• No results found

Tot op heden ben ik nog geen werk tegen gekomen die zich richt op de patronen en ontwikkelingen in de monumentale tempelarchitectuur onder één keizer binnen Rome en de provinciën

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tot op heden ben ik nog geen werk tegen gekomen die zich richt op de patronen en ontwikkelingen in de monumentale tempelarchitectuur onder één keizer binnen Rome en de provinciën"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inleiding

Naar aanleiding van het vak Thematisch Literatuur Onderzoek eerder dit jaar, ben ik mij gaan verdiepen in de Romeinse tempelarchitectuur. Gedurende het opzetten van de historiografie viel het mij op hoeveel er nog ontbreekt binnen het onderzoek dat verricht is naar dit

fascinerende onderwerp. Dit is de reden geweest waarom ik dan ook heb besloten mijn masterscriptie te richten op de tempelarchitectuur van het Romeinse Keizerrijk.

Veel onderzoek dat vandaag de dag is verricht naar Romeinse tempelarchitectuur richt zich op de tempels zelf, waarbij mogelijke patronen en ontwikkelingen binnen een bepaalde periode vaak buiten beschouwing worden gelaten. Er wordt veel tijd en aandacht besteed aan de details van de verschillende tempels. Hierbij kan men denken aan het werk van

bijvoorbeeld Robertson en Sear1. Dit zijn handboeken die wel aandacht schenken aan de tempelarchitectuur, maar geen of zeer weinig verbanden leggen. In sommige gevallen wordt opgemerkt dat, bijvoorbeeld, de kapitelen van tempel A overeenkomsten vertonen met die van tempel B. Dit zijn altijd tempels die, qua datering, ver uit elkaar liggen en er wordt niet verder op ingegaan. Tot op heden ben ik nog geen werk tegen gekomen die zich richt op de patronen en ontwikkelingen in de monumentale tempelarchitectuur onder één keizer binnen Rome en de provinciën. Dit is dan ook de reden dat ik ben gekomen tot de volgende onderzoeksvraag:

“Welke patronen en ontwikkelingen zijn waarneembaar binnen de Romeinse

tempelarchitectuur onder de regering van Augustus en welke onder de regering van Hadrianus en Antoninus Pius.”

Het lijkt mij interessant om uit te zoeken of er een patroon waarneembaar is onder een bepaalde keizer en wat de ontwikkelingen zijn geweest onder zijn bewind. Zoals hierboven als is aangegeven is dit bij eerder onderzoek nauwelijks gedaan, wat naar mijn mening een gat in onze kennis over de perioden laat ontstaan. Deze bevindingen zal ik vervolgens afzetten tegen de mogelijke patronen en ontwikkelingen uit een andere periode om deze twee met elkaar te vergelijken. Voor het onderzoek neem ik de heerschappij van Hadrianus en

Antoninus Pius als één. In hoeverre verschillen deze van elkaar? Zijn er overeenkomsten en wat kan ons dit vertellen? Wanneer deze perioden naast elkaar gelegd worden met een tussenspanne van meer dan een eeuw, geeft dit niet alleen inzicht in de architectonische ontwikkelingen, maar ook in de mogelijke invloed die is voortgekomen uit het uitbreiden van het grondgebied. Daarom heb ik ook bewust gekozen om mij te richten op de tempels die gebouwd zijn in naam van Augustus en de tempels die gebouwd zijn in naam van Hadrianus en Antoninus Pius.

Het onderzoek dat ik ga verrichten kan geplaatst worden binnen twee vakgebieden, namelijk de archeologie en de architectuur. De nadruk ligt daarbij uiteraard op de archeologie. Het gekozen thema is dan ook de architectuur van Romeinse tempels en de patronen en ontwikkelingen daarin.

De reden waarom ik heb gekozen voor de onderzoeksvraag komt hierboven eigenlijk al naar voren. Door een groot aantal auteurs zijn werken opgesteld over de Romeinse

architectuur, met daarin als zijlijn de tempelarchitectuur. Zoals eerder vermeld, kan men hierbij denken aan het werk van Robertson en Sear, maar ook Adamy en Ward-Perkins2, beide genaamd: Architektur (Architektonik) der Römer. En dan nog alleen gericht op de individuele tempels, wat naar mijn mening een hiaat veroorzaakt binnen dit interessante onderdeel van de archeologie en architectuur. Religie en rituelen waren een groot onderdeel

1 Robertson 1983; Sear 1982

2 Adamy 1883; Ward Perkins 1974

(2)

van het dagelijks leven, zoals ook Brown vermeld in zijn werk3. De manier waarop men omging met de plaatsen van aanbidding en de ontwikkelingen daarbinnen vertellen, volgens mij, veel over de manier van denken en beleven in die tijd.

