• No results found

Bijlage 2. Landen Classificatie ...4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 2. Landen Classificatie ...4"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIJLAGEN

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave...2

Bijlage 1. Productrange Philips Suncare ...3

Bijlage 2. Landen Classificatie ...4

Bijlage 3. Bruto Nationaal Inkomen per hoofd v/d bevolking...6

Bijlage 4. De MOL & Landlocked Economieën...10

Bijlage 5. Categorie 3: Omvang van de Economie...11

Bijlage 6: Macro-economische Conditie...17

Bijlage 7: Politieke Situatie...18

Bijlage 8: Gemiddelde arbeidskosten per uur...19

Bijlage 9: Afstandskosten...21

Bijlage 10: Chemische (kunststof) Industrie ...39

10.1 Structuur van de Bedrijfstakken... 39

10.2 Vraag- en aanbodfactoren... 43

Bijlage 11: Metaal(bewerkings)Industrie ...47

11.1 Structuur van de Bedrijfstakken... 47

11.1 Vraag- en aanbodfactoren... 52

Bijlage 12: Additionele Informatie over Potentiële leveranciers ...56

(3)

Bijlage 1. Productrange Philips Suncare

(4)

Bijlage 2. Landen Classificatie

Low-income economies (61)

Afghanistan Guinea-Bissau Pakistan

Angola Haiti Papua New Guinea

Bangladesh India Rwanda

Benin Kenya Sao Tome and Principe

Bhutan Korea, Dem Rep. Senegal

Burkina Faso Kyrgyz Republic Sierra Leone

Burundi Lao PDR Solomon Islands

Cambodia Lesotho Somalia

Cameroon Liberia Sudan

Central African Republic Madagascar Tajikistan

Chad Malawi Tanzania

Comoros Mali Timor-Leste

Congo, Dem. Rep Mauritania Togo

Congo, Rep. Moldova Uganda

Cote d'Ivoire Mongolia Uzbekistan

Equatorial Guinea Mozambique Vietnam

Eritrea Myanmar Yemen, Rep.

Ethiopia Nepal Zambia

Gambia, The Nicaragua Zimbabwe

Ghana Niger

Guinea Nigeria

Lower-middle-income economies (56)

Albania Georgia Philippines

Algeria Guatemala Romania

Armenia Guyana Russian Federation

Azerbaijan Honduras Samoa

Belarus Indonesia Serbia and Montenegro

Bolivia Iran, Islamic Rep. South Africa Bosnia and Herzegovina Iraq Sri Lanka

Brazil Jamaica Suriname

Bulgaria Jordan Swaziland

Cape Verde Kazakhstan Syrian Arab Republic

China Kiribati Thailand

Colombia Macedonia, FYR Tonga

Cuba Maldives Tunisia

Djibouti Marshall Islands Turkey

Dominican Republic Micronesia, Fed. Sts. Turkmenistan

Ecuador Morocco Ukraine

Egypt, Arab Rep. Namibia Vanuatu

El Salvador Paraguay West Bank and Gaza

Fiji Peru

Upper-middle-income economies (37)

American Samoa Grenada Panama

Antigua and Barbuda Hungary Poland

Argentina Latvia Saudi Arabia

Barbados Lebanon Seychelles

Belize Libya Slovak Republic

Botswana Lithuania St. Kitts and Nevis

Chile Malaysia St. Lucia

Costa Rica Mauritius St. Vincent and the Grenadines

Croatia Mayotte Trinidad and Tobago

Czech Republic Mexico Uruguay

The World Bank Group

(5)

Gabon Palau

High-income economies (54)

Andorra Germany Netherlands

Aruba Greece Netherlands Antilles

Australia Greenland New Caledonia

Austria Guam New Zealand

Bahamas, The Hong Kong, China Norway

Bahrain Iceland Portugal

Belgium Ireland Puerto Rico

Bermuda Isle of Man Qatar

Brunei Israel San Marino

Canada Italy Singapore

Cayman Islands Japan Slovenia

Channel Islands Korea, Rep. Spain

Cyprus Kuwait Sweden

Denmark Liechtenstein Switzerland

Faeroe Islands Luxembourg United Arab Emirates

Finland Macao, China United Kingdom

France Malta United States

French Polynesia Monaco Virgin Islands (U.S.)

(6)

Bijlage 3. Bruto Nationaal Inkomen per hoofd v/d bevolking

(7)
(8)
(9)
(10)

Bijlage 4. De MOL & Landlocked Economieën

Categorie 1.

De landen die voldoen aan de drie MOL criteria en die afvallen voor nader onderzoek zijn66;

Afghanistan Madagascar

Angola Malawi

Bangladesh Maldives

Benin Mali

Bhutan Mauritania

Burkina Faso Mozambique

Burundi Myanmar

Cambodia Nepal

Cape Verde Niger

Central African Republic Rwanda

Chad Samoa

Comoros Sao Tome and Principe Democratic Republic of Congo Senegal

Djibouti Sierra Leone

Equatorial Guinea Solomon Islands

Eritrea Somalia

Ethiopia Sudan

Gambia Timor-Leste

Guinea Togo

Guinea-Bissau Tuvalu

Haïti Uganda

Kiribati United Republic of Tanzania Lao People’s Democratic Republic Vanuatu

Lesotho Yemen

Liberia Zambia

Categorie 2.

De landen die tot de landlocked ontwikkelingslanden behoren en voor verder onderzoek worden uitgesloten zijn67; (De landen in het rood behoren ook tot de MOL)

Afghanistan Moldova

Armenia Mongolia

Azerbaijan Nepal

Bhutan Niger

Bolivia Paraguay

Botswana Rwanda

Burkina Faso Swaziland

Burundi Tajikistan

Central African Republic The Former Yugoslav Rep. Of Macedonia

Chad Turkmenistan

Ethiopia Uganda

Kazakhstan Uzbekistan

Kyrgyzstan Zambia

Lao People’s Democratic Republic Zimbabwe

Lesotho

Malawi Mali

(11)

Bijlage 5. Categorie 3: Omvang van de Economie

(12)
(13)
(14)
(15)
(16)

*Uitzonderingen zijn, met een populatie van minder dan 1 miljoen maar met een BNI van meer dan 1 miljard: Bahrain, Barbados, Cyprus, Fiji, IJsland, Luxemburg, Macau (China) en Malta!

(17)

Bijlage 6: Macro-economische Conditie

(18)

Bijlage 7: Politieke Situatie

(19)

Bijlage 8: Gemiddelde arbeidskosten per uur

LAND REGIO

Arbeidskosten per uur

Australië Oost Azië / Pacific 15,20

Bahrain Midden-Oosten 8,60

Barbados Carribean 7,68

België West-Europa 24,10

Bulgarije Oost-Europa 1,35

Canada Noord-Amerika 16,90

Chili Zuid-Amerika 2,77

China Azie 0,97

Cyprus West-Europa 10,70

Denemarken West-Europa 27,10

Duitsland West-Europa 26,50

Estland Oost-Europa 3,03

Finland Oost-Europa 22,10

Frankrijk West-Europa 24,40

Griekenland West-Europa 10,40

Groot-Brittannië West-Europa 23,85

Hongarije Oost-Europa 3,83

Hong Kong Oost-Azië 5,80

Ierland West-Europa 17,30

IJsland West-Europa 16,30

Italië West-Europa 18,80

Japan Oost-Azië 21,90

Jordanië Midden-Oosten 1,80

Koeweit Midden-Oosten 8,64

Kroatië Oost-Europa 5,40

Letland Oost-Europa 2,42

Litouwen Oost-Europa 2,71

Luxemburg West-Europa 24,23

Macau, China Oost-Azië 5,76

Maleisië Zuidoost-Azië 2,81

Malta West-Europa 21,43

Marokko Noord-Afrika 2,92

Mauritius Zuid-Afrika 2,78

Mexico Midden-Amerika 3,54

Nederland West-Europa 23,00

Nieuw Zeeland Oost Azië / Pacific 8,60

Noorwegen West-Europa 23,90

Oman Midden-Oosten 9,23

Oostenrijk West-Europa 23,54

Panama Midden-Amerika 7,30

Portugal West-Europa 8,10

POLEN Oost-Europa 4,48

Puerto Rico Midden-Amerika 6,74

Singapore Zuidoost-Azië 7,80

Slovenië Oost-Europa 8,98

(20)

Taiwan Oost-Azië 6,20

Thailand Zuidoost-Azië 1,26

Tsjechië Oost-Europa 3,90

Trinidad & Tobago Zuid-Amerika 6,25

Tunesië Noord-Afrika 2,73

Verenigde Arabische

Emiraten Noordoost Afrika 9,45

Verenigde Staten Noord-Amerika 17,80

Zuid-Korea Oost-Azië 8,60

Zweden West-Europa 28,60

Zwitserland West-Europa 24,55

Bron:68

(21)

Bijlage 9: Afstandskosten

In deze bijlage worden de overige berekeningen van de afstandskosten en de uiteindelijke besparingen uiteengezet. Het eerstvolgende berekeningsoverzicht is de ‘huidige’ situatie. Daarbij worden de producten vanaf de huidige leveranciers in België en Nederland naar Polen (Bialystok) vervoerd. De daaropvolgende 15 overzichten zijn berekeningen voor alle andere nieuwe situaties naast Bulgarije.

