• No results found

DE BEHANDELING VAN HET NADELIG VOLGTIJDELIJK PRIJSVERSCHIL EN DE DAARUIT RESULTERENDE „BALANSREGEL”

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE BEHANDELING VAN HET NADELIG VOLGTIJDELIJK PRIJSVERSCHIL EN DE DAARUIT RESULTERENDE „BALANSREGEL”"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D E B E H A N D E L IN G V A N H E T N A D E L IG V O L G T IJD E L IJK P R IJS V E R S C H IL E N D E D A A R U IT R E S U L T E R E N D E

„ B A L A N S R E G E L ” door H . M . W o p k e s

1. De behandeling v an de volgtijdelijke prijsverschillen, de verschil­ len dus, w elke o n tsta a n tussen de v ervangingsprijs en de uitgaafprijs, is in de N ed erlan d se bedrijfseconom ische lite ratu u r o ver de w a ard eleer niet uniform . T o ch is een identieke in terp re tatie v an de a a rd dier v e r­ schillen en een op logische arg u m en tatie steu n en d e eenvorm ige v e rw e r­ king d a a rv a n noodzakelijk en geboden op g ro n d v an de norm atieve taak d er bedrijfseconom ische w etenschap.

Indien de vervan g in g sp rijs w o rd t v o o rgesteld door v en de u itg aaf­ prijs door u, dan o n tsta a t een voordelig prijsverschil of een verm ogens- v erm eerdering, indien v > u, terw ijl er een nadelig prijsverschil of een verm ogensverm indering w o rd t gecreëerd, indien v < u.

D it nadelig prijsverschil k an zich op tw ee wijzen in de boekhouding m anifesteren:

a. p er tra n sa c tie en d an k an het in m indering w o rd en g eb rach t van voordelige prijsverschillen; zover mij bekend w o rd t dit niet b estre­ den;

b. aa n h et einde v an de boekingsperiode, w a n n eer de jaarrek en in g w o rd t opgem aakt.

2. In geval b heerst de door collegae vrijw el algem een a a n v a a rd e o p v attin g d er N ed erlan d se auteurs, d a t dit nadelig saldo v an de re k e­ ning „P rijsverschillen” ten laste v an de re su ltaten rek en in g m oet w orden g ebracht. In de u itw erking dezer opinie k an m en echter op tw ee v e r­ schillende m anieren handelen:

b 1: de klassieke w erkw ijze: re ch tstreek se afboeking heeft plaats, w a a rd o o r de rekening „P rijsverschillen” w el op de resultaten rek en in g m aar niet op de balan s verschijnt.

E en v a ria tie op deze m ethode is, d a t men h an d elt als sub b 2 be­ schreven m aar de rekening „R eserve vo o r P rijsverschillen” nim m er laat verdw ijnen, terw ijl „P rijsverschillen” w o rd t g eb ru ik t vo o r de boeking d er v o o r- en nadelige prijsverschillen (P ro f. dr S. K leerekoper, Be­ drijfseconom ie, 1937, blz. 255, par. 302). H ier heeft de rekening „R e­ serve voor P rijsverschillen” niet het k a ra k te r v an v o o rw aard elijk inko­ men m aar v an een verm ogensverm eerdering.

(2)

jaren. D eze bew eging is het eerste ja a r dalend en het tw eede ja a r stij­ gend. Z ie figuur 1.

D aarbij is uitdrukkelijk geponeerd, d a t sprake is v an een hoeveelheid k apitaalgoederen, die economisch onverm ijdelijk aanw ezig m oet zijn voor de uitoefening v an het productieproces en die bij de ruil onm iddel­ lijk w eer w o rd t aang ev u ld tot h a a r oorspronkelijke om vang. D it s ta a t ook voorop bij de v erd ere beschouw ingen in dit artikel, zow el w an n eer zij afkom stig zijn v an mijzelf als v an an d e re auteurs.

