• No results found

IN DE E.E.G.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "IN DE E.E.G. "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Onze Indische Nederlanders

<Zie pag 31

EUROPESE LANDBOUWPOLITIEI{

IN DE E.E.G.

V olledig:·e afsluiting of open naar buiten?

·op

22, 23 en 24 februari jl. heeft de Land- bouw-Commissie van de parlementai- re vergadering van de E.E.G. te Ro- me vergaderd over de plannen van de Europese Commissie voor een Europese landbouwpoli- tiek. Deze vergadering was er een in de reeks vergaderingen, die reeds zijn gehouden en nog zullen volgen. De Landbouw Commissie be- reidt het debat voor over de Europese land- bouwplannen, dat eind maart in het Europese Parlement zal worden gevoerd.

Het Euromarktverdrag liet, toen het werd gesloten, een paar open vragen beshtan. Een van die open vragen was· en is nog de land- bouwpolitiek. Het verdrag bevat slechts een aantal bepalingen, die een richting aangeven, wm1rl:n. die politiek dient te worden ontwikkeld en verleent een aantal bevoegdheden aan de uitvoerende organen van de Euromarkt om maatregelen op te bouwen en na goedkeuring uit te voeren.

De Europese Commissie - d, i. min of meer de executieve van de E.E.G. - heeft nu een uitgewerkt plan voor een Europese landbouw- politiek om advies voorgelegd aan het EconO- misch en Sociaal Comité van de E.E.G. (te ver- gelijken met wat de Sociaal-Economische Raad '--- de S.E.R. - is op nationale basis in ons staatsbestel).

Ook het Europees Parlement is van die plan- nen in kennis gesteld en dit parlement heeft het dossier in handen gesteld van de Landbouw Commissie, teneinde een debat hierover voor te bereiden.

* :~

D

e voorstellen zijn omvangrijk, zij bevat- ten talloze bladen stencil en bestrij- ken nagenoeg het gehele gebied van de Europese landbomv. Granen, aardappelen, groenten en fruit, melk en zuivel en andere ons vertrouwde produkten worden hier behandeld;

daarnaast ook wijn en zuidvruchten, produk- :ten, die wij in Nederhmd tot nu to'é\ als uit- heems beschouwden.

. Het is belangrijk, dat wij ons realiseren, dat zodra de Euromarkt een feit zal zijn geworden, al deze praelukten vrij, d.w.z. zonder invoer- rechten en andere grensbelemmeringen, binnen ons bereilr als consument zullen komen.

ATTENTIE!! ATTENTIE!!

Luister op vrijdag, 18 maart a.s., over de zender Hilversum 11 ( 298 m l, van

19.30-19.40 uur, naar

.,DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreekster:

mevr. dra. J. F. Schouwenaar-

Franssen, lid van de Eerste Kamer

der Staten-Generaal.

Onderwerp: .,Eigen kracht".

---

Altijd is in alle landen de landbouwpolitiek een voorwerp van ernstige moeilijkheden voor de regeringen geweest. Landen als Frankrijk en Duitsland hebben de oplossing vo-or de moei- lijkheden steeds gezocht in bescherming aan de grens. Dit hield dus in, dat de invoer van landbouwprodukten in deze landen aan ver- schillende soorten van grensbelemmeringen was onderworpen. Die grenzen zullen in de E.E.G. moeten vervallen.

- \

Mr. F. G. VAN DIJK lid Tweede Kamer der Staten-Gene- mal, lid van de Landbouw Commis- sie der EuTOpese Parlementaire Vergadering, die dit artikel voor

ons schreef.

\__

______ _

Nederland heeft altijd getracht zoveel moge- lijk de verbinding met de buitenwereld te be- houden. Deze verhoudingen hebben door de jaren heen hun invloed gehad op de structuur van de landbouw in de diverse landen, die ver uit elkaar gegroeid zijn.

De parlementaire vertegenwoordigers uit de zes landen, die leden zijn van de Europese Par- lementaire Vergadering, zijn uit de aard der zaak door de situatie in hun landen beïnvloed . Bovendien behoren zij natuurlijk tot verschil- lende politieke groeperingen. In de Landbouw Commissie hebben drie Nederlanders zitting, t.w. mr. Ph. C. M. van Campen (K.V.P., lid

·Eerste Kamer), ir. H. Vredeling (P.v.d.A., lid

•rweede Kamer) en ik zelf als liberaal. Deze verdeling naar politieke partijen enerzijds en naar nationaliteiten anderzijds, levert haar speciale moeilijkheden op.

N

a een reeks van vergaderingen begint zich langzamerhand een beeld te vor- men, zij het, dat de omtrekken van dat beeld nog vaag zijn. Merkwaardig is in dit verband en ook verheugend, dat de relatie tus- sen de Benelux-afgevaardigden zich over het algemeen vlotter ontwikkelt dan met de ande- re nationaliteiten. ·

Het beeld, dat zich begint af te tekenen, is dat van een Europa, waarin de landbouwmarkt zich zal ontwikkelen op een eigen prijsniveau, dat los zal staan van het prijsniveau. op de markt daarbuiten.

Deze . gedachte is op zichzelf gezien juist.

Het prijsniveau op de zg. vrije wereldmarkt vertoont nog steeds een uiterst onzuiver beeld.

Nagenoeg alle landen - niet alleen de Europe- se landen, maar b.v. heel sterk het land van de "free enterprise" de Verenigde Staten van Noord-Amerika- beschermen hun landbouw.

Dit systeem voert steeds tot overschotten, die men nu en clan tegen abnormaal lage prijzen op de zgn. vrije wereldmarkt poogt af te zet- ten.

Van belang in de Euromarktverhoudingen is dus niet zozeer, dat men op een, in de toe- komst intern vrije markt een eigen prijsniveau wil doorvoeren, maar van belang is, hoe hoog dat prijsniveau zal liggen. Zullen dit landbouw- prijzen zijn, die uitgaan boven een economisch verantwoord niveau?