Deze is immers in de hoofdtekst al voorbeeld gebruikt. Het uitgangspunt bij die berekeningen is dat de producten bij nieuwe leveranciers in de geselecteerde landen worden geproduceerd en van daaruit naar Polen (Bialystok) worden vervoerd. De totale kosten van het inkopen, het vervoer en de opslag van de producten van de drie huidige leveranciers worden dan weerlegd tegen de totale kosten van de producten als ze ingekocht worden uit de andere landen. Op deze manier kan er een duidelijk beeld worden geschept tussen de compenserende relatie van arbeidskosten en afstandkosten. De totale besparingen die worden uitgerekend moeten uitwijzen of inkopen in de betreffende landen gezien de norm van 10% of 25.000 wel verstandig is. De overzichten van alle besparingen in euro’s en procenten zijn reeds in de hoofdtekst weergegeven.

De volgende factoren en berekeningsmethoden komen in de hierna volgende overzichten aan bod:

Huidige Situatie:

- A = Leverancier: A = A / B /C

- B = Productgroep: B = Kunststof Spuitgiet / Staal

- C = Artikelnummer: C =…….

- D = Artikelnaam D =…….

- E = Prijs per stuk : Prijs per product in euro E = gegeven - F = Loonkosten per uur : arbeidskosten per uur in euro; F = gegeven - G = Loonkosten p/st : kosten aan arbeid per product in euro; G = gegeven - H = Loonkosten p/st %: kosten aan arbeid per product in procenten; H = gegeven - I = Jaarlijkse behoefte: aantal producten per jaar; I = gegeven - J = Totale Productiekosten per jaar : J = I*E - K = Palletplaats (FCL) : kosten van één palletplaats in euro; K= gegeven - L = Pallet vorm: Pallet dozen / Hele box / Doos / Pallet dozen ¼ of ½ L = ……

- M = Aantal palletplaatsen: M = gegeven

- N = Aantal stuks per pallet: N = gegeven

- O = Aantal pallets per jaar: O = I/N

- P = Doorlooptijd in weken: P = gegeven

- Q = Totale transportkosten per jaar : Q = (K*M)*O - R = Afroepserie: aantal producten per levering; R = gegeven

(22)

- T = Gemiddelde voorraadwaarde : T = (R+S)/2*E - U = Gemiddelde voorraad pallets: U = (R+S)/2/N - V = Opslagkosten pallets per jaar : V = 60,6*U

- W = Rente per jaar : W = 0,066*T

- X = Totale voorraadkosten per jaar : X = V+W

- Y = Totale kosten per jaar : Y = J+Q+X

Nieuwe Situatie:

- AA = Artikelnaam AA =……

- AB = Nieuwe prijs p/st : AB = E-(G-AD)

- AC = Loonkosten per uur : arbeidskosten per uur in euro; AC = gegeven - AD = Loonkosten p/st : kosten aan arbeid per product in euro; AD =AC*(G/F) - AE = Loonkosten p/st %: kosten aan arbeid per product in procenten; AE = AC*(H/F) - AF = Totale Productiekosten per jaar : AF = I*AB

- AG = Palletplaats nieuw : AG = gegeven

- AH = Invoerrechten %: AH = gegeven

- AI = Doorlooptijd in weken: AI = gegeven

- AJ = Totale transportkosten per jaar : AJ = (AG*M)*O+(AH*AF) - AK = Afroepserie: aantal producten per levering; AK = R

- AL = Safety stock (veiligheidsvoorraad): AL = (I/52)*AI

- AM = Gemiddelde voorraadwaarde : AM = (AK+AL)/2*AB - AN = Gemiddelde voorraad pallets: AN = (AK+AL)/2/N - AO= Opslagkosten pallets per jaar : AO = 60,6*AN

- AP = Rente per jaar : AP = 0,066*AM

- AQ = Totale voorraadkosten per jaar : AQ = AO +AP

- AR = Totale kosten per jaar : AR = AF +AJ +AQ

- AS = Totale besparing : AS = Y - AR

- AU = Totale besparing %: AU = AT / Y

Gegeven = deze data zijn op basis van vooronderzoek bepaald of berekend! (waaronder de berekening van de arbeidskosten uit de kostenstructuur van de producten van de huidige leveranciers)

**Waar de data in kolommen ontbreekt is sprake van informatie dat onder bedrijfsgeheim valt.

(23)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare23

(24)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare24

(25)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare25

(26)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare26

(27)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare27

(28)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare28

(29)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare29

(30)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare30

(31)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare31

(32)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare32

(33)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare33

(34)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare34

(35)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare35

(36)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare36

(37)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare37

(38)

Rijksuniversiteit Groningen - Thomas Vierhout - Philips Suncare38

(39)

Bijlage 10: Chemische (kunststof) Industrie 10.1 Structuur van de Bedrijfstakken

Chemische (kunststof) industrie

LETLAND

De chemische industrie in Letland heeft een aandeel van 4,4 procent in de totale industriële productie.

Van die 4,4 procent komt 2,1 procent door de productie van de plastic en rubber branche. De sector omvat circa 5500 arbeidsplaatsen waarvan 2640 in de plastics en rubber branche. Letland telt zo’n 40 bedrijven die rubber en kunststof produceren. De hoofdcomponenten van de Letlandse chemische industrie worden reeds van oudsher gevormd door de farmaceutische chemicaliën, detergenten en cosmetica, rubber en kunststoffen, alsmede coatings, verven en lakken. Een belangrijk onderdeel is de productie van kunstvezels en polyamides67.

De totale productiewaarde van de chemische industrie bedroeg in 2003 205,1 miljoen euro. Daarvan bedroeg de productiewaarde van chemische producten 105,5 miljoen euro en de productiewaarde van de rubber en kunststof producten 99.6 miljoen euro. In de periode 2000-2003 is de productiewaarde van de chemische industrie jaarlijks met 22 procent gemiddeld gegroeid. De productiewaarde van rubber en kunststof producten steeg jaarlijks met 30 procent68.

LITOUWEN

Litouwen heeft een gevestigde chemische industrie met een lange historie. De chemische activiteiten zijn goed voor 5.1 procent van de totale industriële productie. De rubber en kunststof industrie maakt 4,3 procent van de totale industriële productie uit. De industriële activiteiten variëren van zware chemische producten, hoofdzakelijk meststoffen, tot fijnechemische en farmaceutische producten. De zware chemische industrie is gespecialiseerd in fosfaat- en salpetermeststoffen, plastics, polyethyleenbuizen, huishoudchemicaliën en rubberproducten. Minerale meststof is met meer dan zestig procent verreweg het belangrijkste exportproduct van de Litouwse chemische industrie. De chemische industrie is voor haar grondstoffen vrijwel geheel afhankelijk van invoer69.

De chemische sector, met uitzondering van de rubber en kunststof branche, telt 110 bedrijven die werk verschaffen aan 5400 mensen. De productiewaarde van de chemische sector is sinds 1997 gestegen met 16 procent tot 371,8 miljoen euro in 2003. In de periode 2000-2003 is de productiewaarde jaarlijks met 2,75 procent gemiddeld gestegen70.

