuurd door de OVAM.

4. Neen. De uitbesteding van de opmaak van ont- werpbeslissingen in het kader van het statuut onschuldig eigenaar betrof een opdracht van 100 dossiers en is op 9 december 2004 beëin- digd. Er is niet overgegaan tot het voortzetten van deze werkwijze daar er momenteel geen nood is aan een versneld optreden zoals ver- meld in antwoord 3 supra.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Opname in het RVP is voornamelijk om jonge vrouwen te beschermen tegen rodehond tegen de tijd dat ze zwanger raken: een besmetting met rodehond tijdens het eerste trimester van

Vanaf september 2021 sturen we een e-mail (of een brief als we geen e-mailadres hebben) naar de studenten met een opstartblokkering die niet in hun loket geweest zijn..

 Gebouwen van voor 2001 – 90% kans voor aantreffen asbest!.  Gevolgen van asbestblootstelling zoals mesothilioom en andere (long)kankers pas 20 tot 30 jaar na

Doelstelling om voorstel uit te werken tegen einde 2020 wordt behaald. Er werd een concreet voorstel uitgewerkt dat bestaat uit twee schema’s voor diverse stromen. Deze

Zwerfvuil en sluikstorten zijn al jaren een doorn in het oog van elke Vlaming. Bovendien zijn dit grote ecologische en maatschappelijke problemen die veel geld kosten aan

degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan het college,

Met ‘toestemming bij leven’ bedoelen we dat een patiënt tijdens zijn leven heeft vastgelegd (of door de hulpverlener heeft laten vastleggen) dat een of meer personen 22 gegevens