D e gevolgen vo o r de balansen aa n het einde v an het eerste en v an het tw eede ja a r en voor de w inst- en verliesrekeningen o ver beide jaren zijn rech ts en links v an de diagram m en der tijdreeksen voor de gevallen b 1 en b 2 aangegeven. M en kan aan de han d dezer grafieken aflezen w elke w a ard e de v o o rra a d heeft, indien men deze bepaald acht door de algebraïsche som v a n de saldi d er rekeningen „ V o o rra a d ”, „P rijsv er­ schillen” en „R eserve vo o r P rijsverschillen” .

4. O m d at de gevolgde w erkw ijze invloed heeft op de bepaling van het b ed rag , d at aa n het einde v an het b o ekjaar ter v erte rin g kan w orden aangew end, is het nuttig en noodzakelijk b 1 en b 2 te vergelijken ten aanzien v an hun consequenties.

T erw ijl bij b 1 nimmer een voordelig prijsverschil, d a t betrekking heeft op de norm ale v o o rra a d (a n d ere prijsverschillen m oeten door hun afw ijkend k a ra k te r gesepareerd w o rd e n ), n a a r de resu ltaten rek en in g kan w orden overged rag en , is dit bij b 2, zij het ook op indirecte wijze, wel mogelijk. D eze o verdracht, w a a rv a n het maximum gelijk is a a n het b ed rag v an de rekening „R eserve vo o r P rijsverschillen”, v in d t plaats zodra zich voordelige prijsverschillen openbaren. D e eis, w elke P rof. dr S. K leerekoper stelt in zijn „G ro n d b eg in selen ” (1948), d at dit prijsv er­ schil moet o n tsta a n tengevolge v a n een „ech te” ruil .— een opschortende v o o rw a a rd e dus ■—- is overbodig. H e t ingehouden bedrag, ingehouden uit de w inst, uit het gelijktijdelijk prijsverschil, is aanw ezig in koop­ kracht, in liquide m iddelen, zo d at uitkering zonder enig b ezw aar kan plaatshebben.

D eze w erkw ijze (b 2) v in d t h a a r m otivering in het feit, d a t de w inst- inhouding (het o n tstaan v an n eg atief inkom en), die to t uitdrukking kom t in de creatie v an de „R eserve vo o r P rijsverschillen”, overbodig w o rd t zodra het verm ogen w eer aa n g ro eit door het o n tstaan v a n gun­ stige prijsverschillen.

De klassieke w erkw ijze (b 1) a a n v a a rd t wel een com pensatie v an positieve en neg atiev e prijsverschillen o ver verschillende jaren, indien het voordelig verschil in een v ro e g er ja a r is o n tstaan ; niet echter w a n ­ neer dit in een la te r ja a r is geboren.

D e m ethoden verschillen n iet in h et to taal resu ltaat, w a n n eer men de doorbreking v a n de continuïteit door liquidatie v a n het bedrijf in zijn beschouw ing b e tre k t en mits men de rente-in v lo ed negeert, evenm in ten aanzien v an de v errek en in g der prijsverschillen binnen de boekings- periode. E c h te r wel w a t b e tre ft de v errek e n in g over de verschillende jaren v oorzover in het ene ja a r p er saldo een nadelig prijsverschil o n t­ staat, terw ijl in h et volg en d jaar of de volgende jaren voordelige diffe­ renties zich tb aar w orden. D e oude w erkw ijze geeft een an d ere regel vo o r de v errek e n in g tussen de jaren in dit speciale geval, d an v o o r de com pensatie binnen de boekingsperiode. D eze anom alie is o n h o u d b aar en niet te v erdedigen. V o o rz o v er mij bekend is nim m er een m otivering v an deze afw ijking gegeven. Ik meen, d a t het onm ogelijk is h a a r te

(3)

duceren. Immers het leerstuk d er financiering stelt o.m. n a de vereiste theoretische an aly se v a st d a t de om vang v an het aa n te trek k en v e r­ mogen w o rd t bepaald door de in h et bedrijf aanw ezig zijnde behoefte aa n koopkracht. D oor een juiste prognose m oeten zow el o n d erm a at als ov erm aat v an verm ogen w o rd en verm eden. T en g ev o lg e v an h et binnen de huishouding verzam elen v an overbodige k o o p k rach t d reig t een

ge-T 'JD R E E K o BALANS W IN ST- EN V E R L IE S - g o REKENINü 6 0 5 0 P R I JS B E W E G IN G |C J A A R

Legenda: D = debet V = Voorraad

--- C = credit P = Prijsverschillen (links van V = debet rechts van V = credit) R = Reserve voor Prijsverschillen (credit)

