• No results found

Bijlage 1: Waarde en volume Europese buy-out markt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1: Waarde en volume Europese buy-out markt"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1: Waarde en volume Europese buy-out markt

European Buy-outs by Country - Value of deals (€ million)

Bron: www.cmbor.org

European Buy-outs by Country - Number of deals

Bron: www.cmbor.org

Definitie CMBOR voor een MBO:

"This is the purchase of a business by its management, usually in co-operation with outside financiers. Buy-outs vary in size, scope and complexity but the key feature is that the managers acquire an equity interest in their business, sometimes a controlling stake, for a relatively modest personal investment. The existing owners sell most or usually all of their investment to the managers and their co-investors. If the outside financier (e.g. venture capital firm) takes a majority stake then the deal is not an MBO but rather an IBO".

(2)

Bijlage 2: Definities van de MBO

• Braam & Bruining (1997)

MBO's zijn ondernemingen die, veelal met steun van financiers, door een of meer leden van het zittende management van de voormalige eigenaren van een familiebedrijf of een concern gekocht zijn.

• Bruining, Bonnet en Herst (1991)

Er is sprake van een MBO indien huidige directieleden een controlerend belang in een onderneming of een gedeelte hiervan verwerven, waarna zij (dit gedeelte van) die onderneming voorlopig mede voor eigen rekening en risico voortzetten.

• Bruining, Bonnet en Herst (2003)

Een management buy-out (MBO) omschrijven wij als een transactie waarbij huidige directieleden, gelet hun privé-vermogen, ieder een substantieel belang in een bedrijf of een onderdeel hiervan verwerven, waarna zij (dit onderdeel van) dat bedrijf veelal met steun van onder meer participatiemaatschappijen en banken voortzetten.

• Bruining, Henderik & van Meenen (2001)

Indien het zittend management een bedrijf overneemt, spreken we van een management buy-out (MBO) als voortzetting.

• Centre for Management Buy-Out Research (CMBOR)

This is the purchase of a business by its management, usually in co-operation with outside financiers. Buy-outs vary in size, scope and complexity but the key feature is that the managers acquire an equity interest in their business, sometimes a controlling stake, for a relatively modest personal investment. The existing owners sell most or usually all of their investment to the managers and their co-investors. If the outside financier (e.g. venture capital firm) takes a majority stake then the deal is not an MBO but rather an IBO.

• Herst & Hommelberg (2004)

Een Management Buy-Out of MBO omschrijven wij als een transactie waarbij huidige directieleden door aandelen te verwerven een controlerend belang in een bedrijf of een onderdeel hiervan verkrijgen waarna zij dit bedrijf(sonderdeel) mede voor eigen rekening en risico voortzetten (op basis van Bruining 1992, p17, Herst 1990, p11).

• http://www.investopedia.com/terms/m/mbo.asp

When the managers and/or executives of a company purchase controlling interest in a company from existing shareholders. In most cases, the management will buy out all the outstanding

(3)

shareholders and then take the company private because it feels it has the expertise to grow the business better if it controls the ownership. Quite often, management will team up with a venture capitalist to acquire the business because it's a complicated process that requires significant capital.

• Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP)

Management buy-out is een methode om bedrijfsonderdelen aan het zittende management te verkopen.

• NIB Capital

A management buyout is the purchase of a business by its incumbent management, usually with the help of investors. Management always acquires a substantial equity interest in their business. • Sman (1987)

In alle gevallen waarin het management van een onderneming betrokken is bij de verwerving van een controlerend belang in die onderneming wordt gesproken van een management buy out. Strikt genomen is deze term echter slechts van toepassing in die gevallen waarin het management ook een aanzienlijk gedeelte van de financiering voor zijn rekening neemt. Dit zal slechts zelden het geval zijn.

• Zephyr

A deal type in which all or some of the existing management of the company buy at least 50% of the company from its existing owners. A venture capital company is often brought in to aid the purchase through provision of equity funding. A new company ('Newco') is normally formed by the management team specifically to purchase the Target; often the Newco's name is an anagram of the Target. The Bidder is recorded as the generic 'MBO Team' unless the name of the Newco is known. If this is the case then the Newco is entered as the Bidder, with 'MBO Team' as the parent of the Bidder. If the VC/Private Equity firm take a majority stake then the deal is not defined as an MBO and is coded as an IBO

(4)

Bijlage 3: Vragenlijst interviews

In deze bijlage wordt een globale vragenlijst weergegeven die gebruikt is als leidraad bij de negen gevoerde interviews. Vanzelfsprekend zijn bij een participatiemaatschappij (ook) andere vragen gesteld dan bij een bank.

Algemeen

• Hoe vaak komt een MBO voor bij ………? Welke definitie hanteert …….. voor de MBO?

• Kunt u cijfers geven over de successen (en falen) van MBO’s?

Wat zijn, volgens u, de factoren die bepalend zijn voor het succes en falen van MBO's? • Hoe gaat het MBO proces globaal bij …….. in zijn werk?

