• No results found

Netbeheer Nederland De heer A. Jurjus Postbus 90608 2509 LP 'S-GRAVENHAGE Den Haag, 14 juli 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Netbeheer Nederland De heer A. Jurjus Postbus 90608 2509 LP 'S-GRAVENHAGE Den Haag, 14 juli 2015"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagin

a

1/4

Mu zens tr aat 4 1 | 251 1 W B D en Haa g P os tbus 163 26 | 250 0 B H D en Haa g T 070 7 22 20 00 | F 070 722 23 55 info @ac m.n l | www.ac m.n l | www.c ons uwi jz er.nl Netbeheer Nederland De heer A. Jurjus Postbus 90608 2509 LP 'S-GRAVENHAGE

Den Haag, 14 juli 2015

Aantal bijlage(n): Uw kenmerk:

Ons kenmerk: ACM/DE/2015/203964

Contactpersoon: ir. | @acm.nl | (070) Onderwerp: 12.0216.27 ontwikkeling "veiligheidseisen in de codes"

Geachte heer Jurjus

Met deze brief geeft ACM haar reactie op het door gezamenlijke netbeheerders ingediende plan van aanpak veiligheid laagspanningsnetten. Daarnaast geeft ACM nadere verduidelijking van enkele aspecten die in het plan van aanpak worden behandeld.

Achtergrond

Bij de brief van 23 december 2014 met kenmerk ACM/DE/2014/207469 heeft ACM u gevraagd een plan van aanpak te ontwikkelen voor het opnemen van de minimale veiligheidseisen voor de laagspanningsnetten in de codes. Op 20 februari jl. heeft Netbeheer Nederland in een brief met kenmerk BR-15-1046 het plan van aanpak namens de gezamenlijke netbeheerders toegestuurd naar ACM. Naar aanleiding van enkele overleggen die tussen ACM en Netbeheer Nederland plaats hebben gevonden heeft Netbeheer Nederland op 13 mei jl. een aanvullende notitie gestuurd, de brief met kenmerk BR-15-1061.

Vanwege het grote belang van het waarborgen van de veiligheid door de regionale netbeheerders (hierna: de netbeheerders), vraagt ACM de netbeheerders om enerzijds te werken aan de

ontwikkeling van een codewijzigingsvoorstel voor de nieuwe netten. Anderzijds moeten de netbeheerders conform hun wettelijke taak, ook gedurende deze tijd, blijvend de veiligheid van de netten waarborgen en concrete maatregelen treffen om potentiele onveiligheid van weliswaar een klein deel van de laagspanningsnetten weg te nemen.

Beoordeling van het plan van aanpak

(2)

2/4

Vervolg

ACM vraagt de netbeheerders de in de bijlage besproken onderwerpen te betrekken bij het vervullen van de wettelijke taak over veiligheid en bij de ontwikkeling van het codewijzigingsvoorstel waarin de minimale veiligheidseisen in de codes zullen worden opgenomen.

Met deze beoordeling van het plan van aanpak zal ACM deze zaak, het tot stand brengen van het plan van aanpak, (kenmerk 12.0216.27) afsluiten. Verdere behandeling van het thema minimale veiligheidseisen voor de laagspanningsnetten zal plaats vinden in het proces nadat een

codewijziging wordt ingediend, en in de reguliere gesprekken zoals in het plan van aanpak is beschreven.

Mocht u naar aanleiding van deze brief, buiten onze reactie op het plan van aanpak, nog vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met , telefoonnummer

070-.

Hoogachtend,

Autoriteit Consument en Markt namens deze,

drs.