Gaan wij de landbouw in Europa zover pro- tegerim, dat alle grond, ook de minst rendabele, tegen een rendabel prijsniveau zal kunnen wor- den geëxploiteerd? Of zullen wij onze prijzen en daarmede de om de gemeenschap te leggen muur van invoerrechten en heffingen zo hoog stellen, dat produkten uit andere landen, die vrij van kunstmatige prijsverlagingen op de wereldmarkt goedkoper kunnen produceren,

worden uitgesloten? ·

*

E

en tweede vraag is, of, als wij al een ze-

' kere overgangsperiode behoeven om de Europese landbouw te versterken, het doel zal zijn op den duur tot een vrije handel over de hele wereldmarkt terug te keren of · niet. Ook hier is het prijsniveau van belang.

Hoe hoger dit komt te liggen, dus hoe groter het verschil tussen de buiten- en binnenmarkt wordt, zoveel te moeilijker zal ook op de lange duur de overgang naar een vrije markt worden.

In deze vraagstukken tekenen zich onmid- dellijk verschillen af tussen de grote continen- tale landen en de Benelux. De Benelux - en vooral Nederland - heeft neiging het commer- ciële element voorrang te geven. Frankrijk en Duitsland zijn meer naar de bescherming d~or afsluiting geneigd. Voor Frankrijk komt hier bovendien nog de verhouding met de Franse Afrikaanse gebieden b~j, een vraagstuk, dat overal doorheen speelt. De Fransen willen deze (Vervolg op pag. 2, onderaan)

(2)

Het inkomen van de werkende gehuw- de vrouw wordt in Nederland zwaar belast. De belasting .wordt gehe- ven volgens het tarief boven de top van het inkomen van de man. Door de sterl'e progressie is de belastingelruk extra Z\Vaar.

Daarin zit toch iets onbillijks. In de Eerste Kamer heeft onze geestverwant, mr. J. de \Vilde, daarom vorige week er voor gepleit de eerste 2500 gulden, die de gehuwde vrouw ver,client, vrij te stellen van belasting. Een maatregel van deze

~trekking moet naar de mening van onze fr·actie een zeer· hoge prioriteit hebben.

Afgezien van de opheffing van een on- billijlrheicl is een dergelijke maatregd van algemeen economisch belang met het oog op het gt·ote tekort aan vrouwelijke ar- beiclsluachten. Door de toeneming van de koopin-acht zullen hoge eisen aan de pro- duktie worden gesteld. De gehuwde vrouw kan er toe bijdrage de spanningen op de arbeiclsma rkt en daardoor in onze econo- nlie, te vern1inderen.

Eind 1959 bedroeg de vraag naar man- nelijke wedmemers 32.500; de mannelijke arbeidsreserve bedroeg 82.500. Bij de vrou- wen stonden bijna 29.000 aanvragen open, terwijl slechts 10.000 vrouwen als beschik- baat· stonden geregistreerd.

* * •

Het lijdt geen twijfel, dat Nederland gTotc behoefte heeft àan vrouwe- lijk personeel; het lijdt eveneens geen t\vijfel, dat ten opzichte van andere lan- den de vrouw in Nederland weinig in het prodÜktie-apparaat (en bij de vergroting van de welvaart) is ingeschakeld.

. In een bij de Tweede Kamer aanhangig wetsontwerp, nog door minister Hofstra iilgediend, wordt voorgesteld van de in- komsten van de gehuwde vrouw 624 gul- den vrij te stellen. Dat is veel minder dan in Duitsland onder de CDU-regering.

Bij de behandeling van het wetsontwerp zal er over de kwestie nog nader worden gesproken. In de Eerste Kamer hoorde de heer De Wilde ·geen instemming betuigen met zijn voorstel de eerste 2500 gulden in- komsten van de gehuwde vrouw vrij te stellen van belasting, maar er viel toch wel een kentering te bespeuren in de hou- ding tegenover de werkende gehuwde

Vl'OUV\r.

· Zelfs prof. Hellema (AR) merkte op, dat men de kwestie moet zien in het licht van de gewijzigde maatschappelijke om- standigheden, n;aar hij meende, dat aan de bezwaren kan worden tegemoetgeko- men door een ruilnere regeling van de kosten van verwer·ving.

In elk geval heeft de heer De Wilde blijk gegeven, dat hij niet achtel"loopt bij de tijd.

* *

Onze geestvcnvant heeft ook nog ge- pleit voor andere belastingverla- gingen, waarbij hij er echter bij herhaling de nadruk op legde deze wijzigingen te bepleiten op lange termijn.

Naar mijn mening, zei hij, leent de be- groting van Financiën zich bij uitstek om de fiscale consequenties van de structu- I:ele ontwikkeling in het economische Je- ven te bespreken, niet het actuele fiscale klimaat, maar het toekomstige.

Wanneer ik aldus spreek over het structureel meest gewenste fiscale kli- maat, zal geen zinnig mens daaruit de conclusie trekken, dat al de opgesomde wenselijkheden elireet gerealiseerd moe- ten worden. Dit is een zaak van doelbe- wuste politiek op lange termijn.

Nog vóór de minister aan het woord kwam concludeerde prof. Hellema (AR), dat het afwegen van belangen tegenover elkaar niet de sterkste zijde is van het parlement. Herhaaldelijk bepleit men ver- hoging van uitgaven en dan verwacht men óók nog belastingverlaging.

12 MAART 1960 - PAG. 2

G E KENDE GEHUWDE VROU

Mr. J. de Wilde: eerste 2500 gulden van inkomen gehuwde vrouw belastingvrij - Structureel boeketie van belastingverlagin- gen op lange termiin - Alle wensen dus niet direct te realiseren - PvdA wil belastingverzwaring: vermoge r.svermeerderingsbelas- ting.