In de jaren 2000-2003 is de productiewaarde van de rubber en kunststof industrie jaarlijks met gemiddeld 29 procent gegroeid tot een bedrag van 310,9 miljoen euro in 2003. Ten opzichte van 2002

69 Economische VoorlichtingsDienst: Letland: Chemie en Kunststoffen

68 Central Statistical Bureau of Latvia

(40)

groeide de productiewaarde jaarlijks met maar liefst 48 procent gemiddeld. De rubber en kunststof branche telt 350 bedrijven die werk verschaffen aan zo’n 6200 arbeidskrachten. Daarvan zijn maar 18 bedrijven actief in de rubber branche. Sinds 1999 wordt er meer geïnvesteerd in de plastics en rubber industrie. Jaarlijks wordt er circa 14 tot 18 miljoen euro geïnvesteerd. Voorheen was dit vele malen minder (3.5 miljoen euro per jaar)71.

BULGARIJE

De chemische industrie is een belangrijke sector in de Bulgaarse economie. 6,6 procent van de industriële productie komt uit deze sector. De rubber en kunststof industrie heeft daarin een aandeel van 1,2 procent. Meer dan tachtig procent van de chemische bedrijven is inmiddels geprivatiseerd.

Belangrijke subsectoren zijn raffinage en petrochemie, de farmaceutische industrie en productie van kunstmest. De lokale markt voor kunststoffen is niet erg groot. De totale kunststoffenconsumptie bedraagt ongeveer twaalf kilo per persoon. In West Europa is dit ongeveer 57 kilo per persoon.

Toepassingen van kunststoffen zijn te vinden in de verpakkingen, bouwmaterialen en kunstvezels.

Aangezien al deze sectoren in Bulgarije een groei laten zien, zal de markt voor kunststoffen naar verwachting de komende jaren ook in omvang toenemen72.

In 2003 bedroeg de productiewaarde in de chemische industrie circa 795,7 miljoen euro. De productiewaarde van de rubber en kunststof producten bedroeg destijds 236,8 miljoen euro. In de periode van 2000 tot 2003 groeide de productiewaarde van de chemische industrie jaarlijks met 3 procent gemiddeld en de rubber en kunststof sector met 16 procent73. In diezelfde periode daalde ook het aantal werknemers in de chemische, rubber en plastic industrie met 31.3 procent, oftewel 22.000 banen. In 2003 werkten er 48.623 mensen in deze industrie waarvan zo’n 16.000 in de rubber en kunststof branche. Het gemiddelde aantal werknemers van een bedrijf in de rubber en kunststof branche is 16.9. Op basis hiervan telt Bulgarije circa 950 bedrijven in deze sector74. De twee van oudsher grootste producenten van kunststof, Polimeri en Vidachim, hebben hun productie hard zien dalen. Op dit moment is Asenova Krepost de belangrijkste producent van rubber en kunststof. Naast een aantal grote producenten, zijn er vooral kleine bedrijfjes actief. De kwaliteit is wisselend en het land heeft veel last van goedkopere producten, vooral vanuit buurland Turkije.

ESTLAND

De belangrijkste subsectoren binnen de Estlandse chemische industrie zijn chemische producten (81 procent) en rubber- en kunststofproducten (19 procent). De chemische industrie is goed voor 7,5 procent van de totale industriële productie en daarvan maakt de rubber en kunststof industrie 2,4 procent van uit. De belangrijkste kostenfactoren voor de chemische industrie zijn de grondstoffen, die

71 Statistics Lithuania

72

(41)

meer dan 54 procent van de totale productiekosten bedragen. Grondstoffen worden meestal ingevoerd, voornamelijk uit Rusland. De chemische industrie in Estland is relatief sterk geconcentreerd75. De productiewaarde van de chemische industrie bedroeg in 2002 303,6 miljoen euro. Daarvan bedroeg de productiewaarde van de rubber en kunststof branche 138,6 miljoen euro. In de periode 1999-2002 is de productiewaarde van de chemische industrie jaarlijks met gemiddeld 26 procent gestegen. De productiewaarde van de rubber en kunststof sector is met maar liefst 39 procent gestegen in diezelfde periode. In 2002 bedroeg het aantal bedrijven in de chemische industrie 215 waarvan 131 in de rubber en kunststof branche. Het aantal werknemers in dat jaar in de chemische industrie bedroeg 6.421 waarvan 3.686 in de rubber en kunststof sector76.

HONGARIJE

De Hongaarse chemische industrie is tientallen jaren geleden leidend geweest in de Midden-Europese regio op het gebied van petrochemie, kunststoffen, farmaceutische producten en pesticiden. De totale productiewaarde van de chemische industrie bedroeg in 2003 6 miljard euro en omvat circa 12 procent van de totale industriële productie. In de periode 2000-2003 groeide de productiewaarde van de gehele chemische industrie jaarlijks met 4,5 procent gemiddeld. De Hongaarse chemische industrie telt 76.100 werknemers77.

De chemische sector is internationaal gericht, staat open voor buitenlandse investeringen en kan in de toekomst een sterke regionale rol blijven spelen. De productiewaarde van de chemische sector bedraagt jaarlijks rond de 3.5 miljard euro en draagt daarmee circa 7 procent bij aan de totale binnenlandse industriële productie. De chemische sector groeide in de periode 2000-2003 met 5,5 procent gemiddeld. De chemische sector telt 759 bedrijven die werk verschaffen aan circa 37.000 mensen78.

De kunststoffensector speelt een steeds belangrijkere rol binnen de industrie en vormt de best presterende tak van de chemische industrie in Hongarije. De kunststoffenindustrie vertegenwoordigt 5 procent van de totale Hongaarse industriële productie en de verwerking van kunststoffen levert nu al meer omzet op dan de vervaardiging ervan. De vervaardiging en verwerking van kunststoffen zijn traditioneel sterke sectoren. Het verbruik per inwoner van kunststofproducten was in 2003 62 kilo79. De productiewaarde in de kunststofindustrie bedroeg in 2003 zo’n 1,758 miljard euro en droeg 5 procent bij aan de totale industriële productie. De productiewaarde van de kunststofproducerende sector is in de periode 2000-2003 jaarlijks met gemiddeld 4,6 procent gestegen. De kunststofverwerkende industrie heeft zich in de afgelopen jaren goed ontwikkeld en de omzet is in tien jaar meer dan verdubbeld. De productiewaarde van de kunststofverwerking en ook de productiewaarde

75 Economische VoorlichtingsDienst: Estland; Chemie en Kunststoffen

76 Statistical Office of Estonia

77 Economische VoorlichtingsDienst: Hongarije; Chemische Industrie

(42)

van diverse kunststofproducten is in de periode 2000-2003 jaarlijks met gemiddeld 7,2 procent toegenomen. De kunststofsector telt 1.948 bedrijven die werk verschaffen aan 39.100 werknemers80.

TSJECHIË

De Tsjechische chemische en kunststofindustrie is een strategische en belangrijke industrietak. De industrie omvat 11 procent van de totale industriële productie. In 2003 bedroeg de productiewaarde van de chemische industrie circa 7,747 miljard euro. De productiewaarde van de chemische industrie groeide in de periode 2000-2003 jaarlijks met 19,3 procent gemiddeld. De sterke groei komt door de ontwikkelingen in de kunststof en rubber sector. Deze groeide in die periode jaarlijks met 23,4 procent gemiddeld. De productiewaarde van de chemische sector daarentegen daalde jaarlijks met 4,1 procent gemiddeld tot een bedrag van 3,590 miljard euro in 2003. De kunststoffenindustrie behaalde in 2003 zeer positieve cijfers. De productiewaarde groeide tot 4,157 miljard euro. De kunststoffenindustrie draagt daarmee 5,9 procent bij aan de totale industriële productie81. Het succes van de sub-sector rubber en kunststof hangt samen met de gunstige ontwikkelingen bij de grote afnemer, de automobielindustrie. De chemische en kunststof industrie tellen 112.515 werknemers waarvan 19.053 in de rubber en 48.462 in de kunststof sector. In totaal zijn er 4.260 bedrijven actief in de chemische industrie waarvan 2.501 bedrijven in de rubber en kunststof branche82.

De belangrijkste producten van de kunststoffenindustrie zijn standaard thermoplastisch uit polyethyleen en polpropyleen. De komende jaren wordt een stijging van de kunststofconsumptie verwacht van meer dan 200 procent. Binnen de Tsjechische kunststoffenindustrie ontwikkelt de spuitgietprocestechnologie zich snel. Bijna 60 procent van de kunststofproducten worden op deze manier gemaakt83.

