• No results found

Vraag nr. 92 van 21 januari 2005 van mevrouw CATHY BERX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 92 van 21 januari 2005 van mevrouw CATHY BERX"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 92 van 21 januari 2005

van mevrouw CATHY BERX

Erkenning buitenlandse diploma’s – Evaluatie Buitenlandse diploma’s of getuigschriften kun-nen op individuele basis door de minister erkend worden als volledig gelijkwaardig met een Vlaams hogeronderwijsdiploma, de academische gelijk-waardigheidserkenning. De procedure daartoe vereist ten minste twee adviezen van hogeronder-wijsinstellingen in de Vlaamse Gemeenschap. De gedeeltelijke gelijkwaardigheidserkenning, die neerkomt op het verlenen van vrijstellingen en studieduurverkorting, om het Vlaamse diploma te verwerven, wordt toegekend door de hogeronder-wijsinstellingen zelf.

De minister gaf bij eerdere interventies steeds aan dat de erkenning van buitenlandse diploma’s geen grote problemen oplevert, althans wat de termijn betreft waarbinnen dit gebeurt. Met een volledig dossier heeft de aanvrager binnen vier maanden een definitieve beslissing.

Er bestaan kennelijk wel problemen met het toe-kennen van de volledige gelijkwaardigheidser-kenning. Deze zou in vele gevallen niet worden toegekend, waardoor de aanvrager slechts een niveaubepaling voor zijn diploma kan krijgen, die bevestigt dat het buitenlands diploma wel degelijk een hogeronderwijsdiploma is dat uitgereikt werd door een erkende hogeronderwijsinstelling in het buitenland.

1. Hoeveel aanvragen tot gelijkwaardigheidserken-ning werden er gedaan in 2004 ?

2. Hoeveel buitenlandse diploma’s of getuigschrif-ten werden er als volledig gelijkwaardig erkend met het Vlaams hogeronderwijsdiploma ? 3. Hoeveel buitenlandse diploma’s of

getuigschrif-ten werden er gelijkwaardig erkend aan een ander (lager) Vlaams hogeronderwijsdiploma dan het diploma of getuigschrift dat de aanvra-ger verwierf in het buitenland ?

4. Hoeveel van die welke niet als volledig gelijk-waardig werden erkend, kregen wel een niveau-bepaling toegekend ?

5. In hoeveel gevallen was het advies van de hoge-ronderwijsinstellingen positief, maar werd er toch geen erkenning verleend, en vice versa ? 6. Aan welke van de criteria die getoetst worden

tijdens de gelijkwaardigheidserkenning was het meest niet voldaan om tot een gelijkwaardig-heidserkenning te kunnen overgaan ?

Antwoord

1. Naric Vlaanderen ontving in 2004 voor de aca-demische erkenning 1.307 aanvragen (Naric: National Academic Recognition Information Contres – red.).

2. In 2004 werden 843 buitenlandse diploma’s via de academische erkenningsprocedure als volledig gelijkwaardig erkend met een Vlaams hogeronderwijsdiploma. Naric Vlaanderen stuurde ook heel wat aanvra-gen na een vooronderzoek door naar andere administraties, omdat de buitenlandse diplo-ma’s niet behoorden tot het buitenlandse hogeronderwijssysteem. Zo werden er 116 aanvragen doorgestuurd naar de administratie Secundair Onderwijs en 16 naar de adminis-tratie Permanente Vorming. Naric Vlaanderen sloot 119 dossiers voorlopig af, omdat de aan-vragers niet reageerden op de herhaaldelijke verzoeken om meer informatie en/of documen-ten.

3. In heel wat buitenlandse hogeronderwij ssy-sternen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen hogescholenonderwijs en universitair onderwijs. Met andere woorden, in heel wat landen stemt de ruime en algemene definitie van "universitair" onderwijs niet overeen met de meer specifieke Vlaamse definitie. Vandaar dat sommige buitenlandse "universitaire" diplo-ma’s als gelijkwaardig verklaard worden met een Vlaams hogescholendiploma, zonder dat dit eigenlijk een "onderwaardering" is. In Engeland bijvoorbeeld reiken universiteiten verpleegkundediploma’s uit. Omgekeerd is het ook zo dat heel wat buitenlandse instel-lingen een universitaire status bezitten zonder dat dit blijkt uit hun benaming. Zo zijn in Frankrijk de "grandes ecoles"

(2)

werden er 262 diploma’s uitgereikt door een buitenlandse universiteit, als gelijkwaardig ver-klaard met een Vlaams hogescholendiploma. 4. Naric Vlaanderen kan voor elk (eind)diploma

dat behoort tot een buitenlands hoger onder-wijssysteem een niveaubepaling opmaken. Het vooraf aanvragen van een academische erkenning is geen voorwaarde en een negatieve erkenningsbeslissing dus ook niet. In 2004 ont-ving Naric Vlaanderen 1.295 aanvragen voor een niveaubepaling.

5. Het is niet mogelijk om exact cijfermateriaal aan te bieden over het positieve of negatieve gehalte van de adviezen, omdat niet alle adviezen ondubbelzinnig en eenduidig als positief of negatief te duiden zijn. Precies daarom vraagt Naric Vlaanderen trouwens steeds drie hoger-onderwijsinstellingen om advies in plaats van twee (het wettelijke minimum). Het spreekt voor zich dat Naric Vlaanderen in principe een positieve erkenningsbeslissing zal opmaken als de adviezen overwegend positief zijn, en vice versa. Het gebeurt slechts zeer uitzonderlijk dat Naric Vlaanderen negatief beslist als de adviezen overwegend positief zijn. De kans is bovendien zeer groot dat de Raad van State een negatieve beslissing tot erkenning vernietigt als er geen argumentatie is die voldoende gegrond ingaat tegen (unaniem) positief luidende advie-zen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Diploma’s/getuigschriften van de volgende beroepsopleidingen kwalificeren voor de functie van pedagogisch medewerker in de dagopvang en BSO/NSO, indien dit diploma/getuigschrift

Doel: de entiteit voorzien van de nodige kennis voor het uitvoeren van de taken Dit omvat onder meer de volgende concrete taken:..  de nodige vakkennis opdoen en de opgedane

Er is echter weinig zicht op welke waarde de erkenning van deze diploma’s heeft op de arbeidsmarkt, zowel voor werkgevers als voor de aanvra- gers: Kijken werkgevers naar de

Aangezien evenwel niet alle personen met een handicap vervoerd kunnen worden door de VVM en bovendien de sociale integratie van personen met een handicap een bevoegdheid is van de

Dit heeft tot gevolg dat een CAW dat zowel cliën- ten in een eigen woonst begeleidt als begeleiding biedt aan cliënten die in een woning verblijven die het CAW beheert, twee

Welke steden en gemeenten hebben reeds een overeenkomst gesloten met de Vlaamse Regering om een eigen leegstandsheffing in te voeren op basis van artikel 25 van het

Op deze manier blijft De Lijn in de feiten ontoe- gankelijk : er worden financiële inspanningen gedaan om bussen aan te passen, maar de situatie verbetert niet voor

We zouden deze stagegevers willen ontlasten van de financiële gevolgen van de aansluiting bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk3. Ook hier zal het