Figuur 1.

vaarlijke „d étournem ent de pou v o ir” d aa rin bestaan d e, d a t niet lan g er het kapitaal, v ereist vo o r de uitoefening v a n h et bedrijf, beslissend is vo o r de verm o g en sg ro o tte m aar d a t juist de aan w ezig h eid v an m iddelen dw ingt to t het kiezen v an w egen, die zeker n iet zonder g ev a ar zijn vo o r h et bedrijfsw elzijn.

(4)

„ D a t het insp aren in het geval de econom ische kringloop v an het be­ drijf d it niet behoeft n iet zonder b ezw aar is v o o r de gang v an zaken en speciaal n iet v o o r de w e e rstan d sk ra ch t tegenover nieuw e conjunctuur w o rd t bev estig d door de o p vatting in K leerekoper’s „G ro n d b eg in selen ”, w a arin gezegd w ordt, d a t aldus insparen d e de verm ogensverm indering, uit w a ard ev e ran d e rin g v an de g o ed e ren v o o rraad o n tstaan , het saldo v an v o o rra a d w a a rd e en insparing een bed rag lev ert overeenkom ende met de laag ste w a ard e v an goederen, w elke ooit in het leven d er o n d er­ nem ing is voorgekom en. D it bevestigt dat h et insp aren in d a t geval een reële geheim e reserv e sch ep t.”

E ch te r o n tstaat juist geen geheime reserve, indien men de door Prof. dr K leerekoper aan gegeven com ptabele techniek (b 2) toepast. D e re ­ serve w o rd t onm iddellijk zich tb aar gem aakt door invoering v an de rek e­ ning „R eserve voor P rijsverschillen” .

Bij de klassieke w erkw ijze (b 1) is de reserv e op het m om ent v a n het boeken d er neg atiev e verm ogenscorrectie ten laste d er resu ltate n rek e­ ning v erb o rg en in het nom inaal verm ogen.

Stijgt la te r de v o o rra a d w a a rd e dan geeft „P rijsverschillen” de totale reserv e a a n op h et tijdstip, d a t de b eg in w a ard e v an de v o o rraad , d.i. de w a a rd e v an de v o o rraad , die to t grondslag diende v oor de fixering v an de gro o tte v a n het p erm anent verm ogen, is bereikt.

Z e t deze stijging door d an krijgt genoem de rekening een gem engd k a ­ rak ter:

a. een rekening v a n reserve, indien en voorzo v er w inst in het v erleden in ingehouden ter dekking v a n een n eg atiev e verm ogenscorrectie. b. een rekening v an verm og en saan w as (geen re se rv e k a ra k te r in de

hierv o o r bedoelde zin) voorzo v er de v o o rra a d w a a rd e is gestegen boven de b eg in w aard e v an die v o o rraad .

O ntegenzeglijk stelt de v erb eterd e w erkw ijze (b 2) de gehele gang v an zaken juister voor. D e boekingen zijn volkom en afgestem d op de behoeften v an de leiding der huishouding: de adm inistratie wijst de o v er­ tollige k o o p k rach t aan en het technische a p p a ra a t is aanw ezig om bij het o n tstaan v an voordelige prijsverschillen tot ontsparing in com ptabel opzicht o ver te gaan.

6. W a n n e e r de rekening „P rijsverschillen” een voordelig saldo a a n ­ geeft, dan w o rd t dit v e ro o rz a a k t door een stijging v an de w a ard e v an de v o o rraad . Bij een daling v an die w a a rd e heeft een geleidelijke v e r­ m indering p laats v an het saldo v an genoem de rekening. Bij v o o rtg e ­ zette daling w o rd t in g esp aard o p d at het nom inaal verm ogen gelijk blijft. H e eft d a a rn a de prijs zich w eer hersteld en zet de w aard eto en am e door dan openbaren zich verschillende gevolgen al n a a r gelang men de w e rk ­ wijze b 1 of b 2 volgt.

