• No results found

Simultane produktie-afzetplanning op korte termijn zonder seriegrootte-problemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Simultane produktie-afzetplanning op korte termijn zonder seriegrootte-problemen"

Copied!
170
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Simultane produktie-afzetplanning op korte termijn zonder seriegrootte-problemen

Bannink, Robert

Publication date:

1971

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Bannink, R. (1971). Simultane produktie-afzetplanning op korte termijn zonder seriegrootte-problemen.

Katholieke Hogeschool.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy

(2)

'*-ir

99,11>.-,4,.i,/,vig -r

rL".

(3)

BIBUOTHEEK KATHOLIEKE HOGESCHOOL Hogeschoollaan 225, Tilburg

Dit werk terug te bezorgen uiterliJk op:

32 JULI 1986

24- #1 -9*

2 3 ·lov. 1968

BEPALING UIT HET REGLEMENT

Een werk, datlemandinbruikleen heeft, mag

(4)

Bijlage

LIJST VAN SYMBOLEN VOOR HOOFDSTUK I TOTEl\1MET \/1 t aIsvariabele: kansdatoverigeklanten meer vragen dan x-y A matrix met elementen a .

als index: onderscheidtussen perioden (dag, maand)

B vector metelementen b.

4

Er is naar gestreefdeen begrip indezestudie met6dnsymbool aanteduiden,behalve bt tijdstip waaropeen partijinproduktiewordtgenomen F gesimuleerdestraf op nee.verkoopvanmaand tin vi.,agklar,e A bii ef

1,k,t

in de aanhangsels. Onderstaandelijst geeftdebetekenis van dezesymbolen. Niettemin t tijdstipwaaropeen partij uit produktie komt aanbod van gi < gk e

kanhet incidenteel voorkomen dat symbolen indetekst wordengedefinieerd en ge- t tijdstip waarop

een nieuwe partij opde reactorwordtgescheduled M aantal te simuleren maanden inonderzoek strafop nee-verkoop

bruikt die niet opdeze lijststaan. Indatgeval hebben zij uitsluitend indecontext van

v alsvariabele:vraagomvang, alsindex: vasteklanten N

het gebruik hunwaardeen betekenis. aantal klanten

Vt'Vv vraagomvang van vasteklanten Nv' NO aantal vaste resp. overigeklanten

ai het aantaluren nodigvoor produktie van ddn tonvan produkt iop

V2,VO vraagomvang van overige klanten P vraagkans,relatieve vraagfrequentievanklanten

bewerking j

w waardering bij verkoop; opbrengst minusvariabelekosten

Pv. Po vraagkans van vaste resp. overigeklanten

bj het beschikbareaantal uren voor bewerking j, capaciteit j

X, Xi aanbod, aanbod van produkt i

Qi omvang van het verlies van alle vaste klanten voor produkt i gedurende c verhoudingtussen gemiddelde maandvraag van overigeenvasteklanten

x karakteristieke waarde inde samenhang tussen y en x, maximum y m maand

f(v) vraagdichtheidsfunctie, de kans op een vraagtergrootte v

0

X 1 idem, dexwaardewaarvoory minimumbereikt (x 1 > xo) S benaderdestraf op nee-verkoopaan vasteklanten

fl (Vl) idem voorvaste klanten

Y, Yi voorvasteklantengereserveerdaanbod, idemvan produkt i V vector metbeginvoorraden

f2 (V2) idernvooroverigeklanten W winst vaneen gegevenaanbod

z. de produktie-omvang (gepland) van produkt i (=aanbod - beginvoorraad)

fk theoretische kansdatvolgensdenormale verdelingeen maandvraag v

X vector metelementen x,

tot klassekbehoort (IV)

a minimum vraagper maand

gk ondergrensvanklasse kintabellering vande maandvraag (IV)

B maximumvraag per maand

i index voor produkt-onderscheid

y modalevraag per maand (=vraag met degrootsterealisatiekans)

j indexvoor bewerkingsoortin produktieproces

6 maximale relatievevariatie in x in den iteratie vandeoptimalisatie

k meestal indexvoor klant-onderscheid.Slechts inhfdst. IV ook ingebruik

f maatvoorscheefheid van een verdeling

als index voorvraagklasse

I indexvoor vraagklasse V4 maatvoor invloed vraag vasteklanten op maximum y

m aantalmaanden dateen vasteklantzijn vraagterugtrekt bijteleurstelling o4 maat voor invloed vraagoverigeklanten op x,

n aantal vragende (vaste) klanten Wk maat voor de kromming in y op hetinterval xo, x,

nk aantal gesimuleerdemaanden meteen vraag inklasse k (IV) 11 gemiddelde vraagomvangper kiant, gegeven het feit dathij vraagt:

klantengrootte

o indexvooroverigeklanten

Pk gemiddeldevraag van klant k

p kans datvasteklanten meervragen dan y

* Vu gemiddelde maandvraag van vasteklanten

p kans dateenextra eenheid xbij constantey wordtverkochtaan vaste

klanten,

indien vi )yen v2 > x-y v,i

p gemiddeldemaandvraag van vasteklantenvoorprodukt i

q straf in guldens per tononvervuldevraag van vasteklanten 711 '92 parameters in derelatietussen n en v : n (v) = 771 V + 712 v2

A A

r variatiecoefficientak Kk (verhoudingtussenstandaarddeviatieengemid- 711 'T12 schattingen van '11 en 772

delde van de vraag vaneenklant alshijvraagt) a standaarddeviatie indeverdeling vandeklantengrootte

s kostenvan onverkocht produkt. In 1.3.: variabelekosten,elders:variabele 'k standaarddeviatie inde maandvraagverdeling vanklant k

voorraadkosten o standaarddeviatie in

de maandvraagverdeling van vasteklanten

V

2

S

1,k,t geschatte

variantie in F

(5)

STELLINGEN

1. Wellichtopgrond vanwoordassociatiewordt het weduwenpensioen vandetijdens actievedienst overleden man alsonderdeel van depensioenmaatregelen gezien.

Sociaal-economisch ishet juisterdezevoorziening alseenonderdeel vande loondervingsverze-keringen tebeschouwen. Het isdanongemotiveerd omdeoplossing van devaak schrij-nende problematiek van de 'actieveweduwe'te latenwachten totde algehele oplossing

vande pensioenproblematiek.

Men kan opkorte termijn het premieloonplafond in de A.W.W. verhogen tot dat van de

overigewerknemersloondervingsverzekeringen,alsmede deuitkeringen stellen op 60 %

van het actieve inkomen toteen maximum vandit loonplafond,waartegenover de premie op ca. 2% % van deverzekeringsgrondslagdienttewordengesteld.

Dezemaatregelvoorziet zowel bij nieuwe alsbijlopende gevallenopkorte termijn in

welvaartsvaste,gedifferentieerde weduwenpensioenen voor werknemersen zelfstandigen.

2. Voorzoverontwikkelingshulp nietdoor giftenwordtgefinancieerd verdient waar mo-gelijk financiering door deelnemingdevoorkeurboven leningen, daarzodoende het

ont-staanvantransferproblematiek wordt voorkomen,zowelvanuitde

financieringsstruc-tuuralsvanuitdeafzetverdelingtussen moederbedrijveninontwikkeldeen dochterbe-drijveninontwikkelingslanden.

3. Het concentrerenvan specialistische deskundigheden(bv.Wiskundige Statistiek, Operations Research) incentrale stafafdelingen isondoelmatig,daar hiermede een orga-nisatorischekloofgeschapenwordttussen de specialist enzijntoepassingsgebied.

4.Gefixeerde verrekenprijzen dienen hoogstensdekostprijscalculatie; zij zijn misleidend bij toepassing inbestuurlijke informatiesystemen.

5. Het gebruiken van het aantalondergeschikten indebepalingvansalarieringsnormen,

bv. alsmaatstaf voordeverantwoordelijkheid, zodanig dateen positieve correlatie

tussenditaantal en hetsalarisniveauwordtgelegd,leidt tothet divergeren van het per.

soons- enhetondernemingsbelangen vormtzodoendeeenconstantebedreiging van de rationele bedrijfsvoering.

6. De matevan inspraak van ouders inhetfunctioneren van hetlageronderwijs is een

goedemaatstaf voordebereidheid diezowel deze ouders als de wetgever aan de dag

(6)

7. Bijeenaantal bemiddelendefuncties in het economisch verkeer, welke worden

uitge-oefend als zg.vrij beroep, doen zichuit hoofdevan particulierbelang tendenties voor om

demarkt kunstmatig beperktcq.ondoorzichtigtehoudendoordiverse institutionalise-ringen.

In plaats van deze institutionalisering al dan niet actief te bevorderen - als bijde gilden

in de Middeleeuwen - mag van deoverheid worden verlangd datzijobjectieve

informa-tie verschaft in deze, al dan nietgepaard gaande met concurrerende(semi-)

overheids-dienstenopnon-profitbasis.

8. Degebrekkige kennis vandewaardevan informatie,zowel quamateriele inhoud als

quaactualiteit, reduceertde investeringsbeslissing bij de installatievangrote informatie-verwerkendesystemen tot eenkostenminimalisatie. Dit leidttotverkeerde investeringen.

9. Ten onrechtewordt indebestaande literatuurbetreffendevoorraadbeheersing de

markt inhet algemeen alseenamorfe massavragers afgebeeld. Voorraadomvangwordt daardooreen kostbaarsubstituut voor afzetselectie.