Wat ik verwacht te vinden, is dat er inderdaad onder het bewind van één keizer een

ontwikkeling en patroon zichtbaar zal zijn binnen deze architectuur. Wanneer dit gekoppeld gaat worden aan de bevindingen uit een latere periode, verwacht ik zeker evenveel

overeenkomsten tegen te komen als verschillen. Mogelijk met de nadruk op het laatste.

Om tot een antwoord te komen op de eerder gestelde onderzoeksvraag heb ik eerste een drietal deelvragen opgesteld en daarnaast een catalogus opgezet met daarin 13 Romeinse en één niet Romeinse tempel. Welke tempels er behandeld zijn en waarom zal later op worden ingegaan.

De deelvragen:

 Is er gebruik gemaakt van lokale materialen of werd voor de bouw materiaal geïmporteerd vanuit Italië.

 Gekeken naar de gebruikte tempelarchitectuur, is er een verschil waarneembaar in het gebruik van de canon van Vitruvius? Werd dit meer aangehouden in de vroege Keizertijd of de midden Keizertijd?;

 Is er een voorkeur merkbaar in de wijding van de tempels in de provinciën?;

Om op zowel de onderzoeksvraag als de deelvragen tot een antwoord te komen zal er in eerste instantie materiaal onderzocht moeten worden. Daarvoor is de eerder genoemde catalogus opgezet, waarin de volgende tempels behandeld worden:

Voor Rome:

 De Tempel van Mars Ultor op het Forum van Augustus;

 De Tempel van Venus en Roma;

 De Tempel van Antoninus en Faustina.

 De Tempel van Divus Julius;

 De Tempel van Apollo Palatinus;

 De Tempel van Jupiter Feretrius.

 Het Pantheon.

 De Tempel van Divus Hadrianus Baalbek, Libanon:

 De Tempel van Jupiter;

 De Tempel van Bacchus;

 De Tempel van Venus.

Overige:

 Het Maison Carrée in Nîmes;

 De Tempel van Vesta in Tivoli;

 De Tempel van Bel in Palmyra.

Voor de meeste tempels is het, gezien de onderzoeksvraag, voor de hand liggend waarom deze zijn gekozen. De eerste drie tempels zijn uiteraard gebouwd in opdracht van Augustus, Hadrianus of Antoninus Pius. Voor de provinciën is in eerste instantie gekozen voor de tempels in Baalbek. Hiervan zijn de ruïnes in goede staat en er is veel onderzoek naar verricht. Ondanks het onderzoek dat is verricht naar deze tempels zijn er een aantal gaten in de kennis waar bij de beschrijving van de tempels dieper op ingegaan wordt.

Voor het Maison Carrée is gekozen omdat deze volgens Wilson Jones4 een orthodoxe

representatie is van een model Romeinse tempel in het algemeen. Tevens is deze tempel zeer

3 Brown 1961: 10 en 26

4 Wilson Jones 2000: 66

(3)

goed geconserveerd waardoor ik in de veronderstelling was dat er naar alle onderdelen van de tempel uitvoerig onderzoek gedaan was. Helaas bleek dit niet het geval te zijn.

De Tempel van Vesta is een Republikeinse tempel uit 80 v. Chr. Toch heb ik ervoor gekozen deze tempel mee te nemen in het onderzoek. Dit gedeeltelijk als

vergelijkingsmateriaal voor de ronde Tempel van Venus in Baalbek, maar ook om de keuze van locatie en materiaal te kunnen vergelijken met de tempels uit de vroege Keizertijd.

Tevens is deze tempel goed bewaard gebleven. Het was dan ook mijn intentie om gedurende het hierboven omschreven onderzoek te kijken naar het onderzoek van goed bewaard

gebleven tempels. Is het onderzoek verricht naar de Tempel van Vesta en bijvoorbeeld het Maison Carrée uitvoeriger gedaan dan naar tempels waar weinig of niets van bewaard is gebleven?