Welke andere partijen spelen een rol bij dit proces? Beoordelingscriteria

• Welke criteria worden gebruikt bij de beoordeling van een MBO-voorstel? Kunt u (globaal) aangeven of er onderscheid gemaakt kan worden naar sectoren? Theorie: Kwaliteit van het management is (één van) de belangrijkste factor (onder andere www.nvp.nl).

Hoe bepaalt u de kwaliteit van de manager?

Gaat het hierbij om de managementskwaliteiten of om de ondernemersschapskwaliteiten? Theorie: Overnamesom, vermogensstructuur en vrije kasstroom (Copeland e.a., 1991).

Overnamesom: Is de overnamesom een belangrijke factor bij de totstandkoming/verdeling van

de financiering?

Vermogensstructuur: Wordt er gekeken naar de optimale/gezonde vermogensstructuur? Wordt

er mezzanine-financiering uitgegeven om zo op een gewenster niveau uit te komen? Wordt er in het algemeen bij ondernemingen gestreefd naar een optimale

financieringsstructuur?

Gelooft u dat de optimale vermogensstructuur überhaupt daadwerkelijk bestaat? • Gebruik van vuistregels:

Kunt u enkele veelgebruikte vuistregels noemen?

Kunt u hierbij onderscheid maken tussen sectoren (zijn er sectoren waarbij sneller en/of meer vuistregels worden toegepast)?

(5)

• Gebruiken andere banken dezelfde criteria? En andere financiers?

Valt hierbij een onderscheid te maken tussen EV-verschaffers en VV-verschaffers?

• Waarom kan financiering op basis van kasstromen juist bij MBO’s wel? Veelal wordt er bij MBO's een goed rendement gehaald (aantrekkelijk).Waarom zijn juist de MBO's zo veel belovend?

Leverage

• Uit de literatuur blijkt dat bij de financiering van MBO's veelal gebruik wordt gemaakt van leverage. Is dit ook uw praktijkervaring?

Wat zijn, denkt u, hiervan de oorzaken?

• Hoe kijkt u met uw praktijkervaring in het algemeen aan tegen leverage bij een MBO? Positief (Jensen stroming) of negatief (Rappaport stroming)?

• Uit de literatuur komt naar voren dat de verschillen tussen de solvabiliteit van een leveraged MBO en een niet-leveraged MBO na vijf jaar te verwaarlozen zijn. Deelt u deze mening? Wat is uw praktijkervaring op dit gebied?

• Wordt er veel samengewerkt op het gebied van MBO’s ?

• Denkt u dat Nederland afwijkt ten opzichte van andere landen met betrekking tot de financiering van MBO's?

In de literatuur komt duidelijk naar voren dat met name in de VS (en iets minder VK) veel extremere leverage ratio’s worden gehanteerd dan in Nederland (Braam en Bruining, 1997a). Wat merkt u hiervan in de praktijk? Wat zijn, denkt u, hiervan de oorzaken?

Kan er dan wel een vergelijking gemaakt worden?

En kunnen de theorieën dan wel toegepast worden, omdat veel literatuur en theorieën afkomstig zijn uit de VS?

• Waarom wordt de leverage weer verlaagd?

Moet dat bijvoorbeeld van de algemene kredietrichtlijnen?

En zijn de betreffende bankmanagers (die over MBO gaan) het hier mee eens? Speelt risicoaversie (van managers? van banken?) hierbij een rol?

• Vraag aan participatiemaatschappij:

Waarom heeft u als streven om na vijf tot zeven jaar weer terug te trekken uit de onderneming?

(6)

Staat het van te voren vast wanneer dit gebeurt? Is soms niet beter (hoger rendement) om er langer in te blijven?

Hoe gebeurt dit? Verkoop van de aandelen,…? Levert dit wel eens problemen op? • Hoe komt de onderneming weer onder haar leverage uit? Winst, EV-uitgifte...?

Welke voorwaarden worden gesteld om ervoor te zorgen dat de onderneming daadwerkelijk terugbetaald?

• Op welk niveau belandt het VV vijf jaar nadat de MBO heeft plaatsgevonden? Terug op het oude niveau of hoger?

Als het hoger is, kan dit dan ook niet zonder een MBO bereikt worden?

• Wordt er bij ……… voor de beoordeling van MBO’s gebruikt gemaakt van het FINAN model?

- Zo ja, hoe dan? Grote rol? En wat is u ervaring ermee? Kunt u dit andere banken aanbevelen? Zijn er aspecten die u graag anders wilt zien?

- Zo nee? Waarom maakt u geen gebruik van FINAN? Heeft u dit wel eens overwogen? • Hoe ziet u de toekomst voor de MBO-markt? In het algemeen? En voor Nederland?

En de rol van leverage hierbij? En de rol van uw organisatie?

(7)

Bijlage 4: Sectorverdeling

De sectorverdeling vindt plaats op basis van de bikcodes van de MBO-ondernemingen. BIK staat voor Bedrijfsindeling kamers van koophandel en de onderverdeling geschiedt op basis van de activiteiten van de ondernemingen. Indien de holding de bikcode 65234 heeft, is hier de bikcode van de BV meegenomen.