Mr. DE WILDE

••.. monoloog

Het aangrijpingspunt van belasting- heffing, zei mr. De Wilde, heeft zich steeds meer verlegd van bepaalde rechtshandelingen naar de wisselende economische realiteit. Wanneer wij niet scherp waarnem-en welke veranderingen zich in de maatschappij voltrekken en daarvan uitgaande steeds kritisch ons bestaande fiscale stelsel bezien, zullen wij op den duur schade toebrengen aan onze volkshuishouding.

Het is een conservatieve mentaliteit, die niet de onze is.

Drie belangrijke verschijnselen moeten wij in het oog houden. In de eerste plaats de voortgaande geldontwaarding, waar-

Flitsen van het

-1

Binnenhof

!

door de druk der directe belastingen ten opzichte van die der indirecte belastingen in de loop der jaren belangrijk is gewij·

zigd.

Deze geldontwaarding is er tevens oor·

zaak van dat de progressie der directe belastingen enorm is toegenomen.

In de tweede plaats, als gevolg van de hoge tarieven, de vele verschijnselen van het ontgaan van helastingen - een zeer nadelig punt - en in de derde plaats de integratie in het kader van de Europese Economische Gemeenschap. Hierdoor ont- staan totaal verschillende situaties, waar- op het oog van de minister van Financiën tijdig gericht dient te zijn.

Wat is nu het structurele boeketje, dat onze fractie de minister heeft voorgehouden! In de eerste plaats heeft zij bepleit 'n vermindering van de sterke pro- gressie in het tarief van de inkomsten- belasting. Het zou aanbeveling verdienen de huidige overmatige progressie geleide-

lijk aan te verzwakken. Het marginale percentage ware op den duur op ten · hoogste 5{) te stellen.

In de tweede plaats een beter·e fiscale regeling met betrekking tot de inkomsten van de gehuwde vrouw.

Punt 3 is de afschaffing van de vermo- gensbelasting. Deze vorm. van belasting, waarbij het vermogcn·naast het inkomen als element van draagkracht wordt be- schouwd, past niet in de structuur van de huidige maatschappij, die reeds vele an- dere draagkrachtelementen kent, zoals bijvoorbeeld de sociale zekerheden. De vermogensbelasting heeft bovendien een sterk remmende invloed- op de bezitsvor- n1ing.

De vermogensbelasting, gekoppeld aan de inkomstenbelasting, is in belangrijke mate de oorzaak van het nare verschijn- sel van het ontgaan van belasting, het zich vestigen in andere landen.

Punt 4 betreft de geleidelijke opheffing van de dubbele belasting over uitgekeerde dividenden van naamloze vennootschap- pen, benevens een spoediger vl"ijstelling van het pl"imair dividend.

Ten slotte - een heel klein ruikertje in het boeket - : opheffing van de extra heffing op het inkomen uit commissaria- ten. In ons fiscale stelsel worden inko-

n~ens eenmaal belast - wanneer men tenminste in de vennootschapsbelasting geen tweede inkomstenbelasting wil zien - met uitzondering van het inkomen uit hoofde van het vervullen van een com- missariaat. Deze extra heffing is bepaald niet op principiële gronden te verdedigen.

Het is een restant uit het bezettingsrecht, dat zo spoedig mogelijk moet verdwijnen.

• • *

Alleen de woordvoerder van de PvdA, ir. H. Vos, heeft gepleit voor ver- zwaring van de belastingdruk door de in- voering van een vermogensvermeerde- ringsbelasting.

Op al deze denkbeelden over de be- lastingen zijn minister Zijlstra en staats- secretaris Van den Berge niet ingegaan.

Er kan over worden gesproken wanneer de algemene belastingherziening aan de orde konït. Dat zeggen de ministers van Financiën nu al jarenlang.

MINISTER ZIJLSTRA . . . . lijstje ....

De minister en de staatssecretaris zul- len elkaar na afloop van het debat wel de hand hebben gedrukt met de opmerking:

we hebben de boot weer fijn afgehouden.

Het betoog van de heer De Wilde is dus een monoloog geweest. Dat vindt hij niet prettig, in tegenstelling tot de heer Polle- ma (CHU), die altijd een monoloog houdt, onvriendelijke dingen zegt en dan bij de rep!iellcen meestal verdwenen blijkt te zijn of zwijgt.

Maar de heer De \-Vilde geeft de voor- keur aan een samenspraak. Daarvan was hij voorstander toen hij in de oppositie was en nu nog meer. De negatieve reactie van de bewindslieden had hem dus wel teleurgesteld.

• • •

Mi::lister Zijlstra heeft wèl verklaard, dat belastingverlaging op zijn lijstje blijft staan. Voor mij staat niet bij voorbaat vast, zei hij, dat een bepaalde uitgave dringerder is dan belastingverla- ging, die ook urgent is. Uitgaven en be- lastingverlaging moeten tegen elkaar worden afgewogen.

De lijst van prioriteiten die de regel"ing opstelt, moet worden geplaatst tegen de achtergrond van de conjuncturele werke- lijkheid. Dat vaststellen van prioriteiten is niet alleen een zaak van het kabinet, maar ook van het parlement.

Ook het parlement moet kiezen wat voorrang moet hebben. En als men de uitgaven wil verlagen, moet men zeggen wèlke uitgaven. Voor de duidelijkheid in de politiek, aldus de minister, moet het uit zijn dat men vrijblijvend spreekt over hogere uitgaven. V. v. D.

Infiltraties op Nieuw-Guinea?

Het lid van onze Tweede-Kamerfractie, de heer G. Ritmeester, heeft de volgende schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken:

1. Heeft de Staatssecretaris kennis ge- nomen van de berichten, dat in Neder.

lands Nieuw-Guinea een zekere kapitein Boetje Loen met een groep ongewapende Indonesiërs in twee prauwen, komende uit Ambon, bij Fak-Fak is geland en naar Sarong is doorgetrokken?

2. Kan de Staatssecretaris mededelen of deze berichten inderdaad juist zijn en in hoeverre het waar is, dat de bevolking deze infiltranten heeft ontvangen en hun gegevens heeft verstrekt, die niet onwaar- schijnlijk voor spionnagedoeleinden zijn bestemd?