10. Indien mende behaviouristische beschrijving van het ondernemingsgedrag als

uit-gangspunt voordewinstbepaling accepteert, kan mendewaarderingvan afschrijvingen

tegen vervangingswaarde met behulpvan prijsindices,zoals inveelondernemingen

ge-bruikelijk is,slechtsinterpreteren alseen middel omdewinstuitkeringsaspiraties van

alle participanten zo laagmogelijk tehouden.

(Zie J.L.Bouma: Ondernemingsdoel enWinst, Leiden, 1966, Stenfert Kroese;

(7)

SIMULTANE PRODUKTIE AFZETPLANNING OP KORTE

TERMIJN ZONDER SERIEGROOTTE-PROBLEMEN

BIBLIOTHEEK KATHOLIEKE HOGESCHOOL

Hogeschoollaan225,Tilburg -Tel.

0960

O,4421 24

Mt werk terug te bezorgen rlilk op :

«4* .=3 Ft«

8#6£. 1 1, ,1 L

111 -Ir 1 1

BEPALING UIT HET REGLEMENT

Een werk, datiemand in bruikleen heeft, mag

(8)

KATHOLIEKE HOGESCHOOL TE TILBURG

SIMULTANE PRODUKTIE AFZETPLANNING OP KORTE

TERMIJN ZONDER SERIEGROOTTE PROBLEMEN

Proefschrift

ter verkrijging van de graad van doctor in de economische wetenschappen aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg, op

gezag van de rector magnificus Dr. C. F. Scheffer, hoogleraar

in de bedrijfshuishoudkunde, in het openbaar te verdedigen

in de aula van de Hogeschool op donderdag 13 mei 1971

des namiddags te 4.00 uur.

(9)

Promotoren:

Prof. Dr. P. A. Verheyen Prof. Drs.J. Kriens

(10)

VOORWOORD

Voorraadbeheer is het brandpunt vandekorte-termijn beslissingen in een

produktiebe-drijf,

waarinstralenuittalrijke facetten van het bedrijfsgebeuren samenkomen. Of deze

stralenworden gebundeld danweI gedivergeerdhangt van de lens af diedestralen

op-vangt. De vorm van deze lens is het studie-object van o.m. bedrijfssociologen, organisatie. deskundigen, bedrijfseconomen, bedrijfskundig ingenieurs, al dan niet verenigd in operationeleresearchteams. Niettemin isde universele lens nognietgevonden, getuige

de nog steedsgroeiende literatuurstroom op ditgebied.

Is diteenbevestiging van het onvermogen vandeze wetenschappers deveelzijdige

werke-lijkheid in 66n en toch hanteerbaarschema te vangen, ofhet gevolg vaneen communica tiestoornistussen de beslissers en debesliskundigen?

Waarschijnlijk moeten beide vragen bevestigendworden beantwoord. Zo maakt het dui-delijk verschil of mendevoorraadsituatie vaneenwarenhuis beschrijft of die van een

producent,evenals erbinnende laatste groep weerverschillenbestaan tengevolge van de al dannietserie-gewijzeorganisatie vandeproduktie. Bij bestudering vandegrote

ver-scheidenheid van de literatuur ishetopvallend datde instrumenten van het

voorraadbe-heer steeds in deproduktie-envoorraadsfeer zijn gezochten zelden of niet in de ver. koopsfeer:alsvoorraad hetsaldo istussen produktieenafzet komenbeideacties in prin-cipevoor regulering inaanmerking.

Ditproefschrift heeft ten doel deze lacuneminstens zichtbaartemaken door de

vandegebruikelijke literatuur afwijkendeaanpak vaneen praktische probleemsituatie:

het voorraadbeheer op kortetermijn ineenproduktieproces zonder wezenlijke

serie-grootte problematiek.

Eentweededoelstelling vandit proefschrift betreftde bovengenoemdecommunicatie.

storingtussen beslissersen besliskundigen.

Het is de metveleproblemenbelaste beslissersnieteuvel teduiden dat zijeen betoog dat zorgvuldigvanformulenaarformuleopklimmend totgrotewetenschappelijke hoogte stijgt,naenkelebladzijden hersengymnastiek doorschuiven naar hunstafpersoneel. Deze

hebben danmeestal geen tijd,of missen nethetgewenstespecialisme omde essentie van debetreffende studieverbaalsamen tevatten,waarmee deongewenste kloof

tus-sen theorieenpraktijk weerverdiept is. Het isdusdoelmatiger datdeauteur zelf zijn

betoog aan een zo breed mogelijke kringvan potentieel belangstellenden tracht over te

dragen, zelfsindien dit in eersteinstantieenigszins ten koste gaat van dewetenschappe.

lijkegaafheid ofelegantieervan.

In de opbouw vandezepublikatieisgetracht in deeerstedrie hoofdstukken hetgehele

betoogtegeven zonder gebruiktemaken van meerwiskunde dan bijv. in deopstelling

van samengesteldeindexcijferswordtaangewend. Evenmin is van veel meerkansrekening

gebruik gemaakt dan indebepaling van deprijs van een lot voorkomt, in eenloterij

met honderd loten en6dn winnend lot meteen uitkeringvanduizend gulden. Waar de

(11)

Aan mijn ouders

(12)

Deze wijzevan verslaggevingheefthetnadeel dat demeermethodischeaspecten van de

studie wat buiten hetverband van het geheel in de laatstedrie hoofdstukken aan de orde worden gesteld. Dit isechterdeprijs diedezeschrijver van zijn vakgenoten vraagt ten-einde degezamenlijke goodwill bijdeniet-vakgenotentevergroten.

Op hetresultaat vaneenonderzoek alshetonderhavige iseenvariant toepasbaar op Churchill's uitspraak over de Slagom Engeland, in die zin dat het lot van zoweinig van

zovelenheeft afgehangen. Het is mijeengenoegen mijn dank te betuigen aan henallen,

diealsuniversum in de volgende (gestratificeerde) steekproef worden vertegenwoordigd: de directie van DSM, diedestudie endeze publikatie gestimuleerden mogelijkgemaakt

heeft;

de leiding en staf van het Polychemiebedrijf van DSM endeverkoopfunctionarissen, die

mij steedshet praktischetegenspelhebben gegeven in devormgeving vanhet probleem en de bestudering vanderesultaten;

de (deels vroegere) collega's'besliskundigen' inde eigenafdelingendaarbuiten die veel

hebben bijgedragen indetheoretische opzetenuitwerking.

Hun vertegenwoordiging inde paranymfendrs.Timmermans en drs. Lenoirisalleszins

gerechtvaardigd.

Waardevolle medewerkingisvoorts verleend doordedirectie, stafen systeemanalysten

van Computercentrum Nederland, die mij in programmeringentesten terzijdehebben gestaan ende uiteindelijkeberekeningen opdeUnivac 1108 mogelijk maakten;

dedames Notebornen Rikken, diede concepten en hunwijzigingentotuiteindelijk

dezeweergaveverwerkten;

deheer Gieskens, diedegrafieken vorm gaf, deheer Horst met zijn typografische

adviezen en de heer Van Aernsbergen, die het laatsteconceptvankanttekeningen

betref-fende hettaalgebruikvoorzag.

Eenbijzonder woord van dankgeldt mijn promotoren prof.dr. P.A.Verheyen en prof.drs.J. Kriens en hunmedewerkers drs. Th.Bemelmans en drs. J. van Lieshout die de toetsderwetenschappelijke kritiek opde concepten zeerstimulerend hebben

aange-legd. Debewijsvoering endeinhoud van mijn betoogisdaardoor wezenlijk verbeterd.

Dedoor ziektegedwongenonderbreking van het contact met prof. Kriens in deze fase

wordt door mij zeerbetreurd. Datprof. Kriens zich nietteminbereid verklaard heeft als promotor zijn naam aandit proefschrifttewillenhechten is medete danken aan de

vergrote inspanning van zijnassistent, drs. Van Lieshout, omdeperiode van zijn af-wezigheid teoverbruggen.

Tenslotte dank ik hen die mij fundamenteel totdezemijlpaal hebben gebracht en aan

wiedeze uitgave isopgedragen: mijn ouders enmijn vrouw. Mijnkortetermijn onder-zoekingen zijn het resultaat vanhunlange-termijn maatregelen. Wie in deze

(13)

INHOUDSOPGAVE

pag.