Sectorverdeling per 1 cijfer

Sector Aantal Percentage

0 Landbouw, jacht, bosbouw en visserij 0 0%

1 Delfstofwinning, industrie: voeding, textiel etc 7 14%

2 Industrie: hout, papier, chemie, glas, metaal 19 39%

3 Industrie: electro, transport, meubels etc. 3 6%

4 Bouwnijverheid, nutsbedrijven 2 4%

5 Detailhandel, groothandel, horeca, reparatie 6 16%

6 Vervoer, opslag, communicatieen financiele instellingen 3 6% 7 Verhuur (on)roerende goed, zakelijke dienstverlening 6 12%

8 Onderwijs, gezondheid en welzijn 0 0%

9 Milieu, cultuur, recreatie, ov. dienstverlening 1 2%

Totaal 49 100%

Sectorverdeling per 2 cijfers

Sector Aantal Percentage

15 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 3 6%

17 Vervaardiging van textiel 3 6%

19 Vervaardiging van leer en lederwaren (geen kleding) 1 2% 21 Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren 1 2% 22 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 4 8%

24 Vervaardiging van chemische producten 4 8%

25 Vervaardiging van producten van rubber en kunststof 1 2%

27 Vervaardiging van metalen in primaire vorm 1 2%

28 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen)

5 10%

29 Vervaardiging van machines en apparaten 3 6%

33 Vervaardiging van medisch apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d. precisie- en optische instrumenten en uurwerken

1 2%

36 Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g.

2 4%

45 Bouwnijverheid 2 4%

51 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen)

6 12%

52 Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen)

2 4%

65 Financiële instellingen (uitgezonderd verzekeringswezen en pensioenfondsen)

3 6%

72 Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. 2 4%

74 Overige zakelijke dienstverlening 4 8%

92 Cultuur, sport en recreatie 1 2%

(8)

Bijlage 5: Drie ondernemingen

Beschrijving van de drie ondernemingen

• RTP Elektrotechniek BV

Op 14 januari 1997 wordt RTP Elektrotechniek BV door APM Business Partners volledig verkocht aan de directie van de onderneming. RTP Elektrotechniek is een landelijk opererend elektrotechnisch installatiebedrijf met op het moment van de overname ruim 120 medewerkers en een omzet van 18 miljoen gulden. RTP verricht alle activiteiten op het gebied van elektrotechnische installaties, instrumentatie en panelenbouw (Het Financieele dagblad, 14 januari 1997, pagina 5). Aangenomen is dat ten behoeve van de financiering gebruik gemaakt is van een holding, aangezien sindsdien de geconsolideerde cijfers van RTP Holding BV bij de Kamer van Koophandel vermeld staan.

• Minkels Holding BV

Het Financieele dagblad van 7 november 1997, pagina 3 meldt dat W.J. Minkels zijn in 1948 opgerichte onderneming Minkels Holding BV uit Veghel verkoopt aan twee managers van het bedrijf en ABN Amro Participaties. Minkels Holding is toeleverancier voor onder andere de telecommunicatie- en elektronica-industrie, heeft een jaaromzet van 50 miljoen gulden en telt 240 medewerkers op het moment van de buy-out.

• Verebus Engineering BV

Op 29 april 2000 heeft het Rotterdamse conglomeraat Internatio-Muller de onderneming Verebus Engineering BV in Den Haag verkocht aan de huidige interim-directeur van het bedrijf. Verebus heeft op dat moment een omzet van 13,4 miljoen gulden per jaar en 120 mensen in dienst. Verebus Engineering hoorde niet langer tot de kernactiviteiten van Internatio-Muller (Het Financieele dagblad, 29 april 2000). Bij de Kamer van Koophandel zijn alleen de cijfers vanaf 2000 geregistreerd, waarbij het gaat om de vennootschappelijke cijfers. Aangezien Verebus Engineering BV geen deelnemingen bezit, zijn deze cijfers wel bruikbaar.

(9)

Kasstromen (x € 1,000,-):

• RTP Holding BV

Vrije kasstroom overzicht

1998 1999 2000 2001 Bedrijfsresultaat 325 248 410 357 ────── ────── ────── ────── Gecorrigeerd bedrijfsresultaat 325 248 410 357 ────── ────── ────── ────── Netto bedrijfsresultaat 325 248 410 357 Afschrijvingen:

Afschrijvingen immateriële activa 79 113 61 61

Afschrijvingen onroerend goed 100 51 151 143

Afschrijvingen 179 164 212 204

────── ────── ────── ──────

Operationele cashflow 504 412 622 561

Bruto investeringen:

Mutatie netto werkkapitaal -23 -542 95 -99

Investeringen onroerend goed -167 -78 -107 -57

Bruto investeringen -190 -620 -12 -156

────── ────── ────── ──────

Vrije kasstroom 314 -208 610 405

══════ ══════ ══════ ══════

Vrije kasstroom (Kasstroom voor investeerders) overzicht

1998 1999 2000 2001

Overige mutaties eigen vermogen 53 109 54 109

────── ────── ────── ──────

Kasstroom eigen vermogen verschaffers 53 109 54 109

Financieringen vreemd vermogen 0 -200 0 0

Aflossingen lang vreemd vermogen 208 208 181 39

Netto rentelasten 119 108 106 62

Mutatie overige kortlopende schulden -66 -433 269 95

────── ────── ────── ──────

Kasstroom vreemd vermogen

verschaffers 261 -317 556 296

────── ────── ────── ──────

Vrije kasstroom 314 -208 610 405

(10)