3. Wanneer heeft deze infiltratie plaats~

gehad, hoeveel personen vergezelden Boetje Loen en hoeveel tijd is er verlo- pen voordat de infiltranten zijn aange.

houden? Door wie en waar is dit ge- schied?

4. Is het juist, dat de gehele groep naar Manokwari is overgebracht en daar is uitgewezen, omdat geen strafrechtelijke maatregelen tegen hen konden worden genomen en vasthouden daarom niet mo- gelijk was?

5. Is het voorts juist, dat deze Boeije Loen reeds in 1956 met anderen in de Senggalabaai nabij Fak-Fak is geland en toen weder in de gelegenheid is gesteld om naar Indonesië terug te keren?

6. Is het ook juist, dat in de loop der laatste jaren verschillende infiltraties hebben plaatsgehad, zonder dat dit voor de infiltranten ook maar enige nadelige gevolgen van betekenis heeft gehad?

7. Zo de vragen 5 en 6 bevestigend wor- den beantwoord, was er dan sedert 1956 niet voldoende aanleiding om van gou- vernementswege zodanige strafbepalin- gen in het leven te roepen, dat de infil- tranten de lust tot infiltratie definitief vergaat?

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Ullllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

(Vervolg van pag. 1)

gebieden gaarne zoveel mogelijk aan de Euro- pese eenwording koppelen. Vooral de Neder- landers tonen hier zekere - begrijpelijke -

gereserveerdheid. ·

Een tweede punt, dat aanleiding geeft tot ver- schillen, is de mate van ordening, die op de bin- :1enmarkt nodig en gewenst is. Merkwaardig

IS, dat Nederland zo veelvuldig door de andere landen wordt verweten, dat het zo rigoureus dirigistisch is op landbouwgebied. Nu worden er van Franse en Duitse zijde bezwaren ge- maakt tegen de "gereglementeerde vrijheid".

Men heeft voor de granen en de suiker liever de volledig geregelde markt, in feite staats- handel.

H

et kernprobleem van het hele landbouw- vraagstuk voor Europa is echter het prijsniveau. Men wil - en ook wij willen dit aanvaarden - een· eigen prijs- en marktniveau voor alle Europese landen ere- eren. Hoe hoog dit zal zijn is de vraag. Zo hoog, dat op alle bedrijven alles geproduceerd kan worden tegen lonende resultaten? Of zodanig, dat een werkelijk goed bedrijf produceert, waar het juist geschikt voor is?

Het hoog opvoeren van graanprijzen zou de graanteelt in sommige Duitse gebieden, die daarvoor eigenlijk niet geschikt zijn, lonend kunnen maken. In de typische graangebieden, b.v. in Frankrijk, zou de prijs belangrijk lager kunnen liggen en toch nog lonend zijn. Dan

moet, als het goed is, de prijs liggen in de rich- ting van dat Franse graanbedrijf en moet de Duitse boer iets anders telen. Als men de prijs te hoog opvoert, is eveneens een relatie naar buiten onmogelijk. Dan zou men bedragen moe- ten bijgeven bij export, die tot exportpremies zouden uitgroeien.

Veel moeilijkheden staan nog te wachten voor dit alles is beslist. Over de prijzen is nog g·een beslissing gevallen.

L Europa staat voor de keuze zich op land- bouwgebied af te sluiten of met de buitenwe- reld te blijven werken. Beide mogelijkheden laten de op tafel liggende plannen open. De voorlopige indruk is, dat alle schone woorden ten spijt, de grootste twee deelhebbers naar het protectionisme neigen.

(3)

ONZE INDISCHE NEDERLANDERS

Mej. mr. Broeeke Hoekstra deed

voor

de radio

een

klelnn&end beroep

Ja, luisteraars, ik heb vanavond als onderwerp gekozen "Onze Indische Nederlan- ders" en dan leg ik de nadruk op "onze", om dni<lelijk te laten uitlwmen, dat de Indische Nederlanders bij ons horen, onze landgenotcri zijn.

Het is onmogelijk om in 8 minuten over deze hele groep van zeer gevarieerde samenstelling te spreken. Daarom zal ik me bepalen tot de spijtoptanten, die juist de laatste weken weer sterk in de put.liciteit zijn gelwmen en ook tot de z.g. gelijk- gestelden en de maatschappelijke Nederlanders.

Direct na de tweede wereldoorlog en vooral na de souvereiniteitsoverdracht in 19i9 zijn tienduizenden mensen uit Indonesië zich blijvend in Nederland l;:omen l'eS-

tigen. De geelwongen versnelde repatiiëring in 1959 en de wijze, waarop het toen gelukt is aHen in Nederland op te vangen en onder te brengen, zullen we niet gauw vergeten.

Na alles wat deze gerepatrieerden heb- ben moeten doormaken in Indonesië voe- len zij zich eindelijk veilig in ons land.

Maar het verlangen naar hun zonnig ge- boorteland kunnen vooral de ouderen nooit van zich afzetten. Dat blijft, hoe dankbaar zij ook zijn. dat zij een samen- leving konden verlaten, waarin geen plaats meer voor hen was. Het waren voor het allergrootste deel Nederlanders, die als repatrianten hier zijn gekomen.

Helaas is het voor duizenden Indische Nederlanders nog altijd niet mogelijk In- donesië te ontvluchten. Zij krijgen de kans niet omdat zij zich niet meer op hun Nederlanderschap kunnen beroepen. Zij zijn het slachtoffer geworden van de sou- vereiniteitsoverdracht, toen in de Toe- scheidingsovereenkomst de mogelijkheid voor in Indonesië verblijvende Neder- landers werd opengesteld om binnen de termijn van twee jaar. te opteren voor het Indonesische staatsburgerschap; warga negara te worden dus ..

Bovendien werd in diezelfde overeen- komst bepaald, dat allen, die nà 1893 met Nederlanders gelijkgesteld waren, automatisch Indonesische staatsburgers werden, voor hen dus geen sprake van keuze.