1. INLEIDING

.1. Planningals schakel tussen produktieen verkoop 1

.2. Het tekort inde bestaandeplanningsystemen 3

.3. Het probleem vande krantenjongen 4

.4. Van voorbeeld naarwerkelijkheid 5

.5. De produktie van

STAMY LAN 7

.6. Korte·termijnplanning alsonderdeel van het geheleplanningsysteem 9

11. DE FORMULERING VAN COMMERCIELE PLANNINGSASPECTEN .1. Het marktgedrag van de vaste klant 12

.2. Rubricering van deafnemers 13

.3. Aanbodreservering voorvasteklanten 14

.4. Vraag aanbodsituaties en hun waardering 22

.5.Alternatieve waardering 25

.6. Mogelijke complicaties in dewaardering 26

111. HET REKENSYSTEEMBEPROEFD .1. Nabootsing vanalternatieve

planningprocessen 29

2. Uitgangspunten in deberekeningen 32

.3. De optimale risico-voorraad 37

.4. Evaluatie van de alternatieve planningmodellen 40

.4.1. Algemeen 40

.4.2. Financiele evaluatie van deplanningmethoden 40 .4.3. Afzetrealisatie 43

.4.4. Voorraadverloop 43

5. Samenvatting van het onderzoek 47

IV. DE STRAF OP

TEKORTSCHIETEND

AANBOD

.1. Isdestraf perton

constant? 48

.2. Opzet van devraagsimulatie 54

.3. Numerieke uitgangspunten 62

.4. Uitkomsten van devraagsimulatie 66

.4.1. Beschrijving vande

uitkomsten 66

4.2. Isdevraag per maand normaal verdeeld? 68

.4.3. De straf per ton is niet

constant 69

(14)

V. UITWERKING VAN DEWINSTFUNCTIE Pag.

.1. Benadering vandevraagverdelingen 74

.1.1. Degehanteerdeverdelingsvorm 74

.1.2. Numeriekeaspecten van degekozenverdelingsvorm 75

.1.3. Parameters vande vraagverdeling van de overigeklanten 77

.2. Bepaling vandeaanbodreservering y alsfunctie van hetaanbod x 78

.3. Gegevens voor proefberekeningen 81

.4. Onderzoek vandewinstfunctie bij deproefberekeningen 84

.4.1. Algemeen 84 .4.2. Aanbodreserve voorvasteklanten 89

.4.3. De marginalewinstfunctie 97

.4.4. Hetverloop van de partieelafgeleide naar y 102

.4.5. Conclusies 102

VI. HET OPTIMALISATIE-MODEL EN ZIJNSIMULATIE

.1. De optimalisatie-methode 103 .1.1. Algemeen 103 .1.2. Theoretische beschrilving 104 .1.3. Praktische ervaringen 106 .1.3.1. Algemeen 106 .1.3.2.Convergentiesnelheid 106

1.3.3. Stabiliteit van het optimalisatieproces 109

.2. Aanbodssimulatie 111

.2.1. Beschrijving 111

.2.2. De werking vandeaanbodssimulatie 114

.3. Verdelingen van dag-en maandvraag 116

.4. Capaciteitversusgemiddeldevraag 118

.5. Slotopmerkingen 122

SUMMARY 124

AANHANGSELS

A. VERDELINGEN ENPARAMETERS

.1. Algemeen 128

.2. Benadering vande normale verdeling dooreen driehoekige 128

(15)

B. ENKELE OPMERKINGEN BIJ DE OPLOSSING VAN DE IN DE

WINSTFUNCTIE VOORKOMENDE DUBBELINTEGRALEN Pag.

.1. Inleiding 135

.2. Methodederintervalsplitsing 135

.3. Proeve vaneenoplossing 137

C. HET VERLOOP VAN DEAANBODRESERVE ALS FUNCTIE VAN

HETAANBOD, INDIEN DESTRAF PER TON TEKORTSCHIETEND

AANBOD CONSTANT IS .1. Probleemstelling 140 .2. Eerste interval 140 .3. Tweedeinterval 141 .4. Derdeinterval 141 .5. Vierdeinterval 144 .5.1. Eerstegeval 145 .5.2. Tweedegeval 146 .6. Vijfde interval 147 .6.1. Eerstegeval 147 .6.2. Tweedegeval 148 .7. Zesdeinterval 149 .8. Nabeschouwing 149

D. GEVOLGEN VAN EEN VARIABELESTRAF PER TON NEE-VERKOOP

OP DE GROOTTE VAN DE MAXIMALE AANBODRESERVE 150

E. LIJSTVAN GECITEERDE EN GERAADPLEEGDE LITERATUUR 152

BIJLAGE

(16)

1. INLEIDING

1.1. Planningals schakel tussen

produktie

en

verkoop

Ingrote bedrijven bestaateenduidelijkescheiding tussen deproduktie- ende

verkoop-functie. Dezeblijkt zowel uitde eigenproblematiek als uitde benadering daarvan.

Het doel vandeverkoop omschrijft Verdoorn [60] alsvergrotingvanmarktaandeel en omzet. Debenadering van dezeproblematiek is indebedrijfspraktijk in hetalgemeen eerder intuitiefdan volgenseen theoretisch sluitend stelsel vangekwantificeerde

gedrags-regels.Weliswaarworden allerlei marktanalysesen afzetprognosesgemaakt en zijn er taI

van studies diedeeffectiviteitvanverpakking, reclame etc.trachtente meten, maar dit

blijft beperkttotincidentele toepassingenl). Opde langetermijn betrokken, dienen de

resultatenvan eerstgenoemdeonderzoeken o.m. voor capaciteitsplanning inde

produktie-sector. Toteengekwantificeerde beschrijving vandealternatieve verkoopinstrumenten

(verkopers, reclame,tentoonstellingen, afzetkanalen etc.) in hun relatie totdeomzet en

het marktaandeel is men nog niet gekomen,al betekent het werkvanVerdoorneen grote

stap in dezerichting.

Op deverkoopafdelingen wordtnog steedswantrouwend geluisterd naarniet-verkopers

die iets op ditgebied menen tekunnenzeggen enwordt in discussiesherhaaldelijk ge-werkt met het argument: 'Dat is niet kwantificeerbaar, verkopen isnu eenmaal een

kwes-tievan aanleg,eenfijne neus'enandereargumenten vandezelfde strekking.

In de produktiesector is men erop gerichttegen minimale kosten teproduceren, waar-door menervanouds toe werd gedwongeneen kwantitatieveanalysealsbasisvoor beslis-singen tenemen. Men kan er ook in vrij eenduidigewaardendenken: stuks produkt, guldenskosten, technischeeneconomische rendementen. Slechts op het gebied van

kwa-liteitvallen soms lacunes in ditkwantificeerbare geheel, al kan men hier vaak metenkele

kencijfers volstaan diede eigenschappen van hetproduktredelijkbeschrijven(treksterkte, levensduur e.d.).

Dezeverschillen tussenverkoopen produktievindenhun weerslag inde organisatie van het bedrijfenworden somsnogversterkt dooreenverschil inde geografische vestigings-plaats. Ditveroorzaakt taivancommunicatiemoeilijkheden,dieduidelijk blijken in de

produktieplanning die een vandebelangrijkste ontmoetingspuntenvan beide sectoren

vormt.Speciaal de korte-termijnplanning (maandplanning) is indit opzicht illustratief,

daar departners in het planninggesprek door huneigen probleemsituatie dan hetmeest

gebonden zijn. Nochde markt-, nochdeproduktiecapaciteiten kanmen beinvloeden en

deze laten somsvrijweinig speelruimte. Het planningsprobleem wordt hier dan ook vaak

alseen probleem vandeeigen sectorbenaderd in plaats van alseengemeenschappelijk

probleem. Ditgeeftdan veelalaanleidingtotsuboptimalisatie: ofwel deproduktiekant

weetdekostenminimalisatietelaten overwegenofweldeverkoop weet een te zware

veiligheidsvoorraadtebereiken.

(17)

Een integraal rekensysteem, strevend naarmaximalisatie vandewinst of dete

verwach-ten winst, kan in dezesituatieveelbijdragen tot eenobjectieve besluitvorming,1. Hierbijdienen nog enkeleopmerkingen teworden gemaakt.

. De planningte baserenopwinstmaximalisatie betekent niet dat winstmaximalisatie

onderalle omstandigheden dedrijfveer vande ondernemingshandelingen moet zijn.

WeI isditprincipeeengezondebasisvoor rationele besluitvorming. Devoorstellen die

uit dehieropgebaseerde berekeningen volgen, kunnen al dan niet gewijzigd door de

bedrijfsleiding worden gehanteerd. Indien men wijzigingenwenst aan te brengen. is een evaluatie vandedaaraanverbonden suboptimalisatie mogelijk endaarmeeeen beter

inzicht vande bedrijfsleiding inde draagwijdte van dezewijzigingen.

• Het winstbegrip ineen korte-termijnplanning komtniet overeen metdegangbare

boek-houdkundige definities. Devastekosten blijven buiten beschouwing, terwijl

commer-cieleevaluaties die niet indeVerlies-en Winstrekening worden opgenomen, weI in de

planning eenrol spelen.

I Het centraal stellen vandekorte-termijnplanning houdt niet in, dat aande resultaten

hiervangrotere waarde voordebedrijfsvoering wordt toegekend dan aan die van de

middellange- of lange-termijnplanning. In elk bedrijf wordt al - zij hetvaakonvolkomen .

een lange-termijnplanning gevoerd. Men moetnu eenmaal beslissenwelke capaciteit

men aaneen bepaald produktieproceswiltoekennen, welke markten menwil bestrijken

enwelke prijzen moetenworden gehanteerd.

Dewetenschappelijkebenadering van het gehele planningsprobleemkan echter goed aan

sluiten bii de korte-termijnplanning en weI omdevolgenderedenen:

1. Degrotefrequentie van detenemen beslissingen belastde bedrijfsleiding met een grotehoeveelheid routinewerk, diedoorobjectieve rekenregels van haar kanworden

af-gewenteld,31

2. Dewetenschappelijkebenadering van het korte-termijnplanningsprobleem geeft de

onderzoekereendermate gedetailleerd inzicht in hetmarkt-en produktiegebeuren, dat

van hieruitde middellange-en lange-termijnproblematiek terzakekundigkanworden

benaderd. Deomgekeerdevolgorde in studie-objecteneistechtereentoenemende

detail-lering vandefeitenkennis,die meestal tot inefficiency indewaarnemingstijd leidt. 3. Veelal wil meneen nieuweplanningmethode, i.c.eenwetenschappelijkebenadering vandezeproblematiek, ophaarmeritestoetsen door vergelijking middels 'schaduwplan-ning' met de in het bedrijfvigerende methode. Al kan men overdezinvolheid van een dergelijke vergelijkingvan meningverschillen, dehogefrequentie van de

korte-termijn-planning biedt hiertoeeenbetere gelegenheid dan de lagefrequentie vaneen planning

op langere termijn.

