Vraag nr. 314 van 29 mei 1998
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN OVAM-advocaten – Selectiecriteria (2)
Op mijn schriftelijke vraag nr. 99 van 25 november 1997 deelde de minister mee dat de procedure m.b.t. de selectie van advocaten om de belangen van OVAM te behartigen nog lopende was (Bulle-tin van Vragen en Antwoorden nr. 8 van 30 januari 1998, blz. 1071 – red.).
Kan de minister meedelen of die procedure intus-sen werd afgerond en wat er het resultaat van is ? De aanschrijving van 55 advocaten gebeurde op basis van hun ervaring in en/of kennis van het milieurecht. Wie is verantwoordelijk voor de uit-eindelijke selectie en hoe werd die kennis en erva-ring geëvalueerd ?
Antwoord
De procedure met betrekking tot de selectie van advocaten om de belangen van de OVAM te ver-dedigen, is inmiddels afgelopen.
Er werden door de OVAM 55 advocaten aange-schreven, verdeeld per provincie als volgt :
Antwerpen 11 advocaten
Limburg 10 advocaten
Oost-Vlaanderen 11 advocaten Vlaams-Brabant 13 advocaten West-Vlaanderen 10 advocaten De eerste selectie gebeurde op basis van de gege-vens opgevraagd bij alle Nederlandstalige balies. De advocaten die als specialisatie milieurecht had-den opgegeven, werhad-den aangeschreven.
Op basis van de criteria : juridische ervaring, prak-tijkervaring met andere milieuadministraties, uitge-brachte publicaties en de referenties, zoals vermeld in het curriculum vitae, werden 10 advocaten gese-lecteerd voor een mondeling onderhoud.
Een eerste reeks vragen waren ervaringsvragen. Deze vragen moesten toelaten om de ervaring van de kandidaten inzake administratief recht (Raad van State), strafrecht, de wetgeving inzake over-heidsopdrachten, evenals de praktijkervaring met andere administratieve overheden en hun wetge-ving (bv. Vlarem) te toetsen.
Een tweede reeks vragen waren kennisvragen. Hierbij werd naar de kennis inzake het
afval-stoffendecreet, het bodemsaneringsdecreet, evenals de Europese milieurichtlijnen – de belangrijkste juridische instrumenten waarmee de OVAM werkt – gepeild.
Een derde reeks vragen waren attitudevragen. Nagegaan werd onder andere de motivatie voor de kandidatuurstelling, de beschikbaarheid van de kandidaten bij zeer dringende gevallen en de ziens-wijze wat de samenwerking met de dienst Juridi-sche Zaken betreft.
Na de selectieprocedure werden drie kandidaten behouden.