De nationaliteitskeuze

Velen hebben toen inderdaad bewust hun Nederlandse nationaliteit prijsgege- ven.

Denkt U niet, dat hun dit gemakkelijk afging; dat blijkt alleen hier al uit, dat de meesten pas tot optie zijn overgegaan, toen· een vertegenwoordiger va1;1 de Ne- derlandse regering enkele weken voor het aflopen van de termijn een verklaring had gegeven over de nationaliteitskeuze.

Hierin werd er o.m. op gewezen, dat het voor de op Indonesië georiënteerde Ne- derlanders de meest natuurlijke oplossing was om wel te opteren en dat alleen zij, die Nederland kennen en weten, dat zij in staat zullen zijn zich daar te handhaven, er goed aan deden geen afstand te doen van hun Nederlanderschap. Bovendien ga- ven verschillende Nederlandse werkge- vers eenzelfde raad om hun vertrouwde werkkrachten te kunnen behouden.

Wie waren het nu die opteerden? Dat waren de flinke werklustigen, die zelf voor hun gezin wilden blijven zorgen en er tegenop zagen in het onbekende Neder- land een onzekere toekomst tegemoet te gaan. Men kon toen immers nog niet ver-

moeden, dat de toestand er zó oudragelijk zou worden en dat een intense, stelselma- tig aangewakkerde haat tegen alles wat Nederlands is en van Nederlanders af- stamt, het leven voor duizenden Indische Nederlanders eenvoudig onhoudbaar zou maken.

Ontslag door de werkgever, onvoldoen- de inkomsten, gebrek aan voedsel, deplo- rabele huisvesting, gedwongen samenwo- ning met Indonesiërs, geen Nederlands onderwijs meer, geen toegang op Indone- sische scholen, plagerijen en aanrandin- gen in allerlei vorm, enz. Dat hebben zij daar allemaal te verduren. Is het won- der, dat circa 9.000 van degenen, die de Indonesische nationaliteit gekozen heb- ben, een verzoek tot toelating in Neder- land hebben ingediend?

Dat zijn nu de z.g. spijtoptanten, een misleidende naam, luisteraars, die sug- gereert, dat het mensen zijn, die op het verkeerde paard hebben gewed, terwijl het merendeel juist bestaat uit harde wer- kers, die zo lang mogelijk geprobeerd hebben zich staande te houden en zich aan te passen aan de nieuwe verhoudin- gen, maar het nu moeten opgeven.

Het toelatingsbeleid

Bovendien liggen er nog ongeveer 5.000 aanvragen van gelijkgcstelden en maat-

schappelijke Ncdcl'landers op afdoening te wachten. Zij staan bloot aan precies de- zelfde behandeling als de spijtoptanten, omdat zij Nederlands spreken, denken en voelen. Kortom gewend zijn geheel in Ne- derlandse> sfeer te leven en te werken.

Het toelatingsbeleid ten aanzien van de- ze niet-Nederlanders en ex-Nederlanders vormt al enige jaren een veel besproken vraagstuk, zowel in als buiten het parle- ment.

De Nederlandse regering heeft van het begin af het standpunt ingenomen, dat aan deze Indisch gewortelden alleen dàn een visum kan worden verstrekt, wanneer zij in werkelijke nood verkeren en vol- doende bindingen in Nederland hebben.

Waar nog bij komt dat het aantal van de jaarlijkse toelatingen· aan een maximum gebonden is.

In de Eerste en Tweede Kamer is tel- kens door verschillende partijen, waar- onder vanzelfsprekend de VVD, aange- drongen op meer toelatingen. Zo werd het maximum van 1200 op 1800 gebracht en door het kabinet-Bcel op 2000. Dit aantal heeft het huidige kabinet gehandhaafd.

Mej. mr. J. J. Th. TEN BROECKE HOEKSTRA

Lid van de Tweede Kamer, die· op 4 maart het hier afgedrukte be-

wogen mdio-betoog hield over:

"Onze Indische Nederlanders"

De verzoek1m om toelating worden steeds dringender naar mate door de tel- kens verscherpte maatregelen tegen de Nederlands-gezinden hun geestelijke en

·materiële nood groter wordt.

onwetend

I

I I I I I I I

aarzelend overtuigd:

neem een

HBU-bankboekje Het Biedt U

3,6 Ïo

rente

Dok voor bankboekjes:

deHBU

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.v. 11

AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM ~~~

HERENGRACHT 436 HOFWEG 1 COOLSINGEL 104 STBUS 554 POSTBUS 46 POSTBUS 2 4 9 : J STGIRO 42650 POSTGIRO 14632 POSTGIR() 8179

~ ma!!illl DilDiiil l'lllmiiUI m.ma

Weet U, luisteraars, dat er velen al ja- ren lang trachten een visum te krijgen?

Request op request wordt ingediend.

Komt er dan eindelijk antwoord, dan is het in de meeste gevallen een definitieve of voorshandse afwijzing.

Kunt U zich indenken, wat een slag zo'n bericht is voor een gezin, dat iedere dag vurig- hoopt op een gunstige beslis- sing. Voorshands afgewezen betekent, dat men wel in aanmerking komt voor toela- ting, maar nog niet aan de beurt is m.a.w. dat er nog schrijnender gevalle~

zijn, die vóór moeten gaan.

Aan de ene kant dus een iets gunstiger bericht, maar aan de andere kant ook een geweldige teleurstelling, die grote span·

ningen te weeg brengt, omdat men hele- maal niet weet, wanneer men dan wèl een visum zal krijgen. Daar gaan meestal weer ettelijke maanden overhe,en. En dan nog te weten, dat als het bekend wordt, dat men moeite doet om weg te komen, het leven hun daar nog moeilijleer wordt ge1naakt!

Klemmend beroep

Bij de mondelinge behandeling van de begroting van Justitie voor 1960 hebben wederom alle fracties unaniem een klem- mend beroep gedaan op het kàbinet om niet alleen het toelatingsbeleid te ven·ui- men, maar ook het tempo te versnellen.