2) Zieook Theil 1551 enPratt c.s. [44]

(18)

1.2.

Het

tekort in

de bestaande

planningsystemen

De totop hedengepubliceerdetoepassingen vanwiskundige rekensystemen in de dage-lijkse bedrijfsvoering zijnschaarstenopzichte vandestroom gepubliceerde modellen. Wellicht inspireerdeditverschijnsel Hanssmann [23] totde ironische opmerking, dat men uitde bestaandeliteratuur zouafleiden dathet aandeel vanhet stellen van een

pro-bleemslechts 5 % van het werk is en hetoplossen 95 %.

Bovendien is wat eraan industrieletoepassingen gepubliceerd is,veelal beperkt tot twee

groepen industrieen: deolieraffinaderijen en die industrieen waardeproblematiek van de seriegrootteeenbelangrijk element indewinststructuurvormt.4)

Wil menmet enkeleopmerkingen deze toepassingsgebiedentrachtentetyperen dan is

het eerste wat aanderaffinageplanning opvalt dat het in hetalgemeen modellen betreft

meteen lineaire waarderingsfunctie. Datmen hiermee kanvolstaan wordt veroorzaakt doorde grote mate vanverticale integratie indeolie-industrie, die zich tot op de con-sumptiemarkt voortzet (benzinepomp-enservice-stations). Binnen vrij ruimegrenzen qua samenstelling kan men het produktiepakkettegen vaste prijzen afzetten.De

produk-tiekostenvertonen daarentegeneengroteafhankelijkheid vanderelatieve samenstelling

van hettotaleproduktiepakket.Deoptimalisatie vandewinst is duseen voornamelijk in

deproduktiesfeer liggendprobleem.

Hetzelfdeis,misschien inmindere mate, hetgeval bij deseriegrootte-modellen. De

theo-retischeontwikkelingheeftzich hierbij uitgebreidtotmodellen waarin rekeningwordt

gehouden metonzekerheden indeafzetenoptimaliseertdeverwachtewaarde van een

planning of,indynamischeversie, vaneen planningsstrategie.

De moeilijkheid in toepassing van dezemodellen is vaakdedefiniering vandestraf op

eentekortschietend aanbod. In detheoretischebenaderingvolstaat men met hetstellen van dekostenfunctiealsafhankelijkvanvoorraad,ordergrootteenvraag [8] en men

bouwtdaaropeen mathematisch sluitend model. Ook wil mendezekostenfunctie weI

iets verderstructurerenenstelt dan bijv. 'd = cost per unit ofshortage at the end of a period'5). Veelal isdeveronderstelling toegevoegd, datdeonvervuldevraag naar een volgendeperiodekanwordenovergedragen.

In de praktischetoepassing van dezetheorieen volstaat mendanechter met hetstellen

van eenwaarschijnlijkheidsgrens aandeminimale voorraad. Dezekomt zonderenige

kostenargumentatie in het probleem ter tafel als hetbekendekonijn uitde

goochelaars-hoed.6)

Hetisduidelijk dat ineen industrie diealsvoornaamste verkoopinstrument opkorte termijnslechts debeschikking heeft over zijn service in levertijden, het opvullen van deze

4) O.a. Ackoff [2,3], Arrow c.s. [51,Charnes c.s. 112], HadleyenWhitin [21], Johnson [27] ,

Morseen Kimball [361, Popp [43], Shragah [51],StarrenMiller [53],Whitin [611

5) Hanssmann, op.cit. p. 31

(19)

legemathematischedozeneen eerste vereiste is. Danblijktechterdegrootheid d niet

constant te zijn, maarzo verwevenmetvraagenaanbod, dateenaantalverfijningen van de bestaandemathematische modellen moet vervallen omeenhanteerbaar model over tehouden.Hiermee stoot men weer op dewinststructuur diedeoptimalisatieruimte van

het model bepaalt. Eenbijzonderelegantewaardering vandekosten vaneen

tekort-schietend aanbodisgegevendoor Schwartz [48,49,50].Helaas is deze methode

geba-seerd op deveronderstelling dat men kanbestellenzodra een (berekend)voorraadniveau

wordtonderschreden. Ditverschilt fundamenteel van de indezestudieaangenomen situatie:demaandelijkse planning. Een generalisatie vanzijn methodetot laatstgenoemde situatie, zoubijzonder vruchtbaar kunnen zijn.

Met name indeproduktie van taI van chemischegrondstoffen kent men -althans op

kortetermijn -weinig problemen aan

dezijde vandeproduktiekosten. Aande markt-zijde is men, doordeveelal scherpeconcurrentievanenkeleconcerns, sterk gebonden

in zijnprijspolitiek. Doordatde vragers van deze produkten indemarkteveneens

be-drijven zijn, iseen groterationaliteit indemarktgedragingen te verwachten, althans

ster-ker dan bijv. opdeconsumptiegoederenmarkt. Dit impliceerteenmindere werking van

reclame.Het accent valt indekorte termijn dusop levertijd en dusopvoorraadbeheer.

Debekendevoorraadmodellen gaanerechter meestal van uit datmen

ongelimiteerd kan bestellen, doch ineen industrieel bedrijf is men aan zijn capaciteiten indeverschillende

produktiefasen gebonden.Deoptimalisatie moet er dus op gericht zijn dat het aanbod

de door het toeval in ziin omvang beihvloede vraag zo goed mogelijk ontmoet binnen de door het produktie-apparaat gestelde technische restricties. \neendergelijke situatie is

produktieplanningallddn niet voldoende, maar moet simultaan ookeen afzetplanning

worden opgesteld diede grenzen van deverkoopactiviteitenaangeeft.

Bijditlaatste dienen typisch commerciele factorentewordenbetrokken. Indezestudie is daarbij hetaccent gelegd ophet onderscheidtussen vasteen overigeklanten, doch men kan in andereomstandigheden eendergelijk model richten opandereverbijzonderingen

vandeafzet, bijv. regionale. Ditiseveneenseennieuw element indezestudie ten

op-zichte vande bestaandeliteratuur, diedemarktveelal alseenamorfemassavragers

be-handelt ende grens van da produktieplanning opdedrempel vande

voorraadloods legt.

Dehierontwikkeldesimultane produktie-afzetplanning iszodoendeeen

specifieke

op-lossing,gericht opdeproblematiek die zichvoordoet indekorte termijn aanbodsbeheer-sing vanSTAMYLAN,7, het doorDSM vervaardigdepolyetheen. Debeschrijving van de inachtgenomenmarkt-enproduktie-omstandigheden karakteriseertde

bedrijfsgebonden-heid van dezeoplossing. Alnaar gelang markt-en/ofproduktie-omstandighedendaarvan

afwijken, zal eenaanpassing van dezemethodenoodzakelijk zijn.

1.3.

Het probleem van

de

krantenjongen

De produktieplanningvanSTAMYLAN werptprimairdevraag op h6e uitde verschillen-de alternatieven hetaanbod tekiezen dat hetbeste de nogonbekendevraag kan

(20)

gen. In zoverrevertoont heteengrote overeenkomst met het probleem van de kranten-iongen [191.

Deze moet elkedagbepalen hoeveelkranten hij zal meenemen om teverkopen. Hierbij weet hij zijn winstperverkochte krant, w,het verlies per onverkochte krant, s, en uit ervaring kent hij de kans opeen vraagter grootte van v. Deopbrengst van xkranten is dus bijeenvraag v:

W(X) = WV s (X V) voor v<x

(1.3.1)

W(X) = WX voor v>x

Alle mogelijkeopbrengsten zijn hiermeegeformuleerd alsfunctie van x en v. Daar v ech-ter een onzekerheidselement bevat, moet hijelkemogelijkeomvang van v en dus de

daar-bij behorende opbrengst,gegevenhetaanbod x,wegen met de kans opderealisatie daar-van. Het resultaat hiervan noemt mendeverwachtewaarde van deopbrengst van het

aanbod x.

Door xtevarieren, kaneen maximum indeze verwachtewaardeworden bepaald. Zijn aanbod zal bij dit maximum zodaniggefixeerd zijn, dat voorde marginalekrant de ver koopwaarde,gewogen met de kans dezekrant nogteverkopen, juist groter danofgelijk

is aanhetverlies peronverkochte krant, gewogen met de kansdezelaatstekrant niet te

verkopen.

Opditvoorbeeld zijnenkele variatiesmogelijk. Men kan n.1.veronderstellen, dat de

krantenjongen in zijn keusrekening moet houden metdecapaciteit van zijn fietstassen,

die slechtseen bepaaldvolume kranten kunnen bevatten.

Ook zijn meerrestricties mogelijk, bijv. op het gewicht vandehoeveelheid kranten, het

geld dat hij aan het begin van dedagheeftom kranten in tekopen en zo zou men

kun-nen doorgaan. Dezerestrictiesbepalen in feitedespeelruimte die hij heeft,de mogelijk-hedenwaarbinnen hijde hoogstbereikbarewaarde van zijn verwachte opbrengst moet bepalen.

Eenanderevariatie bestaat uiteen uitbreiding totmeer soorten kranten,watneerkomt

opeen sommering vandeverwachte opbrengstwaarden persoort krant, welke som weer

wordt gemaximaliseerd,eventueel rekening houdend metderelevante beperkingen.

Ditlaatste probleem metJdn restrictie laat zich metmarginalewaardering van de achter-eenvolgensbenutteeenheden van deschaarsefactoreenvoudigoplossen [30] . Met twee restricties isdeoplossing bij dehuidigecomputercapaciteit praktischnoguitvoerbaar met behulpvan dynamischeprogrammering [101. Voor meer restricties is indezestudie

eenoplossingsmethodeontwikkeld.

