• No results found

Vraag nr. 122 van 6 april 2005 van mevrouw ANNICK DE RIDDER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 122 van 6 april 2005 van mevrouw ANNICK DE RIDDER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 122 van 6 april 2005

van mevrouw ANNICK DE RIDDER

Betalingsbewijzen en uittreksels geboorteak-te – Afschaffing

Met het oog op een klantvriendelijke overheid werd het federale initiatief "administratieve ver-eenvoudiging" overgenomen door de Vlaamse Regering.

In het contact met de overheid moet de burger minder lasten ondervinden bij het vervullen van administratieve formaliteiten. Het bestuur of de administratie bezit in vele gevallen reeds de gege-vens van de betrokkenen. Het stoort de burger dat hij/zij telkens opnieuw deze gegevens moet opge-ven of ze zelfs moet verzamelen op verschillende locaties.

Bij navraag bij de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap blijkt dat de kandidaten diverse documenten aan hun inschrijving die-nen toe te voegen. Sommige documenten worden terecht opgevraagd. Bij andere rijzen vraagtekens. Het betreft :

− het betalingsbewijs van 15 euro op rekening-nummer 091-2203005-67 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Rekenplichtige der Ontvangsten, 1210 Brussel,

− een uittreksel uit de geboorteakte.

Betreffende het betalingsbewijs : de administratie moet zelf in staat zijn om na te gaan of het bedrag al dan niet gestort is op de vermelde rekening. Betreffende het uittreksel uit de geboorteakte : wanneer de administratie in het bezit is van een kopie van de identiteitskaart, al dan niet een elD, dan kan ze zelf via het Rijksregister een uittreksel uit de geboorteakte opvragen.

3. Zijn er plannen om, in het licht van de admini-stratieve vereenvoudiging, het opvragen van een betalingsbewijs en een uittreksel uit de geboor-teakte in bovenvermeld geval te herzien ? 4. Wordt er nagegaan of ook andere

departemen-ten deze documendepartemen-ten nog opvragen en wordt er ook daar aan de afschaffing gewerkt ?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan vice-minister-president Vandenbroucke (vraag nr. 163) en aan minister Bourgeois (nr. 122).

Antwoord

Het uitgangspunt van deze parlementaire vraag is correct, namelijk dat de overheid erin moet slagen om de gegevens die ze reeds in haar bezit heeft, niet langer nogmaals bij de burger te moeten opvragen. Dit draagt immers bij tot de maatschappelijke ver-zuring.

Wel vooraf nog een kleine rechtzetting : het fede-rale initiatief van administratieve vereenvoudiging werd niet door de Vlaamse regering overgenomen aangezien zij reeds gedurende verschillende jaren een eigen werkwijze heeft, met name het regule-ringsmanagement. Deze eigen Vlaamse aanpak werkt breder en dieper dan de federale - die zich enkel richt op de terugdringing van de lasten uit formulieren administratieve procedures, terwijl de Vlaamse zich ook richt op de inhoudelijke regel-lasten door middel van het gebruik van de regule-ringsimpactanalyse (RIA) - en zit dan ook volledig op de lijn van de aanbevelingen van de Europese Unie en de OESO.

Indien er zich mogelijkheden tot administratieve vereenvoudiging voordoen, biedt het rollend karakter van het nieuwe actieplan reguleringsma-nagement trouwens interessante mogelijkheden. Door deze nieuwe eigenschap van het actieplan, die door deze regering werd ingevoerd, kunnen voorstellen tot administratieve vereenvoudiging immers onmiddellijk in het lopende actieplan opge-nomen worden, en hoeft er dus niet langer gewacht te worden tot de opmaak van een nieuw, volgend actieplan. Door middel van de halfjaarlijkse voort-gangsrapporten - tijdens de vorige legislatuur was dit enkel maar jaarlijks - zal het Vlaams Parlement in staat gesteld worden de evolutie van de lopende én nieuwe vereenvoudigingsinitiatieven op te vol-gen.

(2)

Zelfs indien dergelijke inzage gerealiseerd wordt of de boekhouding zou automatisch de gegevens van de betalingen naar de Examencommissie doorsturen, blijft een controle haast onmoge-lijk daar de mededeling bij de betaling vaak ont-breekt of onvoldoende vduidelijk vermeldt voor

welke kandidaat of voor welke afdeling van de Examencommissie ze bedoeld is.

Het uittreksel uit de geboorteakte is noodzakelijk om foutloos naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum op het diploma aan te brengen. Geregeld stellen we vast dat andere documenten (identiteitskaart, ...) deze gegevens niet op een cor-recte wijze vermelden.

D e e x a m e n c o m m i s s i e v a n d e V l a a m s e Gemeenschap heeft geen toegang tot het Rijksregister om zelf de gegevens te controleren en het jaarlijks opvragen van enkele duizenden uit-treksels bij het Rijksregister lijkt niet echt evident. Verder is het zo dat bij een indiensttreding van het onderwijspersoneel een geboorteakte niet nodig is noch voor het departement onderwijs noch voor de onderwij sinstellingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

58 van 14 januari 2005 terzake het volgende : "Het is zeker de bedoeling om geen eensluidend verklaarde afschriften meer te vragen indien dit niet absoluut noodzakelijk

Het stappenplan voor het aanbieden van berichten aan de schipperij conform de Europese standaard wordt momenteel op intergewestelijk niveau uitgewerkt.. De hui- dige

Voldoende trams en bussen zijn van belang. Enerzijds bepalen zij de capaciteit aan reizigers die vervoerd kan worden, anderzijds hebben ze invloed op de wachttijden. Hoe

In antwoord op een parlementaire vraag van mijn federale collega Annemie Turtelboom, suggereerde federaal minister Landuyt dat er ook een mogelijk- heid bestaat om een concept uit

De Lijn stuurt de leverancier dan ook aan om deze ticketgever te laten optimaliseren zodat deze storingen zo snel mogelijk kunnen worden weg- gewerkt.... Tevens te vermelden is

Betreffende het uittreksel uit de geboorteakte : wanneer de administratie in het bezit is van een kopie van de identiteitskaart, al dan niet een elD, dan kan ze zelf via

Het pro- ject zorgt immers niet voor "uitstel" van de ken- nismaking met het Nederlands, maar wel voor een functionele integratie van de moedertaal in het

De beoordelingscommissie voor Nederlandstalig Drama heeft mij inderdaad én in haar pre- advies én in haar eindadvies negatief geadvi- seerd en te kennen gegeven dat het Raamtheater