• No results found

Het effect van de leesstrategieën ‘skimmen’ en ‘scannen’ in Havo 4 (Engels)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het effect van de leesstrategieën ‘skimmen’ en ‘scannen’ in Havo 4 (Engels)"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

2

Inhoudsopgave

Introductie en theoretisch kader

3

Methode

4

-

De wijze waarop het lesprogramma is afgewerkt

4

Verzamelde data en analyse

7

Discussie, conclusie, aanbevelingen en beperkingen

13

Bronnen

15

Bijlagen

16

- Text 1 – Pigeons’ scents of direction

16

- Text 2 – Horror as plane crashes on golf course

17

- Text 3 – How a Big Brother box in every boot will make sure you pay as you drive

18

- Text 4 – Justin Bieber paparazzo case thrown out by US judge

19

- Text 5 – Are 'geek' and 'nerd' now positive terms?

21

- Text 6 – Bolton man fights work demotion over Facebook gay wedding comment

25

- Text 7 – A day to break toilet taboos

27

-

Text 8 – ‘Don’t eat one day a week’

30

Leesenquête – deel 1

32

Vragen n.a.v. de eerste toets

36

Leesenquête – deel 2

37

Aantekeningen – Lessenserie

38

(3)

3

Introductie en theoretisch kader

Heeft een specifiek op skim- en scantechnieken gerichte lessenserie meetbaar effect op de

resultaten die klassen behalen op een CITO leestoets? Dit is de hoofdvraag die gekoppeld is

aan de lessenserie die van 29 november 2012 tot en met 17 januari 2013 is gegeven op het

Carmel College te Emmen. Eén van de twee reguliere Havo 4 klassen heeft een dergelijke

lessenserie gevolgd, de andere klas fungeerde als controlegroep – hen werden geen

leesstrategieën aangereikt.

De twee leesstrategieën waar dit onderzoek zich op richt, zijn er om de leerling te

helpen met het sneller vinden van de gewenste informatie in een tekst. Bij het lezen van een

tekst met vragen is de leerling in feite bezig met “[r]eading to search for simple information

en it is used so often in reading tasks that it is probably best seen as a type of reading ability”

(Grabe, 13). Bij de eerste strategie ‘skimmen’ – ook wel “sampling segments of the text for a

general understanding” (13) of “een bepaalde vorm van globaal lezen” (Kwakernaak, 142) –

wordt de leerling aangemoedigd om diagonaal te lezen en dus “een paar keer heen en weer

over een tekst gaan om de opbouw (de structuur) te verkennen” (142). Het kan zijn dat alleen

de informatie in de eerste en de laatste zin van elke paragraaf wordt bekeken. Verder let men

slechts op titels, subtitels, dikgedrukte woorden en plaatjes. Naast een hogere leessnelheid

gaat het om het raden waar bepaalde informatie in de tekst staat, “and then us[e] basic

reading comprehension skills on those segments of the text until a general idea is formed”

(Grabe, 13). Scannen – “zoekend of selectief lezen” (Kwakernaak, 142) – is erop gericht om

zo snel mogelijk specifieke informatie (een jaartal, dag, openingstijd) uit een krant of gids te

halen. In grotere teksten zoekt men naar “a sentence or two in search of clues that might

indicate the right page, section, or chapter” (13) om zo de vraag te kunnen beantwoorden. De

lezer weet van te voren precies naar welk antwoord men op zoek is en het kan voorkomen dat

deze zinnen dikgedrukt of in italics staan.

De twee leesstrategieën passen als ‘learning skills’ binnen de methodologie en het

curriculum van het CLIL (Content and Language Integrated Learning). CLIL is een theorie

die is ontworpen door een afdeling binnen de University of Cambridge, alwaar men

(4)

4

kan volgens de methodologie gegeven worden en datzelfde geldt voor de overige

vaardigheden binnen het schoolvak Engels.

Methode

In de afgelopen maanden is er gewerkt met teksten die zelf zijn samengesteld (Text 1 tot en

met 8 in de bijlage). Bij het ontwerpen van het materiaal is gekeken naar Fran

ç

oise Grellet’s

Developing Reading Skills (1981) en Christine Nutall’s Teaching Reading Skills in a Foreign

Language (1982), al blijkt de opzet van de tekst en opdrachten vrij traditioneel voor wat

betreft het eigen werk. Er zijn in totaal twee leesenquêtes afgenomen – vóór de pre-toets en na

de post-toets. Daarnaast hebben de leerlingen aantekeningen moeten maken bij een

PowerPoint over de leesstrategieën skimmen en scannen. Ook is er aandacht besteed aan de

zogeheten linking words (die terugkeren in gatenteksten) en er werd geoefend met een deel

van het CITO Eindexamen. Onderstaand is het afgewerkte lesprogramma te vinden. Hierin

was het de kunst de theorie aan de praktijk te koppelen. De lezer zal een ontwikkeling

ontdekken in de wijze waarop de leerlingen zijn geïnstrueerd: in het begin was er bewust geen

instructie, later werd het een dicterende uitleg en uiteindelijk werden de leerlingen door

vragende aanwijzingen van de docent geleid. Voor wat betreft de methodologie van het

‘scaffolding’ (begeleiden van de leerlingen) kan er dus gezegd worden dat er zonder hulp

begonnen is, waarna de ondersteuning is geïntensiveerd, om vervolgens te kijken of de

leerlingen hebben begrepen hoe skimmen en scannen toegepast dienen te worden.

De wijze waarop het lesprogramma is afgewerkt

Op donderdag 29 november 2012 hebben de leerlingen meegedaan aan de eerste leesenquête

waarin is geprobeerd om meer informatie over het leesgedrag en de houding van de leerlingen

ten opzichte van het lezen te weten te komen. De enquête is uitgedeeld met ‘slechts’ de

mededeling dat het voor een onderzoek naar leesonderwijs in Havo 4 is. Details over

‘skimmen’ en ‘scannen’ zijn buiten beschouwing gelaten, omdat de enquête met zo min

mogelijk voorkennis ingevuld dient te worden. Het onderzoek is er immers om de effectiviteit

van het aanleren van leesstrategieën te meten en alle kennis die op dit punt met de leerlingen

wordt gedeeld, verkleind de kans op het vaststellen van een verschil tussen de begin- en

eindsituatie.

(5)

5

om er op die manier zeker van te zijn dat de leerlingen de teksten ook daadwerkelijk maken.

Daarnaast zal het hoogste cijfer van dan wel de pre- of post-test (weging 2) meetellen.

Overleg met degene die naast de leerling zit, is toegestaan tijdens het maken van het

lesmateriaal.