• Minkels Holding BV

Vrije kasstroom overzicht

1997 1998 1999 2000 2001

Bedrijfsresultaat 2190 1608 1983 4465 2723

Correcties bedrijfsresultaat:

Mutatie voorziening bedrijfsactiviteiten -213 113 3 196 -159

Correcties bedrijfsresultaat -213 113 3 196 -159

──── ───── ───── ───── ─────

Gecorrigeerd bedrijfsresultaat 1,977 1,721 1,986 4,661 -2,882

Belasting bedrijfsresultaat:

Winstbelasting --642 -410 -508 -1,322 1,096

Belasting rentebaten en lasten -49 -99 -104 -127 -113

Belasting bedrijfsresultaat -691 -509 -612 -1,449 983

───── ───── ───── ───── ─────

Netto bedrijfsresultaat 1,286 1,212 1,374 3,212 -1,899

Afschrijvingen:

Afschrijvingen onroerend goed 904 1,035 1,037 997 740

Afschrijvingen 904 1,035 1,037 997 740

───── ───── ───── ───── ─────

Operationele cashflow 2,190 2,247 2,411 4,209 -1,159

Bruto investeringen:

Mutatie netto werkkapitaal 3,359 -1,665 -900 -1,956 1,333

Bruto investeringen 3,890 -949 -730 -2,849 2,569

───── ───── ───── ───── ─────

Vrije kasstroom 6,080 1,298 1,681 1,360 1,410

═════ ═════ ═════ ═════ ═════

Vrije kasstroom (Kasstroom voor investeerders) overzicht

1997 1998 1999 2000 2001

Overige buitengewone baten 0 0 0 0 -3,335

───── ───── ───── ───── ─────

Niet operationele cashflow 0 0 0 0 -3,335

Overige mutaties eigen vermogen 2,908 1,343 1,437 980 3,300

───── ───── ───── ───── ─────

Kasstroom eigen vermogen verschaffers 2,908 1,343 1,437 980 3,300

Financieringen vreemd vermogen 0 0 -591 0 0

Aflossingen lang vreemd vermogen 2,739 551 0 659 882

Netto rentelasten 90 185 194 236 211

Mutatie overige kortlopende schulden 343 -781 641 -515 352

───── ───── ───── ───── ───── Kasstroom vreemd vermogen

verschaffers 3,172 -45 244 380 1,445

───── ───── ───── ───── ─────

Vrije kasstroom 6,080 1,298 1,681 1,360 1,410

(11)

• Verebus Engineering BV

Vrije kasstroom overzicht

2001 2002 2003 2004

Bedrijfsresultaat 1,117 1,262 647 662

Correcties bedrijfsresultaat:

Mutatie voorziening bedrijfsactiviteiten 2 17 31 -52

Correcties bedrijfsresultaat 2 17 31 -52

────── ────── ────── ──────

Gecorrigeerd bedrijfsresultaat 1,119 1,279 678 610

Belasting bedrijfsresultaat:

Winstbelasting -370 -419 -210 -218

Belasting rentebaten en lasten -6 -2 -3 -3

Belasting bedrijfsresultaat -376 -421 -213 -221

────── ────── ────── ──────

Netto bedrijfsresultaat 743 858 465 389

Afschrijvingen:

Afschrijvingen onroerend goed 149 126 90 90

Afschrijvingen 149 126 90 90

────── ────── ────── ──────

Operationele cashflow 892 984 555 479

Bruto investeringen:

Mutatie netto werkkapitaal 316 -331 187 40

Investeringen onroerend goed -143 -31 -31 -96

Bruto investeringen 173 -362 156 -56

────── ────── ────── ──────

Vrije kasstroom 1,065 622 711 423

══════ ══════ ══════ ══════

Vrije kasstroom (Kasstroom voor investeerders) overzicht

2001 2002 2003 2004

Overige mutaties eigen vermogen 730 500 586 400

────── ────── ────── ──────

Kasstroom eigen vermogen verschaffers 730 500 586 400

Financieringen vreemd vermogen 0 0 0 -91

Aflossingen lang vreemd vermogen 324 117 118 109

Netto rentelasten 11 5 7 5

────── ────── ────── ──────

Kasstroom vreemd vermogen

verschaffers 335 122 125 23

────── ────── ────── ──────

Vrije kasstroom 1,065 622 711 423

(12)

Kengetallen (x € 1,000,-) • RTP Holding BV 1997 1998 1999 2000 2001 Solvabiliteit (%) 27.4 26.6 23.0 41.4 39.6 Debt to EBITDA 3.41 2.73 4.37 2.17 1.99 Debt to EBITA 4.45 4.24 7.26 3.30 3.13 EBITA 341 325 248 410 357 EBITDA 446 504 412 622 561

