Eindexamen vwo natuurkunde 201
4-II
© havovwo.nl
- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
Magneetveld van de aarde
15 Lengte van de spoeldraad: 60 · 2π R = 60 · 2π 3,6 = 1357 cm = 13,57 m Doorsnede draad: ¼ π · d 2 = 1,539 · 10 -8 m 2 Ω 15 10 1,539 13,57 10 17 A L ρ R 9 8 = ⋅ ⋅ ⋅ = ⋅
= − − , gelijk aan de gegeven waarde.
16 Pmax = imax 2 · R → 0,18 = imax 2 · 15 imax = 0,11 A
17 U = imax · Rtot → 9,0 = 0,11 · Rtot Rtot = 81,8 Ω
Rextra = 81,8 – 15 = 66 Ω
RA is te klein
RC en RD zijn te groot voor gevoelige regeling.
RB is de meest geschikte weerstand
18
19 Baarde loodrecht op Bspoel, dus de magnetische krachten staan ook loodrecht op
elkaar.
De kompasnaald staat in de richting van de resulterende kracht onder een hoek van 45o met beide magnetische krachten. Die zijn dus even groot,
evenals de magneetvelden zelf.
20 Bereik A-meter: 0,5 A. De meter geeft dus 0,070 A aan. T 10 22 0,25 0,070 60 10 1,2566 L i N μ B 6 6 o − = ⋅ − ⋅ ⋅ ⋅ = ⋅ ⋅ =