Op dinsdag 4 december is er gewerkt aan de eerste drie teksten (allen krantenknipsels

uit de Daily Mail van maandag 7 augustus 2006), waarbij de vragen door de docent zijn

bedacht. Text 1, “Pigeons’ scents of direction” focust zich op duiven die de weg ruiken. De

vijf vragen lopen op in moeilijkheidsgraad: van ‘het afvragen over welke diersoort het gaat’

tot ‘het verklaren waarom men in het verleden dacht dat duiven snelwegen volgden’. Text 2,

“Horror as plane crashes on golf course” gaat over een vliegtuigongeluk en bij de

bijbehorende vragen moet de leerling specifieke informatie (scannen) uit de tekst zien te

halen. Text 3, “How a Big Brother box in every boot will make sure you pay as you drive”

gaat over het initiatief om een zwarte doos in auto’s te plaatsen die meet hoeveel kilometers

bestuurders rijden. Vervolgens betalen ze per kilometer een bedrag. Er wordt gevraagd naar

tekstdetails en de mening van de schrijver. De instructie is minimaal: “jullie krijgen hier 25

minuten de tijd voor.” Alle 27 deelnemende leerlingen hebben het afgekregen, velen al binnen

20 minuten. Op woensdag 5 december zijn de antwoorden op Text 1, 2 en 3 besproken in de

les. De focus lag op de wijze waarop je de antwoorden in de tekst kan vinden. De instructie

was meer dicterend dan vragende en de focus lag nog niet bewust op het aanleren van

leesstrategieën.

Op diezelfde dag is een deel van het CITO eindexamen (opdracht 1 t/m 3, 4 t/m 10, 14

t/m 21 en 41) als pre-toets afgenomen in een toetssituatie. De leerlingen hadden dit uur de tijd

voor de toets en kregen de beschikking over woordenboeken. Velen waren al na een halfuur

klaar en de volgorde van inleveren kon helaas niet worden meegenomen, omdat hier pas

achteraf bij is stilgestaan.

(6)

6

Aan het einde van de les zijn de antwoorden besproken en is er gevraagd hoe de leerling tot

het antwoord is gekomen.

Text 5, “Are ‘geek’ and ‘nerd’ now positive terms?” (een tekst over het positievere

imago van de woorden ‘geek’ en ‘nerd’) werd op dinsdag 11 december 2012 uitgedeeld. Van

te voren is er gewezen op het skimmen en scannen naar onderdelen. Voor deze gemiddeld

lange tekst (592 woorden) met negen vragen kregen de leerlingen 7 tot 8 minuten, waarna de

antwoorden besproken werden. Wat opviel was dat lang niet iedereen klaar was, wat deels

met de motivatie van de leerlingen tijdens deze les te maken had en het niet toepassen van de

leestechniek (iets wat wel werd aangegeven).

Tot het behandelen van Text 6, “Bolton man fights work demotion over Facebook gay

wedding comment” op woensdag 12 december 2012 was de instructie veelal dicterend. Nu de

leerlingen al vaker in aanraking zijn gekomen met de termen skimmen en scannen, werd het

tijd voor een meer vragende instructie: ‘Er staan 7 vragen. Wat doe je eerst? Lees je de tekst?

Of lees je de vragen?’ en ‘Wat doe je als er maar 2 vragen bij staan?’. In het hierop volgende

artikel moeten de leerlingen raden of de man uit Bolton zijn rechtszaak heeft gewonnen. Het

vervolgartikel bevat de instinker dat men niet uit de woorden in de tekst kan aflezen of de

man gewonnen of verloren heeft.

Diezelfde dag is Text 7, “A day to break toilet taboos” besproken: een gatentekst

waarin leerlingen moeten kiezen welk woord het beste past op de plek waar het gat staat.

Gestelde vragen Antwoord Goed?

‘Wat vinden jullie van gatenteksten?’ ‘Over het algemeen moeilijk’ n.v.t. ‘Wat lees je eerst: Tekst of vragen/gaten?’ ‘Vragen en de gaten’ Ja

De kunst in deze tekst is te voorspellen wat er komen gaat. Als tip kregen de leerlingen mee

vooral te letten op de omliggende paragrafen. Ondanks de verwachting dat de leerlingen dit

onderdeel minder goed zouden doen, werden er gemiddeld 4,2 van de zes vragen goed

gemaakt. Dit leidde tot de leerlingenfeedback: ‘het oefenmateriaal is niet even moeilijk als het

eindexamen dat we moeten maken.’ Een volkomen terechte opmerking en een goede reden

waarom er later in deze lessenserie plaats is gemaakt voor het oefenen met een deel van een

CITO eindexamen uit 2008.

(7)

7

verteld hoe de leerlingen de onderdelen kunnen herkennen. Een uitgesproken verwachting

kwam uit: ‘ik wil dat jullie een verband zien tussen delen van de tekst, maar ik verwacht niet

dat jullie de oefening perfect zullen doen.’ Leerlingen maakten inderdaad logische keuzes en

konden deze beredeneren. Hoewel het antwoord fout was, was de gedachtegang wel logisch –

iets wat als positief gezien mag worden.

Aangezien de leerlingen nooit eerder linkwoorden hadden besproken en dit toch een

belangrijk onderdeel is bij het herkennen van tekstvolgorde/het maken van een gatentekst, is

er op donderdag 13 december 2012 gewerkt uit een V6 leesbundel. In dit document staan

linkwoorden (nevertheless, even though, but) zonder vertaling. Het was aan de leerlingen om

dit te vertalen en dat hebben ze op een enkeling na ook gedaan. Hierna werd een

invulopdracht gemaakt met dezelfde linking words waarin elk woord één keer gebruikt mag

worden. Een probleem dat ontstond was dat leerlingen alternatieve combinaties maakten (die

ook goed waren), wat er voor zorgde dat woorden dubbel werden gebruikt of in een

alternatieve volgorde werden neergezet die uiteindelijk niet klopte. Het bleek vervolgens

moeilijk om de leerlingen te overtuigen waarom hun antwoord niet goed gerekend kan

worden.

Naar aanleiding van de kritiek op het niveau van het lesmateriaal in vergelijking met

de pre- en post-toets is op dinsdag 18 december 2012 een deel van het CITO eindexamen

afgenomen dat specifiek gaat over het scannen van teksten. Het ging hier om het Havodeel uit

2008, tijdvlak II, opdracht 1 tot en met 6. Leerlingen werden naast het toepassen van snel

lezen (scannen) geacht hun keuzes te kunnen beredeneren: ‘Waarom kies je voor dit

antwoord?’ ‘Wat betekent dit?’ en ‘Wat staat daar precies?’ De oorspronkelijke uitslag is

verloren gegaan, omdat er in de les al werd nagekeken. Leerlingen gaven wel aan dat het

moeilijk voor ze was.

Verzamelde data en analyse

Voor wat betreft de analyse van de verzamelde data is het oefenmateriaal buiten beschouwing

gelaten – dit is gedaan vanwege de kleine schaal van het onderzoek. De analyse richt zich op

de twee enquêtes, een vragenlijst, de pre- en de post-toets.

De Havo 4 klas waarin de lessenserie is gegeven bestaat uit 20 jongens en 9 meiden.