F iguur 2 moge een en an d e r toelichten.

D e horizontale lijn ad stelt het v aste nom inale verm ogen voor. D e lijn oc geeft aan het verloop v a n de v o o rra a d w a a rd e bij stijgende prijzen. D e lijn ab b re n g t to t uitdrukking de limiet, w a arto e het saldo v a n de rekening „P rijsverschillen” k an n aderen, indien de w erkw ijze b 1 w o rd t toegepast. In dit geval stelt Y a d het eerste k w a d ra n t voor.

Als de prijs is ingezakt tot 30 dan is het prijsverschil v an 20 aanw ezig in de vorm v an afgesplitste koopkracht. Stijgt de prijs to t 50 d an s ta a t „P rijsverschillen” cred it voor 20, een toenam e tot 70 v e ro o rz a a k t een cred itb ed rag op deze rekening v an 40. H ierbij is aangenom en, d a t het

(5)

nadelig verschil v a n 20 indertijd w as ingespaard, m .a.w. d a t 30 de b a­ lan sw a a rd e voorstelde.

T h eo retisch zou de prijs bij daling kunnen n ad e ren to t 0, w a a rd o o r n a stijging to t 50 het cred itsald o v an de rekening „P rijsv ersch illen ” n a d e rt to t 50. V o o rtg e zette w a ard ev erm eerd erin g leidt dan to t een toe­ nam e v an het reële eigen verm ogen, w elke steeds bijna 50 boven de v o o rra a d w a a rd e ligt. In het algem een b e d ra a g t dus de verm ogensover- m aat, het quasi-prijsverschil, in dit extrem e geval bijna 100 % van het nom inaal eigen verm ogen.

Figuur 2.

D e p raktijk v a n w erkw ijze b 2 b re n g t ech ter een uitkering tew eeg, w a a rv a n de g ro o tte k an w o rd en aa ngegeven door h et prijsverschil, d at gereg istreerd w o rd t op het m om ent v an h et overschrijden v an de prijs 50. H e t creditsaldo v a n de rekening „P rijsverschillen” k an bij toepassing v an b 2 nooit m eer b ed rag en d an door de lijn ec w o rd t voorgesteld, w aarbij ed als x-as fungeert.

(6)

b a n d gelegd tussen deze aa n v a n g sw a a rd e en het nom inaal eigen v e r­ mogen. M en zou dit de drem pelw aarde kunnen noem en: zodra de drem ­ pel w o rd t g ep asseerd stijgt het w erkelijk eigen verm ogen boven het nom inaal eigen verm ogen en w o rd t het de sch ad u w v a n de v o o rra a d - w a ard e.

7. In figuur 1 w e rd een prijsbew eging o ver tw ee jare n afgebeeld. H e t zij mij to eg esta an nog even terug te grijpen op deze illustratie, ten ­ einde de balansregels, w elke voortvloeien uit de w erkw ijzen b 1 en b 2 te verduidelijken.

O n d e r „b a la n sreg e l” w o rd t hier v e rsta a n de algem ene norm , die leert, d a t het maximum v a n de algebraïsche som v an de saldi der posten „ V o o rra a d ”, „P rijsverschillen” en „R eserve vo o r P rijsverschillen” w o rd t bep aald door een v o o rra a d b a la n sw a a rd e uit het verleden.

D e p raktijk v a n b 1 v o ert to t de volgende balansregel: h et maximum is de laagste b a la n sw a a rd e v an de v o o rraad , die in h et v erleden v o o r de betreffen d e huishouding is voorgekom en. E n de toepassing v an b 2 leidt to t de norm:

het maximum is de w a a rd e v an de v o o rraad , die op de openings- balans v an de huishouding w e rd verm eld.

E en logische redenering kan ons reeds brengen to t de fundering dezer regels.