Interest coverage ratio 2.09 2.73 2.30 3.87 5.76

Debt Service Capacity 0.96 -0.66 2.13 4.01

• Minkels Holding BV 1997 1998 1999 2000 2001 Solvabiliteit (%) 39.4 34.5 29.8 35,2 48,3 Debt to EBITDA 1.64 2.00 1.74 0.93 -1.95 Debt to EBITA 2.31 3.29 2.65 1.14 -1.42 EBITA 2,190 1,608 1,983 4,465 -2,723 EBITDA 3,094 2,643 3,020 5,462 -1,983

Interest coverage ratio 15.76 5.66 6.65 12.30 1.89

Debt Service Capacity 2.15 1.76 8.68 1.52 -0.63

• Verebus Engineering BV 2000 2001 2002 2003 2004 Solvabiliteit (%) 29.4 23.9 59.4 60.8 55.8 Debt to EBITDA 0.82 0.29 0.18 0.18 0.15 Debt to EBITA 0.98 0.33 0.20 0.20 0.17 EBITA 704 1,117 1,262 647 662 EBITDA 845 1,266 1,388 737 752

Interest coverage ratio 17.61 24.91 47.48 36.39 47.71

(13)

Aflossingen (x € 1,000,-)

• RTP Holding BV

Aflossingen lang vreemd vermogen

1997 1998 1999 2000 2001

Aflossing lening 66 66 66 41 39

Aflossing overige lening 143 142 143 140 0

────── ────── ────── ────── ──────

Aflossingen lang vreemd vermogen 209 208 209 181 39

══════ ══════ ══════ ══════ ══════

Aflossingscapaciteit

1998 1999 2000 2001

Kasstroom uit operationele activiteiten 504 412 622 561

Afname netto werkkapitaal -14 -480 29 -46

Reservering voor vervanging -179 -164 -212 -204

────── ────── ────── ──────

Aflossingscapaciteit 311 -232 439 311

══════ ══════ ══════ ══════

• Minkels Holding BV

Aflossingen lang vreemd vermogen

1997 1998 1999 2000 2001

Aflossing lening 2,739 551 0 659 882

───── ───── ───── ───── ─────

Aflossingen lang vreemd vermogen 2,739 551 0 659 882

═════ ═════ ═════ ═════ ═════

Aflossingscapaciteit

1997 1998 1999 2000 2001

Kasstroom uit operationele activiteiten 2,190 2,247 2,411 4,209 -1,159

Afname netto werkkapitaal 891 -1 -147 -522 643

Reservering voor vervanging -904 -1,035 -1,037 -997 -740

───── ───── ───── ───── ─────

Aflossingscapaciteit 2,177 1,211 1,227 2,690 -1,256

(14)

• Verebus Engineering BV

Aflossingen lang vreemd vermogen

2000 2001 2002 2003 2004

Aflossing lening 0 46 45 45 0

Aflossing overige lening 0 278 72 73 109

────── ────── ────── ────── ──────

Aflossingen lang vreemd vermogen 0 324 117 118 109

══════ ══════ ══════ ══════ ══════

Aflossingscapaciteit

2001 2002 2003 2004

Kasstroom uit operationele activiteiten 892 984 555 479

Afname netto werkkapitaal 637 -690 297 -8

Reservering voor vervanging -149 -126 -90 -90

────── ────── ────── ──────

Aflossingscapaciteit 1,380 168 762 381

(15)
(16)

Bijlage 6: De functies ‘Consolideren’ en ‘Het opzetten van een koopholding’

in FINAN

Consolideren

De functie ‘consolideren’ is te vinden onder ‘Bestand’. Aan de hand van drie (eventueel vier bij een nieuw document aanmaken) schermen wordt de gebruiker door het consolidatieproces begeleid.

1. Scherm: ‘Consolideer naar..’. In dit scherm wordt de keuze tussen het actieve document of naar een nieuw document gemaakt.

2. Scherm: ‘Te consolideren documenten’. In deze stap kan worden gekozen welke documenten de gebruiker wil consolideren. Ook het toevoegen van andere (nog niet in de lijst voorkomende) documenten is mogelijk. Tevens kan het factorpercentage en de jaren van consolidatie worden aangegeven per document.

3. Scherm: ‘Te consolideren periodes’. Er kan gekozen worden uit de historie, de prognosejaren en uit een budgetperiode. Indien de gebruiker de prognosejaren wil mee consolideren, kan er gekozen worden om de prognose formules wel of niet mee te nemen.

Indien aangevinkt, wordt de handmatig ingegeven invoer uit de documenten meegenomen in de consolidatie. Dit zorgt ervoor dat de prognose niet gelijk is aan de totaaltelling van alle individuele documenten.

Indien niet aangevinkt, wordt de prognose in het geconsolideerde document wel gelijk gesteld aan de totaaltelling van de getallen van de onderliggende individuele documenten.