Op 29 november 2012 hebben 28 van deze 29 leerlingen meegedaan aan de leesenquête en

hieruit kwam onderstaande achtergrondinformatie voort. Zo blijken er allereerst elf

(8)

8

blijven zitten (waarvan acht in het vierde leerjaar) en vijf leerlingen hebben vorig jaar hun

Mavodiploma behaald (en zij zijn nooit blijven zitten). Dit alles geeft zonder specifiek

waardeoordeel aan dat deze Havo 4 klas een interessante verzameling van leerlingen is. Het

viel overigens wel op dat de leerlingen de eerste enquête ‘positiever’ invulden dan er vooraf

werd vermoed.

Van alle leerlingen beantwoordt 11% goed te zijn in het vak Engels, daar waar 18%

aangeeft moeite te hebben met (Engelse) teksten. Leerlingen zullen hierbij zeer waarschijnlijk

naar hun rapport kijken en hun verleden in het schoolvak. Het feit dat slechts 2 leerlingen op

een klas van 29 onvoldoende staan voor Engels kan aangedragen worden als een belangrijke

factor. Voordat de enquête informeerde naar het leesgedrag in het Engels, is allereerst

gevraagd naar het lezen in het Nederlands. Een relatief hoog aantal, ongeveer 21% van de

leerlingen geeft te kennen nooit een boek te lezen, terwijl een kwart daarin tegen vijf of meer

boeken per jaar leest. Verder leest men in het Nederlands: de krant (36%), een tijdschrift

(46%) en artikelen op websites (54%). Bij het lezen in het Nederlands geeft tweederde aan dit

te doen omdat het moet, terwijl een derde dit voornamelijk uit eigen beweging doet. De

houding t.o.v. het lezen zelf is gemiddeld gezien als ‘neutraal’ te bestempelen. In het Engels

leest 71% van de leerlingen geen boeken en 29% vertelt er één á twee te lezen op jaarbasis. In

de moderne vreemde taal leest 54% naast de WaspReporter (het magazine dat de school

aanbiedt), ook artikelen op websites. Slechts 11% geeft aan alleen op school Engels te lezen,

wat ondanks het geringe aantal boeken dat erin het Engels wordt gelezen maar weer aantoont

dat de Nederlandse leerling bijna niet ontkomt aan het lezen van Engelse tekst. Ongeveer 86%

van de leerlingen geeft aan in het Engels te lezen omdat het moet, een kwart vindt dit ook

daadwerkelijk leuk. Net als bij Nederlandse teksten is de houding t.o.v. het lezen ‘neutraal’.

Slechts 18% vindt het lezen in het Engels moeilijk en 29% geeft aan meer te willen lezen in

het Engels wanneer men de taal beter zou beheersen. In Havo 4 verwacht 46% dat het

eindexamen moeilijk zal worden terwijl de helft niet weet of men er al klaar voor is. Het

merendeel (61%) kan één of meer leesstrategieën benoemen, wat goed nieuws lijkt.

Antwoorden die gegeven werden, zijn: globaal, grondig, zoekend, (be)studerend en

(9)

9

Van de twintig punten die behaald konden worden met de pre-toets, haalt de Havo 4

leerling in de eigen groep gemiddeld 10,2 punten. In de controlegroep ligt dit gemiddelde op

9,8 punten en hiermee scoort men dus ongeveer gelijk. Voor dit onderzoek zijn de leerlingen

opgedeeld in vier groepen, (categorie 1) diegenen die 15 of meer punten scoren, (categorie 2)

10 tot en met 14 punten, (categorie 3) 5 tot en met 9 punten, (categorie 4) of 4 of minder

punten. In de twee groepen ziet het aantal leerlingen per categorie er zo uit:

De drie besten in de eigen groep halen 16, 18 en 16 punten respectievelijk daar waar in de

controlegroep de twee besten 17 en 18 punten behalen. De minste leerling in de eigen groep

scoort 2,5 punten en hij wijdte dit aan een weinig serieuze houding tijdens de pre-toets. In de

(10)

10

controlegroep scoorde een Chinees meisje die de Nederlandse taal nog niet goed beheerst 4

punten. De vragen worden immers in het Nederlands gesteld.

Naar aanleiding van de pre-test is er een korte vragenlijst afgenomen die aangeeft wat

leerlingen gemakkelijk dan wel moeilijk vinden. De gemaakte pre-toets (het nagekeken vel

wat de leerlingen hadden ingeleverd) werd tevens uitgedeeld en op het bord zagen de

leerlingen de volgende informatie:

Vraag Wat was de bedoeling?

1 Kies de quote die de hoofdgedachte aangeeft 2 Quote verklaren

3 Quote verklaren met wel/niet

4 Bedoeling van de auteur kiezen 5 Mening van de auteur

6 Gap word

7 Kies het woord dat het beste past bij hoe de persoon zich voelt

8 Gap word

9 Citeren

10 Hoofdgeachte van het artikel kiezen

14 Gap word 15 Gap word 16 Gap word 17 Gap word 18 Gap word 19 Gap word 20 Gap word 21 Gap word

41 Specifieke informatie zoeken

(11)

11

leesgedrag. Er was geen tijd om de toets in detail te bespreken, maar dit is wel kort gedaan

met een oefen CITO eindexamen in de lessenserie.

Van de 26 leerlingen die de vragenlijst hebben beantwoord geeft 26% aan vaak fouten

te maken bij het uitleggen van citaten. Slechts 15% vindt het moeilijk om de mening van de

schrijver aan te geven. Gatenteksten zorgen voor meer problemen: ruim 65% geeft aan dat het

lastig is om het juiste invulwoord in te vullen. Ongeveer 31% vindt het moeilijk om de

hoofdgedachte in een tekst aan te geven. Leerlingen geven een duidelijke voorkeur aan voor

de multiple choice vragen: 81% verkiest het boven multiple choice. Voor wat betreft het

scannen vertelt 73% dat hij/zij het relatief gemakkelijk vindt om specifieke informatie uit een

tekst te halen. Hetzelfde aantal leerlingen (19 van de 26) leest altijd eerst de vragen voordat de

tekst wordt gelezen. Achtendertig procent van de leerlingen leest bijna altijd de hele tekst en

69% vertelt dat de tekst niet in het geheel gelezen hoeft te worden om de vragen correct te

kunnen beantwoorden.

(12)

12

De focus in dit onderzoek ligt niet zo zeer op het vergelijken van de twee toetsen (de examens

zijn nu eenmaal verschillend), maar op een verschil in het gemiddelde tussen de twee klassen.

Drie punten mag beschouwd worden als een groot verschil.

Met het afnemen van een korte tweede leesenquête (uitgedeeld tijdens de post-toets)

kwam de lessenserie tot een einde. De resultaten: negentien procent van de leerlingen maken

vaak gebruik te maken van leesstrategieën. De helft van de klas maakt soms gebruik van de

leesstrategieën. Ongeveer 12% gebruikt het bijna nooit en 19% helemaal nooit. Er blijkt hier

duidelijk dat leesstrategieën selectief worden toegepast. De meerderheid staat overigens

‘neutraal’ tot ‘zeer positief’ tegenover het effect dat leesstrategieën kunnen hebben (69%),

(13)

13

terwijl de rest er het nut niet van inziet. Het feit dat de leerlingen in Havo 4 al in aanraking

kwamen met eindexamenmateriaal kon rekenen op een positieve respons: slechts 23% is

negatief of ‘weet niet’ wat hij/zij er van moet vinden – de rest is positief.