Bij b 1 k an een nadelig prijsverschil, d at per de b alansdatum ten laste v an de resu ltaten rek en in g is afgeboekt, nim m er o n g ed aan g em aakt w o r­ den. D e h iervóór genoem de algebraïsche som d a a lt dientengevolge tot de laagste b alan sw aard e.

Bij b 2 is echter een dergelijk nadelig prijsverschil in teg raal verd w en en zodra de b eg in w aard e is bereikt.

E en groot voordeel is ongetw ijfeld aan b 1 v erbonden. H et bereiken v an de laagste b alan sw aard e betekent, d at de huishouding steeds m inder afhankelijk w o rd t v an de volgtijdelijke prijsverschillen. E n dit b re n g t een bescherm ing v an het functioneel inkom en m et zich. H et is echter onjuist dit doel na te strev en door een o riëntatie op het verleden. M en moet zich richten n a a r de toekom stige prijsbew eging en trac h ten door reservering in de hausse het prijsverlies v an de baisse te dekken. D oor het egaliseren der te re serv eren b ed rag en heeft het insparingsproces pijnloos en geleidelijk plaats. B ovendien is deze handelw ijze volkom en v e ra n tw o o rd teg en o v er de v ersch affers v an het eigen verm ogen. Zij ligt echter op een geheel an d e r niveau d an w a n n eer men, zoals bij b 1, een verm ogensoverschot binnen de huishouding co n serv eert onder ge­ bruikm aking v an het sophisme, d a t het prijsverschil blijft liggen onder

„de klem der v erv an g in g sv erp lich tin g ” .

In figuur 1 is aan het begin v an h et eerste ja a r de b alan sw aard e v an de v o o rra a d 50, terw ijl deze aa n het einde v an d at jaar 40 b ed raag t. V o o r beide w erkw ijzen (b 1 en b 2) v in d t men dezelfde w a a rd e bij toe­ passing v an de balansregel.

A an het einde v an het tw eede ja a r is de b alan sw aard e v an de v o o r­ ra a d 70. G aan wij ech ter de b alansregel toepassen dan vin d en wij resp. 40 (voor b 1) en 50 (voor b 2 ).

F iguur 1 geeft een voorstelling v a n de prijsbew eging in het algem een. D eze prijzen zijn echter eerst v a n betekenis vo o r het bedrijf, w an n eer zij gelden op de m om enten v an co n tact met de inkoopm arkt, als dus de v erv an g in g v a n het afgestoten ruilgoed plaats heeft.

(7)

D e figuren 3 en 4 beogen een toelichting te geven ten aanzien v an de invloed v an de prijzen, w elke gelden op de contactm om enten, op het volgtijdelijk prijsverschil.

O p de x-as zijn de tijdstippen afgezet. D e gebroken getallen duiden contactm om enten aan, de overige m om enten, w a aro p de jaarrek en in g

Figuur 4 (b 2).

(8)

geven het verloop v an het maximum, b erekend volgens de balansregel, aan.

D e maxim a zijn links en rechts v an de tijdreeksen aang ed u id door g earceerde staven. D aarbij bedenke men, d at figuur 3 betrekking heeft op b 1 en figuur 4 op b 2.

D e prijzen op de contactm om enten zijn n iet beslissend voor de maxi­ ma. D it is wel het geval met die op de balansm om enten. De prijs op het tijdstip v an 20, w elke lager is dan w elke prijs ook voorgekom en in het leven d er huishouding en w aarteg e n toch een tran sactie is to t­ standgekom en, mist elke invloed in dit opzicht. D a aren te g en w as de prijs v an 30 op het tijdstip 2 bepalend voor de g rootte v an het maximum in geval b 1 (figuur 3 ). E en ruil op basis v an deze prijs kw am echter nim m er tot stand. V o o r b 2 ligt de zaak enigszins an ders. Indien de b a ­ lan sw a ard e op het tijdstip O (oprichting der huishouding) tevens is de prijs op het verkrijgingsm om ent moet g eco nstateerd w orden, d a t de prijs op het contactm om ent bepalend is voor het maximum. D it geldt dus voor b 2 (figuur 4 ). D e prijzen op latere m om enten hebben hier echter geen enkele betekenis. D it in tegenstelling tot b 1 (figuur 3 ), w a a r elke latere prijs op een balansm om ent het maximum om laag kan drukken.