1.4,

Van voorbeeld

naar

werkelijkheid

Al isdedoorsnee-krantenjongen zichweinig bewust vandewetenschappelijkeinteresse in zijndagelijkse beslissingen, hi j is zich nogminder bewust van deschaalvergrotingen

die nodig zijn omdeze beslissingen metde korte-termijn produktie-afzetplanning in een

(21)

Wat voorhem eenvoudig deopbrengstprijsperkrant is, is daareengrotegevarieerdheid

van opbrengstprijzen, onder meer hetgevolg van de regionaleafzetspreiding die verschil-len inprijzen, transportkosten, krediettermijnenetc.veroorzaakt.Voortsbestaatbinnen

eenzelfdeafzetregio nogeenspreiding inde opbrengsten per eenheid produkt,

voort-vloeienduit rabatpolitiekendergelijke. Het verliesop onverkochte krantenvindt in de

industriele korte-termijnplanningzijn pendant indekosten van het overdragen van voor-raden van debetreffende naardevolgende periode.

Het merendeel van derestricties die voordekrantenjongen een rol spelen, ziet men weer-spiegeld in decapaciteitsbegrenzingen van hetproces waarmee het industrieleprodukt wordt voortgebracht. Hierop wordt inde volgende paragraaf nader ingegaan.

Het onzekerheidselement inde vraag is in beidesituaties welhaast gelijk.Weliswaar voerthetindustriele bedrijfeenactievere marketingpolitiek dan dekrantenjongen, doch

in hoeverre deze, in hetverledengenomen, acties voordekomende periodedemarkt

beihvloeden, is nietexact aan te geven. Uitervaring,contact met afnemers en de omvang

van langlopendecontracten iseen redelijke vraagverwachting optestellen, maarde vraag-realisatie zal hiersteeds in meerdereofmindere matevanafwijken.

Behalvede bovengenoemdeschaalvergrotingenspeelt voor het industrielebedrijf nog

een factor mee die voordekrantenjongen vrijwel irrelevantis,namelijkdekosten die

dooreentekortschieten van het aanbod worden veroorzaakt. Deonderneming streeft naar continuiteit in haar (rendabele) afzet en een van debelangrijkste middelen daarbij ishet opbouwenen instandhouden vaneen kring van vaste klanten. Het is in de literatuur gebruikelijk deze lange-termijndoelstelling in een voordekortetermijn operationeel be-griptevertalen in de vorm van eenstrafoptekortschietendaanbod aanvaste

klan-ten [5,23,48] .Dezestraf weerspiegelt het feit dat het teleurstellen vande vraag van

een vasteklant inzijn gevolgen niet beperktblijft toteenwinstderving in de planning-periode, maar ook winstderving enofextra verkoopkosten in volgendeperioden

veroor-zaakt. De teverwachtenvraagvan vasteklanten moetdusbetertegen het risico van te-leurstelling worden beveiligd dan die van de overige klanten.Hieruit vloeit voort, dat in

krappe aanbodsituaties een politiek van aanbodreservering voor vaste klanten dient te worden gehanteerd, waarbij het mogelijk is dat aan vraag van niet-vaste klanten niet wordt voldaan terwijl er produkt in voorraad beschikbaar is. Op deze politiek wordt uitvoerig ingegaan in hoofdstuk 1 1.

Dewiskundige beschrijving van het beslissingsproces indekorte-termijn

produktie-afzet-planning vaneen industriele onderneming is in principe dezelfde als voor dat van de

krantenjongen:evaluatie vanallemogelijkevraag-aanbodsituaties, rekening houdend methunwaarschijnlijkheid,envervolgens dataanbod te bepalenwaarbij het maximum in deteverwachtenuitkomstwordt bereikt. Uithetbovenstaandevalt evenwel op te maken,datomwille van hetwiskundigeenvoudig houden vandit probleem, inde

indus-trielesfeerdiversesimplificatiesmoetenwordentoegepast. In eersteinstantie worden

de regionaleprijsverschillen buiten de planningproblematiekgehouden, erwordt gere-kend meteengemiddelde opbrengst af fabriek per ton perproduktsoort.

(22)

marktaandeel,groeikansen,kredietgewoonten, verkoopkosten e.d. het teleurstellen van een klant in het ene landveelzwaarder wegen dan hetteleurstellen vaneenklant in een ander land,alle overigefactoren betreffendedeklantgelijk veronderstellend. Ook hier is

weer aaneenregionaalgemiddelde inde kosten vaneentekortschietend aanbod te

den-ken.

Tenslotteenkele opmerkingenten aanzien vanhetdefinieren vandetoevalsspreiding in de vraagrealisatie ronddegegevenvraagschatting.

Gaat men uit vaneenveronderstelde statica, dan kan men, opgrond van historische gege-vens, dezevraagverdelingen schatten volgens bekendestatistische methoden. Laat men dezeveronderstelling vallen, danisdaarvoor inde plaatseenveronderstelling betreffende

het groeipatroonvereist. Gezien destormachtige ontwikkeling opde polyetheenmarkt,

iseen kwantificering van ditpatroon onuitvoerbaar vanuit deterbeschikking staande

ge-gevens.Scherpeprijsdalingen ontsloten nieuwe toepassingsmogelijkheden,waarmee

gege-ven seizoenpatronen, zodiemochten bestaan, evenals bestaandeprijs-afzetrelaties

ver-anderden.

Voor operationeel gebruik isdeschatting vandevraagspreiding aan deverkoopafdeling

over-gelatendieeveneens deschatting vandeafzetverstrekt. I neenanalyse vanderealisaties

wordtachteraf getrachteventuele systematischeschattingsfouten op te sporen. Door deze metdeverkoopafdelingtebespreken kan toteenverbeterde schatting worden

ge-komen. Het modelalszodanig is voordeschattingsmethode vandegegevensuiteraard

ongevoelig.

In deze studie is gemakshalve volstaan met de veronderstelling van een stationaire markt.

1.5. De produktie

van

STAMYLAN

Het produktieprocesvan STAMYLAN wordt in het korte-termijnplanningmodel weerge-geven ineen aantal lineaire ongelijkheden. Daardekennis van de

technisch.organisato-rischefacetten van het produktieproces opsommige plaatsen misschien impliciet wordt

verondersteld, is het wenselijk deze in kortbestek samen tevatten.

Polyetheenwordtgeproduceerd ineen reactor, uitgaandevan etheengas.Doorbepaalde

wijzigingen indereactoromstandigheden zijn bij het polymerisatieproces verschillen in

dichtheid,viscositeitendergelijkeeigenschappen teveroorzakendiebepalend zijn voor

de produkttypering. Het polymeer kan alszodanig worden verkocht, er zijn echter ook bewerkingen mogelijk in zogenaamdebewerkingsstraten. Hier kunnen stoffen worden

toegevoegd die bepaalde eigenschappenversterkenofonderdrukken.

Ophet moment datdezestudie werd ondernomen, omvattedefabriekeenaantal reac-toren en eenaantal van deze straten.

Hoewel opelkereactorinprincipeelkproduktkanwordengemaakt, bestaan er drie

categorieenprodukt en die zich qua bepaaldereactoromstandighedenvanelkaaronder.

scheiden.

(23)

meetbarekosten8).Overgang naar een produktbuitendezecategorieeist meestal een reactorstopvoorkorteoflangeretijd,zoals in schema 1.5.1. aangegeven.

Schema 1.5.1. Reactorstop bij overgang van een

produktcategorie op een andere

overgang naar

van categorie 1 1 1 1 1 1

vooraf 1 1 - kortestop lange stop

vooraf 1 1 1 - lange stop

-1I korte stop - lange stop

Ill lange stop

-Er zijn dusinprincipeslechtstwee reactorinstellingen, die om categorie I I en die om

categorie I l l t eproduceren. Categorie I kanzonder meer op de 1 11-reactor, maar kan ook

m.b.v. kleine wijzigingen op de 11-reactorworden geproduceerd.

De produktieisgeorganiseerd inpartijen van 20 ton, d.w.z. eenreactorproduceert ten minsteeengehele partijalvorens op eenanderproduktkanwordenovergegaan. Het is

duidelijk dat bijmeer reactorenhetaantalovergangsstopszeer beperkt zal zijn; de

nor-male maandelijkseproduktie van66n categorieisvoldoende om 6dn of meer dan 6€in reactor volte belasten.

De oplossing van dezecomplicatieten gevolge van overgangsstopsgeschiedt intwee fasen. Eerstoptimaliseert menhetproduktieplan onderslechtsdon restrictie voorde beschik-bare reactorcapaciteitg) .

E aizi <b (1.5.1)

waarin

ai hetaantal urenvoorstelt dat nodig is om eeneenheid van produkt i opde reactor te

produceren;

zi hetaantal eenheden dat van produktiwordtgeproduceerd;

b het totaalaantal beschikbare reactoruren.

Voor alle igeldt:

ai 0 (1.5.2)

In dezeoptimalisatie is dusgeen rekening gehouden methetmogelijk vereist zijn van een

ofmeer overgangsstops, omvanuitde gegevenbeginsituatie hetgeplande

produktiepak-ket terealiseren.

8) Afgezienvanbeweerde kwaliteitsverliezen, die echter niet konden worden aangetoond inde

gehan-teerde meetbare kenmerken.