Discussie, conclusie, aanbevelingen en beperkingen

Er kan gesteld worden dat het niet eenvoudig is aan te wijzen waaraan het ligt dat de ene

groep hoger scoort dan de andere. Het is niet voor niets dat John Hattie gebruik maakt van

meta-analyses om iets zinnigs te kunnen over het effect van lezen. Comprehension programs

(d = 0.58) en Exposure to reading (d = 0.36) komen het dichtst in de buurt voor wat betreft het

aanleren van leesstrategieën (Hattie, 130), maar gaan niet over de materie die hier is

onderzocht. Vanuit de theorie is het in ieder geval zo dat onderzoek uitwijst dat CLIL kan

leiden tot better English proficiency [and] that it has no negative effect on L1 proficiency, nor

on the pupils’ subject knowledge (Handbook, 2). Dit geeft duidelijk aan dat het geven van

leesonderwijs in de moderne vreemde taal in ieder geval geen negatief effect heeft op het

Nederlands van de leerlingen of de kennis die bij het schoolvak Engels van pas komt. Er zou

gesteld kunnen worden dat de leerlingen in de afgelopen weken hebben bijgeleerd op het

gebied van leesvaardigheid – gekoppeld aan de leesstrategieën.

In dit onderzoek blijkt een groot verschil te zitten tussen de eigen klas en de

controlegroep. Het zou kunnen zijn dat de leerlingen in de eigen groep over het algemeen

over meer talent beschikken voor het maken van Engelse leesteksten – al is dat wat kort door

bocht. Wel zijn de eigen Havo 4 leerlingen in vergelijking met de andere groep aantoonbaar

meer in aanraking gekomen met Engelse leesteksten in de afgelopen maanden. Een andere

factor die wellicht heeft bijgedragen aan het betere resultaat is de positievere benadering van

de Havo 4 leerlingen dan vooraf was verwacht. Het merendeel van de leerlingen geeft immers

aan in ieder geval ‘soms’ gebruik te maken van de aangereikte leestechnieken. Hierin toont

het uitdelen van een leesenquête een nuttig meetinstrument. Wat in dit onderzoek verder niet

onderschat mag worden is het feit dat de eigen groep wordt becijferd op het maken van de

toets – terwijl de controlegroep deze motivatiefactor niet kent.

(14)

14

in het vinden en beschrijven van het effect van een lessenserie waarin skimmen en scannen

aan bod kwamen. Dit onderzoek is niet zozeer gericht op het feit dat er in de moderne

vreemde taal wordt gelezen en wat dit met de leerling doet, maar vergelijkt het gemiddelde

effect. Daarnaast is de theorie achter het benaderen van de lerende buiten beschouwing

gelaten. Voor een groter vervolgonderzoek zijn dit enkele aandachtspunten.

(15)

15

Bronnen

Grabe, William, and Fredricka L. Stoller. Teaching and Researching Reading. Harlow:

Longman, 2002. Print.

Grellet, Françoise. Developing Reading Skills. Cambridge: Cambridge UP, 1981. Print.

Handbook for Teachers: Teaching Knowledge Test. Date accessed: 11-01-2013, 17:03.

<http://www.cambridgeesol.org/assets/pdf/exams/tkt/clil-handbook.pdf>

Hattie, John. Visible Learning: A Synthesis of over 800 Meta-Analyses Relating to

Achievement. London: Routledge, 2009. Print.

Kwakernaak, Erik. (2009) Didactiek van het vreemdetalenonderwijs, Bussum, Coutinho.

Print.

(16)
(17)

17

Text  1  –  Pigeons’  scents  of  direction  

 

1.  Over  welke  diersoort  gaat  deze  tekst?    

     

2. Waar  zijn  deze  dieren  erg  goed  in?    

     

3. Wat  hebben  Italiaanse  wetenschappers  ontdekt  over  deze  diersoort?    

     

4. Welke  test(en)  hebben  de  wetenschappers  uitgevoerd?    

     

5. Kun  je  verklaren  waarom  Britse  wetenschappers  in  het  verleden  tot  een  andere  conclusie  zijn   gekomen?            

Text  2  –  Horror  as  plane  crashes  on  golf  course  

 

1. Hoeveel  passagiers  zaten  in  het  vliegtuigje?    

     

2. Hoe  kwam  het  dat  het  vliegtuigje  neerstortte?    

     

(18)

18

4.  Wat  kun  je  zeggen  over  de  identiteit  van  de  passagiers.    

     

5.  Waarom  zaten  de  passagiers  in  het  vliegtuigje  en  waar  kwamen  ze  vandaan?    

       

Text  3  –  How  a  Big  Brother  box  in  every  boot  will  make  sure  you  pay  as  you  

drive  

 

1.  Lees  alleen  de  kop  van  het  stukje.  Waar  denk  je  dat  de  tekst  over  gaat?    

     

2.  Wat  zou  men  bedoelen  met  ‘Milking  the  Motorist’?    

     

3. Wat  weet  je  over  de  schrijver  van  het  stukje?    

     

4.  True  or  False:  De  automobilist  moet  zelf  voor  de  installatie  van  een  ‘black  box’  betalen.    

     

5.  Noem  een  reden  waarom  de  introductie  van  de  ‘black  box’  goed  kan  zijn?    

     

6.  Wat  is  volgens  Paul  Watters  een  bezwaar  tegen  de  introductie  van  de  ‘black  box’?      

     

7. Is  Tony  Bosworth  ‘in  support’  of  ‘against’  de  introductie  van  de  ‘black  box’?    

   

(19)

19

Text 4 – Justin Bieber paparazzo case thrown out by US judge

Criminal charges filed against a photographer who chased Justin Bieber have been dropped by

a judge.

Paparazzo Paul Raef was charged in July with two counts of violating a law which makes

dangerous driving while taking commercial photographs a criminal offence in California.

He had been chasing Justin Bieber at high speeds on a road in Los Angeles.

LA superior court judge Thomas Robinson called the state's anti-paparazzi law "problematic".

He said the law was too vague in its definition of commercial photographs.

'Protecting celebrities'

If convicted Paul Raef could have faced up to a year in prison and a fine of $3,500 (£2,200).

His lawyer, Brad Kaiserman, said the law was "about protecting celebrities".

The photographer will still face charges of reckless driving and failing to obey police orders.

At the time of the incident, Bieber was stopped by police for driving at 80mph (130kph) in a

65mph (105kph) zone and received a speeding ticket.

He told officers that he was being chased by paparazzi.

The singer called police half an hour later to report that his car was still being pursued.