Bij perm anente continuïteit n ad e rt de con tan te w a ard e v an het volg- tijdelijk prijsverschil, d at zich eerst o p en b a art bij de liquidatie d er huis­ houding, to t nul. De periodieke resultatenbepaling b eperkt zich dan tot het gelijktijdelijk prijsverschil. D e critische oorzaak, w elke leidt to t b e­ n ad erin g v an eerstgenoem de differentie, is het g ev a ar v an doorbreking v an de continuïteit.

D a a r v erv an g in g en ruil han d in han d gaan, dus gelijktijdelijk p la a ts­ hebben, is afboeking v an de v o o rra a d overbodig. E r is dus geen v o o r­ raadad m in istratie, evenm in een perm anente w a a rd e re g istra tie o n danks het bestaan v an een econom ische v o o rraad .

D e w erkw ijze b 1 is de consequente doorvoering v an het „ N ie d e rst­ w ertp rin zip ” , echter in m odern g ew aad gestoken: vervan g in g sp rijs van het heden of v an het verleden, doch steeds de laag ste v an de tw ee, als maximum.

D e an d e re m ethode (b 2) is de consequentie v an het strev en n a a r instandhouding v an het nom inaal eigen verm ogen. H e t besef v a n de onzekerheid ten aanzien v an het v o o rtb estaa n d er huishouding, de vrees vo o r continuïteitsdoorbreking, w as hier de n ervus rerum .

8. W a n n e e r men de lite ratu u r over deze m aterie b estu d eert v a lt het op, d at practisch alle N ed erlan d se schrijvers slechts aa n d a c h t wijden aa n de klassieke w erkw ijze (b 1). T o t v oor k o rt w erd zij beschouw d als de enige en tevens als de juiste methode.

D e v e rb eterd e w erkw ijze (b 2) is te d anken aa n Prof. dr S. K leere- koper, die h a a r in zijn G rondbeginselen der bedrijfseconom ie, deel I

(1948), op blz. 165 beschrijft en, w a t belangrijker is, m otiveert.

In zijn v ro e g er v erschenen w erk B edrijfseconom ie (d e rd e druk, 1937) volgde de H o o g leraar echter nog b 1. D it moge uit het volgende citaat blijken:

„Als men alle bovenbedoelde gunstige verschillen op een afzonderlijke passiefrekening boekt en alle ongunstige verschillen onm iddellijk af­ boekt, volgt hieruit een regel ten aanzien v a n de conjuncturele w a a rd e ­ veranderingen. D e voorraden kom en dan nooit voor een hogere waarde op de balans dan de laagste, die ooit in het leven van de bedrijfshuishou- ding is voorgekom en.” (cursivering van Prof. d r S. K leerekoper).

(9)

D it is de bekende, veel gebruikte en m eerm alen geciteerde „balans­ regel van K leerekoper” , die door mij in p a rag ra af 7 w erd besproken voor het geval b 1. H elaas is hier sprake van een inexacte form ulering. M en zou de indruk kunnen krijgen, d at w erkelijk de laagste van alle in het leven der huishouding voorgekomen w aard en is bedoeld. H e t gaat ech­ ter niet om alle w aard en doch slechts om de ba/answ aarden uit het ver­ leden, zoals ook in het v o o ra fg aa n d e gedeelte v a n dit artik el w erd a a n ­ getoond.