9) Het teken I betekent: sommatie voor alle indexwaarden i, dus hier:

(24)

Daarna voert meneen tweedeoptimalisatie uit,nuechter meteen restrictie voor elke reactorconfiguratie, dustweereactorrestricties, waardoorovergangsstopsexpliciet niet

wordentoegelaten 10). Het resultaat vandezetweede fase iseen produktieplan dat in

zijn realisatiegeenenkelewijzigingveroorzaakt indereactorconfiguratiezoals die aan

het begin vande planperiodebestaat. Dewaarde van dit plankan hoogstensgelijk zijn

aan dat van deeerste fase doordeformele verzwaring van derestricties.

Het verschil in deonderdealternatievesetsrestricties bereikbare optima moet men ver-gelijken metdestopkostenalvorens tot stops over te gaan.

Eenvoudigheidshalve is in het vervolg van dit onderzoek van de complicaties ten gevolge

van overgangsstops geabstraheerd.

Voordeverwerkingsstraten iseenzelfdesetrestricties aantegeven. Daar elk van de ver-werkingsstraten opeenaantal specifiekeprodukttypen isingesteld, is voor elke

produkt-soort hoogstens6dnsoort straatvereist;hoogstens,omdatdeonbewerkte produkten per

definitiegeenstraatcapaciteit benutten.

Een laatstemogelijkknelpunt inhet produktieproceskanworden veroorzaakt door de opslagcapaciteit voor hetproduktin bewerking. Debenutting vandezecapaciteit is niet te formuleren in termen vanhetaantalpartijen perprodukttype, zoals metde

voorgaan-de restricties hetgeval is. Dezebenutting isn.1.volkomen afhankelijk vande

volgtijde-lijkerealisatie van de vooreen maand geplandeproduktie.

Zou mende produktie-scheduling uitvoeren zonder opdeze buffercapaciteit acht te slaan, dan kanhetvoorkomen dat men dooreen volledige bezetting ervan opeen moment wordtgedwongen meeronbewerkt produkt temaken dan gepland was,omdat de toe-gang tot deverwerkingspunten geblokkeerd is.

Er kanechterworden aangenomen datditprobleem in depraktijk nietvoorkomt,

ener-zijdsomdat aan de bouw van de bestaandefabriekeen uitvoerigelay-outcontrole

vooraf-gegaan is,anderzijds omdatdeverantwoordelijke bedrijfsmensen bij dezevolgtijdelijke

rangschikking inderealisatie vandeplanning wdI achtslaan op debeschikbare bufferca-paciteiten.

Deoverige bewerkingsfasen (mengers,verladingsapparatuur,transport, etc.) zijn zo ruim

gedimensioneerd, dat hiergeen restrictie uitkanvoort komen.

1.6. Korte-termijnplanning

als

onderdeel van het

gehele

planningsysteem

Men kandebeslissingen dieopkortetermijn worden genomen, niet los zien vande

lange-termijn overwegingen. Daarbij isechter sprake vaneen eenduidige rangorde.

De besluiten die op lange-termijnoverwegingenwordengenomen, definieren weI het ka-der van dekorte-termijn beslissingen;hetomgekeerde isechter niet het geval: men kan

10) Hierbij ontstaan echter moeilijkheden daar produkten uit categorie I op2reactorinstellingen

ge-produceerd kunnen worden. Teneindeeendubbeltellingtevoorkomen moetdeindex in deze

ver-sieeenonderscheidingnaarproduktenreactor inhouden, zodateenaanvullende

(25)

met korte-termijnplanninggeen lange-termijn problemen oplossen. Iser sprake van een

onevenwichtige marktsituatie, bijv. ondercapaciteit, dan isgeenkorte-termijnplanning in

staathet voorraadtekort opteheffen.

Nu kanmentrachteneen strategie van korte-termijnplanningente ontwerpen, wat voor

een eenvoudigmodel al tot eenvrij gecompliceerdebewerking leidt.11) Eenandere

moge-lijkheid isdeproblematiek vande langeretermijn aaneenafzonderlijke langere-termijn-planning overtelaten. Ditimpliceert dat,doorinkrimping van hetmarktbereik of

uit-breiding vandeproduktie,een evenwichtin vraagenaanbodwordtbereikt, welk even-wicht daneen uitgangspunt voorde korte-termijnplanningvormt. Indeze lange- c.q.

middellange-termijnplanningkantevensworden bepaald hoe mendeschoksgewijze

ca-paciteitsontwikkeling aandecontinuemarktontwikkelingkanaanpassen. Dit kan

bij-voorbeeld inhouden dat, ineen periode waarinsprake is van overcapaciteit, opvoorraad

wordtgeproduceerd, terdekking vandegestegenvraag in eenperiodemet krappe

aan-bodscapaciteit.

Voordekorte-termijnplanning impliceert deze indelangere-termijnplanninggewenste

voorraadmutatieeengecreeerde vraag naast dewerkelijkevraaggegevens. Vervulling van

dezevraagdient indekorte-termijnplanningteworden gewaardeerd op het

gedisconteer-deverschil tussen opbrengsten (variabele) kosten. Dedaarmee ontstanevoorraad dient

uiteraard niet inde overigevoorraad te worden begrepen, daar eerstgenoemde reeds als

'afzet'gewaardeerd is. Hiermeebereikt meneen aanmerkelijke vereenvoudiging van het korte-termijnmodel, waardoor men in staat is dewerkelijkekorte-termijn motiveringen

om toteenbepaald aanbod tekomen,zouitgebreid mogelijk in het model opte nemen,

zonder dat daarvoorde grenzen van denumerieke verwerkingsmogelijkheden worden

overschreden.

Deze gedachtengang isvrij essentieel, met name waar hetdewaardering vaneen

tekort-schietendaanbod en die vandeeindvoorradenbetreft.

Een tekortschietendaanbodverdientslechts dan een negatievewaardering indien men in

de volgendeperioden aan de doordeze teleurstelling teruggetrokkenvraagookwerkelijk

zou hebbenkunnenvoldoen. Isersprake vaneen lange-termijn onevenwichtigheid, dan

kaneenzekere sanering nietuitblijven, 6fdoor vermindering van hetaantal gevoerde

produkten 6f door hetlatenvallen van bepaaldemarkten. In datgeval is detoekomstige

vraag in dezeprodukten of markten toch verloren,zelfs als men aan de vraag in deze periode voldoet. Het niet-voldoen aandezevraag is dus niet met eengewaardeerd

toe-komstig marktverliestestraffen.

Evenzo iseen positieve waardering vandeeindvoorraad vandekorteperiodegebaseerd

op de waarde diedezevoorraad inde volgende periodeoplevert, dus opeendynamische beschouwing.Eendynamisch noodzakelijke voorraadopbouwwordt in de hiergevolgde beschouwingechterbuiten hetkorte-termijnmodel ombepaald. Inde

(26)

ningbetekent voorraadoverdracht echternuproduceren in plaats van inde volgende

periode,dusrenteverliesen eventueel variabelehandlingkosten. Dat men zich desondanks deze kosten getroost, wordt door hettoevalsgedrag van de vraagveroorzaakt.

Om vanuiteen gegevenaanbod de kans opextra afzet,duswinst,tekunnenrealiseren,

moet men het risicovan voorraadkostennemen.

De beperking van hetmodel in zijntoepassingop structurele evenwichtssituaties sluit de

toepassing ervan bij korte-termijn onevenwichtigheden natuurlijk niet uit. Het is dus

weI toepasbaarwanneer in een maand,bijvoorbeeld doorrevisie, deproduktiecapaciteit sterkgelimiteerd is of indie maandeen piekvraag wordt verwacht.Debeperking tot

structureel evenwicht vergemakkelijktslechtsdewaardering van de inde korte-termijn

(27)

11. DE FORMULERING VANCOMMERCIELE PLANNINGSASPECTEN

11.1. Het

marktgedrag van

de vaste

klant

Indien mendewaarde vaneenafnemer vanuit het ondernemingsstandpuntwil bepalen, zal mentenminstede relatie moeten kennen die tussen dezeafnemer endeonderneming

bestaat. Indien dit nieteen formeel vaststaande relaties, uit hoofdevanenige vorm van integratie, ishet indelen vandeze relatie naar het gezichtspunt vandeklantenbinding

een zaakvan zuiver commerciele ervaringen inzicht.Gezien degrootte vande individuele

afnemers ten opzichte vandeconcurrerende leveranciers, lijktdevasteklant in deze marktteworden getypeerd alsdeafnemer die zijn voorraadpolitiek opdeleverancier

afwentelt.

Het aantal afgenomen eenheden per afnemer is n.1. nietzogroot, noch isdespreiding hierin van dien aard datafnemersdoor aanmerkelijke prijsrabatten wordengebonden.

Eendaarvoor veronderstelde rabatpolitiek zou aan vrij grotegroepen afnemersgelijke

voordelen bieden. Gezien degrote concurrentie tussende leveranciers, zou deze

rabatpo-litiekeen prijzenoorlog kunnen ontketenen.

Hoeweldegevoerdekwaliteiten van leverancier tot leverancierverschillenvertonen, zijn

deze zogering dater evenmin sprake is vaneentypische kwaliteitsbinding. Voor de

ver-werkingvan polyetheentotspecifieke produktenalsverpakkingsfolie (indeverschillende sterkte-soorten), kabelbemantelingsmateriaal, pijpen, flessenof spi,itgietprodukten, heeft

iedere leveranciereenaantal produkttypen beschikbaar.

Evenmin biedt detevoeren kredietpolitiekde leveranciersde mogelijkheid zich van hun

concurrentenspecifiek teonderscheiden, daardezepolitiek door per land geldende

nor-men engebruikenwordtbepaald.