De negende tempel is een vreemde eend in de bijt. Het gaat om de Tempel van Bel te Palmyra, Syrië. Het is niet gebouwd door Romeinen en ook niet gewijd aan een Romeinse god, maar aan de god Bel. Dit is de Syrische tegenhanger van Zeus en Jupiter. De reden waarom ik ervoor heb gekozen deze alsnog mee te nemen in het onderzoek heeft te maken met de locatie, architectuur en de datering. Net als de Tempels van Jupiter, Bacchus en Venus is deze tempel gelegen in het Midden Oosten. Mogelijk dat daarmee ook een beïnvloeding waarneembaar is tussen deze tempels binnen de architectuur. Qua datering komt de Tempel van Bel overeen met de tempel van Jupiter, beide zijn gebouwd in de eerste helft van de eerste eeuw na Christus.

De overige vijf tempels zijn gekozen omdat deze zijn gebouwd in opdracht van Augustus, Hadrianus of Antoninus Pius.

Voor elke tempels zijn een vast aantal onderdelen beschreven, namelijk: de locatie, de tempel, de zuilen, het entablement en fronton, materiaal, datering en de redenering achter de bouw. Waar de benodigde informatie ontbrak heb ik zelf, indien mogelijk, een beschrijving gemaakt.

In het onderstaande onderzoek zal eerst aandacht worden besteed aan een architect die van invloed is geweest op de tempelarchitectuur in het Romeinse rijk. Het gaat hier uiteraard om Vitruvius. De reden waarom ik ervoor heb gekozen deze architect eerst te behandelen heeft te maken met de terminologie die gebruikt zal gaan worden in de beschrijvingen van de tempels. Deze zijn in veel gevallen opgesteld door Vitruvius, die zelf uitvoerig verwijst naar Hermogenes (bijlage 2). Ook wordt voor onder andere de Tempel van Mars Ultor verwezen naar deze Hellenistische architect en het canon dat hij zou hebben opgesteld. Om ervoor te zorgen dat de beschrijvingen niet een opeenvolging worden van termen zal de “vader” hiervan eerst kort worden behandelt. De termen die voortkomen uit de architectuur in het algemeen zullen worden toegelicht in de verklarende woordenlijst dat zal worden toegevoegd als bijlage 1.

Het tweede gedeelte van het onderzoek zal bestaan uit de hierboven reeds beschreven catalogus. Daarna zal ingegaan worden op de analyse van het onderzochte materiaal. Dit heb ik gedaan door de verschillende onderdelen per tempel tegen elkaar af te zetten. Daarbij in eerste instantie kijkend naar het algemene plaatje om vervolgens de dateringen toe te voegen als variabele en uiteindelijk ook te kijken naar de regio waarbinnen de tempel is gebouwd.

Om de patronen in de wijding van tempels te onderzoeken die mogelijk aanwezig zijn in de provinciën heb ik 38 tempels bekeken. Net als bij de hierboven genoemde tempels heb ik hierbij eerste de losse onderdelen beschreven, in dit geval: de noordelijke provinciën, Klein Azië, Griekenland, Afrika, het Midden Oosten en Spanje. Vervolgens zijn alle onderdelen samengevoegd voor de uiteindelijke analyse van het materiaal.

Het hele bovengenoemde onderzoek, met uitzondering van de catalogus, zal in de conclusie samenkomen om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag en deelvragen.

(4)

Het is mijn verwachting dat er wel degelijk patronen en ontwikkelingen zichtbaar zijn binnen de tempelarchitectuur onder zowel Augustus als Hadrianus en Antoninus Pius. Hetzelfde geldt voor de wijding van de tempels in de provinciën. Het is mijn verwachting dat ook hier een patroon zichtbaar zal zijn binnen de keuze van wijding. Of dit nu een Romeinse god is, een keizer of bijvoorbeeld een Oosterse cultus. Wanneer er gekeken wordt naar het materiaal verwacht ik dat het grootste gedeelte uit het land afkomstig is waar de tempel is gebouwd, met uitzondering van de latere tempels. Of voor tempels in de provinciën materiaal uit Italië gehaald zal zijn lijkt mij onwaarschijnlijk. In het onderstaande onderzoek en de

daaropvolgende conclusie zullen wij het leren.