D eze regel ond erv o n d en o n d erv in d t heftige bestrijding v an de zijde v an P rof. d r A. M ey voornam elijk op g ro n d v an het feit, d at het v e r­ band, d a t gelegd w o rd t tussen de v o o rra a d en de rekening „P rijsv er­ schillen” („ W a a rd e v e rsc h ille n ” zegt P rof. dr A. M e y ), onjuist is. Ik meen echter, d a t dit v erb an d wel degelijk aanw ezig is, en moge d a a r­ vo o r verw ijzen n a a r de vorige p a rag ra fen . D e critiek h ad zich m oeten richten op de v e rk eerd e behandeling v a n de neg atiev e verm ogenscor- rectie, w anneer deze is tenietgedaan door een stijging van de voorraad- w a ard e. Prof. dr A. M ey had ongetw ijfeld v a n bestrijding afgezien, in­ dien de balan sreg el w a re geform uleerd in de vorm , zoals zij door mij in p a ra g ra a f 7 is gegeven (b 2 ). (zie v o o r de critiek v an Prof. d r A. M ey Bedrijfseconom ische O pstellen, L im perg's w a ard ele er en de b ete­ kenis h arer toepassing in h et bedrijfsleven, p ar. 12 de m ogelijkheid om de organische w inst te calculeren bij de gebruikelijke techniek en de be­ zw aren tegen K leerekopers form ulering).

O o k de nieuw e w erkw ijze (b 2) is een geesteskind v a n P rof. dr S. K leerekoper, zoals reeds hierv o o r w erd m edegedeeld. Bij hem w o rd t echter de oude balan sreg el (b 1) zij het ook enigszins gew ijzigd o v e r­ genom en. W ij lezen op blz. 194 (G rondbeginselen deel I, 1948) (par. 152. R ecapitulatie en herform ulering v a n de conclusies):

„ Z ie t men af v an de boekhoudkundige techniek, die voortv lo eit uit het gebruik v an de rekening Prijsverschillen en let men alleen op de n etto bedragen, w a a rv o o r de goederen w orden g ew aard e erd , d an blijkt uit het vo rig e tw eeërlei en wel:

1. V erm oedelijke w aardestijgingen v a n de goed eren v o o rrad en kun­ nen nooit to t een w instuitkering leiden; m et verm oedelijke w a a rd e d a lin ­ gen v an de g o ed e ren v o o rraad is dit —■ in n egatieve zin ■— op g rond v an een q u alitatief onderscheid ■— wel het geval.

2. H ieru it volgt, d at het netto b ed rag , w a a rv o o r de goederen op de balans voorkom en, nooit g ro ter is dan het laag ste bedrag, w a a rv o o r zij ooit in het leven v an de bedrijfshuishouding zijn opgenom en.”

D e form ulering is iets v erb eterd , zij het ook nog niet exact genoeg. Immers het opnem en v an goederen kan evenzeer slaan op het v erw erk en in de adm inistratie als op het verm elden op de balans. D it laatste zal echter wel bedoeld zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Verbreding van de inzet van de Laborijn app voor klanten uit de Participatiewet, vooral klanten die actief worden begeleid naar werk. • Continu werken aan

“Bijzonder aan Almere is dat we echt actief op zoek gaan naar deze mensen; mensen als Anita die het vaak lastig vinden om hulp te vragen.” Onderzoeker Plat: “Ik had haar vanmorgen

Samengevat: Om ervoor te zorgen dat alle studenten in een heterogene klas maximaal profiteren van de lessen Nederlands werk je het beste in (gemengde) groepen, waarbij alle

• B2) De symptomen (niet alle) zijn al voor 12e jaar aanwezig (DSM IV: 7 e jaar).. • C3) De symptomen zijn op tenminste twee plekken

Buurten verschillen het meest van elkaar in de mate waarin bewoners vinden dat spanningen ontstaan door overlast van jongeren uit andere bevolkingsgroepen en door verschillende

delijk van hun vervelende buurman af te zijn, horen dat ze nog even naast hem blijven wonen.” Volgens Baâdoud zullen de spanningen in de stad alleen maar toenemen als er

Vernieuwd Voordeelpakket 2018-01 Budgio 2018-01 Hulpverlening Casco Allrisk (Compleet) Huur vervangend vervoer binnen Nederland: 5 dagen..

- Alleen als bestuurder niet de regelmatige bestuurder is, én regelmatige bestuurder ouder is dan 24 jaar én de werkelijke bestuurder jonger is dan 24 jaar.. -