De minister blijft onvermurwbaar en heeft alleen toegezegd, dat in aperte nood- gevallen hij het getal 2000 niet als sacro- sanct - onaantastbaar - zal beschou- wen. De minister gaat er van uit, dat er geen levensgevaar is en dat de meeste aanvragen niet op een noodtoestand be- rusten.

De toelating op ruimer schaal brengt vanzelfsprekend grote financiële offers mee en geeft in ons overbevolkt land nog vele andere moeilijkheden op het gebied van de huisvesting, het onderwijs, de werkmogelijkheden enz. Daarom acht het kabinet zich niet verantwoord het beleid te verruimen.

Al kan men begrip hebben voor deze redenering, het is nü zover gekmnen, dat het gehele N-ederlandse volk deze offers zal moeten brengen, · omdat duizenden stamgenoten in zo grote ellende zijn ge- komen, dat van een ramp gesproken kan worden. Het gaat hier om een morele plicht, waaraan Nederland zich niet mag _en kan onttrekken.

Het is onmenselijk zoveel Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen te laten verkmnmeren/Wanneer er bovendien niet snel geholpen wordt, komt de hulp voot•

velen misschien te laat. Er zijn nog te veel mensen in Nederland, die geen flauw besef hebben, hoe diep treurig het lot van hun landgenoten daar is.

Ik heb helaas geen tijd om U vanavond . hierover meer te vertellen. Vaststaat in ieder geval, dat dank zij het eensgezinde standpunt van alle politieke partijen ten opzichte van dit beleid met vereende krachten de strijd met het kabinet zal worden voortgezet. Maar daarbij hebben wij de steun van het gehele Nederlandse volk nodig. Geeft U allen blijk van Uw medeleven! Luisteraar, moge spoèdig be- reikt worden, dat het kabinet een zodanig toelatingsbeleid gaat voeren, dat het mo- gelijk wordt, dat onze Indische Nederlan- ders de veilige Nederlandse havens kun- nen binnenvaren. Het is nog net niet te laat.

•••*•*···~·**•···~*•••++•

: t q

.

:

i c+aarboekj~

i

t Verschenen is het Jaarboekje t

t 1960 van de Partij. Hierin zijn op- : : genomen de adressen van de Le- :

t den van het Hoofdbestuur, van de t

~ Kamerfracties, van de Kamercen- :

t trales, van de Vereniging van Sta- :

t ten- en Raadsleden, de Commis- :

t sies, gegevens inzake de Organi- t

: satle Vrouwen in de V.V.D. en <le :

~ Jonge:ren Organisatie Vrijheid en t

: Democratie, het Beginsel Pro- ~

~ grrnn, de Statuten en aUe neg·!e- :

~ Jneni~n van de Pa1·tij. :

g I-Ket boekje l{an bPsteld \Yorden -g

~ doni' ove:nnal;:h!g van f 1.- op g-i- g

~ l'OllU1HU1('1' 67830 t.n.Y. de S~creta- ~

~ I'is ya:n de V.1l.D. te 's Grt-.,_venha- Z g ge. To{'zr-ndi:ng volgt o:ntnidd.e1Hjh:, g

i; zolang; de voorrand streli:t. ~

<> <>

.. "

;<>•~•<>~~~~~~~~+<><>v~v~+9<>~<>~<><>~+<>+++~~<>~

(4)

12 MAART 1960- PAG. 4

De Europese School te Luxemburg

Komt ook

De Eerste Kamer heeft de vorige week het wetsontwerp tot goed- keuring van het op 12 april 1957 te Lu- xemburg ondertekende Statuut van de Eu- ropese School en van de daarbij behoren- de overeenkomsten z.h.s. goedgekeurd.

Mevrouw Schouwerraar-Franssen heeft daar als enige een aantal opmerkingen over gemaakt, die mede in verband met het in ditzelfde nummer van ons blad opgenomen ingezonden artikel wel van belang zijn (zie pag. 5).

Zij stelde voorop, dat haar fractie die goedkeuring gaarne zou geven. Zij achtte deze school belangrijk om twee redenen.

In de eerste plaats zien wij hier een begin en een groei van samenwerking, niet al- leen tussen ministers - hetgeen belangrijk is - inspectie en docenten op internatio-

naal niveau, maar ook tussen ouders en leerlingen. Wij zien deze school als een gezamenlijke inspanning, gericht op de vorming van jonge mensen uit zes lan- den in één verband en buiten de lands- grenzen.

In de tweede plaats achtte haar fractie deze school belangrijk, omdat het moge- gelijk is, dat er op den duur - en wij ho- pen dat ook - meer Europese scholen ko- men. Het is mogelijk, dat deze school dan als "schoolvoorbeeld" zal dienen.

Daarom echter juist wilde zij graag de gang van zaken in het oog houden. Deze school bestaat nu al drie jaar en heeft in- middels een eindexamen gehad.

Zij wilde de minister nu in de eerste plaats vragen of het niet mogelijk is, dat de Kamer op gezette tijden (bijv. bij de jaarlijkse behandeling van de begroting van Onderwijs, K. en W.) op de hoogte wordt gesteld van de gang van zaken op deze school.

Maken wij de balans van deze school op, die nu 3 jaar werkende is, dan zien wij dat zij groeit: in oktober 1958 wa- ren er 671 leerlingen, nu zijn er 110 meer.

Wanneer men deze school bezoekt, zo kon onze woordvoerster uit eigen ervaring verklaren, krijgt men de indruk van een prettig en praktisch gebouw, waar de sfeer en de omgang onderling zijn zoals men die van een goede school verwacht.

Men krijgt ook de indruk, dat er hard wordt gewerkt, ook en vooral door de Nederlandse kinderen! Dat is haar ook bevestigd door brieven van Nederlandse ouders uit Luxemburg.