Raef was later identified by police in downtown LA.

              http://www.bbc.co.uk/newsbeat/20336484    

(20)

20

Questions  –  Justin  Bieber  paparazzo  case  thrown  out  by  US  judge  

 

1. Look  at  the  title.  What  do  you  think  this  text  is  about?    

     

2. Guess  which  person  did  something  wrong  to  the  other  person?    

     

3. Where  did  this  news  story  take  place?    

     

4. What  did  this  person  do  wrong?    

     

5. Why  was  the  court  case  (*rechtzaak)  dropped?    

     

6. Is  this  person  completely  innocent?    

     

7. How  did  the  police  find  out  that  what  happened?  Who  told  them?    

(21)

21

Text 5 – Are 'geek' and 'nerd' now positive terms?

Campaigners  in  Sweden  are  trying  to  force  a  dictionary  to  change  its  definition  of  "nerd".  But  after   two  decades  of  "reappropriation"  has  "nerd"  -­‐  and  its  sister  word  "geek"  -­‐  now  completely  lost  its   derogatory  connotations?  

In  the  1984  film  Revenge  of  the  Nerds  the  rousing  final  speech  of  one  of  the  protagonists  starts  with   the  statement:  "I'm  a  nerd."    

Its  plot  may  be  cartoonish  but  the  film  reveals  a  certain  cultural  backdrop  -­‐  to  be  a  nerd  was  to  be   socially  awkward,  even  socially  inferior.  Jocks,  those  who  were  good  at  sport,  or  other  socially   successful  groups,  usually  ended  up  winning.  To  turn  that  on  its  head  could  form  the  basis  for   comedy.  

Things  have  changed  

The  Social  Network  in  2010  came  in  a  very  different  social  milieu.  Now  a  nerd,  or  a  "geek",  can  be  a   driven  Machiavellian  bent  on  success.  

Today  when  people  think  of  "geeks"  and  "nerds"  they  might  very  well  name  the  likes  of  Bill  Gates,   Steve  Jobs  and  Mark  Zuckerberg  -­‐  people  whose  imagination  and  grasp  of  the  technical  made  them   billions.  

Historic  geeks  are  celebrated.  New  York  Times  blogger  and  geeky  statistician  Nate  Silver  has  been   hailed  as  an  unexpected  star  of  the  US  presidential  election  after  correctly  predicting  the  outcome.   "Hire  geeks!"  advises  this  week's  New  Scientist  magazine.  

(22)

22

Singles  on  dating  websites  define  themselves  in  their  profiles  as  "nerds"  and  "geeks"  -­‐  in  a  positive   way.    

A  slew  of  comedies  over  the  past  few  years  have  had  geeks  as  heroes,  such  as  the  precocious   physicist  of  The  Big  Bang  Theory  and  in  Skyfall,  Bond's  gadget  guru  Q  has  evolved  into  a  slick   computer  geek.    

Origin  

There's  been  a  long  period  of  "reappropriation"  of  the  words  "geek"  and  "nerd".  

The  very  first  depiction  of  a  "nerd"  is  believed  to  have  been  a  hairy,  critter  created  by  children's   author-­‐illustrator  Dr  Seuss.    

Merriam-­‐Webster  Dictionary  mentions  the  1950  book  If  I  Ran  the  Zoo  in  its  etymology  as  the  leading   contender  as  source  for  the  term.  

"The  first  written  reference  was  in  1951,  which  lends  credence  to  the  Dr  Seuss  theory,"  says   associate  editor  Kory  Stamper.  

That  year,  this  definition  was  published  in  Newsweek:  "In  Detroit,  someone  who  once  would  be   called  a  drip  or  a  square  is  now,  regrettably,  a  nerd."  

According  to  Stamper,  the  word  nerd  was  "pretty  much  under  the  radar"  until  the  late  1970s  when   the  computer  boom  prompted  a  rise.    

The  Revenge  of  the  Nerd  films  cemented  in  people's  minds  the  image  of  a  socially  awkward,  brainy   group  that  particularly  dealt  with  technology.  

"There  was  a  dip  in  its  usage  for  a  while  before  becoming  more  popular  as  more  people  started   learning  html  and  building  their  own  websites,"  says  Stamper.  "It  came  back  in  the  mid-­‐1990s,  when   it  was  still  being  used  disparagingly.  There  was  a  slow  shift  and  by  the  2000s,  it  began  to  register  a   neutral  sense."  

The  word  "geek"  is  older,  starting  out  in  the  early  1900s  to  refer  to  a  carnival  performer  (see  box)   whose  only  skill  was  the  ability  to  bite  the  heads  off  chickens.    

Sweden  

In  Sweden,  an  online  petition  to  change  the  dictionary  definition  of  "nerd"  -­‐  a  "simple-­‐minded  and   laughable  person"  –  has  now  gathered  almost  4,000  signatures.    

According  to  reports,  the  Swedish  Academy  says  it  might  change  the  definition  to  something  more   neutral  in  the  future.    

(23)

23

Questions  –  Are  ‘geek’  and  ‘nerd’  now  positive  terms?  

 

1. In  your  groups,  describe  what  a  nerd  is  and  what  (s)he  looks  like.  What  is  a  geek?    

     

2. What  do  you  think  the  introduction  will  focus  on?    

     

3. Now  read  the  introduction.  Were  you  right?  Also,  what  do  you  think  the  rest  of  the  text  will   focus  on?  

       

4. Read  the  sub-­‐title  “Things  have  changed”.  What  do  you  think  has  changed?    

     

5. Do  you  know  Bill  Gates,  Steve  Jobs  and  Mark  Zuckerberg?  What  is  it  that  they  have  done  and   why  are  they  associated  with  the  words  ‘nerd’  and  ‘geek’?  

       

6. Why  would  “Singles  on  dating  websites  define  themselves  in  their  profiles  as  ‘nerds’  and   ‘geeks?’”  

     

7. Where  do  the  original  words  ‘nerd’  and  ‘geek’  come  from?    

     

8. What  is  meant  with  “the  word  nerd  was  "pretty  much  under  the  radar"  until  the  late  1970s?”    

     

9. Can  you  name  a  time  between  1970  and  2012  when  the  word  geek  wasn’t  used  frequently?   Find  the  quotation  in  which  you  can  find  the  answer.  

(24)

24

10. True  or  False:  The  word  nerd  has  a  more  neutral  meaning  in  Sweden  already.  Where  can  you   find  the  answer?  

(25)

25

Text 6 – Bolton man fights work demotion over Facebook gay wedding

comment

A Christian who was demoted in his job for a comment he wrote on Facebook about gay

marriages has taken his employer to court.

Adrian Smith, 55, lost his managerial position and had a 40% salary cut after saying a gay

wedding held in a churches was an "equality too far".

Mr Smith, speaking at the start of the trial at Manchester County Court, claimed Trafford

Housing Trust (THT) acted unlawfully in demoting him.

The trial is due to end on Friday.

Disciplinary action was launched against Mr Smith when he commented next to a BBC News

Online story, written in February 2011, with the headline, "Gay church 'marriage' set to get

the go-ahead".

He claims THT breached his employment contract and interfered with his right to free speech.

Mr Smith, from Bolton, is being supported in his legal action by The Christian Institute, a

national charity that defends the religious liberty of Christians.