Deaankoopcriteria beperken zichderhalve tot voorde afnemersexternegegevens. Gege-vendeprijzen (inclusief kredietfaciliteiten)en kwaliteiten, kanelkeafnemereen

ratio-nele keus doen. Dit impliceert echter, dat hij bij elkeaankoopvan grondstoffen min of

meer opnieuwdegehelemarkt moet aftasten om degegevens voor zijn nieuwebesluit te

verzamelen. Verder zal hij een actieve voorraadpolitiek moetenvoeren diedecontinuiteit

van zijn produktie verzekert, prijsbewegingen uitbuitenanderesoortgelijke doeleinden

nastreeft.

Door zich totdtin leverancier te beperken geeftdeafnemerde hieruitmogelijkerwijs voortvloeiende winstop. Daarvoor in ruil eist hijeenafwenteling van zijn

voorraadpro-blematiek opdeverkozen leveranciers, m.a.w. promptelevering tegen redelijk in de markt

liggende prijzen en eenvrij constantekwaliteit.Wordt zijn vertrouwen in deverkozen

leveranciergeschokt, dan zal hij in hetalgemeen nietaarzelen dezezekerheidvan promp-te levering elderstezoeken. Dit zoeken zal hij bijv. doen meteendriemaands order op afroep, waarmee hij het produkt van deconcurrerende leverancier test.

Voordezereactieperiode van3 maanden is dusdeafzet bij dezeklantzekerverloren. Echter, men magaannemen dat deoorspronkelijke keus van deklanttenaanzien van de

(28)

is. Er bestaat dus nakorte tijd voordeverkoopafdeling nogeen entree omte

concurre-ren tegendeproef meteen andere leverancier. Indien er bijde leverancier sprake is van

eenstructureel evenwicht in devraag-aanbodverhoudingen, dan kandeverkoper met re-delijke zekerheiddeklanttegeneen herhaling van zijn slechte ervaringvrijwaren. In vele

gevallen isdeklant dan nog toteenherstel van deoudeverhoudingente bewegen. Hij is tenslottegewend aaneen bepaalde kwaliteit grondstof, aaneen zekere mate van tech-nische service etc.

Hoewel hetbovenstaandegeentheoretisch sluitend bewijsis,ondersteuntdeervaring van de verkoopafdeling ingrote lijnen hetbovenstaandebetoog. Men kandiscussieren over de duur van de periodegedurendewelkedeklantzich eldersvanprodukt voorziet; dit is

in-dividueel verschillend enwordt bovendien beihvloed doordealgemene

marktverhoudin-gen (conjunctuur).

Evenzo kan menwijzen op het feit dat er somseen incidenteel extra-rabat moet worden

gegeven om derentree tevergemakkelijken. Resumerend isechtertestellen:

teleurstel-ling vaneen vaste klantkost (gemiddeld) mmaandenafzetverlies.

De bepaling van degrootheid m iseenkwestievan commerciele ervaring. Uiteenaantal

alternatieveberekeningen vanhet uiteindelijkresulterende model, kan mende invloed van variaties in m op het planningsresultaatnagaan.

Deniet-vasteklanten zijnalsafnemers tebeschouwen die metdeproducentgeen

derge-lijkebinding hebben. In hetvervolgwordendezeaangeduid met determ'overige

klan-ten'.

11.2. Rubricering van de

afnemers

Blijkens hetvoorgaande isderubricering in vasteenoverigeklanten in de loop der tijd

geenstar gegeven. Aan elkeplanningsberekening zal duseen snellecontrole op de

be-staanderubriceringmoeten vooraf gaan.Deze controle moet doordeverkoopafdeling worden verricht;in feite 6f doordefunctionarisdie geregeld over alleklantenverhoudin.

genwordtgeinformeerd, 6f doordediverse verkopers, alnaar gelangde organisatie van

de verkoopafdeling dit uitwijst.

Hierbij kan zich echtereen moeilijkheid voordoen die op hetgebied vancommerciele ge-gevensverzameling zich inhet algemeen zal voordoen: eenverkoper isgeenboekhouder,

deadministratieveorganisatie van de gegevensverstrekking zal te kampen hebben met

frequente afwezigheid vandepersonen die de bron van informatie zijn. Zijndeze perso-nenwei aanwezig, dan zijn dezefunctionarissen in hetalgemeendruk belast met het ma-ken vanverkooprapporten,vervangen van afwezigecollega's in het afhandelen van tele-fonische of viadetelex binnenkomende offerte-aanvragen, inlichtingen, orders etc. De tijd voorde herwaardering van een gegevensbestandschietdanwellicht net niet over en het bestandveroudert dus.

Dit nadeel isinherent aan elkeproduktieplanning. Zelfs alsde planning-functionaris van

(29)

recente gebeurtenissen op alle markten.

Eerste vereiste is duseen zorgvuldige administratieve organisatie voorde

gegevensverkrij-ging. Voorts is eruitconfrontatie vande recente gegevens uit deorder-ofafzetstatistiek metdecommercieleplanningsgegevens, eenruwe controle opditnaijlingsverschijnsel mogelijk.

Stel n.1., dateen vasteklantinstatistischezinwordtgetypeerd in de kans dat hij een

wil-lekeurige maandzalvragen. Is deze kansgroter dan bijv. 0,75, dan is hijeen vasteklant;

isdezekleiner,dan behoort hij totde groep overigeklanten. Het probleem is een

over-gangvan klanten uit de ene naardeanderecategorie vasttestellen uitde recente

order-of afzetgegevens.

Statistisch isditmogelijk met bijv. een run-test, diecontrole uitoefent ophetaantal

achtereenvolgendemaanden dateenvaste klant niet resp.eenoverigeklantwdI vraagt.

Overschrijdtditaantal de gestelde grenswaarde,die afhankelijk is vande vraagkans waar-meeeenvasteklantnogjuistalszodanigwordtgetypeerd, dan kanworden geconcludeerd

dateendergelijkeovergangwaarschijnlijk heeftplaatsgevonden.

Eendergelijke controle dient niet opdecommercielekwalificatie teprevaleren, doch ver-oorzaaktslechtseenextra bezinning van commerciele zijde opde bestaandekwalificatie

waarmeeeenveroudering hierinwordttegengegaan. Erzijn redenen dieeen dergelijk

pre-valeren van deadministratieve opde commercielekwalificatieverbieden. Zo is men in een periodevanovercapaciteit opde marktbereidaan iedereen teverkopen,zelfs tegen

eenprijs lager dande integralekosten. De zeven maanden achtereen vragende marginale

klantisdaarmee noggeen vaste klant,maar blijft in zijn marktgedrag totdegroep ove-rigeklanten behoren.

11.3. Aanbodreservering

voor

vaste

klanten

Uitgaande van het feit dat het kosten met zich meebrengteenvaste klant teleur te stel-len, wat niet hetgeval isbij teleurstelling vande vraag vaneenoverige klant, zal men uit

een gegevenaanbod x voorde komendemaand eenhoeveelheid y (0<y<x) voor de

vaste klanten reserveren en dus niet meer dan x-y voor verkoopaanoverigeklanten

vrijgeven. Ditwilzeggen, dat alsdeoverige klanten in totaal opeen moment inde maand de hoeveelheid x-yhebben afgenomen enmeer vragen,terwijl devasteklanten nog niet de hoeveelheid y hebbenopgenomen, men toch de vraag van overigeklanten teleurstelt teneinde bij denogmogelijkevraag van vaste klanten nietteworden belast meteenstraf op nee-verkopen.

Het probleem is nudesamenhang te schetsen tussen deze aanbodreservevoorvaste

klan-ten y en hettotaleaanbod x. Hierbij moet y zoworden gekozen, dat hetgewaardeerd

(30)

termijn inevenwichtzijn 11 en deniet verkochteeenheid dusgeen invloed heeft op het potentiele aanbod in de volgende maanden.

Desamenhangtussen y en xwordthieronderafgeleid door middel vaneenmarginale

analyse, waarbij vooreenaantal karakteristieke waarden van xde vraagwordt

beant-woord: 'Welkebestemming krijgt een aan x toete voegen extraeenheid: reserve of niet?'.

Deze analysevertoonteen zekere overeenkomst metdebreakeven pointanalyse: tot een

bepaald aanbod ishet voordeligerditaanbod geheelvoorvasteklantente reserveren, voor

eengroter aanbod iseengedeeltelijkereserveringwaardevoller. Bij deevaluatie van de

al-ternatievenwordthet verkopen vaneen eenheid produkt opw gulden gewaardeerd (w =

prijs minusvariabelekosten),wordthettekortschieten van het aanbod opdevraag van

vaste klanten met q gulden per eenheid 'nee-verkoop' gestraft en kost het houden van

voorraad sgulden pereenheid. Voor hetbepalen van dekarakteristieke waarden van x indeze samenhang zijn van belang degrootheden:

av =minimum vraag van vasteklanten ao =minimum vraag van overigeklanten

Bv =maximum vraagvan vasteklanten Bo =maximum vraag van overigeklanten.

De bepaling van debestemming vande marginale eenheidwordt in defiguren 2.3.1 en 2.3.5grafisch toegelicht.De bovenstehelft van dezefiguren geeftde samenhang tussen

y en xweer,terwijl indeonderstehelfthet verloop opgenomen is van de kans p (x,y)

datvasteklantenmeervragen dan voorhen gereserveerd is. Hierbij is eenvoudigheids-halveverondersteld, dat de kans opeen vraag v doorvasteklanten gelijk is voor elke waarde vanv tussen a en

Ov·Evenzo dat de kans opeenvraag vo van overigeklanten

V V

gelijk is voorelke waarde vanvo tussen ao enBo.21 Statistici duiden dit aan met: de

vraagomvangisrechthoekig verdeeld.