Nu zijn de voordelen, die zijn verbon- den aan zulk een school, voor de leerlin- gen evident. De gezinsband blijft behou- den, zij gaan om met de kinderen van an- dere nationaliteiten en men heeft een rui- mer leerprogram. Maar de bezwaren, die eraan zijn verbonden voor de leerlingen, bemerkt men pas na enige tijd.

Wellicht zal de minister deze bezwaren niet geheel kunnen wegnemen en wellicht ook niet onmiddellijk, maar zij wilde die toch gaarne onder de aandacht brengen.

Die bezwaren cirkelen voornamelijk om twee punten. In de eerste plaats is_er een te weinig aan kennis van het eigen land en in de tweede plaats is er een zwaar program door de eis van de tweede voer- taal.

Frank Rijsdijk~s

lndustrieele On- dernemingen n. v.

Hendrik-Ida-Ambacht Tel. H.-I.-Ambacht 245 Rotterdam 117615

SCHEEPSSLOPERIJ

HANDEL in:

e Oud IJzer,

e Nieuw IJzer,

e Bruikbaar IJzer, enz.

de Nederlar1dse

Mevr. J. F. SCHOUWENAAR-FRANSSEN . . . geen kleurloze Europeanen . . .

Wat de taal betreft, is het geen geringe opgave voor kinderen van 11 en 12 jaar om lessen te volgen en proefwerken te maken in de Franse of Duitse taal. In de praktijk domineert de Franse taal. Later moeten zij ook natuurkunde, scheikunde en kunstgeschiedenis in deze talen vol- gen. Daarom en daardoor schijnt de ver- plichting van de tweede voertaal op de Nederlandse leerlingen - z1j sprak uiter- aard alleen over Nederlandse leerlingen - zwaar te drukken.

.. ..

*

Wat de kennis van het eigen land aan- gaat, had haar de klacht bereikt, dat speciaal door de wijze, waarop ge- schiedenis en aardrijkskunde worden ge- doceerd, en door de vrij korte tijd, die daaraan besteed kan worden, de kinderen op de duur in deze kennis te kort schie- ten.

Indien dit zo is, moet hiervoor naar haar mening tijd worden gevonden. De kinderen, die in het buitenland wonen, hebben het toch al moeilijk en enige "bij- voeding" in de kennis van het eigen land is misschien niet ongewenst.

Persoonlijk zou mevrouw Schouwenaar durven stellen, dat een verenigd Europa weinig heeft aan kleurloze Europeanen, maar wel behoefte heeft aan mensen met een grondige kennis van hun eigen land, met een eigen inbreng en met een eigen kleur.

Ten slotte heet die school toch: "Schola Europea ex foedere six nationurn insti- tuta". Daar is geen woord Frans bij, dat is volkomen duidelijk! Behalve dat, staat er verder in het briefhoofd: "Ecole euro-

BIJNA JAAR

Betonpaal- funderingen

OOK IN KELDERS

.STALEN PALEN

DAMWANDEN

GRONDONDERZOEK

DE WAALPALEN

A'DAM, GEN. VffiERSTR. 58, TEL. 81810-87414 R'DAM, THORLEDEWEG 19,

TEL. 65219

tot haar recht?

péenne, Europäische Schule, Scuola Euro- pea, Europese school". Deze vier talen Frans, Duits, Italiaans en Nederlands, zijn de vier voertalen.

In de praktijk is het, als zij goed was ingelicht het Frans - die fraaie, maar moeilijke taal - dat domineert.

* * *

De aantallen leerlingen en docenten . bij de afdeling middelbaar onder- wijs vergelijkend, ziet men, dat er van Frankrijk 80 leerlingen zijn met 9 docen- ten, van Duitsland 47 leerlingen met 9 do- centen en dan komen ieder met 4 docen- ten: Italië met 39 leerlingen, Luxemburg met 18 leerlingen en Nederland met 50 leerlingen. Dat laatste is nog meer dan het aantal Duitse en Belgische leerlingen.

Deze vier Nederlandse docenten bij de afdeling middelbaar onderwijs werken - aldus mevrouw Schouwenaar - hard en met groot idealisme, maar gezien het-:

geen zij had gezegd, vroeg zij zich af of die niet enige versterking nodig hebben.

Zij wist niet of dat direct mogelijk zou zijn, want het is ongetwijfeld ook een kwestie van "budget". Er is ook de vraag van het aanbod van docenten en zij wist - voorzichtig uitgedrukt - ook niet, hoe hun positie daar is en of die in alle op- zichten bevredigend is geregeld.

Gezien het belang van dit unieke ex- periment voor de Nederlandse leerlingen en voor andere toekomstige Europese scholen, vroeg zij dus: le. de Kamer ge- regeld op de hoogte te houden van de gang van zaken in deze school in Lu- xemburg en 2e. of de minister eens wilde nagaan of de Nederlandse vorming daar voldoende tot haar recht komt en, zo neen, of hij dan wilde trachten daarin te voorzien.

* "' *

1\!finister Cals heeft haar naar aanlei- ding van deze uiteenzetting twee concrete toezeggingen gedaan. De minister ver- klaarde zich "Qereid, jaarlijks het over- zicht van de ontwikkeling aan deze school (en eventuele andere Europese scholen) aan de Kamer te verstrekken. Hij was eveneens bereid, een onderzoek te doen instellen of de Nederlandse vorming daar tot haar recht komt en hij stelde zich voor om, alvorens hij dat onderzoek zou doen instellen, met mevrouw Schouwe- naar overleg te plegen over de concrete vragen, die met betrekking tot deze Ne- derlandse vorming zouden moeten wor- den gesteld.

Wat het aantal leerkrachten "Qetreft ves- tigde de minister er de aandacht op, dat het aantal leraren, onderwijzers en kleu- terleidsters - er is één kleuterleidster - dat uit Nederland naar Luxemburg is ge- zonden om daar werkzaam te zijn, precies past in het schema, dat is vastgesteld door de zes landen, die gezamenlijk deze school hebben gesticht.

Men kan, zo betoogde de minister ver- der o.a. nog, het aantal leerkrachten ook niet zonder meer vergelijken met het aantal leerlingen van een bepaald land.