Nadat alle schermen doorgelopen zijn, verschijnt boven aan een nieuw boventabblad met de geconsolideerde cijfers. Automatisch zijn de deelnemingen tegen het EV weggestreept net als de bedragen bij R/C groepsmaatschappijen (bij zowel de vorderingen als de kortlopende schulden). De balans van de geconsolideerde onderneming bestaat wederom uit historische jaren en prognosejaren. Door middel van de functie ‘Toon deelnemingen’ (te bereiken via de rechtermuisknop of via ‘Beeld’ in de menubalk) laat FINAN zien hoe de geconsolideerde onderneming in het betreffende jaar uit de verschillende ondernemingen is opgebouwd en ook wordt de aanpassing getoond die gemaakt is ten behoeve van de consolidatie.

Het opzetten van een koopholding

De functie ‘Het opzetten van een koopholding’ bevindt zich onder ‘Extra’. Aan de hand van een aantal opeenvolgende schermen wordt de gebruiker door het proces geleid.

1. Indien men het script aanklikt, verschijnt een scherm in beeld dat vermeldt de gebruiker te zullen begeleiden bij het opzetten van een koopholding structuur.

(17)

2. Het volgende scherm meldt dat een voorwaarde voor het script is dat van de werkmij reeds een FINAN document bestaat. En er wordt gevraagd of de gebruiker een nieuw document wil aanmaken voor de kopende holding.

Bij ‘ja’ wordt een nieuw document aangemaakt en wordt de gebruiker naar de naam van de nieuwe holding gevraagd.

Bij ‘nee’ krijgt de gebruiker de mogelijkheid om een bestaand document te selecteren. 3. In het daaropvolgende scherm kan de gebruiker de werkmij selecteren.

4. Het volgende scherm geeft de gegevens van het eigen vermogen en het balanstotaal van de werkmij aan met daarbij de vraag hoeveel voor de aandelen wordt betaald.

5. Een toegevoegd scherm (naar aanleiding van de stage) geeft de liquide middelen van de werkmij aan met daarbij de vraag hoeveel de gebruiker hiervan wenst aan te wenden voor de financiering van de nieuwe holding. Dit scherm verschijnt alleen indien liquide middelen in de werkmij aanwezig zijn.

6. Het volgende scherm is een informatiescherm, dat aangeeft dat de post ‘Liquide middelen’ is verlaagd en dat de post ‘R/C groepsmaatschappijen’ is verhoogd met hetzelfde bedrag. Ook dit scherm verschijnt alleen als de gebruiker heeft gekozen om in het vorige scherm gebruik te maken van de aanwezige liquide middelen van de werkmij.

7. Indien stap 5 en 6 zijn uitgevoerd, volgt wederom een informatiescherm over het ontstaan van een aangepaste werkmij (de post ‘Liquide middelen’ is immers verlaagd en ‘R/C groepsmaatschappij’ wordt verhoogd). Tevens wordt vermeld dat deze werkmij zal worden opgeslagen onder de dossiernaam ‘Werkmij (na overname)’.

Afhankelijk van de keuze tussen een bestaande of nieuwe holding, wordt onderscheid gemaakt in de volgende stappen.

Indien is gekozen voor een bestaande holding:

8. Er volgt een informatiescherm om aan te geven wat veranderd is in de koopholding (deelnemingen, geactiveerd goodwill en de afname van de liquide middelen).

Indien is gekozen voor een nieuwe holding:

8. Een scherm met de vraag hoeveel eigen vermogen in de nieuwe holding zit, verschijnt in beeld.

9. Het volgende scherm vermeldt de wijzigingen in de nieuwe holding (deelnemingen, geactiveerd goodwill, EV en lang vreemd vermogen).

Voor beide opties wordt tenslotte vermeld dat het aanmaken van de koopholding is voltooid. Tevens wordt vermeld dat de consolidatie inzichtelijk kan worden gemaakt met behulp van de optie ‘Toon deelnemingen’.

(18)

Bijlage 7: Enquête Klanten FINAN en uitwerkingen

1. Implementatie FINAN in het algemeen:

In de onderstaande tabel kunt u aan de linkerkant antwoord geven op vraag 1.1 en in het rechter gedeelte op vraag 1.2

1.1 Kunt u in de volgende tabel aangeven waarom u voor de aanschaf van het financiële pakket van FINAN heeft gekozen? (meerdere antwoorden mogelijk)

1.2 Kunt u vervolgens aangeven in welke mate FINAN voldoet aan uw verwachtingen met betrekking tot de gegeven antwoorden bij vraag 1.1?

1.1 Reden van aanschaf: 1.2 Voldoet aan de verwachtingen*: Score Max. 9x Niet Minder dan verwacht Zoals verwacht Beter dan verwacht Als hulpmiddel bij het bepalen van de

toekomstige financieringsbehoefte. 9x 100%

Als hulpmiddel bij de financiële rapportage naar de klanten.

7x 86% 14%

Als hulpmiddel bij de ondernemingswaardering.

8x 25% 75%

Als hulpmiddel bij de evaluatie van

financiële prestaties. 7x 14% 86%

Als hulpmiddel bij het opstellen van scenario's met de klant.