POLEN

De chemische sector is belangrijk voor de Poolse economie en er is veel buitenlands kapitaal nodig om deze industrietak te vernieuwen. De EU-wetgeving schrijft strenge milieueisen voor en ook daarvoor zijn extra investeringen nodig. De chemische industrie in Polen heeft een aandeel van 10,1 procent in de totale industriële productie. Daarvan maakt de rubber- en kunststofindustrie 3,5 procent van uit. In 2003 waren er 15.547 bedrijven die artikelen van rubber en plastic produceerden en 4.260 bedrijven die chemicaliën, chemische producten en kunstvezels produceerden. De chemische industrie heeft meer dan 200.000 werknemers. Daarvan werken er 111.000 in de chemische sector en 95.000 in de kunststof en rubber branche. De meeste omzet wordt in de fabricage van kunststofartikelen, cosmetica en huishoudchemicaliën behaald. In 2003 bedroeg de productiewaarde van de chemische industrie 12,77 miljard euro waarvan 4,472 miljard euro uit de rubber en kunststof branche. De productiewaarde

80 Hungarian Central Statistical Office

81

(43)

van de totale chemische industrie is in de periode 2000-2003 jaarlijks met 7,3 procent gemiddeld gegroeid. De productiewaarde van de rubber en kunststof branche steeg jaarlijks met 9,1 procent gemiddeld en de chemische sector met jaarlijks 5,6 procent gemiddeld 84.

10.2 Vraag- en aanbodfactoren

Chemische (kunststof) industrie

BULGARIJE

In 2003 importeerde Bulgarije voor 671,5 miljoen euro aan chemische producten. Daarvan ging 439,3 miljoen euro op aan de import van kunststof en rubber producten. In de periode 2000-2003 is de importwaarde van chemische producten jaarlijks gestegen met 14 procent. De importwaarde van de kunststof en rubber producten is in die periode jaarlijks met 18,3 procent gestegen. Ten opzichte van 2002 is de totale importwaarde van chemische producten gegroeid met 16,1 procent en de importwaarde van de kunststof en rubber producten met 21,2 procent. De landen waaruit het meeste geïmporteerd wordt naar orde van grootte zijn; Duitsland, Rusland en Italië.

In 2003 exporteerde Bulgarije voor 401,5 miljoen euro aan chemische producten waarvan 172,1 miljoen euro aan kunststof en rubber. In de periode 2000-2003 groeide de exportwaarde van de chemische industrie met jaarlijks 4,6 procent. De exportwaarde van de kunststof en rubber producten groeide jaarlijks met 8,2 procent. De exportwaarde van de chemische industrie is ten opzichte van 2002 met 8,8 procent gestegen en de exportwaarde van kunststof en rubber producten met 12,6 procent. De grootste exportlanden na order van grootte zijn; Italië, Duitsland en Griekenland.

De totale directe buitenlandse investeringen in de chemische industrie van Bulgarije bedroeg in 2003 331,36 miljoen euro. Daarvan was 38,5 miljoen euro in de kunststof en rubber branche gestoken. De totale directe buitenlandse investeringen zijn in de periode 2000-2003 enorm gestegen. In die periode zijn de investeringen in de chemische industrie jaarlijks gegroeid met 42 procent. De investeringen in de rubber en kunststof branche steeg jaarlijks met 44 procent85.

HONGARIJE

Voor de herstructurering van de markt in Hongarije bedroeg de export van chemicaliën 25 tot 30 procent van de totale productie, nu is dat meer dan 50 procent. De Hongaarse export komt voornamelijk tot stand door multinationals (80 procent) en is voor een groot deel gericht op de Europese Unie. In 2003 bedroeg de exportwaarde van de chemische sector 1,833 miljard euro. De importwaarde bedroeg in dat jaar 2,972 miljard euro. In de periode 2000-2003 groeide de export- en importwaarde van deze sector jaarlijks met gemiddeld 14,5 en 10,4 procent86.

84 Polish Chamber of Chemical Industry; Annual Report 2003

(44)

Ongeveer een derde van de in Hongarije gebruikte bulkkunststoffen wordt ingevoerd uit voornamelijk EU-landen en is afkomstig van de bekende internationale producenten. De belangrijkste redenen voor de import van dergelijke kunststoffen, die ook in Hongarije worden geproduceerd, zijn onder andere speciale kwaliteiten, wereldwijde inkoop door de internationale kunststoffenverwerkers en betere financiële voorwaarden (wel hogere prijzen!). Er worden hoofdzakelijk technische kunststoffen geïmporteerd, waarbij de grootste hoeveelheden betrekking hebben op ABS, acrylaten, PC, PA en POM. Deze worden eveneens uit West-Europa ingevoerd. Tevens zijn er enkele leveranciers uit het Verre Oosten. De kunststoftypen (en vaak zelfs de leveranciers) worden over het algemeen bepaald door de industriële eindgebruiker en niet door de verwerkende onderneming. Deze kunststoffen worden voornamelijk gebruikt voor de productie van elektronische en elektrische apparaten en componenten voor de automobielindustrie. In 2003 bedroeg de import als percentage van de afname 63,3 procent ten opzichte van 59 procent in 2000. De waarde van de import was in 2003 circa 1,452 miljard euro. In de periode 2000-2003 is de importwaarde van kunststoffen jaarlijks met 7,5 procent gestegen. De export bedroeg in 2003 als percentage van de productie 75,2 procent. In 2000 was dit 72,4 procent. De waarde van de export bedroeg in 2003 1,058 miljard euro. De exportwaarde van kunststoffen is in de periode 2000-2003 jaarlijks met 5,6 procent gestegen87.

De totale directe buitenlandse investeringen in de chemische industrie bedroegen 13,1 miljoen euro.

Daarvan ging 12,3 miljoen euro naar de chemische sector en 0,8 miljoen euro naar de rubber en kunststof sector88. De jaarlijkse hoeveelheid aan directe buitenlandse investeringen over enkele jaren fluctueert dermate veel dat een gemiddelde jaarlijkse groei over een bepaalde periode geen duidelijk beeld geeft van de ontwikkelingen in de directe buitenlandse investeringen in de chemische industrie van Hongarije. De jaarlijkse groei over de periode 2000 tot 2003 bedroeg maar liefst 87,3 procent in de kunststof en rubber sector.

TSJECHIË

De Tsjechische chemische industrie neemt actief deel aan de buitenlandse handel. Zowel de export als de import van chemische producten zijn de afgelopen jaren gestegen. In 2003 werd er voor 4,3 miljard euro geïmporteerd en voor 2,1 miljard geëxporteerd89. Ten opzichte van 2002 is de importwaarde met 10,3 procent gestegen en de exportwaarde met 8,8 procent gestegen. De importwaarde en exportwaarde van de chemische producten zijn in de periode 2000-2003 jaarlijks met respectievelijk 5,3 procent en 0,2 procent gestegen90. Op chemische producten heeft Tsjechië al jaren een negatieve handelsbalans. Belangrijke importproducten zijn basischemicaliën en synthetische vezels. Toen de lokale productie van viscose stopte, verslechterde de handelsbalans in synthetische vezels. Met uitzondering van PES (polyether sulfone) worden in Tsjechië geen synthetische vezels meer

87 Hungarian Central Statistical Office

88

(45)

geproduceerd. Het belangrijkste exportproduct vormen de bulkchemicaliën als anorganische chemische producten. Alleen in de productgroep zeep en reinigingsmiddelen is er een klein handelsoverschot.

In 2003 werd er voor 2,6 miljard aan plastic- en rubberproducten geïmporteerd en voor 2,2 miljard euro geëxporteerd91. Ten opzichte van 2002 is de exportwaarde gegroeid met 6,6 procent en de importwaarde met 9,4 procent. De jaarlijkse groei van zowel de export- als importwaarde bedroeg in de periode 2000-2003 9,2 procent92. Het handelsoverschot in rubberproducten is grotendeels te danken aan de export van autobanden van Barum Continental, Europa’s grootste autobandenproducent. Maar aan de grote binnenlandse vraag naar plasticproducten kan, ondanks de groeiende lokale productie, niet worden voldaan en er wordt veel geïmporteerd. De belangrijkste handelspartner is Duitsland, zowel bij import als bij export (circa 50%). De overige grotere handelspartners zijn Italië, Slowakije, Oostenrijk, Frankrijk en Nederland. Veredeling speelt een belangrijke rol in de Tsjechische kunststoffenindustrie, met name bij plastics. Meer dan 29 procent van de handel in plastics is het resultaat van veredeling.

Aan directe buitenlandse investeringen haalde de chemische sector in 2003 voor 951,3 miljoen euro binnen. De directe buitenlandse investeringen in de plastic- en rubberindustrie bedroegen 842,66 miljoen euro. In de periode 2000-2003 groeide de directe buitenlandse investeringen jaarlijks met circa 10 procent in de chemische producten branche en 19 procent in de plastics en rubber branche93.

POLEN

2003 was een goed jaar voor de Poolse chemische industrie. De export vertoonde een stabiele groei en continueerde zich tot een totale exportwaarde van 4,128 miljard euro aan het einde van dat jaar.

Daarvan werd 2,504 miljard euro aan plastics en rubber geëxporteerd. Dat was 28 procent meer dan in 2002. De belangrijkste exportlanden van Poolse chemische industrie zijn Duitsland (24,3%), Italië (8,3%) en Rusland (8,0%). In de periode 2000-2003 groeide de exportwaarde van de chemische industrie jaarlijks met 16,3 procent. De exportwaarde van de plastics en rubber steeg jaarlijks met 20,9 procent gemiddeld94.

De importwaarde groeide in 2003 tot 9,389 miljard euro, wat een stijging van 17,1 procent was ten opzichte van het jaar daarvoor. De importwaarde van plastics en rubber bedroeg 4,506 miljard euro.

De belangrijkste importlanden zijn Duitsland (32,3%), Frankrijk (6%) en Italië (5,5%). De importwaarde van chemische industrie steeg jaarlijks met respectievelijk 14 procent gemiddeld vanaf het jaar 2000. De importwaarde van plastics en rubber steeg in die periode jaarlijks met 15,6 procent gemiddeld95.

91 Economische VoorlichtingsDienst: Tsjechische Republiek; Chemie en Kunststoffen

92 Czech Statistical Office

93 Czech Ministry of Industry and Trade

(46)

De directe buitenlandse investeringen in de Poolse chemische industrie bedroegen 876 miljoen euro in 2003. Daarvan ging 411 miljoen euro naar de plastics en rubber branche. De groei van de directe buitenlandse investeringen ten opzichte van 2002 bedroeg 30,9 procent voor de chemische industrie en 27,3 procent voor de plastics en rubber branche. In de periode 2000-2003 stegen de directe buitenlandse investeringen in de chemische industrie jaarlijks met 35 procent. In de plastics en rubber branche stegen de investeringen jaarlijks met 33 procent in diezelfde periode96.

(47)

Bijlage 11: Metaal(bewerkings)Industrie 11.1 Structuur van de Bedrijfstakken

Metaal(bewerkings)industrie

LETLAND

De metaalindustrie en machinebouw zijn belangrijke sectoren in Letland. Er zijn vijf belangrijke sub- sectoren binnen deze industrie. De grootste is de basismetaalindustrie met een aandeel van 31 procent.

De tweede sub-sector is de metaalproductenindustrie met een aandeel van 20 procent. De resterende sub-sectoren zijn de transportmiddelenindustrie met een aandeel van 15 procent, de niet-elektrische machines en apparaten met een aandeel van 15 procent en de elektrische machines en apparaten met een aandeel van 11 procent97. De metaalindustrie is verantwoordelijk voor 15,6 procent van de totale industriële productie. De basismetalen en metaalproducten hebben daarin een aandeel van 3,1. In de jaren 2000-2003 bereikte de metaalsector een gemiddelde groei van de totale productiewaarde van 17 procent per jaar. De metaalproductenindustrie groeide in die periode ook per jaar met 17 procent gemiddeld. De totale productiewaarde in 2003 bedroeg 726 miljoen euro waarvan 145,2 miljoen euro uit de metaalproductenindustrie98.

Het aantal mensen dat werkzaam is in de metaalsector is gegroeid in de periode 1999-2003. In 2003 telde de sector 31.029 werknemers waarvan 7.690 in de metaalproductenindustrie. Ten opzichte van 1999 is dat een groei van 22 procent. Momenteel zijn er zo’n 980 bedrijven actief in de metaalsector.

Daarvan zijn 382 kleine en middelgrote bedrijven en twee grote (meer dan 250 werknemers) bedrijven

werkzaam in de metaalproductenindustrie99.

Een belangrijk voordeel is de uitstekende prijs/kwaliteitsverhouding. Hierdoor is deze industrietak een veelbelovende sector met een uitstekend toekomstperspectief, die tal van mogelijkheden biedt aan Nederlandse metaalbedrijven op het gebied van toelevering en samenwerking. De productiegroei van de industrie toont aan dat deze industrietak beschikt over een groot groeipotentieel. De voornaamste factoren die een ontwikkeling van de export in de weg staan zijn: de gebrekkige kennis van potentiële markten en marktonderzoek; onvoldoende gebruik van ISO-certificatie; en in Westerse markten een gebrek aan vertrouwen voor de in Letland gefabriceerde producten.

LITOUWEN

De metaalverwerkende en machine-industrie die lange tijd sterk verbonden is geweest met de sovjetmarkt was de grootste sector van Litouwen. De grondstoffen kwamen uit de Sovjet-Unie en werden verwerkt tot gereed product en gereëxporteerd. Na het wegvallen van de Russische markt

97 Economische VoorlichtingsDienst: Letland; Metaal(bewerkings)industrie

(48)

werkte een aantal producenten onder hun productiecapaciteit en werd de aandacht gericht op orders uit het westen100.

De metaalverwerkende en machine-industrie maakt zo’n 6,5 procent uit van de industriële productie in Litouwen. De metaalverwerkende sector maakt daarvan 2,6 procent uit. In 2003 bedroeg de productiewaarde in deze sector 466,3 miljoen euro en groeide de productiewaarde ten opzichte van 2002 met circa 20 procent. De gemiddelde jaarlijkse groei in deze sector bedraagt zo’n 15 procent. In de periode 2000-2003 groeide de productiewaarde in de metaalproductenindustrie met 72 procent tot 189 miljoen euro in 2003. Dit is dan ook één van de meest veelbelovende sub-sectoren. De sub-sector met de grootste omzet betreft de machinebouw en productie van gereedschappen (202,9 miljoen euro).

De kleinere sub-sectoren zijn de recycling van metaalafval (56 miljoen euro) en de productie van basismetalen (18,5 miljoen euro).

In totaal werken circa 920 bedrijven in de metaalsector, die werkgelegenheid biedt aan meer dan 19.200 personen. Daarvan zijn 592 bedrijven werkzaam in de metaalproductenindustrie en het merendeel hiervan betreft kleine en middelgrote bedrijven die in totaal werk verschaffen aan circa 6000 werknemers101.

Een belangrijk voordeel van de Litouwse metaalsector is de uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Hiernaast leveren de Litouwse onderwijsinstellingen in vergelijking met de rest van Europa jaarlijks een relatief hoog aantal technici af. Dit zorgt voor een veelbelovend toekomstperspectief in deze sector. De omvang van de buitenlandse investeringen in deze sector is nog relatief bescheiden en bedraagt zo’n vier procent van het totaal aan buitenlandse investeringen. De productiegroei toont aan dat deze industrietak over een groot groeipotentieel beschikt. De factoren die een ontwikkeling in de export in de weg staan betreffen ook in Litouwen: de gebrekkige kennis van potentiële markten en marktonderzoek; onvoldoende gebruik van ISO-certificatie; en in Westerse markten een gebrek aan vertrouwen voor de in Letland gefabriceerde producten.

BULGARIJE

Metalen producten uit Bulgarije vinden vooral in het buitenland goed aftrek. In het binnenland ondervinden staalproducenten grote concurrentie van goedkopere staalproducten uit Rusland en Oekraïne. De meeste metaalbedrijven zijn inmiddels geprivatiseerd. Omdat dit vooral via 'management-employee buy-outs' is gebeurd, kampen zij nog steeds met oude problemen als een hoge schuldenlast, verouderd machinepark en een veel te groot personeelsbestand. Naast de productie van ferrometalen vindt in Bulgarije ook productie plaats van de non-ferrometalen lood, aluminium en tin.

Deze tak weet beter de aandacht van buitenlandse investeerders te trekken, waardoor belangrijke moderniseringen en reorganisaties kunnen worden doorgevoerd. De productie van ferro- en die van non-ferrometalen is ongeveer even groot. De markt voor metaalproducten is de laatste jaren sterk

(49)

gewijzigd. In de industrie en de bouw worden steeds meer moderne technieken toegepast. Hierdoor ontstaat er behoefte aan nieuwe metalen producten die de Bulgaarse producent (nog) niet kan leveren.

Zo worden bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen, vanwege de snelle bouwtijd, tegenwoordig veel vaker uit metaalconstructies gemaakt. Ook voor andere productiewerkzaamheden wordt vaker naar specialistische of hightech werktuigen gegrepen. Binnenlandse staalproducenten kunnen in deze nieuwe behoefte niet voorzien. Capaciteit hebben ze voldoende, maar hun productiemiddelen zijn sterk verouderd. Boor- en lasapparaten van twintig tot dertig jaar oud zijn geen uitzondering. De kleinere particuliere ondernemingen bieden betere mogelijkheden. Zij zijn vaak veel flexibeler ingesteld en kunnen zich daardoor gemakkelijker aanpassen aan de veranderende vraag. Veel westerse ondernemers laten een deel van hun metaalproductie in Bulgarije uitvoeren. De productiviteit in de metaalsector is laag, zij bedraagt ongeveer een kwart van die in de Europese Unie102.

De metaalindustrie draagt voor 9,6 procent bij aan de industriële productie van Bulgarije. In 2003 bedroeg de totale productiewaarde 1,3 miljard euro. Vanaf 2000 groeide de productiewaarde jaarlijks met 9 procent. Dit kwam enerzijds door een prijsstijging van de basismetalen en anderzijds door het hogere productievolume. De productiewaarde in de metaalproductenindustrie bedroeg circa 298 miljoen euro in 2003 en droeg circa 1,5 procent bij aan de industriële productie. In de periode 2000- 2003 steeg de productiewaarde van de metaalproductenindustrie jaarlijks met 21,2 procent gemiddeld103. De basismetaalindustrie telt 53.268 werknemers en de metaalproductenindustrie telt 23.202 werknemers. In de basismetaalindustrie zijn 46 bedrijven actief waarvan 21 in de ferro- en 25 in de non-ferro metallurgie. De metaalproductenindustrie bestaat voornamelijk uit kleine tot middelgrote bedrijven en omvat circa 3.350 bedrijven104.

ESTLAND

De metaal- en machine-industrie in Estland zijn traditioneel belangrijke sectoren. Daarbinnen zijn er vier belangrijke sub-sectoren. De grootste is de metaalverwerkende industrie (metaal- en machineonderdelen), die ongeveer 44 procent van de hele sector uitmaakt. Andere sub-sectoren zijn de productie van transportvoertuigen en schepen, motorvoertuigen, landbouw- en bosbouwmachines en verwarmings- en warmwatertoestellen.

In 2002 had de metaal- en machine-industrie een productiewaarde van 680 miljoen euro. Deze industrie omvat zo’n 16,8 procent van de gehele industriële productie in Estland. Ten opzichte van 2001 is de productiewaarde gegroeid met 13 procent. In de periode 1999-2002 kent de industrie een gemiddelde jaarlijkse groei van de productiewaarde van 14 procent. Het merendeel van de omzet in deze sector wordt gegenereerd door de 25 grootste bedrijven. Er zijn circa 766 bedrijven met totaal meer dan 15.071 werknemers. Daarvan werken er 9802 in de metaalverwerkende industrie verdeeld

102 Economische VoorlichtingsDienst: Bulgarije; Metaal(bewerkings)industrie

(50)

over 569 bedrijven. Deze sub-sector had een productiewaarde van 300 miljoen euro in 2002 en draagt circa 7,4 procent bij aan de totale industriële productie. In de periode 1999-2002 groeide de productiewaarde van deze sub-sector met jaarlijks 19,2 procent gemiddeld105.

De groei van de industriële verkopen geeft aan dat, ondanks de economische recessie en het effect van de crisis in Rusland, deze industrietak beschikt over een groot groeipotentieel met uitstekende vooruitzichten. De voornaamste factoren die een ontwikkeling van de export in de weg staan, zijn aan de aanbodzijde de nog gebrekkige kennis van potentiële markten en marktonderzoek, onvoldoende gebruik van ISO-certificatie en aan afnemerszijde in Westerse markten een gebrek aan vertrouwen voor in Estland gefabriceerde producten. Het belangrijkste voordeel van Estlandse producten is de uitstekende prijs/kwaliteitverhouding, waardoor deze industrietak een veelbelovende sector is met een uitstekend toekomstperspectief, die tal van mogelijkheden biedt aan Nederlandse bedrijven op het gebied van toelevering, outsourcing of joint production106.

HONGARIJE

Voor 1989 was de metaal(bewerkings)industrie van aanzienlijk belang voor de Hongaarse economie.

Na de val van de muur in 1989 nam de productie van basismetaal enorm af. Door inefficiënte werkprocessen en het wegvallen van de vraag uit de voormalige Oostbloklanden moesten veel metaalfabrieken sluiten. Bedrijven die metalen producten produceerden voor Westerse landen hadden minder terugval. De metaalsector neemt in Hongarije zo’n 10,5 procent van de totale industriële productie voor zijn rekening. In de EU15-landen bedraagt het gemiddelde percentage 20 procent. De Hongaarse metaalsector is momenteel geherstructureerd en kan zich meten met westerse producenten.

De machinebouwindustrie laat constante groeicijfers zien door de toegenomen exporten en de binnenlandse vraag van de autofabrikanten.

Buitenlandse investeringen hebben een vitale rol gespeeld in de groei van de Hongaarse economie en de modernisering van de industriële productie. De metaalindustrie is een van industrieën die daarvan heeft mee geprofiteerd. In de Hongaarse staalindustrie zijn echter verdere investeringen nodig om op lange termijn rendabel te blijven107.

De metaalindustrie onderscheidt drie sub-sectoren; de basismetalen, de bewerkte metaalproducten en de machines en apparatuur. De metaalindustrie omvatte in 2003 een totale productiewaarde van 3,768 miljard euro. Ten opzichte van 2002 groeide de productiewaarde met 18,6 procent. In de periode 2000-2003 groeide de productiewaarde jaarlijks met zo’n 6,2 procent. De sub-sector van de metaalproducten groeide jaarlijks met 16,3 procent. De productiewaarde van de basismetalen sector in 2003 was 1,425 miljard euro en is daarmee de grootste sub-sector. De productiewaarde van de machines en apparatuur sub-sector bedroeg in dat jaar 1,325 miljard euro en in de bewerkte metaalproducten sub-sector 1,018 miljard euro. De metaalindustrie omvatte in 2003 10.189 bedrijven

105

(51)

met 102.600 arbeidsplaatsen. Daarvan zijn 6.712 bedrijven actief in de basismetalen en bewerkte metaalproducten die werk verschaffen aan 48.700108.

TSJECHIË

De metaalbewerking en machinebouw vormen traditioneel de omvangrijkste sectoren in Tsjechië. De metaalbewerking is goed voor 8,4 procent van de totale industriële productie, de machinebouw voor 7,8 procent en de basismetalen 6,5. Begin 2003 werkten er 350.000 mensen in de metaalindustrie en daarvan werkten er 156.000 in de metaalbewerking. De metaalindustrie telt zo'n 37.688 bedrijven waarvan 36.249 in de metaalproductenindustrie109. In 2003 heeft de Tsjechische staalindustrie een positieve ommezwaai gemaakt. Lokale bedrijven hebben hun positie op de markt versterkt. De opbrengsten van de drie grootste bedrijven, Ispat-Nova Hut, Trinecke zelezarny en Vitkovice Steel, zijn gestegen met 9,9 procent. De binnenlandse opdrachten voor de staal- en metaalverwerkende industrie stegen met 22,1 procent ten opzichte van 2002. Opdrachten vanuit het buitenland stegen zelfs met 30,3 procent110.

De productiewaarde van de metaalindustrie bedroeg in 2003 15 miljard euro. Daarvan komt 5,5 miljard euro voort uit de sub-sector metaalproductenindustrie. Ten opzichte van 2002 was dit een stijging van 10 procent. De jaarlijkse groei in de productiewaarde bedroeg over de periode 2000-2003 circa 8,3 procent. De investeringen in de staalindustrie zijn in 2003 ten opzichte van 2002 licht gestegen. Naast investeringen om productiefaciliteiten te moderniseren, zijn investeringen steeds meer gericht op aanpassing van de Europese milieustandaarden (IPPC). De verwachting is dat deze trend de komende jaren voorzet111.

POLEN

Na het communistische tijdperk werd de Poolse metaalsector als een van de eerste industrietakken geherstructureerd. Dit had in korte tijd gigantische gevolgen voor de werkgelegenheid in de sector. In 2003 werkten er nog 344.000 mensen in de metaal112. Circa 50.000 banen werden sinds 1998 verplaatst naar sectoren buiten de staalsector.

De metaalsector telt drie sub-sectoren die ten aanzien van groei, winstgevendheid en vooruitzichten van elkaar verschillen: metaalproducten, machine- en apparatenindustrie en basismetalen. De metaalsector heeft een aandeel van 13,4 procent in de totale industriële productie waarvan de sub- sector metaalproducten 5.2 procent van uitmaakt. De metaalproductenindustrie verkeert in een duidelijke expansiefase. De metaalproductenindustrie groeit het hardst met ca. 41.000 veelal kleine bedrijfjes in het zuiden van Polen die werk bieden aan circa 166.000 mensen. De machine- en apparatenindustrie neemt wat het productie- en loonniveau betreft, een middenpositie in. De sub-sector

108 Hungarian Central Statistical Office

109 Czech Statistical Office

110 Economische VoorlichtingsDienst: Tsjechische Republiek; Metaal(bewerkings)industrie

(52)

ondergaat een radicale herstructurering, waarbij een actieve rol wordt gespeeld door bekende westerse concerns als ABB, Danfoss, Siemens, Bosch en Alsthom. De grootste omzet van de sector wordt gehaald in de kapitaalintensieve basismetaalindustrie, waarin de concentratiegraad hoog is. De tien grootste hoogovens zijn goed voor 58 procent van de omzet van deze sub-sector. Er zijn voor buitenlandse bedrijven diverse mogelijkheden om bij productie in Polen betrokken te raken. Dat kan door middel van het uitbesteden van werk, een kapitaalinvestering in een bestaande onderneming, een joint venture, een overname of een greenfield operatie (compleet nieuw bedrijf). Voor kleine bedrijven of voor kleine en tijdelijke opdrachten is uitbesteden op contractbasis de beste oplossing113.

De productiewaarde van de Poolse metaalsector bedroeg in 2002 17 miljard euro; waarvan 4,6 miljard euro aan basismetalen, 6,6 miljard euro aan metaalproducten en 5,8 miljard aan machines en apparaten. De productiewaarde van de basismetalen is ten opzichte van 2000 met 20,5 procent gedaald. De productiewaarden van de metaalproducten en machines en apparaten zijn echter gestegen met respectievelijk 14,8 en 6,4 procent. De productiewaarde van de metaalsector in Polen heeft een jaarlijkse groei van zo’n 4,5 procent114.

11.1 Vraag- en aanbodfactoren

Metaal (bewerkings) industrie

BULGARIJE

Staalproducten uit West-Europa staan in Bulgarije goed bekend, maar zijn voor menig Bulgaarse onderneming te duur. Hoofdleveranciers zijn Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Rusland. De import van metaal, metaalwaren en machineonderdelen bedroeg 1,511 miljard euro. 573,9 miljoen euro ging op aan de import van basis- en bewerkte metalen. Ten opzichte van het vorige jaar groeide de importwaarde van metaalindustrie met 21 procent. De basis- en bewerkte metalen branche groeide met 30,9 procent. In de periode 2000-2003 bedroeg de jaarlijkse groei van de importwaarde van de metaalindustrie circa 14 procent gemiddeld. In die periode groeide de waarde van de geïmporteerde basis- en bewerkte metalen jaarlijks met 17,5 procent gemiddeld115.

De totale Bulgaarse export van metaal, metaalwaren en machineonderdelen groeide vanaf 2002 met 18,7 procent tot een bedrag van 1,517 miljard euro in 2003. De exportwaarde van de basis- en bewerkte metalen bedroeg 1,206 miljard euro. Ten opzichte van het jaar 2002 was dit een stijging van 22,6 procent. De export van metalen en metaalproducten gaat voor het overgrote deel naar West- Europa. Meer dan driekwart werd in de Europese Unie afgezet. Veruit het grootste deel, voornamelijk plaatstaal, wordt als halffabrikaat uitgevoerd. Gedurende de periode 2000-2003 groeide de

113

(53)

exportwaarde van de Bulgaarse metaalindustrie jaarlijks met 7,4 procent gemiddeld. De waarde van de export van de basis- en bewerkte metalen steeg in die periode jaarlijks met 6,8 procent gemiddeld116. In 2003 werd er voor 295 miljoen euro aan directe buitenlandse investeringen binnen gehaald in de metaalindustrie. Daarvan ging 214 miljoen euro naar de basis- en metaalproducten branche. Ten opzichte van het jaar stegen de directe buitenlandse investeringen in de metaalindustrie met 37 procent en in de basis- en metaalproducten met 52,9 procent. In de periode 2000-2003 zijn de directe buitenlandse investeringen in de metaalindustrie jaarlijks gestegen met 34,4 procent. In die periode stegen de directe buitenlandse investeringen in de basis- en metaalproducten branche jaarlijks met 49,2 procent gemiddeld. De landen die het meest investeren zijn; Hongarije(29.2 %), Griekenland (17.4 %), Nederland (16.1 %), Zwitserland (9.5 %), Italië (6.7 %), Oostenrijk (5.4 %) en Cyprus (4.5 %)117.

HONGARIJE

Het land beschikt over weinig delfstoffen en is afhankelijk van import van ijzer en staal voor de metaalbewerking. Hongarije importeert meer metaalproducten dan het exporteert. In het segment basis en bewerkte metalen heeft Hongarije concurrentie van goedkoper producerende landen als Roemenië en Oekraïne. Dit vertaalt zich in een afnemende groei van exporten van basis- en verwerkte metalen en de stijgende importen van deze metalen. In 2003 bedroeg de exportwaarde van basis en bewerkte metalen 1,663 miljard euro en de importwaarde 3,021 miljard euro118. De belangrijkste handelspartners voor zowel import als export zijn Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië en Groot- Brittannië.

De situatie voor producenten van machines en metalen onderdelen is rooskleuriger. Zowel import- als exportcijfers blijven stijgen. De geïmporteerde machines en metalen onderdelen worden direct aangewend in productiefaciliteiten. De exportwaarde van machines en metalen onderdelen bedroeg in 2003 4,048 miljard euro en de importwaarde 1,929 miljard euro119. Buitenlandse investeringen hebben een vitale rol gespeeld in de groei van de Hongaarse economie en de modernisering van de industriële productie. De metaalindustrie is een van de industrieën die daarvan heeft mee geprofiteerd. In de Hongaarse staalindustrie zijn echter verdere investeringen nodig om op langere termijn rendabel te blijven. De directe buitenlandse investeringen in de branche van basis en bewerkte metalen bedroegen in 2003 410,9 miljoen euro. In de branche van machines en metalen onderdelen bedroegen deze 46 miljoen euro. In 2002 bedroegen de directe buitenlandse investeringen in deze branches 27,3 miljoen euro en 134,6 miljoen euro120.

116 Bulgarian National Bank

117 Bulgarian National Bank

118 Hungarian Central Statistical Office

(54)

TSJECHIË

Export van de basis- en bewerkte metaalproducten bedroeg in 2003 4,029 miljard euro; de import bedroeg 4,996 miljard euro. De export van machines en apparaten bedroeg in datzelfde jaar 5,459 miljard euro en de import 5,438 miljard euro121. Meer dan de helft van de export was bestemd voor de EU-15 landen. Veruit de grootste handelspartner is Duitsland met circa 40 procent voor zowel import als export. Daarna volgen Slowakije, Polen, Oostenrijk, Italië en Rusland. De Tsjechische metaalverwerkende industrie wordt gekenmerkt door een grote dynamiek en exportgerichtheid. Toch is verdere professionalisering en een doelgerichter marketingbeleid, waaronder de identificatie van nieuwe exportmarkten en buitenlandse zakenpartners, noodzakelijk. Bedrijven in deze sector zijn daarom genoodzaakt verder te moderniseren, het management te verbeteren, de productie te verhogen en de kwaliteit van het exportproduct te verbeteren. Ten opzichte van het jaar 2002 is de exportwaarde van de basis- en metaalproducten met 12 procent gegroeid en de exportwaarde van de machines en apparaten met 10,1 procent. De importwaarden zijn met respectievelijk met 9 procent en 6,5 procent gestegen. De totale exportwaarde van de Tsjechische metaalindustrie is in de periode 2000-2003 jaarlijks met 6,4 procent gemiddeld gegroeid. De exportwaarde van de basis- en metaalproducten is jaarlijks met 4,6 procent gemiddeld gestegen. De totale importwaarde van de metaalindustrie is in die periode jaarlijks met 5,3 procent gemiddeld gegroeid. De importwaarde van de basis- en metaalproducten steeg jaarlijks met 8,1 procent gemiddeld122.

Naast investeringen om productiefaciliteiten te moderniseren, zijn investeringen steeds meer gericht op aanpassing van de Europese milieustandaarden (IPPC). De verwachting is dat deze trend de komende jaren voortzet. De directe buitenlandse investeringen zijn aanzienlijk gestegen, met name in de branche van metaalproducten. In 2003 bedroegen de directe buitenlandse investeringen in de branche van basis- en metaalproducten 1289,8 miljoen euro en in de branche van machines en apparaten 728,3 miljoen euro. In de periode 2000-2003 zijn de directe buitenlandse investeringen in de basis- en metaalproducten jaarlijks gestegen met 12,9 procent gemiddeld en 28,9 procent gemiddeld in de machines en apparaten123.

POLEN

In 2002 zijn er naar aanleiding van de sterk toenemende import van metalen maatregelen genomen om de binnenlandse producenten tot op zekere mate te beschermen. De redenen hiervoor waren; de buitensporige import brengt de Poolse stabiliteit van ijzer en staal productie in gevaar met betrekking tot het prijspeil; de buitensporige import zorgde voor een dramatische daling in de binnenlandse productie; andere landen hebben ook maatregelen genomen om hun markten te beschermen; de import

‘duwt’ de Poolse leveranciers voor binnenlandse consumptie aan de kant; de buitensporige import

121

(55)

heeft ertoe geleid dat het werkkapitaal van Poolse staalproducenten om te kunnen investeren in productieprocessen en groei drastisch is afgenomen.

De importwaarde van basis- en bewerkte metalen bedroeg in 2003 5,016 miljard euro. Ten opzichte van 2002 was dit een stijging van 14 procent. De waarde van de import van machines en apparaten bedroeg 4,975 miljard euro. Gedurende de periode 2000-2003 groeide de importwaarde van de totale metaalindustrie jaarlijks met 14 procent gemiddeld. De importwaarde van de basis- en metaalproducten steeg jaarlijks met 13 procent gemiddeld. De meeste import komt van de EU-15 landen (53%) en de CEFTA landen(30%)124.

In 2003 bedroeg de exportwaarde van basis- en bewerkte metalen 4,033 miljard euro. Dit was een stijging van 3 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Aan machines en apparaten werd voor 2,624 miljard euro geëxporteerd. In de periode 2000-2003 daalde de exportwaarde van de totale metaalindustrie jaarlijks met 3 procent gemiddeld. De exportwaarde van basis- en metaalproducten daalde tevens met 2,3 procent gemiddeld. De grootste afzetgebieden zijn de EU-15 (49%) en de CEFTA (19%). Binnen de EU-15 is Duitsland al sinds tijden de grootste handelspartner. Binnen de CEFTA zijn Tsjechië en Slowakije de voornaamste handelspartners en dat zijn Rusland en de Oekraïne voor de overige categorie125.

De directe buitenlandse investeringen in de Poolse metaalindustrie zijn in de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2003 bedroegen de directe buitenlandse investeringen in de basis- en metaalproducten 417,2 miljoen euro en in de machines en apparaten 233,3 miljoen euro. Ten opzichte van 2002 zijn deze gestegen met respectievelijk 15,9 procent en 4,8 procent. In de periode 2000-2003 stegen de directe buitenlandse investeringen in de basismetalen jaarlijks met 16,3 procent gemiddeld en in de machines en apparaten met 22 procent gemiddeld126.

124 The Polish Metallurgical Chamber of Industry and Commerce; The Polish Steel Industry 2004 Report

(56)

Bijlage 12: Additionele Informatie over Potentiële leveranciers POLEN: 6 kunststofleveranciers & 6 metaalleveranciers

Kunststof:

1. MESTIL ISO9001 (165 – 230 Ton) www.mestil.pl

2. TAKONI ISO9001 (40 – 550 Ton) www.takoni.com.pl 3. FADO ISO9001 (10 – 800 Ton) www.fado.com.pl 4. BILPLAST ISO9001 (30 – 1200 Ton) www.bilplast.com.pl 5. ZPTS ISO9002 (100 – 400 Ton) www.zptsklaj.icenter.pl 6. MARSEILLE ISO9001 (tot – 650 Ton) www.marseille.com.pl

Metaal:

7. ZETIKS ISO9001 www.zetiks.com.pl

8. GGG ISO9001 www.ggg.pl

9. TURAS ISO9001 www.turas.pl

10. FABIN ISO9001 www.fabin.wroc.pl

11. METGALEX ISO9001 www.metgalex.pl

12. BIMET ISO9001 www.nysabimet.com.pl

Locatie van de leveranciers:

(57)

HONGARIJE: 6 kunststofleveranciers & 6 metaalleveranciers

Kunststof:

1. KARSAI: ISO9001 (22 – 2200 Ton) www.karsai.hu 2. MIKROPAKK: ISO9001 (25 – 250 Ton) www.mikropakk.hu 3. NIEF PLASTIC: ISO9001 (20 – 900 Ton) www.nief-plastic.com 4. PEMÜ: ISO9001 (20 – 2000 Ton) www.pemu.hu

5. STAR*PLUS: ISO9001 (23 – 1500 Ton) www.starplus.hu 6. BAUSCH ISO9001 (tot 1500 Ton) www.bausch.hu

Metaal:

7. METALL-TECHNO: ISO9001 www.metall-techno.hu

8. VILATI: ISO9002 www.vilati.com

9. FORPEN: ISO9001 www.forpen.hu

10. ALUFIX: ISO9001 www.alufix-szefem.hu

11. FRIMO: ISO9002 www.frimo.com

12. VIDEOTON: ISO9001 www.videoton.hu

Locatie van de leveranciers:

(58)

TSJECHIË: 6 kunststofleveranciers & 6 metaalleveranciers

Kunststof:

1. PLASTIKA: ISO9001 (25 – 700 Ton) www.plastika.cz 2. IRISA: ISO9001 (20 – 500 Ton) www.irisa.cz 3. PANAK: ISO9001 (35 – 200 Ton) www.panak.as 4. ORPA, a.s. ISO9001 (100 – 450 Ton) www.orpa.cz

5. LPS: ISO9001 (25 – 200 Ton) www.lps.cz

6. PEGUFORM ISO9001 (160 –3200 Ton) www.peguform.cz

Metaal:

7. PARADON: ISO9001 www.paradon.cz

8. ZLKL: ISO9001 www.zlkl.cz

9. PAMET: ISO9001 www.pamet.cz

10. MRB: ISO9001 www.mrb.cz

11. KV FINAL V.O.S.: ISO9001 www.kvfinal.cz

12. PROMETAL S.R.O.: ISO9001 www.prometal-czech.cz

Locatie van de leveranciers:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Bril94 verwacht voor 2005 een afzet van 400 brillen. Voor de contactlenzen wordt een afzetstijging van 20% verwacht ten opzichte van 2004. • Bril94 koopt zijn producten in bij

Omdat een aantal soorten mogelijk risicovol kunnen zijn voor dier-, volks of plantgezondheid, biodiversiteit en dierenwelzijn wordt er geadviseerd om deze drie families van de

Vier procent van de Amerikaanse rooms-katholieke geestelijken heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van minderjarigen. Dat concluderen het bisdom Yakima (Washington)

Het valt ook op dat 39 procent van de mensen die een euthanasie aanvragen, verkiezen thuis te sterven, terwijl normaal slechts een vierde van de mensen

• Goede RTO en RPO – Kijk niet alleen naar back-up, maar let ook op business continuity en bereken hoeveel downtime jouw bedrijf aankan (RTO) en hoeveel dataverlies jij je

Hoewel de Zakelijke Dienstverlening het nog steeds goed doet, worden bedrijven op dit moment geconfronteerd met een stroom van veranderingen.. Onder meer op het gebied van

‘Het College is van oordeel dat de NVI op zichzelf genomen voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het Incasso Keurmerk bepaalde waarborgen biedt met betrekking tot de van NVI-leden

In een God die alles schiep Maar het waren niet de spijkers Die Jezus hielden aan het kruis Het was Zijn liefde. Die Hij voelt voor jou