Wenden we ons nu tot heteerste karakteristieke aanbod: x=a.V

Zolanghetaanbod x kleiner is dan av, kanhetgehele aanbod zekeraanvaste klanten wordenafgezet. Elkeeenheid die men aan hetgereserveerde aanbod toevoegtwordt dus

zekerdoorvasteklanten afgenomen, dus p (x,y) =1 voory<x e n x< a ' De keus

tus-sen al dan nietreserveren van de laatste eenheid voorvasteklanten, valtdan uiteraard ten

gunste van de reserveringuit, daar een nietgereserveerde eenheid zekeraanoverige klan-ten zou worden verkocht (dietenminsteao vragen). Ditlaatste levert weliswaar dezelfde verkoopopbrengst w op, maarveroorzaakttevensstrafwegenseeneenheid nee-verkoop

aanvasteklanten.

Dus wordt voor x < av hetgehele aanbodgereserveerd (y = x), watinfiguur 2.3.1 is

aangegeven door de lijn y(x) over dat interval van x een hoek van 45' met de x-as te

la-ten maken.

1) Ditisverondersteld, zie ook par. 1.6.

2) De lezer die indevolgendeanalysehet spoor bijster raakten genegen isderesultaten voor waar

(31)

: :iI.liii: 0

ax

V 0 -- X w+s - - - -11.1111 11 1 ...1.1.1 w+q+s 1 P

Fig.2.3.1 Samenhangtussen y, x en p voor x < x + 1

Het isduidelijk datdeaanbodreservering ynooit

boven Bv' demaximalevraag vanvaste

klanten,zal uitkomen. Deverleiding isnu groot omde lijnen y=x (diegeldt in het

inter-val x< av) en y=B v dooreen vloeiende kromme verbondente achten. Eennadere ana-lyse zal ons hiervan echterblijken teweerhouden.

Wat gebeurt er als het aanbod groterwordt dan av7 Bezien wijdevraag ofde eerstvol-gende eenheid

aanbod (av + 1) al dan niet wordt gereserveerd. Voor p (x,y) schrijven wij kortheidshalve p.

Grafisch zijnde mogelijkegevolgen van de nu openstaande beslissing weer te geven in

een beslissingswaaier.

beslissing vaste klanten (kans) resultaat

1 vragen * (P) wei w CA.11 (1-p) -s (A.2) ja met reserveren? ( w w-q (B.1) (19) (8.2) niet - w

Fig.2.3.2 Beslissingswaaier voor het al dan niet

reserveren van de (a + 1)-deeenheid aanbod bij

(32)

De keus is dus: weI reserveren (besluit A) of nietreserveren (besluit B). In beide gevallen

zijn er twee mogelijke uitkomsten, n.1.

A.1 vasteklantenvragen dezeextra eenheid weI,dusverkoopopbrengst w, met een

kans p;

A.2 vasteklantenvragendezeeenheid niet, dusgeenopbrengst wdoch voorraadkos-ten s, met een kans 1-p;

B.1 vasteklantenvragendeze eenheid weI, maarwordenteleurgesteldomdat de

een-heiddooroverigeklanten werdafgenomen (de overige klanten hebben een mini-male vraag aoen kregeneenaanbod van x-y - (av + 1) - Cav) = 1 eenheid).

Dus verkoopopbrengst wenstrafop nee-verkoopq, beide met kans p;

8.2 vasteklantenvragen dezeextraeenheid niet,overige klanten weI,dus

verkoopop-brengst w met kans 1 -p.

Deverwachte waarde3) van keus Aisgelijk aan p.w - (1 - p) . s, n.1.dewaarde van elke mogelijke uitkomstgewogen met zijn kans,envervolgens deze gewogen waarden gesom-meerd.

Evenzo is deverwachtewaarde van keusB gelijk aan p.(w-q)+ (1-p).w.Dezeverwachte

waardenvormen nu het keuze-criterium: men kiest zodanig datdehoogsteverwachte

waardewordtbereikt, m.a.w. zolangdeverwachtewaarde vanAgroter is dan die van B,

reserveert men deadditioneleeenheid. Daar voor x = av + 1 dewaarde van p nogvrijwel

gelijk is aan 1, kiest men dus A omdat wgroter is dan w-q.

Omdatpechter vanaf het punt x = av' geleidelijk afneemt (elkeadditionelegereserveerde eenheid heefteen kleinere kansdoorvasteklanten tewardengevraagd, dande

vooraf-gaandeeenheid) komt ereenaanbodwaarbij deverwachte waarde van keus A niet meer groter is dan die van keus B. Indezesituatie, dieoptreedt bij eenaanbodhoeveelheid xo.

geldt dus: p.w-(1-p).s=p.(w-q)+(1-p).w (2.3.1) waaruitvolgt: w+s q P=P = en 1 -Po

=w+q+s

(2.3.2) 0 w+q+s

Met dezepo correspondeertdewaarde x = xo - av + (Bv-a 1.

q

V W+S+q

Inhet interval

a<x<x o

geldtderhalve nogsteeds daty=x, terwijl dewaarde van p

V

W+S

geleidelijkdaalt van p=1 naar p=

w+q+s

3) Het begrip 'verwachte waarde' laatzicheenvoudig toelichten als mende'eerliike' prds van een lot

in eenloterij meteenwinnend lot bepaalt,n.1. uitkering winnend lotgedeelddooraantal loten.

(33)

Bij een

aanbodhoeveelheid x = x is er dusnogniets beschikbaarvooroverigeklanten. Bijde volgende aangebodeneenheid, xo + 1, slaathet waarderingscriterium voor het

eerst doorten gunste van keus Benwordt er nietgereserveerd maarwordtde eerste een-heid aan overigeklantenaangeboden dieditaanbod zekerafnemen. Zij nu analoog aan p een kans tgedefinieerd, datde overigeklanten meer vragen danhet'vrije'aanbod. Dus bijx<xoist-1,evenals voor devolgende

ao eenhedenaanbod indien y - xo blijft. De vraag naar 'vrij'aanbodgeeftdeoverige klanten echter noggeenzekere levering, dit in tegenstelling totdevraag van vasteklanten naar 'gebonden' aanbod die weItot levering

aanvasteklanten leidt. I mmers, vragen vasteklanten meer dan het voorhen

gereserveer-de, dan zijn zij inditmeerderemogelijk concurrerend metde vraag van overigeklanten,

n.1. indiendetotalevraaggroter is dan het aanbod. Voordebetwiste marginaleeenheid ongebonden aanbod geldt danderegel: Wie heteerst komt, heteerstmaalt.

De kansdatvasteklanten dezeeenheid geleverd krijgen, geven wij met p* aan, de kans

datoverige klantendeze geleverd krijgen met 1-p*;beide kansenzijn slechtszinvol in-diendetotalevraaggroter is dan hettotaleaanbod41. Vooreen eenheidaanbod toe te

voegen aaneenaanbod x P x0, kan mendebeslissingswaaier tenaanzien van al dan niet

reserverenalsvolgtschetsen:

vvie

vraagt

beslis- v.kl. ov.kl. het

resul-sing vragen (kans) vragen (kans) eerst? (kans) taat

CP) wei w (A.11 ja niet (1-P) -s CA.2) reser-niet (1-t) -s (B.1.1) veren? (1-P) niet (t) vvel w (8.1.21 nee (1-t) niet w (8.2.11 weI (p) v.kl. (P.) W weI (r)

n//--·

(8.2.21 ov.ki.-.-, (1-·p.1 w-q

Fig. 2.3.3 Beslissingswaaier voor het al dan niet reserveren vaneenextra eenheid aanbod bij een

aan-bod x »xo

4) In feitebehoordedezemogelijkheid reeds in f ig. 2.3.2teworden opgenomen, doch in de daar

be-schrevensituatie, waar het omdederstemarginale eenheid aanbodaanoverige klanten gaat, is

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit kader heeft tot doel bestaande zorgaanbieders binnen de Wlz inzage te geven in hoe zij in aanmerking kunnen komen voor een overeenkomst voor het leveren van Wlz-zorg in 2018

Het verschil tussen deelnemersgroepen vertaalt zich niet in een structureel andere begeleiding: de begeleiding - hoewel afgestemd op de individuele cliënt zodat deze per

• er komen (per seconde) meer moleculen (van de geurstoffen) in contact met (moleculen van) het oplosmiddel / er gaan meer moleculen.. tegelijkertijd in oplossing / er verlaten

Op de vraag welk lunchconcept ouders het beste zouden vinden voor hun kind geven ouders aan het meest positief te zijn over de introductie van een zelfsmeerlunch (32,6 %),

Vaak kun je in een tekst veel korte woorden toevoegen of juist weglaten, zonder dat de betekenis van de tekst ingrijpend gewijzigd wordt.. Dan verandert w, terwijl l

Nu ik in dit m·tikel, op verzoek van de redactie, het vraagstuk van de kunstmatige inseminatie als humanist zal belichten - zij het ook dat de gegeven

Volgens de oorsprongsbenadering, die nagaat welke sector aan de oorsprong van een job ligt, wordt het belang van de industrie voor de werkgelegenheid nog duidelijker: meer dan 30%

Bestaande aanbieders krijgen in principe een meerjarige overeenkomst tot en met 2020 Dit geldt voor zorgaanbieders die in geheel 2017 een overeenkomst hebben voor het leveren van