Het ligt er ook aan, welke vakken worden gegeven. Hij achtte het heel normaal, dat bijv. het Engels, het Frans en het Duits niet door Nederlandse leraren aan de Ne- derlandse leerlingen worden gegeven. Er kunnen dus verschillende overwegingen zijn, op grond waarvan de verhouding tussen 't aantal leraren en leerlingen van . een bepaald land niet precies dezelfde be-

hoeft te zijn als die van andere landen.

Op een interruptie van mevrouw Schou- wenaar, dat d e z e verschillen toch wel erg groot zijn, antwoordde de minister:

"Deze verschillen zijn inderdaad groot, maar naar mijn vaste overtuiging niet te groot". Hij gaf daarbij ook de cijfers voor het overige onderwijs, ma<tr terecht in- terrumpeerde mevrouw Schouwenaar hier: "Ik heb over het middelbaar onder- wijs gesproken".

Ondertussen willen wij volledigheids- halve ook die cijfers geven. Op de 10 Ne- derlandse kleuters aan de Europese School te Luxemburg was in oktober j.l.

één kleuterleidster aanwezig, op de 48 Nederlandse leerlinge!l van de lagere school waren drie onderwijzers en op de 50 leerlingen van de middelbare school, als reeds vermeld, dus vier Nederlandse lera- ren.

De minister meende, dat wij ervoor moe- ten waken, dat dit Europese ideaal ook financieel-economisch en wat mankracht betreft uitvoerbaar blijft.

A.

Copie voor dexe rubr;ek te xenden naar:

Mejuffr. Joh, H. Springer, Alexander- ltraat 16, Haarlem.

Activiteiten in de Kamercentrale Groningen

Er vallen er maar liefst drie tege- lijk te vermelden en een vierde·

is op komst.

Winschoten

Op 17 februari kwamen op uitnodi- ging van de Provinciale Commissie van de Organisatie Vrouwen in de V.V.D., vrouwelijke leden en introdu- cees bijeen in Winsc~oten om te luis- teren naar mevrouw Schleurholts- Grootenhuis uit Meeden, die sprak , over de Stichting "Welzijn Oldambt", waarvan spreekster bestuurslid is.

Deze stichting heeft in dit zgn.

"achtergebleven gebied" ten doel te bevorderen dat iedere inwoner van hei Oldal,ll.bt (Oost-Groningen) zich be- wust zal worden -"3el uit te maken van een levende gemeenschap, waarin niet alleen materiële welvaart, maar bo- venal ook het algemeen welzijn afhan- · keiijk is van de volle medewerking van ieder lid van die gemeenschap.

Na de pauze kwamen vragen en re- acties, die van veel belangstelling ge- tuigden. Er werd naar meer van zulke bijeenkomsten gevraagd. Mej. mr. A.

C. C. Nijhoff, directrice van de Stich- ting Sociaal en Cultureel werk in de provincie Groningen, woonde de mid- dag bij. Ondanks sneeuwstorm en griep waren 35 dames aanwezig. De bijeen- komst stond onder leiding van de, voorzitster van de Provinciale Com- missie, mevrouw Prummel-Bulder.

Groningen-Haren

Hiervoor hield de heer F. A. Möl- ler, directem· van W. A. Scholterr's Chemische Fabrieken op maandag 22 februari een interessante lezing, welke als onderwerp had ,.Van veenaardappel tot chemisch product",

Na de inleiding vertoonde de heer Möller talrijke fraaie dia's, die een duidelijk beeld gaven van de werk- zaamheden van deze grote bedrijven.

De aanwezigen hebben met een har- telijk applaus duidelijk onderstreept hoe deze lezing is gewaardeerd.

Ezinge

De vrouwengroep in Ezinge, betrek- kelijk klein, maar zeer getrouw, gaat anders te werk met haar huis-bijeen- komsten. Mevrouw Brouwers-Wijk schreef hierover:

"Op onze laatste bijeenkomst bevatte de hoofdschotel: het verblijf op de Pie- tersberg tijdens de conferentie op 17 en 18 oktober jl. Enthousiast hebben de drie deelneemsters ervan verteld en ik heb het nog wat aangevuld aan de hand van het verslag. Doordat wij er zo opgetogen over spraken, werd de belangstelling bij de andere aanwe- zigen steeds groter en werden er vele inlichtingen over gevraagd".

Nu hopen wij dus de volgende keet·

op de conferentie de héle Ezinger Vrouwengroep te ontmoeten!

Enkele exemplaren van genoemd verslag zijn nog bij ondergetekende te krijgen.

J. H.S.

~---J

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens Johnston Taylor is ‘de wounded healer een zorgverlener, die in zijn leven ook blessures heeft opgelopen, moeite en pijn heeft ervaren, verliezen heeft gekend?. Hij heeft

- In programma 5 Onderwijs en sport bij het doel Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt wordt het beoogd resultaat en/of planning als volgt aangepast: &#34;Uiterlijk februari 2018 (01)

In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen,

Figuur E.1: Sector Gedrag &amp; Maatschappij: aantal opleidingen (brin 1 -isat 2 ) in subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen naar bekostigd en niet-bekostigd,

Dim () Aantal rijen (= aantal personen id steekproef) en kolommen (= aantal variabelen) vd tabel.. Head 1 e 6 rijen + bijhorende kolommen Names ()

Het is waarschijnlijk dat een nieuwe eigenaar van de grond (in 2017/2018) een ander plan zal (willen) maken dan het plan uit 2004 van Pre Wonen. De gemeente wil ruimte bieden om

Hij schetst het belang en de betekenis van de Slag bij Heiligerlee in het grotere geheel van de Tachtigjarige Oorlog en herinnert zich de vaderlandse geschiedenis uit zijn

Op grond van artikel 21, eerste lid WRO kan de raad verklaren dat voor een bepaald gebied een bestemmingsplan wordt voorbereid, het zogenaamde voorbereidingsbesluit.. Dit is in het