The trust says it took action as his comment broke its code of conduct.

http://www.bbc.co.uk/news/uk-england-manchester-19996743

Facebook  gay  wedding  comment  man  [...]  

demotion  case  

A  Christian  who  was  demoted  in  his  job  for  a  comment  he  wrote  on  Facebook  about  gay  

marriages  has  [...]  a  breach  of  contract  action  against  his  employers.  

Adrian  Smith,  55,  lost  his  managerial  position  and  had  a  40%  salary  cut  after  saying  a  gay  

wedding  held  in  a  church  was  an  "equality  too  far".    

Mr  Smith,  from  Bolton,  claimed  Trafford  Housing  Trust  (THT)  acted  unlawfully  in  demoting  

him.  

He  also  alleged  that  the  trust  had  breached  his  human  rights.  

 

 

 

 

http://www.bbc.co.uk/news/uk-­‐england-­‐manchester-­‐20357131

   

 

(26)

26

Questions  –  Facebook  gay  wedding  comment  man  [...]  demotion  case  

 

1. What  did  the  man  say  about  gay  marriage?    

     

2. What  were  the  consequences?    

     

3. What  is  the  man’s  defence?    

     

4. What  do  you  think?  Did  the  man  from  Bolton  win  his  court  case?    

     

5. What  would  the  title  of  the  text  be?    

     

6. Is  there  anything  in  the  second  text  that  will  let  the  reader  know  whether  or  not  the  man  has   won  the  court  case?  If  so,  what?  

(27)

27

Text  7  –  A  day  to  break  toilet  taboos  

 

In  2001,  Singaporean  businessman  Jack  Sim  founded  the  World  Toilet  Organization  to  bring  attention   [...1...].  Travellers  are  still  taking  part  in  the  organization’s  annual  World  Toilet  Day  (19  November),   which  seeks  to  break  toilet  taboos  with  humorous  public  education  campaigns  and  events  around   the  globe.  

[...2....]  

A  staggering  2.5  billion  people  –  that’s  one  in  every  three  people  worldwide  –  do  not  have  access  to  a   clean  toilet.  Around  1.1  billion  people  are  forced  to  defecate  and  urinate  in  the  open.  The  resulting   contaminated  water  leads  to  diarrheal  diseases,  which  kill  more  young  children  in  the  developing   world  than  [...3....]combined.  

There  are  also  massive  economic  costs  associated  with  poor  sanitation.  The  World  Bank’s  Water  and   Sanitation  Program  reported  that  per  year,  poor  sanitation  costs  India  nearly  three  trillion  rupees    ($53.8  billion),  East  Asia  around  88.5  trillion  Indonesian  rupiah  ($9.2  billion)  and  Kenya  around  27.7   billion  shillings  ($324  million).  These  astounding  price  tags  reflect  the  increased  costs  for  providing   health  care  and  accessing  potable  water  (both  for  households  and  agricultural  purposes)  and  the   related  decrease  in  tourism  dollars,  [...4....].  

The  solutions  

As  part  of  World  Toilet  Day,  the  World  Toilet  Organization  is  circulating  a  petition  for  the  United   Nations  to  “keep  its  promises”  on  improving  sanitation  and  clean  water  –  part  of  the  UN’s  eight   Millennium  Development  Goals,  which  also  include  halving  extreme  poverty  by  2015.  The  petition   will  be  given  to  the  UN  during  the  2013  Millennium  Development  Goals  Summit  in  September  2013.   [...5....],  the  Bill  and  Melinda  Gates  Foundation  launched  the  Reinvent  the  Toilet  challenge,  

motivating  engineers  to  build  a  better  toilet.  The  $100,000  first  prize  went  to  a  solar-­‐powered  toilet   that  turns  human  waste  into  energy  while  filtering  the  used  water  to  make  it  suitable  for  irrigation.   Here  are  a  few  highlights  from  this  year’s  World  Toilet  Day  celebrations:  

London,  England  

(28)

28

Durban,  South  Africa  

Following  World  Toilet  Day,  Durban,  South  Africa  is  hosting  the  2012  World  Toilet  Summit  from  4  to  6   December.  

[...6....]  

In  Oregon,  the  organization  PHLUSH  (Public  Hygiene  Lets  Us  Stay  Human)  is  promoting  the  use  of  an   emergency  toilet  in  the  Pacific  Northwest.  

(29)

29

Fill  in  Text  –  A  day  to  break  toilet  taboos  

 

1. In  2001,  Singaporean  businessman  Jack  Sim  founded  the  World  Toilet  Organization  to  bring   attention...  

A. ...to  the  lack  of  sanitation  in  developing  countries   B. ...to  the  world’s  funniest  toilets.  

C. ...the  number  of  leaking  toilets  in  Africa.   D. ...to  what  you  can  do  on  the  toilet.    

 

2. The  sub-­‐title  should  be.   A. The  funny  thing   B. The  problem   C. Toilets   D. The  cost    

 

3. The  resulting  contaminated  water  leads  to  diarrheal  diseases,  which  kill  more  young  children   in  the  developing  world  than...  

A. ...HIV/AIDS,  malaria  and  measles  combined.   B. ...all  African  soldiers  combined.  

C. ...contaminated  water.    

 

4. These  astounding  price  tags  reflect  the  increased  costs  for  providing  health  care  and   accessing  potable  water  (both  for  households  and  agricultural  purposes)  and  the  related   decrease  in  tourism  dollars,  ...  

A. ...because  good  toilets  attract  more  tourists.  

B. ...since  places  with  poor  sanitation  are  less  attractive  to  travellers.   C. ...and  the  number  of  visitors.  

   

5. ...,  the  Bill  and  Melinda  Gates  Foundation  launched  the  Reinvent  the  Toilet  challenge,   motivating  engineers  to  build  a  better  toilet.  

A. Yesterday,  ...  

B. Last  year  around  this  time,  ...   C. Next  year  around  this  time,  ...   D. Someday,  ...  

   

(30)

30

Text 8 – Original

1 ‘Don’t eat one day a week’

2   Each  week  a  global  thinker  from  the  worlds  of  philosophy,  science,  psychology  or  the  arts  is   given  a  minute  to  put  forward  a  radical,  inspiring  or  controversial  idea  –  no  matter  how   improbable  –  that  they  believe  would  change  the  world.  

3   This  week  geneticist  Frances  Ashcroft  says  that  everyone  should  give  up  eating  for  a  day  a   week.“  My  bright  idea  is  for  those  in  the  developed  world  to  fast  one  day  a  week.  Three   hundred  and  thirty  six  million  people  worldwide  now  have  type  2  diabetes.  

4   This  is  not  good  because  it  increases  the  risk  of  heart  disease,  stroke,  blindness,  kidney  failure   and  amputation.  It  causes  one  death  every  seven  seconds.  In  the  UK  alone  we  spend  a   staggering  million  pounds  an  hour  in  treating  the  disease  –  almost  10%  of  the  healthcare   budget.  The  recent  explosion  in  type  2  diabetes  is  driven  by  the  obesity  epidemic  and  the   best  way  to  solve  the  problem  is  for  everyone  to  maintain  a  sensible  weight.  