Na het lezen van het bovenstaande komt natuurlijk de kwestie van representatie naar voren, voornamelijk gezien het beperkte aantal onderzochte tempels. Binnen het onderzoek is voornamelijk gekeken naar tempels gebouwd in opdracht van een specifieke keizer. Voor de gestelde perioden zijn uiteraard nog een groot aantal tempels aan te wijzen. Hoeveel tempels exact is binnen dit onderzoek niet met zekerheid vast te stellen.

In mijn mening is het onderzoek zoals het hieronder beschreven zal worden wel degelijk representatief. De onderzochte tempels tonen binnen de gestelde periodes genoeg overeenkomsten om daaruit conclusies te kunnen trekken. De opgestelde database is te klein om een eenduidig antwoord te kunnen geven, maar is groot genoeg om een indicatie te geven en mogelijk ruimte te bieden voor vervolg onderzoek.

(5)

Inhoud Inleiding

1 Marcus Vituvius Pollio Blz. 7

 Boek 1 Blz. 7

 Boek 3 Blz. 8

 Boek 4 Blz. 13

2 De Tempel van Mars Ultor Blz. 20

3 De tempel van Venus en Roma Blz. 27

4 De Tempel van Antoninus en Faustina Blz. 33

5 De tempels gebouwd in opdracht van Augustus Blz. 38

 De Tempel van Divus Julius Blz. 38

 De Tempel van Apollo Palatinus Blz. 41

 De Tempel van Jupiter Feretrius Blz. 43

6 De tempels gebouwd in opdracht van Hadrianus Blz. 44

 Het Pantheon Blz. 44

7 De tempels gebouwd in opdracht van Antoninus Pius Blz. 49

 De Tempel van Divus Hadrianus Blz. 49

8 De Tempel van Jupiter Blz. 53

9 De Tempel van Bacchus Blz. 62

10 De Tempel van Venus Blz. 69

11 Het Maison Carrée Blz. 75

12 De Tempel van Vesta Blz. 81

13 De Tempel van Bel Blz. 86

14 Tempel versus tempel: een analyse Blz. 93

 Locatie, locatie, locatie… Blz. 93

 De tempelplattegronden Blz. 97

 De zuilen Blz. 104

 Het entablement en fronton Blz. 110

 Materiaal Blz. 112

 Redenering achter de bouw Blz. 115

 De analyse Blz. 117

 Vitruvius draait zich om? Blz. 119

(6)

15 Wijding in de provinciën: Jupiter versus Mithras? Blz. 121

 De noordelijke provinciën Blz. 121

 Klein Azië Blz. 123

 Griekenland Blz. 124

 Afrika Blz. 124

 Midden Oosten Blz. 125

 Spanje Blz. 125

 De analyse Blz. 126

16 Conclusie Blz. 129

Gebruikte afbeeldingen, tabellen en diagrammen Blz. 132

Bibliografie Blz. 139

Bijlagen:

 Bijlage 1: Verklarende woordenlijst; Blz. 143

 Bijlage 2: Hermogenes; Blz. 145

 Bijlage 3: Tabellen en diagrammen Blz. 148

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

52 Deze, en andere, bewijzen waren con- structief, in de zin dat de stabiliteitstheorie voor ‘gelokaliseerde patro- nen’ zich mede door deze resultaten de laatste 15 jaar zeer

Welke ontwikkelingen spelen zich af binnen de waterwereld, volgens de wateradviseurs van TG en de universiteiten, in relatie tot: klimaat, veiligheid, gebiedsontwikkeling en

Eerst zal er vooral worden gekeken naar de existentie van de homocliene banen in systemen met ruimtelijk inhomogeniteit en daarna wordt de stabiliteit van de homocliene banen

Er kon daarbij uitgegaan worden van de reeds tot stand gebrachte Europese Kolen- en Staalgemeenschap (EGKS). Deze vorming was eveneens niet snel verlopen: na

 Bevatten de meest relevante informatie over de invulling van de plannen per regio en de algemene landelijke trends gra- fisch gepresenteerd. Zo krijgt u snel inzicht in de

► Het recht om vergeten te worden is het recht waarbij verantwoordelijken verzocht kunnen worden om alle persoonsgegevens, zonder vertraging te verwijderen onder

Over de regeerperiode van keizer Caligula is weinig bekend, enkele 

Een zelfde ontwikkeling kan worden geconstateerd voor de koploper onder de thema's, namelijk kinderbescherming: elf nummers verschenen gelijkmatig tot 1990, daarna geen enkele