Vraag nr. 221 van 3 juni 1996
van de heer FILIP DEWINTER Sportvliegerij – Algemene richtlijnen
Enkele jaren geleden werd de luchthaven van Grimber-gen, die voornamelijk een luchthaven voor sportvliege-rij was, gesloten. Nochtans doen de problemen betreffende de sportvliegerij zich voor in verschillende gemeenten en steden met plaatselijke luchthavens. Naar verluidt bereidt de minister een aantal algemene richtlijnen voor inzake sportvliegerij.
Welke richtlijnen zijn er ter zake nu van kracht ? Hoever staat het met de uitwerking van de nieuwe richtlijnen ? Is er al uitgemaakt of zulke vluchten wor-den verbowor-den in het weekend of vanop luchthavens in woonzones of bij stedelijke kernen ?
Antwoord
De algemene richtlijnen voor de luchtvaart en dus ook voor de "general aviation" die onder meer de sportvlie-gerij omvat, komen voor in het zogenaamde Luchtwet-boek (wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart).
De toepassing van deze wet behoort tot de federale bevoegdheid, uitgeoefend door het Bestuur van de Luchtvaart. Dit bestuur levert voor elke luchthaven een exploitatievergunning af en oefent toezicht uit op de exploitatie (cf. koninklijk besluit van 15 maart 1994, gewijzigd door de koninklijke besluiten 31 augustus 1970, 31 augustus 1979 en 6 december 1989).
De luchthavenexploitant kan eenzijdig beperkingen opleggen die verband houden met de commerciële exploitatiegegevens (openingstijden, toegelaten vlieg-tuigtypes, aantal vliegtuigen in circuit, ... ). Hij kan ook de luchthavenexploitatie stopzetten.
Voornamelijk voor de luchthaven van Antwerpen wer-den reeds meerdere beperkingen opgelegd (onder meer verbod op zweefvliegen, beperking van lokale oefenvluchten tot twee vliegtuigen gelijktijdig in circuit, instellen van een passagierstaks voor doopvluchten), waardoor het aantal bewegingen met 10 % is teruggelo-pen. De administratie onderzoekt thans op welke wijze de hinder voor de omwonenden verder kan worden teruggedrongen.
De technische exploitatievoorwaarden anderzijds wor-den vastgelegd door het Bestuur van de Luchtvaart, op basis van de bijlage 14 bij de Conventie van Chicago.