5   We  all  know  what  we  have  to  do  –  eat  less  and  exercise  more.  But  most  of  us  don’t  find  it   easy  to  calculate  calories  or  eat  the  right  sized  portion  of  food.  

6   Fasting  is  cheap,  simple  and  has  a  long  tradition  in  many  cultures.  

7   Obviously  it  is  important  to  check  with  your  doctor  before  doing  so  and  to  take  plenty  of   fluids,  but  fasting  for  one  day  each  week  may  make  us  healthier,  happier  and  longer  lived.”  

http://www.bbc.com/future/story/20120815-dont-eat-one-day-a-week

(31)

31

Mix  up!  

Find  the  title,  introduction,  the  four  body  paragraphs  and  the  conclusion  and  put  the  text  in  the   right  order.  

-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐   1 Each  week  a  global  thinker  from  the  worlds  of  philosophy,  science,  psychology  or  the  arts  is  

given  a  minute  to  put  forward  a  radical,  inspiring  or  controversial  idea  –  no  matter  how   improbable  –  that  they  believe  would  change  the  world.  

-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐   2 This  is  not  good  because  it  increases  the  risk  of  heart  disease,  stroke,  blindness,  kidney  

failure  and  amputation.  It  causes  one  death  every  seven  seconds.  In  the  UK  alone  we  spend  a   staggering  million  pounds  an  hour  in  treating  the  disease  –  almost  10%  of  the  healthcare   budget.  The  recent  explosion  in  type  2  diabetes  is  driven  by  the  obesity  epidemic  and  the   best  way  to  solve  the  problem  is  for  everyone  to  maintain  a  sensible  weight.  

-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐   3 We  all  know  what  we  have  to  do  –  eat  less  and  exercise  more.  But  most  of  us  don’t  find  it  

easy  to  calculate  calories  or  eat  the  right  sized  portion  of  food.  

-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐   4 Fasting  is  cheap,  simple  and  has  a  long  tradition  in  many  cultures.  

-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐   5 Don’t  eat  one  day  a  week.  

-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐   6 Obviously  it  is  important  to  check  with  your  doctor  before  doing  so  and  to  take  plenty  of  

fluids,  but  fasting  for  one  day  each  week  may  make  us  healthier,  happier  and  longer  lived.”   -­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐-­‐  

7 This  week  geneticist  Frances  Ashcroft  says  that  everyone  should  give  up  eating  for  a  day  a   week.  “My  bright  idea  is  for  those  in  the  developed  world  to  fast  one  day  a  week.  Three   hundred  and  thirty  six  million  people  worldwide  now  have  type  2  diabetes.  

(32)

32

Leesenquête  –  deel  1     ***Aantal  deelnemers   28       ***Leeftijd   15       xxxxxxxxxxx       11   16       xxxxxxxxxxx       11   17       xxxxxx         6       ***Man/Vrouw   man       xxxxxxxxxxxxxxxxxxx     19   vrouw       xxxxxxxxx       9       ***TTO  verleden   ja       xxxx         4   nee       xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx   24       ***Blijven  zitten   nee       xxxxxxxxxxxxxx       14   groep  6       x         1   Havo  2       xx         2   Havo  2  en  Havo  4   x         1   Havo  3       x         1   Havo  4       xxxxxx         6   Atheneum  4     xx         2       ***Mavo  Diploma   nee       xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx   23   ja       xxxxx         5      

***Goed  in  Engels  

helemaal  waar     xxxxxxx         7   waar       xxxxxxxx       8   niet  goed,  niet  slecht   xxxxxxxxxx       10   niet  waar     xx         2   helemaal  niet  waar   x         1    

 

***Goed  in  lezen  teksten  

(33)

33

 

***Goed  in  lezen  Engelse  teksten  

helemaal  waar     xxxxx         5   waar       xxxxxxxx       8   niet  goed,  niet  slecht   xxxxxxxxxx       10   niet  waar     xxxx         4   helemaal  niet  waar   x         1       ***Nederlandse  boeken   geen       xxxxxx         6   1-­‐2       xxxxxxxx       8   3-­‐4       xxxxxxx         7   5  of  meer     xxxxxxx         7      

***In  NL  Lees  ik  naast  [...]  aantal  boeken  

de  krant     xxxxxxxxxx       10   tijdschriften     xxxxxxxxxxxxx       13   artikelen  op  websites   xxxxxxxxxxxxxxx     15   niets       xx         2    

 

***Lezen  doe  ik  

onmdat  het  moet   xxxxxxxxxxxxxxxxxxx     19   omdat  ik  het  leuk  vind   xxxxxxxxx       9   anders,  namelijk   xxx         3   +++               -­‐-­‐-­‐+   reden  1       het  Internet  is  in  EN     2   reden  2       persoonlijke  interesse     1    

 

***Mijn  houding  t.o.v.  lezen  is  

zeer  positief     xxx         3   positief       xxxxx         5   neutraal     xxxxxxxxxxxxxx       14   negatief     xxx         3   zeer  Negatief     xxx         3      

***In  het  Engels  lees  ik  

geen  boeken     xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx     20   1-­‐2       xxxxxxxx       8   3-­‐4       -­‐         0   5  of  meer     -­‐         0      

***In  het  Engels  lees  ik  

(34)

34

geen  antwoord     xxx         3    

 

***Lezen  in  het  Engels  doe  ik  

vanuit  mezelf     xxxxxxx         7   moet  vanuit  school   xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx   24    

 

***Mijn  houding  t.o.v.  lezen  in  het  Engels  

zeer  positief     x         1   positief       xxx         3   neutraal     xxxxxxxxxxxxxxx     15   negatief     xxxx         4   zeer  Negatief     xxxxx         5      

***Lezen  in  het  Engels  vind  ik  

zeer  gemakkelijk   xxx         3   gemakkelijk     xxxxxxxx       8   geen  van  beiden   xxxxxxxxxxxxx       12   moeilijk       xxxxx         5   zeer  moeilijk     -­‐  

   

***Als  ik  beter  Engels  zou  kunnen,  zou  ik  meer  in  deze  taal  lezen   helemaal  waar     xx         2  

waar       xxxxxx         6   niet  meer,  niet  minder   xxxxxxxxxx       10   niet  waar     xxxx         4   helemaal  niet  waar   xxxxxx         6    

 

***Van  het  eindexamen  verwacht  ik  dit  tekstniveau   zeer  gemakkelik   xx         2   gemakkelijk     xxx         3   geen  van  beiden   xxxxxxxx       8   moeilijk       xxxxxxxxxxxxx       13   zeer  moeilijk     xx         2    

 

***Ik  ben  nu  al  klaar  voor  het  eindexamen  

helemaal  waar     xx         2   waar       xx         2   weet  ik  niet     xxxxxxxxxxxxxx       14   niet  Waar     xxxxx         5   helemaal  niet  waar   xxxxx         5    