9x 71% 29%

overig, namelijk ... 1x 100%

* Percentages zijn berekend met het aantal in de kolom ‘score max. 9x’ als 100%. Bijvoorbeeld “als hulpmiddel bij de financiele rapportage naar klanten” wordt 7 keer genoemd als reden voor aanschaf; dan geldt 7 als 100% bij vraag 1.2.

1.3 Was FINAN makkelijk in te voeren in uw organisatie?

11% moeilijk 44% redelijk 44% makkelijk

1.4 Vindt u dat u tijdens het implementatieproces voldoende bent begeleid door FINAN? 0% onvoldoende 11% redelijk 67% voldoende 22% meer dan

voldoende

1.5 Vindt u dat u na het implementatieproces voldoende wordt begeleid door FINAN (cursussen etc.)?

0% onvoldoende 22% redelijk 67% voldoende 11% meer dan voldoende 1.6 Is de handleiding over het algemeen toereikend en duidelijk genoeg?

(19)

11% onvoldoende 11% redelijk 56% voldoende 22% meer dan voldoende

1.7 Heeft u het gevoel dat u bij problemen voldoende terecht kunt bij FINAN en dat u dan spoedig en voldoende geholpen wordt?

0% onvoldoende 11% redelijk 56% voldoende 33% meer dan voldoende

1.8 Heeft u het gevoel dat u uw feedback omtrent FINAN voldoende kwijt kunt en vindt u dat hier voldoende mee gedaan wordt?

0% onvoldoende 22% redelijk 67% voldoende 11% meer dan voldoende

1.9 Heeft u eventueel suggesties en/of opmerkingen met betrekking tot de voorgaande vragen of andere suggesties en/of opmerkingen?

- Weergave van de resultaten op basis van EBITDA en EBITA (is al eerder aangegeven).

2. Het waarderingsmodel FINAN (Valuation of Valuation plus) 2.1 U maakt gebruik van:

78% Valuation 22% Valuation Plus

Er volgen nu een aantal stellingen omtrent het waarderingsmodel: 2.2 Het waarderingsmodel bevat overbodige, storende items.

11% eens 56% gedeeltelijk eens 22% niet eens 11% niet ingevuld 2.3 Het waarderingsmodel is:

- voldoende duidelijk ten aanzien van de uitwerking van de waarderingsmethodes.

44% eens 33% gedeeltelijk eens 0% niet eens 22% niet ingevuld - voldoende duidelijk ten aanzien van de gemiddelde vermogenskostenvoet.

22% eens 56% gedeeltelijk eens 0% niet eens 22% niet ingevuld - voldoende duidelijk ten aanzien van de vrije kasstroom.

44% eens 33% gedeeltelijk eens 0% niet eens 22% niet ingevuld 2.4 Het waarderingsmodel is:

(20)

- volledig ten aanzien van het aantal waarderingsmethodes.

44% eens 22% gedeeltelijk eens 11% niet eens 22% niet ingevuld - volledig ten aanzien van de uitwerking van de waarderingsmethodes.

33% eens 33% gedeeltelijk eens 0% niet eens 33% niet ingevuld - volledig ten aanzien van de gemiddelde vermogenskostenvoet.

22% eens 44% gedeeltelijk eens 0% niet eens 33% niet ingevuld - volledig ten aanzien van de vrije kasstroom.

44% eens 22% gedeeltelijk eens 0% niet eens 33% niet ingevuld 2.5 De handleiding met betrekking tot het waarderingsmodel is toereikend en duidelijk genoeg. 33% eens 44% gedeeltelijk eens 11% niet eens 11% niet ingevuld 2.6 Het waarderingsmodel voldoet aan de informatiebehoefte van de gebruiker(s) binnen uw organisatie.

44% eens 44% gedeeltelijk eens 0% niet eens 11% niet ingevuld 2.7 De ondersteuning van FINAN met betrekking tot het waarderingsmodel is voldoende. 67% eens 11% gedeeltelijk eens 0% niet eens 22% niet ingevuld 2.8 Er is voldoende gelegenheid tot het geven van feedback en daar wordt ook voldoende mee gedaan.

56% eens 33% gedeeltelijk eens 0% niet eens 11% niet ingevuld 2.9 Heeft u eventueel suggesties en/of opmerkingen met betrekking tot de voorgaande vragen of andere suggesties en/of opmerkingen?

- De IRR Methode ontbreekt, ondanks dat deze veel gebruikt wordt bij investeringsanalyses. - Een persoon geeft hier aan geen gebruik te maken van de waarderingsmodellen, omdat er gebruik wordt gemaakt van eigen Excel modellen. Deze persoon heeft de voorgaande vragen dan ook niet beantwoord.

- Een persoon geeft aan het Valuation pakket een jaar in huis te hebben en nog weinig gebruikt te hebben. Dit is de reden waarom sommige van de voorgaande vragen moeilijk te beantwoorden zijn.

3. De functie ‘consolideren’

(21)

11% nooit 44% bijna nooit 33% soms 0% regelmatig 11% vaak

Indien het antwoord (bijna) nooit is, ga verder bij vraag 3.6

Er volgen een aantal stellingen omtrent de functie ‘consolideren’. 3.2 Het is meteen duidelijk wat de functie ‘consolideren’ doet.

33% eens 11% gedeeltelijk eens 11% niet eens 44% niet ingevuld 3.3 De functie ‘consolideren’ voldoet aan de informatiebehoefte van uw organisatie. 11% eens 44% gedeeltelijk eens 0% niet eens 44% niet ingevuld 3.4 De functie ‘consolideren’ is, in de huidige staat, prima te gebruiken voor uw organisatie. 11% eens 44% gedeeltelijk eens 0% niet eens 44% niet ingevuld 3.5 De handleiding met betrekking tot het consolideren is toereikend en duidelijk. 44% eens 11% gedeeltelijk eens 0% niet eens 44% niet ingevuld 3.6 Alleen beantwoorden indien uw antwoord op vraag 3.1 (bijna) nooit is.

Wat is/zijn de reden(en) waarom u geen gebruikt maakt van de functie ‘consolideren’? 0x Het bestaan van de functie is u onbekend.

0x De functie is te onduidelijk.

1x U heeft nooit met consolideren te maken. 0x De functie is onvolledig.

1x De functie is te specifiek. 3x Overig, namelijk ...

- relatief weinig gebruikt in de betreffende praktijk. - slechts één keer uitgevoerd.

3.7 Heeft u eventueel suggesties en/of opmerkingen met betrekking tot de voorgaande vragen? Geen.

4. De functie ‘opzetten van een koopholding’ (alleen indien Valuation plus) 4.1 Maakt u wel eens gebruik van de functie ‘opzetten van een koopholding’? 56% nooit 22% bijna nooit 0% soms 0% regelmatig 0% vaak 22% niet ingevuld

(22)

Indien het antwoord (bijna) nooit is, ga verder bij vraag 4.6

Er volgen een aantal stellingen omtrent de functie ‘opzetten van een koopholding’. 4.2 Het is meteen duidelijk wat de functie ‘opzetten van een koopholding’ doet. 0% eens 0% gedeeltelijk eens 11% niet eens 89% niet ingevuld

4.3 De functie ‘opzetten van een koopholding’ voldoet aan de informatiebehoefte van uw organisatie.

0% eens 0% gedeeltelijk eens 11% niet eens 89% niet ingevuld

4.4 De functie ‘opzetten van een koopholding’ is, in de huidige staat, prima te gebruiken voor uw organisatie.

0% eens 0% gedeeltelijk eens 11% niet eens 89% niet ingevuld

4.5 De handleiding met betrekking tot het ‘opzetten van een koopholding’ is toereikend en duidelijk.

0% eens 0% gedeeltelijk eens 11% niet eens 89% niet ingevuld 4.6 Alleen beantwoorden indien uw antwoord op vraag 4.1 (bijna) nooit is.

Wat is/zijn de reden(en) waarom u geen gebruikt maakt van de functie ‘opzetten van een koopholding’?

2x Het bestaan van de functie is u onbekend. 0x De functie is niet duidelijk genoeg.

0x U heeft nooit met het overnames te maken. 0x De functie is onvolledig.

2x De functie is te specifiek. 0x Overig, namelijk ...

4.7 Heeft u eventueel suggesties en/of opmerkingen met betrekking tot de voorgaande vragen? Geen.

5. Zou u FINAN bij uw klanten aanbevelen?

11% niet 11% wellicht niet 11% twijfelachtig 22% wellicht ja 44% absoluut wel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 We bidden u voor de landen en volkeren vanwaar de vluchtelingen zijn gevlucht. Dat vrede onder de volkeren, verzoening op alle niveaus en menselijke ontwikkeling voor allen

opdat zijn droom “een betere toekomst voor iedereen” waar mag worden, in deze adventstijd en alle dagen van ons leven!. 116/3 O hemellichaam, Jezus, dat ieder mens verlicht,

Als teken dat jullie bij deze gemeenschap willen horen en bereid zijn als christenen door het leven te gaan, geven jullie nu je naam op.. Alle kandidaat-vormelingen komen nu

Jezus merkt ook de dienstvaardigheid van de 4 vrienden, maar zag tot zijn spijt dat anderen het goede dat geschiedde niet waardeerden.Er was onbegrip

Twee maanden later, in januari, is er een onderwijsmarkt en hebben bijna alle scholen voor voortgezet onderwijs open avonden die u samen met uw kind kunt gaan bezoeken.. In maart

Deze ziekenzorgers kunnen dan op het einde van de viering een kaartje meenemen voor de zieken die willen meedoen met dit initiatief... SUGGESTIES VOOR

Veronderstel dat jullie die leerlingen zouden zijn, hoe zouden jullie dan reageren… wat zouden jullie tegen Jezus zeggen. Of wat zouden

Voor mensen die hun kleine en grote verhalen verankeren in de Blijde Boodschap van Jezus:.. moge Gods Geest hen helpen om vol