(3)

3/4

Bijlage: Beoordeling plan van aanpak

Aandacht voor mogelijke onveiligheid tot de vaststelling van de beoogde regels

In de brief van 23 december 2014 heeft ACM de netbeheerders gevraagd blijvende aandacht te geven aan het verzorgen van oplossingen voor de gebieden waar de risico’s op aanraking van onveilige spanning hoog zijn. Dit aspect werd niet behandeld in de brief van 20 februari jl. waarin het plan van aanpak is uitgewerkt. De netbeheerders hebben dit aspect behandeld in de toelichtende brief van 15 mei jl. De netbeheerders geven het volgende aan:

“We hebben momenteel geen aanwijzingen dat er actuele onveilige situaties zijn op het gebied van

aanrakingsveiligheid voor derden. Evenmin beschikken wij over praktijkgegevens van (bijna-) incidenten op dit vlak. Daarbij gaan wij er van uit dat netten die qua ontwerp en aanleg niet voldoen aan het referentieniveau nog niet per definitie onveilig zijn. Er ontstaat pas een onveilige situatie als er ergens aanraakbare metalen delen onder spanning staan ten gevolge van een probleem in een net dat niet aan de referentieveiligheid voldoet…”

ACM constateert, onder andere door de toelichting van netbeheerders gegeven op 17 april jl. dat er een semantisch interpretatieverschil tussen netbeheerders en ACM is van het begrip onveiligheid. Zoals tijdens de overleggen tussen ACM en de netbeheerders is besproken is ACM van mening dat in de huidige netten enige mate van onveiligheid aanwezig is.

Alvorens ACM ingaat op feiten die deze stelling onderbouwen geeft ACM in het kort weer wat haar definitie van onveiligheid is. Naar het oordeel van ACM zijn de netten veilig indien in het net geborgd is dat bij één storing de foutspanning / aanraakspanning onder de maatschappelijk danwel technisch geaccepteerde normen blijft qua hoogte van de spanning en tijdsinterval van het afschakelen1 van de

kortsluiting. Er is sprake van onveiligheid als dit niet het geval is.

Meer concreet treedt er, naar het oordeel van ACM, een gevaarlijke situatie op, op het moment dat een kortsluiting in een net2 van de netbeheerder ontstaat en deze resulteert in een te hoge

foutspanning / aanraakspanning die niet binnen de tijd wordt afgeschakeld. Dit betekent een levensgevaar voor mens en dier. Derhalve beschouwt ACM dergelijke netten als onveilig, omdat deze netten qua veiligheid niet één fout kunnen opvangen.

ACM deelt daarmee niet de stelling van netbeheerders dat een net pas onveilig is op het moment dat daadwerkelijk een met het net van de netbeheerder verbonden metalen aanraakbaar deel onder spanning staat. ACM is, zoals bovenstaand beschreven, van mening dat het net onveilig is als reeds de kans op deze situatie aanwezig is.

Nu is de vraag of in Nederland netten en gebieden zijn die als onveilig aangemerkt kunnen worden? ACM verwijst hierbij naar de pagina twee, paragraaf “Incidenten met LS netten” van de brief van 20 december 2014 waarin een opsomming3 is gedaan van de incidenten met gevaarlijke situaties voor

mens en dier. Zoals in die paragraaf opgenomen, verwijst ACM ook naar de inventarisatie van de netbeheerders van september 2013 waarin de netbeheerders aangeven dat er een klein deel van het

1 Afschakelen van een kortsluiting dient plaats te vinden daar waar sprake is van een blijvende kortsluiting met een onacceptabel hoge foutspanning / aanraakspanning

2 Volgens de Elektriciteitswet maken de aansluitingen ook onderdelen van het net van de netbeheerder

3 a) behandeling “Kema rapport veiligheid” door de Commissie Fysieke Infrastructuur en Buitenruimte van de gemeente Rotterdam, d.d. 9 maart 2011

b) Kema rapport “Bedrijfsvoering Elektrische Installatie openbare verlichting en verkeersregelinstallaties in Amsterdam”, dd 11 juni 2009, verkrijgbaar bij de gemeente Amsterdam

(4)

4/4

net niet voldoet aan de eigen sectornormen. Aanvullend hierop verwijst ACM naar een recent

incident van 29 december 2014 waarover verschillende Gelderlandse dagbladen informeerden: “Wagenings hondje overleeft stroomstoot uit grondlamp”. ACM heeft Netbeheer Nederland op de hoogte gebracht van dit incident. Uit deze opsomming blijkt dat met enige regelmaat aanraakbare

metalen delen die met het net van de netbeheerder zijn verbonden onder spanning staan ten gevolge van een probleem in een net dat niet aan de referentieveiligheid voldoet. Dit leidt tot de

elektrische schokken bij mens en dier en potentieel kan dit leiden tot elektrocutie.

Concluderend, vindt ACM dat op een kleine schaal sprake kan zijn van onveilige netten en wijst er op dat de netbeheerders hier blijvend aandacht aan dienen te besteden, zodat gevaar van elektrische schokken en elektrocutie voorkomen wordt.

Deterministische criteria

In de toelichting op dit onderdeel van het PvA geven de netbeheerders aan dat bij de bestaande netten mogelijk niet altijd aan de deterministische criteria kan voldaan worden. In dit soort situaties zou, “… geheel in lijn met de algemene spelregels voor veiligheidsmanagement, … … een

risicobenadering te hanteren om te komen tot de beste oplossing.” ACM is met de netbeheerders

eens dat het niet altijd doelmatig kan zijn om in alle gevallen en zonder enige nuance fysieke aanpassing van de netten te willen wensen.

ACM benadrukt echter, dat de minimale veiligheidseisen voor de laagspanningsnetten een minimum dienen te vormen waarmee de veiligheid van mens en dier in alle delen van Nederland gewaarborgd is. Boven dit minimum dat op een deterministische manier is vastgesteld mogen de netbeheerders ook meer veiligheid aanbieden indien dat geschiedt op een doelmatige wijze. Daar waar de netbeheerders overgaan op een toepassing van de “algemene spelregels voor

veiligheidsmanagement” is nog steeds naar mening van ACM zo dat de output – het bereikte

resultaat qua veiligheid – voldoet aan de minimale eisen voor veiligheid die deterministisch4

uitgewerkt zijn.

Structuur van de normstelling

In de toelichting op dit onderdeel van het PvA stellen de netbeheerders dat de normen als NEN-EN 50110 en NEN 3140 / NEN 3840: “bedrijfsvoering van elektrische installaties (tezamen vaak aangeduid als “BEI”) “gewoon” van toepassing zijn op de laagspanningsnetten. Daardoor zou een nadere regeling van bedrijfsvoerings- en toezichts-criteria in de codes niet nodig zijn.

ACM vindt de toepassing van de genoemde normen niet vanzelfsprekend. Het is onduidelijk op welke gronden deze normen “gewoon” van toepassing zouden zijn. Om mogelijke misverstanden te voorkomen over welke criteria voor wat betreft de bedrijfsvoering en toezicht van toepassing zijn vraagt ACM de netbeheerders om meest belangrijke criteria op te nemen in de codes. ACM refereert hierbij aan de criteria die reeds opgenomen zijn in de sectorrichtlijnen5 danwel in de visie6 van ACM

over de veiligheid van de laagspanningsnetten.

4 Onder de deterministische criteria wordt bedoeld de concrete, eenduidige criteria die toetsbaar zijn en waarvan de toepassing achteraf reproduceerbaar is

5 a) Richtlijnen distributienetten 1989, EnergieNed

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijgaand treft u ter kennisneming aan een afschrift van een brief, die ik heden heb verstuurd aan het college van burgemeester en wethouders van uw gemeente.. Kortheidshalve

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij

Door onderscheid te maken in de originating access wordt de prijssqueeze beoordeling objectiever, bedrijven die investeren in een eigen netwerk kunnen dan ook een deel van de

Het voorstel tot codewijziging is op 28 maart 2019 door de Taakgroep Regulering van Netbeheer Nederland vastgesteld als voorstel van de gezamenlijke netbeheerders zoals bedoeld

netbeheerder van het Iandelijk gastransportnet bevoegd de gasinstallatie voor rekening van aangeslotene te (Iaten) onderzoeken. Indien de gasinstallatie blijkens dit onderzoek naar

In randnummer 555 van het Ontwerpbesluit overweegt het college, de genoemde termijn voor het doorvoeren van eventuele prijsaanpassingen ten behoeve van het actief afneembaar

Op 22 april 2013 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) de Vereniging Nederlandse EnergieData Uitwisseling (hierna: NEDU) een opdracht 1 gegeven

ACM geeft u opdracht de voorwaarden zodanig te wijzigen dat deze strijd wordt opgeheven, onder meer door de voor.. suballocatie benodigde samenwerking tussen de eigenaar van