 

***Ik  weet  wat  leesstrategieën  zijn  en  kan  er  tenminste  één  benoemen   nee       xxxxxxxxxxx       11  

(35)

35

globaal  lezen     xxxxxxxxxxxxxxxxx     17   (be)studerend  lezen   xxxx         4   begrijpend  lezen   x         1   grondig  lezen     xxx         3   zoekend  lezen     xxxx         4      

***Ik  sta  open  voor  het  leren  van  leesstrategieën   helemaal  waar     xxx         3   waar       xxxxxxxx       8   neutraal     xxxxxxxxxxxxxx       14   niet  Waar     xx         2   helemaal  niet  waar   x         1    

 

***Ik  denk  dat  leesstrategieën  mijn  score  op  een  toets  kunnen  verbeteren   helemaal  waar     xxxxx         5  

waar       xxxxxxx         7   neutraal     xxxxxxxxxxxxx       13   niet  Waar     x         1  

(36)

36

Vragen  n.a.v.  de  eerste  toets  

  ***Aantal  deelnemers   26       **De  vragen  

xxxxxxx       7   Ik  maak  vaak  fouten  bij  het  uitleggen  van  citaten.  

xxxx       4   Aangeven  wat  de  mening  van  de  schrijver  is,  vind  ik  moeilijk.  

xxxxxxxxxxxxxxxxx   17   Bij  gatenteksten,  vind  ik  het  lastig  om  het  juiste  invulwoord  te  kiezen.   xxxxxxx       7   Het  juiste  citaat  kiezen  en  noteren,  vind  ik  lastig.  

xxxxxxxx     8   Ik  vind  het  moeilijk  om  de  hoofdgedachte  van  een  tekst  aan  te  geven.   xxxxx       5   Ik  beantwoord  liever  open  vragen  dan  multiple  choice.  

xxxxxxxxxxxxxxxxxxx   19   Ik  vind  het  relatief  gemakkelijk  om  snel  specifieke  informatie  (naam,     jaar,  website,  iemand’s  leeftijd,  etc.)  uit  een  tekst  te  halen.  

xxxxxxxxxxxxxxxxxxx   19   Ik  lees  altijd  eerst  de  vragen  voordat  ik  aan  de  tekst  begin.   xxxxxxxxxx     10   Ik  lees  de  tekst  (bijna  altijd)  in  zijn  geheel.  

(37)

37

Leesenquête  –  deel  2  

***Ik  maak  gebruik  van  leesstrategieën:  

-­‐   Ja,  altijd     -­‐         0   -­‐   Vaak       xxxxx         5   -­‐   Soms       xxxxxxxxxxxxx       13   -­‐   Bijna  nooit     xxx         3   -­‐   Helemaal  niet     xxxxx         5    

***Ik  denk  dat  leesstrategieën  helpen  bij  het  maken  van  een  tekst:   -­‐   Helemaal  waar     xxx         3   -­‐   Waar       xxxxxxxx       8   -­‐   Neutraal     xxxxxxx         7   -­‐   Niet  waar     xxxxxx         6   -­‐   Helemaal  niet  waar   xx         2    

***Ik  vond  het  nuttig  om  in  Havo  4  al  te  oefenen  met  eindexamenstof:   -­‐   Helemaal  waar     xxxxxxx         7   -­‐   Waar       xxxxxxxxxxxx       12   -­‐   Weet  ik  niet     xxxxx         4   -­‐   Niet  waar     x         1   -­‐   Helemaal  niet  waar   x         1  

(38)

38

Aantekeningen  –  Lessenserie  

 

***De  lessenserie  (tot  nu  toe)  

-­‐  Havo  4,  29  leerlingen  (waarvan  af  en  toe  wat  afwezigen).    

 

***donderdag  29  november   -­‐  Afname  Leesenquête  -­‐  deel  1  

-­‐  Uitleggen  dat  ik  onderzoek  doe  naar  leestechnieken  en  dat  deze  enquête  hier  onderdeel  van  is.    

 

***dinsdag  4  December   -­‐  Text  1,  2,  3  

  -­‐  Deze  teksten  gelden  als  voorbereiding  op  Test  1  en  Test  2.     -­‐  In  de  komende  weken  maken  de  leerlingen  verscheidene  teksten.     -­‐  Hierbij  krijgen  ze  een  cijfer  voor  inzet  (weging  1).  

  -­‐  Verder  krijgen  ze  een  cijfer  voor  Test  1  of  2  (weging  2)  en  het  hoogste  cijfer  telt.  

-­‐  Bij  deze  teksten  volgt  weinig  instructie  behalve  maken  in  20-­‐25  minuten,  doe  het  serieus  en        overleg  met  de  buurman/buurvrouw  mag.  

   

***woensdag  5  december   -­‐  Text  1,  2,  3  

  -­‐  De  antwoorden  op  de  vragen  worden  besproken  in  deze  les.  

  -­‐  De  docent  laat  zien  hoe  je  de  antwoorden  in  de  tekst  kan  ontdekken.    

-­‐  Test  1  wordt  afgenomen.  

  -­‐  De  leerlingen  maken  opdracht  1  t/m  3,  4  t/m  10,  14  t/m  21  en  41.     -­‐  Er  is  sprake  van  een  toetssituatie.  

  -­‐  De  leerlingen  hebben  het  hele  uur  de  tijd  voor  de  toets.     -­‐  De  leerlingen  hebben  beschikking  over  een  woordenboek.    

 

***donderdag  6  december   -­‐  PowerPoint  skimmen  en  scannen  

  -­‐  De  PowerPoint  spreekt  redelijk  voor  zichzelf,  mijn  instructie  zit  in  het  verduidelijken,  vragen      stellen  en  betekenis  geven  aan  skimmen  en  scannen,  want:  

-­‐  Het  zijn  technieken  die  je  kunnen  helpen  bij  een  leestoets.    

-­‐  Text  4  

  -­‐  Bij  Text  4  is  het  de  kunst  aan  de  hand  van  de  vragen  (eerst  lezen)  erachter  te  komen  dat        Justin  Bieber  is  lastig  gevallen  door  een  paparazzo.    

  -­‐  De  instructie  is  niet  uitgebreid.  

  -­‐  7/8  minuten  de  tijd  om  te  lezen  en  de  vragen  te  beantwoorden.    

!!!   De  tekst  werd  in  dezelfde  les  nog  besproken.    

 

***Dinsdag  11  december   -­‐  Text  5  

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

Een andere vorm van maatschappelijke schade vloeit voort uit het collegegeldkrediet. Het collegegeldkrediet is een lening die wordt afgesloten om het collegegeld

The aim of the Science article was “to show how relatively simple models can provide a broad biological understanding of the factor controlling disease persistence and recurrent

The evalution of rate constants for the transport between the respective compartments, and their sizes (i. the amount of cadmium in the com- partment) from the

Als je jezelf niet meer bent, als je je familie niet meer kent, als je - omdat je zelf niet meer kunt en wilt eten en je jezelf niet meer proper kunt houden - volledig

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal