• No results found

GOEDE SAMENWERKING tussen ouders en logopedist biedt voordelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GOEDE SAMENWERKING tussen ouders en logopedist biedt voordelen"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KENNIS

Chin Tuck Against Resistance

ACHTERGROND Met ambities op weg naar de toekomst

ACHTERGROND Een leven lang logopedie

Jaargang 94 | # 1 | februari 2022

GOEDE SAMENWERKING

tussen ouders en logopedist

biedt voordelen

(2)

CURSUSSEN ORO-MYOFUNCTIONELE THERAPIE (OMFT):

LOGOPEDIE EN TANDHEELKUNDE ‘Een mond is meer dan een rij tanden’

Liset Maas Berry Verlinden

OMFT-1: BASISCURSUS (44 geaccrediteerde punten) 11 en 12 maart 2022 Utrecht (volgeboekt) 8 en 9 april 2022 Eindhoven (volgeboekt) 10 en 11 juni 2022 SIG Aalst (België)*

7 en 8 oktober 2022 Schiedam

18 en 19 november 2022 SIG Aalst (België)*

9 en 10 december 2022 Zwolle

Prijs: € 495,- incl. een waardebon van € 50,- te besteden in de webshop OMFT.info (* m.u.v. SIG Aalst: KMO van toepassing).

Ben je nog student? Dan betaal je € 299,-.

OMFT-2: VERDIEPINGSCURSUS A (32 geaccrediteerde punten)

20 en 21 mei 2022 Amersfoort 23 en 24 september 2022 Zwolle

Prijs: € 495,- incl. een waardebon van € 50,- te besteden in de webshop OMFT.info (* m.u.v. SIG Aalst: KMO van toepassing).

OMFT-3: VERDIEPINGSCURSUS B (33 geaccrediteerde punten)

Vervolg op de Verdiepingscursus A.

1 en 2 juli 2022 Amersfoort Prijs: € 495,-.

MEER INFORMATIE EN AANMELDEN:

WWW.OMFT.INFO

Accreditaties: Erkend door:

Re-mind

OMFT-materialen nodig?

Ga voor ons uitgebreide assortiment naar www.OMFT.info

SOB-meter

Maaike Selten

De NVLF is op zoek naar een nieuw lid voor de commissie Sociaal Economische Belangenbehartiging (SEB). Omdat deze commissie breed is samengesteld, dat wil zeggen dat er leden in

zitten uit alle werkvelden, zoeken we een logopedist die in loondienst is bij een eerstelijnspraktijk.

De leden van de commissie SEB zorgen ervoor dat signalen uit de werkvelden de NVLF bereiken. Daarnaast is deze commissie een adviesorgaan voor het verenigingsbestuur en een klankbord voor de beleidsadviseurs van het bureau.

INTERESSE?

Kijk op www.nvlf.nl/commissie-seb en/of neem contact op met beleidsadviseur Marliek Schulte via logopedie@nvlf.nl of 0348-457070 (ma t/m vr 8.30-17.00 uur).

VACATURE COMMISSIE SEB

(3)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE

IN HOUD

4

Colofon en Voorwoord

5

Van de wetenschapsraad

6

Kort Nieuws

10 INTERVIEW

Van samen starten, samen uitvoeren tot samen evalueren

14 ACHTERGROND

Met ambities op weg naar de toekomst

18 KENNIS

Chin Tuck Against Resistance

23

In Memoriam – Margriet Bakx

24 ACHTERGROND

Een leven lang logopedie

28 KORTE PORTRETTEN

Vier kersverse bestuursleden

32

Boeken & Materialen

14

28

10 Interview Ouderbetrokkenheid: ‘Samenwerken klinkt zo simpel,

maar waarom gebeurt het dan nog onvoldoende?’

(4)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE

Nederlands Tijdschrift voor Logopedie is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) en verschijnt 6 keer per jaar. Logopedisch materiaal en boeken ter recensie zendt u aan het redactie secretariaat. Overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie.

REDACTIESECRETARIAAT NVLF Postbus 75, 3440 AB Woerden telefoon: 0348-457070 e-mail: logopedie@nvlf.nl www.nvlf.nl

www.logopedie.nl

ING NL85ING0002814400 | KvK Rotterdam 40464115 VERENIGINGSBUREAU

Dhr. drs. B.N. de Ridder, verenigingsmanager VERENIGINGSBESTUUR

Dhr. dr. M.A. Dutrée, voorzitter Mw. G. Donkerbroek, secretaris

Mw. J. de Waal-Bogers MBA, penningmeester Mw. J. Klaster, MA, vice voorzitter

Mw. M. Treurniet, MA Mw. Dr. R. Dalemans Mw. H. Rompen, MSc Mw. G Verkouter

Mw. I. Langevoort, studentlid ERELEDEN

Mevr. dr. S.P. da Costa Dhr. prof. dr. P.H. DeJonckere Mevr. Dr. L. van den Engel-Hoek Dhr. drs. J.H.A. Leenders Dhr. B.J.E. Mondelaers Dhr. drs. ing. A.M.A. van Overbeek Dhr. C. Winkelman

PUBLICATIERECHT

Publicatie van een tekst houdt in dat de auteur zijn volledige rechten over de gepubliceerde tekst afstaat aan de NVLF.

REDACTIE

Janneke de Waal-Bogers MBA (hoofdredactie), Charlotte Piers, Martijn Ouburg en

Lydeke Fransen (eindredactie) e-mail: redactie@nvlf.nl UITGEVER

Performis BV Postbus 2396 5202 CJ ’s-Hertogenbosch, 073-6895889

BEELD

Cover: Stijn Rademaker Monique Kooijman (pag. 24 en 27)

Floor de Goede (illustratie Dag van de Logopedie) Kort: Brian A Jackson, HAKINMHAN, Marish, skochii, Vetreno & fizkes/Shutterstock.com

VORMGEVING Studio Jorrit van Rijt ADVERTENTIES

Performis BV, Misha Stork - 073-6895889 logopedie@performis.nl

ABONNEMENTSPRIJZEN

- € 73,- voor instellingen zonder logopedisten in dienst - € 145,- voor instellingen waar (een) logopedist(en)

werkzaam zijn (is) - Buitenland € 87,-

- Abonnementen kunnen schriftelijk tot 1 maand voor de vervaldatum worden opgezegd

- Losse nummers voor leden € 5,- en voor niet-leden

€ 12,50

ADRESWIJZIGINGEN

NVLF-leden kunnen hun adreswijziging doorgeven via www.nvlf.nl.

Bent u geen lid maar wel abonnee van het tijdschrift?

Geef dan uw adreswijziging door via logopedie@performis.nl.

De NVLF, de uitgever en de redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor - mogelijke - gevolgen die kunnen voortvloeien uit het gebruik van informatie uit het tijdschrift.

VOORWOORD

Zichtbaarheid

Onbekend maakt onbemind. We ken- nen het spreekwoord. Daarom zien we politici en artiesten vaak aanschuiven bij de

vele praatshows op televisie en zelfs meewerken aan artikelen in roddelbladen. Het gaat ook op voor beroe- pen. En voor de professionals die ze uitoefenen. Niet dat ik ervoor pleit dat logopedisten de redacties van roddelrubrieken gaan bestoken, maar een bijdrage leveren aan meer bekendheid kan geen kwaad. De jaarlijkse ‘Dag van de Logopedie’ is een mooie aanlei- ding om eens even uit de schaduw te treden. Praat over wat je doet en bereikt. Vertel het aan bijvoorbeeld andere zorgverleners en aan de collega’s in ziekenhui- zen en op scholen. Denk niet te gauw dat ze het wel weten.

Meer bekendheid is ook gewenst voor het werk van logopedisten bij taalontwikkelingsstoornissen. Zowel de kinderen als hun ouders hebben daar veel baat bij.

De begeleiding door logopedisten levert ook nog eens maatschappelijk voordeel op. Hoge kosten op latere leeftijd kunnen in veel gevallen worden voorkomen.

Helaas weet lang niet iedereen dat. Reden voor de NVLF om TOS in de komende tijd bij onze belangrijke relaties eens extra onder de aandacht te brengen.

Onbekend maakt onbemind. Misschien gaat dat ook op voor de leden van het NVLF-bestuur. Allemaal col- lega-logopedisten én een aankomend logopedist die zich inzetten voor de beroepsgroep en de vakontwik- keling. Nog sneller dan in bovengenoemde gevallen kunnen we hier wat aan doen. We stellen het nieuwe team in dit blad graag aan je voor en danken tegelij- kertijd de vertrekkende bestuursleden voor hun grote inzet.

Ik weet het, je kunt het niet omdraaien. Bekend is niet automatisch bemind. Maar zichtbaarheid is wel een voorwaarde voor herkenning en erkenning. Daar kun- nen we met elkaar aan werken.

MICHEL DUTRÉE VOORZITTER NVLF

(5)

E

ind 2021 is eindelijk de Nederlandse vertaling van IDDSI 2.0 gepubliceerd op de website van IDDSI: https://iddsi.org/Translations/

Available-for-Review

Is dit wetenschap of praktijk? IDDSI is het acroniem van Internati- onal Dysphagia Diet Standardisation Initia- tive, de internationale classificatie van consis- tenties van vloeistoffen en voeding, ongeacht leeftijd en cultuur. Door de internationale onderzoeksgroep is aanzienlijk research verricht om tot de hui- dige classificatie te komen en degelijk te

onderbouwen. Het is daarom de moeite waard om de gedetailleerde beschrijvingen van de 2.0-versie goed te lezen; alle referentie staan er uiteraard bij.

Al in 2018 zorgde een multidisciplinaire groep van koks, diëtisten en logopedisten voor de vertaling van het IDDSI raamwerk, dat wil zeggen de acht namen van de consistenties. Bij deze classificatie horen twee documenten, de Gedetailleerde definities en de Test- methoden, die in detail de kenmerken van de consis- tenties beschrijven en hoe ze getest kunnen worden met een 10 ml wegwerpspuit, een vork en een lepel.

Van de

wetenschapsraad

Nederlandstalige IDDSI 2.0 online

De eerste versie van deze documenten, IDDSI 1.0, is vertaald door een groep van 10 logopedisten en na online publicatie van commentaar voorzien door een andere groep logopedisten, maar voordat er een defi-

nitieve versie was ver- scheen IDDSI 2.0. Die vertaling heeft een tijd op zich laten wachten, maar staat nu online.

Hanneke Kalf deed de eerste vertaling, Marion Pellicaan corrigeerde de teksten en na een bespreking van alle inhoudelijke vragen met IDDSI heeft de Vlaamse Anne-Sophie Beeckman de docu- menten gecheckt op woorden of uitdrukkin- gen die in het Vlaams anders zijn. Ze vond alleen ‘klonten’ die in het Vlaams

‘klonters’ heten. Op de laatste pagina van beide docu- menten staan in een dankwoord alle namen van col- lega’s die eerder een bijdrage leverden aan de vertaling van IDDSI 1.0.

Dan nog even over de praktijk. Implementatie in instel- lingen waar behalve logopedisten en diëtisten ook voedingsassistenten en koks bij zijn betrokken kost tijd. Inmiddels is er de handige IDDSIdex beschikbaar (https://www.iddsidex.nl), de Nederlandse database voor diktes van voeding en dranken.

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

(6)

JAARGANG 94

In deze rubriek vind je KORTE BERICHTEN

uit het vakgebied logopedie of NIEUWS

dat jouw werk kan raken.

KORT!

SAMENSTELLING DE REDACTIE NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE

PPN heeft een nieuwe voorzitter

Viola Zegers volgt op 1 januari 2022 Theo van der Bom op als voorzitter van Paramedisch Platform Nederland (PPN). Viola Zegers is directeur van de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck en één van de oprichters van PPN.

De NVLF sprak met Viola over haar nieuwe rol. Lees het interview op www.nvlf.nl/nieuws/

interview-viola-zegers/

Nieuwe ronde NVLF Stimuleringsprogramma Innovatie Logopedie

Je hebt nog een paar dagen de tijd om jouw ideeën in te dienen voor het NVLF Stimuleringsprogramma Innovatie Logopedie. Met het Stimuleringspro- gramma wil de NVLF ervoor zorgen dat innovatieve ideeën van leden niet lan- ger op de plank blijven liggen, maar uit- gevoerd kunnen worden. Samen maken we logopedie toekomstbestendig.

Dit jaar wil de NVLF met het Stimuleringsprogramma in het bijzonder projecten ondersteunen die bijdra- gen aan de realisatie van de NVLF ambities 2021-2027.

Daarvoor is maximaal 50.000 euro beschikbaar. Heb jij een goed idee dat bijdraagt aan één van deze ambities en kun jij daarbij de steun van de NVLF gebruiken? Je kunt jouw idee indienen tot en met 28 februari.

Meer informatie zoals het aanmeldformulier en algemene voorwaarden vind je op

www.nvlf.nl/stimuleringsprogramma/.

Subsidie voor richtlijn Kwetsbare ouderen

De NVLF heeft van ZonMw subsidie ontvangen voor de ontwikkeling en implementatie van de evidence-based richtlijn ‘Paramedische Zorg voor Kwetsbare Ouderen’. De subsidie komt voort uit de Bestuurlijke Afspraken Paramedische Zorg.

Op 1 februari startte de richtlijnontwikkeling waarin we de meest prangende knelpunten behandelen die we in een eerder project hebben bepaald. De multidisciplinaire richtlijn wordt opgebouwd uit een generiek deel en zes beroepsspecifieke delen en biedt logopedisten en andere paramedici handvatten om de juiste zorg voor de juiste patiënt te bieden. Tevens ondersteunt zij de afstemming en interdisciplinaire samenwerking tussen zorgverleners, zowel binnen als buiten de paramedische zorg. We werken hierin samen met de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH), Ergotherapie Nederland (EN), het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en de Vereniging voor Oefentherapeuten Caesar en Mensendieck (VvOCM).

Omdat deze richtlijn bijdraagt aan het aanbieden van de logopedi- sche zorg dicht bij de patiënt in interprofessionele teams (juiste zorg op juiste plek) en aan meer beschikbare direct patiëntgebonden tijd door vermindering van de administratieve lasten sluit de ontwikkeling van deze richtlijn goed aan bij de ambities van de NVLF.

(7)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

Wtza van kracht

Sinds 1 januari is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) van kracht.

Deze wet heeft nieuwe toetredings- regels voor zorgaanbieders, waaronder logopedisten.

Op www.nvlf.nl/wtza vind je veel infor- matie, waaronder het stroomschema

‘Wat betekent de Wtza voor jou?’

waarin je duidelijk kunt aflezen wat van jou wordt verwacht bij welk aantal zorgverleners in dienst.

FAQ

Heb jij een vraag over de Wtza? Op www.nvlf.nl/wtza-faq vind je een overzicht van veel gestelde vragen over deze nieuwe wet.

Formats en workshops

In samenwerking met haar PPN-part- ners zal de NVLF haar leden dit jaar ondersteunen door formats te ontwik- kelen en workshops over de Wtza te geven. Houd voor deze formats en workshops de website en nieuwsbrief van de NVLF in de gaten.

IDDSI- Learning

In 2019 is IDDSI

geïmplementeerd in het Dijklanderziekenhuis.

Hierover vertelden Renée van Meenen en Fleur van Heijningen, beiden werkzaam als

logopedist in het Dijklanderziekenhuis in

Noord-Holland, op het jaarcongres van de NVLF, met de hoop collega- logopedisten in Nederland en België te inspireren en helpen om ook in hun instelling IDDSI te implementeren. Door Covid konden zij in 2020 geen klinische lessen en workshops meer geven in hun zieken- huizen, waardoor de implementatie bemoeilijkt werd. Daarom ontwikkelden zij een e-learning over IDDSI. In hun ziekenhuizen wordt deze e-learning nog steeds goed gebruikt.

In 2021 hebben zij, door het succes van de oorspronkelijke e-learning, de IDDSI-Learning ontwikkeld; deze is ook te gebruiken in andere instellingen. Het is een doelgerichte scholing voor mensen in de zorg die werken met volwassen dysfagie patiënten. De e-learning is geschikt voor verpleegkundigen, verzorgenden, voedingsmedewer- kers, diëtisten en andere zorgmedewerkers. Middels deze e-learning raakt de zorgmedewerker vertrouwd met de IDDSI terminologie en kan deze direct toepassen in de dagelijkse praktijk.

Als je aan het begin van het implementeren de medewerkers op zo’n eenvoudige en toegankelijke manier vertrouwd maakt met IDDSI zal je veel gemakkelijker alle collega’s enthousiast maken!

Door gebruik te maken van de IDDSI-Learning hoef je geen klinische lessen te geven. Met de IDDSI-Learning bereik je gemakkelijk alle medewerkers. De zorgmedewerker kan dit op een voor hem/haar handig tijdstip ‘even tussendoor’ doen!

Het maken van deze e-learning duurt ongeveer een kwartier.

De IDDSI-Learning is verdeeld in de volgende modules:

• Algemene informatie over dysfagie

• Wat is IDDSI

• Kennis van de verschillende consistenties volgens IDDSI

• Uitleg over verdikken

• Vragen om de opgedane kennis te toetsen en herhalen

De e-learning is relatief gemakkelijk ingericht, het is de bedoeling om zonder druk te leren en enthousiast te raken.

Zie de website www.iddsi-learning.nl voor meer informatie.

SAVE THE DATE:

ZOMERTOER­

EVENEMENT

Noteer alvast in je agenda:

Op de laatste dag van de zomer, dinsdag 20 september 2022 vindt het Zomertoerevenement

in samenwerking met het LOOL plaats. Vanaf 17:00 tot

21:00 uur.

Houd de NVLF nieuwsbrief en de website in de gaten voor

meer informatie!

(8)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

Handboek voor

professionals: hoe ouders te adviseren over

meertalig opvoeden

Om alle professionals te ondersteunen in hun gesprek met (toekom- stige) ouders van kinderen die meertalig opgroeien is een handboek ontwikkeld. Het is geschreven door Astrid Roest en Karlijn d’Haens, twee logopedisten die in Zaanstad werkzaam zijn. Zij schreven het handboek in opdracht van het PACT Poelenburg Peldersveld.

Dit PACT is een samenwerkingsverband tussen maatschappelijke organisaties ten bate van de ontwikkeling van de wijken Poelenburg en Peldersveld in Zaanstad. In deze wijken heeft meer dan 60% van de bewoners een migratieachtergrond.

Steeds meer kinderen in Nederland groeien op in gezinnen waar meerdere talen worden gesproken.

Wat kunnen ouders doen om de meertalige ontwikkeling van hun kind optimaal te stimu- leren? Veel professionals weten niet altijd wat ze ouders van meertalige kinderen het beste kun- nen adviseren.

In dit handboek vind je de in Zaanstad gel- dende visie op de opti- male taalontwikkeling van het meertalige kind.

Er zijn 8 adviezen gefor- muleerd voor ouders, die deze visie concreet maken. De uitleg bij elk advies is geschreven in een voudig taalgebruik, zodat het goed is over te brengen aan ouders voor wie het Nederlands niet hun beste taal is.

Benieuwd naar het handboek?

Het handboek is in PDF vorm vrij beschikbaar op www.pactpp.nl/

pact/downloads, zie Documenten Pact – Handboek Meertalig Opvoeden.

Papieren exemplaren zijn te bestellen bij t.wielaart@zaanstad.nl.

De kostprijs is €2,00 per exemplaar, excl. verzendkosten.

Gratis scholing over beperkte

gezondheidsvaardigheden

Expertisecentrum Pharos biedt zorgverleners een gratis online scholing aan over beperkte gezond- heidsvaardigheden. Deze e-learning biedt kennis, oefenstof en consult ondersteunend materiaal over effectief communiceren en beperkte gezond- heidsvaardigheden. Wat zijn beperkte gezondheidsvaardigheden, hoe herken je ze, welke gevolgen heeft dit voor iemand, hoe communiceer je dan effectief, en welke hulpmiddelen zijn er ter ondersteuning van je zorg?

Kijk op www.pharosleerplatform.nl en kies dan de scholing ‘Effectief communiceren in de zorg’.

Wil je nog meer weten over gezond- heidsvaardigheden, kijk dan op www.gezondheidsvaardigheden.nl/

aan-de-slag/

SAVE THE DATE:

NVLF JAARCONGRES

2022

Vrijdag 25 november 2022

(9)

NUMMER 1 | FEBRUARI 2022 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE

Toolbox: samen beslissen met mensen met dementie

Met ‘Samen beslissen’ kunnen profes- sionals in zorg en welzijn mensen met dementie helpen keuzes te maken en beslissingen te nemen die het beste bij hen passen.

Maar hoe doe je dat? Dementiezorg voor Elkaar stelde een toolbox samen met tips en materialen voor het proces van samen beslissen. De toolbox bevat materialen die helpen bij het samen beslissen met mensen met dementie en hun naasten:

• gespreksmodellen die je helpen het gesprek te voeren

• tips en materialen om te communice- ren met mensen met dementie en hun naasten

• hulpmiddelen voor de professionele samenwerking bij samen beslissen

• kennisclips: video’s met toelichting op samen beslissen en inspiratieflit- sen om zelf er verder mee aan de slag te gaan

Kijk voor de toolbox op

www.dementiezorgvoorelkaar.nl/

actueel/nieuws/nieuw-toolbox- samen-beslissen/

Roos Plaatsman is jazz zangeres, tekstschrijver én sinds vorig jaar logopedist in opleiding. Bij elk nummer van het tijdschrift schrijft zij een blog waarin zij haar ervaringen als logopediestudent deelt en schrijft over alles wat met stem te maken heeft.

Lees de nieuwste blog van Roos op www.nvlf.nl/roosplaatsman.

Laatste editie Logopedie:

Autisme of ‘gewone’

communicatieproblemen

In april gaat de laatste training ‘Logopedie: Autisme of ‘gewone’

communicatieproblemen’ van start. Een bijzonder moment voor consulent-logopedist Anke van Wijk, die deze training binnen Fontys Paramedische Hogeschool jarenlang heeft verzorgd.

‘De moeite met communiceren die mensen met autisme hebben, is júist het vakgebied van logopedisten’, zei autismeconsulent- logopedist Anke van Wijk in 2019 in het Nederlands

Tijdschrift voor Logopedie. Logopedisten worden regelmatig geconfronteerd met nog niet met autisme gediagnosticeerde kinderen. Daarmee zijn zij in veel gevallen de eerste persoon die een signaalfunctie heeft.

In april gaat de laatste training ‘Logopedie:

Autisme of ‘gewone’ communicatieproble- men’ van start. En doe je aan deze laatste editie mee, dan ontvang je als deelnemer de e-learning ‘Werken met Positieve Gezondheid’

cadeau.

Via deze weg wil Fontys Pro Health Anke van Wijk heel hartelijk danken voor haar jarenlange inzet en betrokkenheid!

Nieuwe blog

Roos Plaatsman

(10)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

Van samen

STARTEN , samen

UITVOEREN tot

samen EVALUEREN

(11)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

>>

‘Z

owel ouders als logopedisten zijn zich bewust van het belang van een goede onderlinge samenwerking, maar we hoorden ook dat deze vaak niet goed vorm kreeg,’ vertelt Inge Klatte, logopedist en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht. ‘Uit onze gesprekken bleek dat logopedisten aan- lopen tegen verschillende belemmeringen, zoals andere verwachtingen van ouders en ouders die gemaakte afspraken niet nakomen.

Ouders voelden zich niet altijd gehoord en hadden nog veel vragen over de diagnose en het behandelproces. Er lag een enorme kans om de uitkomst van de therapie voor het kind te verbeteren.’

In het project COMPLETE gingen onderzoekers uit verschillende disciplines, logopedisten en ouders de afgelopen twee jaar op zoek naar hoe je als logopedist de samenwerking met ouders kunt optimaliseren. De opgedane kennis en praktijkproducten worden gedeeld tijdens het COMPLETE-eindsymposium op 24 maart in Utrecht.

Samenwerken

‘Het was belangrijk om in dit project niet direct op zoek te gaan naar oplossingen, maar om eerst te kijken waar logopedisten en ouders nu precies tegen aan liepen,’ vertelt Klatte.

‘Samenwerken klinkt zo simpel, maar waarom gebeurt het dan nog onvoldoende?’ Uit gesprekken met focusgroepen bestaande uit logopedisten bleek een belangrijk knelpunt te zitten in verschillende ideeën over de betekenis van het woord ‘samenwerken’. Zo beschreven logopedisten regelmatig dat ze met ouders samenwerkten als ze ouders vroe- gen om thuis opdrachten uit te voeren met het kind. Klatte: ‘Dat is een vrij smalle definitie van samenwerking, vooral gestuurd door onze eigen rol als logopedist die focust op het hel- pen van het kind. Inmiddels gaan we steeds meer naar gezinsgericht werken, waarbij je je richt op het kind en zijn ouders. Je start bij de behoeften en prioriteiten van de ouders en beslist samen met de ouders waarop de behandeling gericht moet zijn. Indien gewenst geef je ouders handvatten en oefeningen voor het ondersteunen van hun kind in het dagelijks

Een goede samenwerking tussen logopedist en ouders kan veel voordelen bieden bij de behan- deling van kinderen met een taalontwikkelings- stoornis. Het project COMPLETE zet hierop in.

TEKST ERICA RENCKENS BEELD STIJN RADEMAKER

(12)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

leven. Maar deze manier van werken is nog niet volledig verweven in onze opleiding, onze handelswijze en in onze verwachtingen.’

Onvoldoende gelijkwaardig samenwerken zorgt soms voor wederzijds onbegrip. Klatte: ‘Dan heeft de ouder bijvoorbeeld het idee dat de logopedist alleen maar leuke spelletjes doet met het kind. Of begrijpt de logopedist niet waarom de ouder niet altijd bij de therapie aanwezig is.’ Heleen Gorter voorzag als een van de zes ouders in het ouderpanel de onderzoekers gevraagd en ongevraagd van advies. ‘Ik was zo’n ouder die niet altijd het huiswerk met mijn kind deed en die soms iets anders ging doen als mijn zoon bij logopedie was. Maar dat betekende niet dat ik niet betrokken was bij mijn kind. Mijn kind was zo gefrustreerd dat hij niet kon praten, dat hij de hele dag door gilde. Dat onder- mijnt je energie en als je dan ook de strijd met je kind moet aan- gaan voor logopedie-oefeningen die hij heel moeilijk vindt, dat trek je als ouder niet. Daarnaast gebeurden er in mijn leven ook andere dingen die er soms voor zorgden dat ik minder kon doen.

Het is voor veel ouders ook al heel wat om elke week weer naar logopedie te gaan. Wanneer je als logopedist de gezinssituatie kent, begrijp je dat beter en kun je zoeken naar oplossingen.’

Gedeeld begrip

Aan het begin van het project brachten de onderzoekers in kaart wat er allemaal onder samenwerken valt. ‘Dat is heel veel,

van samen starten, samen uitvoeren tot samen evalueren’, vertelt Klatte. ‘Maar uit alle litera- tuur en interviews kwam naar voren dat het belangrijk is te starten met het creëren van een gedeeld begrip. Bespreek met de ouders jullie zorgen, prioriteiten, verwachtingen en behoef- ten.’ Daar kan Gorter zich goed in vinden. ‘De therapeut heeft heel veel kennis van taal, maar ik van mijn kind. En een kind leert niet praten van een half uur logopedie per week, dus daar ligt voor ouders een belangrijke taak.

Dat is ook voor logopedisten belangrijk om te beseffen, want zij moeten ervoor zorgen dat die thuisomgeving het kind helpt en onder- steunt. Maar zowel ouders als logopedisten worden hierin belemmerd door de traditionele opvatting over de therapeut die het kind leert praten.’

Het is daarom belangrijk om in gesprek te gaan met ouders over wat aansluit bij het kind en de gezinssituatie. Klatte: ‘Dat is complex, want de ene ouder is de ander niet, en ook elke logo- pedist heeft zijn eigen werkwijze. Er is geen one-size-fits-all, dus er is iets flexibels nodig:

strategieën waaruit je kunt kiezen. Daar heb- ben we ons in dit project op gericht.’

In het begin van een behandelproces zal deze aanpak wat extra tijd vragen, erkent Klatte.

‘Ouders hebben soms eerst meer kennis nodig voor ze kunnen zeggen wat ze voor hun kind of zichzelf willen. Maar uiteindelijk werk je zo juist prettiger en efficiënter.’ Gorter zag haar verwachtingen en behoeften ook veranderen in de tijd: ‘In het begin overkomt het je als ouder allemaal, maar later heb je meer kennis en voer je een heel ander gesprek met de logopedist. Een samenwerking die eerst heel goed werkte kan door persoonlijke problemen of meevallers ineens ook niet meer passen.

Daarom moet je ook geregeld evalueren en indien nodig bijsturen.’

Ouderschap

In de ontwikkelde toolbox INCOMPLETE speelt de ouderschapstheorie van Alice van der Pas een belangrijke rol. Klatte: ‘Kort samengevat onderscheidt deze theorie het opvoederschap van het ouderschap. Het opvoederschap is een HELEEN GORTER:

De therapeut heeft heel

veel kennis van taal,

maar ik van mijn kind

(13)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

tijdelijke rol die je als ouder kunt delen met bijvoorbeeld school of de logopedist. Het ouderschap is het onvoorwaardelijk en tijdloos gaan voor je kind, met een ethisch besef van verantwoordelijkheid. Dat maakt de ouder kwetsbaar: je maakt onvermijdelijk fouten en een schuldgevoel of schaamte is makkelijk aangepraat. Daar willen we logopedisten met de toolbox INCOMPLETE bewust van maken.’

‘Die kwetsbaarheid als ouder is er altijd, maar als er iets is met je kind ben je dubbel kwets- baar,’ vult Gorter aan. ‘Elke ouder komt eigen- lijk al beschadigd bij de logopedist binnen. Die heeft uit zijn omgeving al gehoord dat hij geen goede ouder is. Misschien niet zo expliciet, maar wel door alle ongevraagde adviezen die je krijgt. Ik had het ontzettend nodig om van de logopedist bevestigd te krijgen dat ik wel een goede ouder was.’

Logopedisten kunnen de toolbox INCOM- PLETE met collega’s doorlopen. In de eerste laag wordt de ouderschapstheorie geïntrodu- ceerd en wordt besproken hoe samenwerken nu in hun eigen praktijk gaat. In de tweede laag staat reflectie centraal. Aan de hand van een eigen casus-opstelling beantwoorden de logopedisten denkvragen en doen ze nieuwe inzichten op. In de derde laag geven de onder- zoekers concrete tips, voor onder andere trai- ningen en tools.

‘INCOMPLETE wordt nu door logopedisten getest,’ vertelt Klatte.

‘Ik ben heel benieuwd wat zij ervan vinden. Zelf merk ik dat ik in die twee jaar zoveel heb geleerd door de samenwerking met ouders. Ik praat nu heel anders met en over hen, dat is heel waardevol.’ De onderzoekers hopen nog op aanvullende subsi- die voor doorontwikkeling, ook voor een bredere doelgroep, zoals voor kinderfysiotherapeuten, die vaak tegen vergelijkbare situaties aanlopen.

INGE KLATTE:

Samenwerken klinkt zo simpel, maar waarom gebeurt het dan nog onvoldoende?

Heleen Gorter zet zich al bijna zeven jaar actief in voor de naamsbekendheid van TOS. ‘Dit blijft een knelpunt in de toegankelijkheid van de zorg en het onderwijs’, stelt ze. Ze werkt daarom mee aan verschillende onderzoe- ken, treedt op in de media, draagt bij aan Wereld TOS- dag en schreef een boek, ‘Vechten voor mijn kind met een TOS’.

Naar aanleiding van haar ervaringen met het COMPLETE- onderzoek ontwikkelde Gorter een webinar voor logope- disten. Hierin deelt ze haar eigen ervaringen met de logopedie, geeft ze een overzicht van wat zij als ouder van de logopedist nodig had, en benadrukt het belang

van een goede samenwerking tussen ouder en logope- dist. De volgende editie van deze webinar staat gepland op 31 maart.

Daarnaast heeft Gorter samen met Pien van der Most en Pieter van Zelst stichting TOS-centraal opgericht. Deze stichting heeft tot doel ouders voor te lichten en profes- sionals bekender te maken met TOS. Dit doet de stichting door middel van het verzorgen van webinars, ouderbij- eenkomsten en het TOScongres, dat afgelopen 11 febru- ari plaats vond. De lezingen en workshops van het TOScongres zijn nog tot half maart online terug te kijken op www.tos-centraal.nl.

(14)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE ACHTERGROND JAARGANG 94

Met ambities op weg naar de toekomst

De gezondheidszorg is volop in beweging. Als beroeps­

vereniging ondersteunt de NVLF logopedisten om goed voorbereid te zijn op diverse ontwikkelingen die de toekomst van de zorg bepalen. Ontwikkelingen die ook de rol van de logopedist raken. Hoe kun je

het beste inspelen op verwachte ontwikkelingen en uitdagingen?

In samenspraak met de leden zijn vijf ambities voor de komende jaren geformuleerd. Het realiseren daarvan versterkt het vakgebied logopedie en het werk van logopedisten.

TEKST CHARLOTTE PIERS EN PAUL WOUTERS ILLUSTRATIE CHIARA ARKESTEIJN

D

it jaar gaan we in elk nummer van dit tijdschrift dieper in op één van de ambities. Dat doen we door in gesprek te gaan met leden. In dit num- mer trappen we af met een overkoepelend overzicht van doelen en activiteiten.

Hybride Zorg

Ambitie: in 2027 is de logopedische zorg hybride inge- richt, met een optimale combinatie van zorg op afstand én in de praktijklocatie.

Hybride logopedische zorg heeft meerwaarde voor de patiënt/cliënt en de logopedist. Het leidt tot grotere doelmatigheid in combinatie met kwaliteitsstijging. Dat was de conclusie na vier eHealth-inspiratiesessies in 2021 met concrete voorbeelden als de Voicebuddy app, spraaktechnologie, gamification en virtual reality.

In 2022 volgen opnieuw inspiratiesessies. De werk- groep eHealth ontwikkelt intussen een visie op eHealth

& Logopedie. Bij de herziening en ontwikkeling van nieuwe (multidisciplinaire) richtlijnen worden resulta-

(15)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

>>

ten met betrekking tot eHealth meegenomen. Dat betreft onder meer de NVLF-richtlijnen afasie en TOS.

Yvonne Brookman, logopedist en beleidsadviseur NVLF: ‘We gaan de kansen en mogelijkheden van hybride zorg inzichtelijk maken. De NVLF deelt voor- beelden en ideeën die passen bij jouw eigen werk- situatie. Als er belemmeringen zijn, gaan we daarmee aan de slag. Samen met de leden ontdekken we hoe de hybride zorg in de praktijk toegevoegde waarde

heeft. Met als doel: goede en doelmatige hybride zorg, tevreden patiënten en meer werkplezier voor de logo- pedist.’

Interprofessioneel samenwerken

Ambitie: in 2027 wordt de logopedische zorg dicht bij de patiënt aangeboden vanuit interprofessionele teams.

Interprofessionele samenwerking tussen verschillende beroepsgroepen kan de logopedische zorg verbeteren.

Dat laten verschillende projecten zien. Omdat goed voorbeeld goed doet volgen, draagt de NVLF de resultaten van de projecten uit. Ter lering en inspiratie.

In 2022 gaan we door met het project Organisatie- graad. Doel is het ontwikkelen van paramedische netwerken waarbinnen paramedici patiënten kunnen doorverwijzen naar een collega in een ander vak- gebied. Daarnaast kan bundeling van praktijken leiden tot kostenbesparing en samenwerking met keten partners vergemakkelijken.

Voorwaarde voor blijvend succes is een passende vergoeding voor multidisciplinair overleg. Samen met de NZa en Zorgverzekeraars Nederland verkent de NVLF de mogelijkheden hiervoor.

Gertjan Sinke, beleidsadviseur NVLF: ‘Voor goede regionale samenwerking is het

belangrijk dat de NVLF en jij als logo- pedist samen optrekken. Wij gaan je

ondersteunen bij het starten en onderhouden van regionale inter- professionele samenwerking. Je krijgt inzicht in mogelijkheden en opbreng- sten. Denk aan kennisdeling, innovatie, kostenbesparing, administratieve lasten- verlichting en zichtbaarheid in de regio.’

Verminderen administratieve lasten

Ambitie: in 2027 is meer direct patiëntgebonden tijd beschikbaar door vermindering van de administratieve lasten.

Minder administratieve lasten is al jaren een grote wens. Door EPD software te optimaliseren wordt onderlinge afstemming en vereenvoudig mogelijk gemaakt. De NVLF, de EPD focusgroep en software- leveranciers werken gezamenlijk aan het optimaliseren

(16)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

om zo de administratieve lastenverlichting een impuls te geven. De richtlijnen HASP-paramedicus en dossiervorming worden gekoppeld, zodat iedere (para)medicus eenduidig en niet dubbel registreert.

De NVLF zet in op het ondersteunen van de leden om de bedrijfsvoering te optimaliseren. Dat gebeurt via cursussen, collectieve prijsafspraken of kortingen voor ondersteunende software en diensten.

In 2021 is gestart met een pilot voor ‘praktijkscans’, gericht op administratieve lastenverlichting. De goede voorbeelden worden gedeeld.

Marliek Schulte, beleidsadviseur NVLF: ‘Ook komende jaren zetten we ons in voor lastenverlichting. Het zicht- baar maken en borgen van kwaliteitszorg gaat minder tijd en energie kosten. De nadruk komt te liggen op het nut van kwaliteitsinstrumenten. We gaan je helpen bij de keuze van ondersteunende software en zo nodig verbetering van digitale vaardigheden. Ons doel:

minder tijd voor administratie, meer voor de cliënt en meer plezier in het werk.’

Loon naar werken

Ambitie: in 2027 worden logopedisten beloond naar werken, zowel wat betreft salaris/inkomen als secun- daire arbeidsvoorwaarden.

De NVLF zet in op belangenbehartiging en tegelijker- tijd op praktische ondersteuning. Een voorbeeld is het webinar in 2021 over arbeid en inkomen, in samen- werking met Van As Advocaten. Er wordt ook onder- steunend materiaal ontwikkeld voor praktijkhouder en -medewerker over mogelijkheden en verwachtingen van arbeidsvoorwaarden in de eerste lijn. Verder is er dit jaar een rekenmodel beschikbaar dat inzicht geeft in de kosten van de praktijkvoering en hoe je die kunt verminderen. De NVLF werkt samen met andere beroepsorganisaties binnen de vakbonden FBZ en FvOV aan verbetering van de arbeidsvoorwaarden van logopedisten in het onderwijs en de gezondheidszorg.

Marliek Schulte, beleidsadviseur NVLF: ‘Ook in 2022 strijden we voor verhoging van de tarieven en salaris- sen voor logopedisten. We blijven onze stakeholders confronteren met de uitkomsten van onafhankelijk onderzoek door Gupta Strategists. Tegelijkertijd reiken we je concrete mogelijkheden aan om tot een gezonde praktijkvoering en ‘loon naar werken’ te komen. We richten ons op zowel praktijkhouders als -medewer-

kers. Dat gaat leiden tot gesprekken over arbeidsvoor- waarden op basis van vertrouwen. Logopedisten in het onderwijs en de gezondheidszorg gaan we helpen met instrumenten om goed onderbouwd het gesprek over arbeidsvoorwaarden met hun werkgever aan te gaan.’

Staan voor kwaliteit

Ambitie: in 2027 staan alle logopedisten vermeld in het Kwaliteitsregister Paramedici (KP).

De NVLF ondersteunt haar leden om kwaliteits - gere gistreerd te blijven of (weer) te worden. Dat gebeurt via de kwaliteitskringen en de begeleiders daarvan. Daarnaast zijn er scholingsactiviteiten, met name via eLearning en webinars. Samen met de focus- groep herintredersregeling bekijkt de NVLF hoe het herintreden kan worden bevorderd door het weg- nemen van (administratieve) belemmeringen.

Jeanine Willekens-Brink, logopedist en beleidsadvi- seur NVLF: ‘Met registratie in het Kwaliteitsregister Paramedici toon je aan cliënten, collega’s en anderen dat je actief bezig bent jezelf én het vak te ontwikke- len. Daarnaast maak je zichtbaar dat je belang hecht aan kwalitatief goede zorg leveren en dat je staat voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Het gesprek aangaan met je werkgever over het belang van kwali- teitsregistratie maken we met deze ambitie hopelijk ook eenvoudiger.’

Enkele projecten die bijdragen aan het realiseren van alle ambities:

• Herziening en implementatie van het vernieuwde beroepsprofiel, een gezamenlijk project van NVLF en het Landelijk Overleg Opleidingen Logopedie.

• Onderzoeken door HBO- en WO-studenten die de realisatie van de ambities bevorderen.

• Het Stimuleringsprogramma Innovatie Logopedie (SPIL), dat leden ondersteunt bij de uitvoering van inno- vatieve ideeën.

Meer weten over de ambities?

Kijk op www.nvlf.nl/ambities.Het NVLF jaarplan 2022 vind je op www.nvlf.nl/jaarplan2022.

(17)

PROSource helpt de eiwitbehoefte te halen

®

Ter aanvulling van de voeding Ook voor patiënten met Dysfagie

Belangrijke mededeling voor patiënten met Dysfagie

Nieuw zijn: PROSource Gelatein Nocarb en PROSource Gelatein Plus.

Het zijn eiwitsupplementen met IDDSI-niveau 4, welke 20 g eiwit in 18ml bevatten, vallend in de categorie: “Voeding voor medisch gebruik”. Dieetvoeding bij: Dysfagie en eiwitondervoeding. Indicaties conform die voor de andere PROSource producten, zie:

www.glnp.nl of www.glnp.be

Voor Oraal gebruik van PROSource is er PROSource Plus in 3 smaken of PROSource Nocarb in 4 smaken alle met IDDSI niveau 1.

De PROSource producten kunnen worden toegevoegd aan warme of koude gerechten en dranken. Ze bevatten 15 gram eiwit per portie van 30 ml. Het eiwit in de PROSource producten bevat alle essentiële aminozuren, met name een voldoende hoeveelheid L-tryptofaan en het fosforgehalte is laag! (zie: www.extra-eiwit.nl). PROSource bestaat uit losse amino- zuren en korte peptiden, die snel worden opgenomen in de dunne darm. Ook voor de spieropbouw tijdens Covis-19 Nazorg / Revalidatie en voor Oncologische patienten, kan worden gekozen uit deze 7 PROSource producten. Denk ook aan PROSource bij moeilijk genezende wonden of decubitus.

Voor gebruik per Sonde

De PROSource Plus en de PROSource Nocarb kunnen, 1 op 1 verdund met water, ook per sonde worden toegediend. Voor suppletie van de extra eiwitbehoefte zonder risico op overvoeding van mechanisch beademde, ernstig zieke patiënten is er PROSource SV.

PROSource SV is zeer gebruiksvriendelijk. Het is een dun vloeibaar, kant-en-klaar product, dat onverdund via de sonde kan worden toegediend en geen sondeverstopping geeft. Per portie van 45 ml, bevat het 11 g eiwit en 40 kcal.

GLNP Avondsymposia (Accreditatie toegekend)

Middagsymposium voor: Dietisten met Aandachtsgebied Oncologie (zie: www.glnp.nl) 24 maart Eindhoven, 21 april Den Haag/Wassenaar

Wil je meer informatie over onze producten voor jouw patiënten met slikproblemen, neem dan contact met ons op via info@glnp.nl of bel met 020-2620252

® ®

®

®

®

® ®

®

(18)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE KENNIS

JAARGANG 94

KENNIS

Verslikken, hoesten en passageproblemen zijn veel voorkomende klachten bij dysfagie (NVKNO, 2017). Verslikken kan worden ver- oorzaakt door een verminderde larynxheffing (Logemann, 2000). De suprahyoidale spieren (de voorste buik van de m. digastricus, de m. mylohyoideus, de m. stylohyoideus en de m. geniohyoideus) zor- gen ervoor dat de larynx heft en naar voren wordt getrokken tijdens het slikken (Logemann, 2000; De Bodt, Guns, D’hondt, Vanderwegen

& Van Nuffelen, 2015). Hierdoor is de luchtweg afgesloten tijdens het slikken en wordt de bovenste slokdarmsfincter geopend (Logemann, 2000). Als de suprahyoidale spieren niet goed worden aangestuurd of verzwakt zijn, dan is de larynxheffing verminderd en kan de patiënt zich verslikken. Er zijn verschillende oorzaken voor een verminderde larynxheffing. Voorbeelden van oorzaken zijn een beroerte, oncologische problematiek, neurodegeneratieve aandoe- ningen en ouderdom (Logemann, 2000; De Bodt, Guns, D’hondt, Vanderwegen & Van Nuffelen, 2015).

De Shaker is in de klinische praktijk een bekende slikrevalidatie oefening om de larynxheffing te trainen. Bij de Shaker wordt de patiënt geïnstrueerd om vanuit een liggende houding het hoofd te heffen en dit drie maal één minuut vol te houden. Daarna moet de patiënt nog dertig keer achter elkaar het hoofd heffen (Shaker et al., 1997).

In het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie is de ervaring dat de Shaker voor een deel van de slikrevalida- tiepatiënten niet geschikt is. De Shaker wordt door veel patiënten als zwaar en

onprettig ervaren (Easterling, Grande, Kern, Sears & Shaker, 2005). In het Mean- der Medisch Centrum en bij Basalt Reva- lidatie halen de meeste patiënten de aanbevolen intensiteit en frequentie van

oefenen niet met de Shaker, omdat ze de oefening te zwaar vinden of nek- of schou- derklachten ervaren door de oefening.

Daarnaast is er voor de Shaker matige bewijskracht.

Om deze redenen is in de literatuur gezocht naar alternatieve slikrevalidatie oefeningen om de suprahyoidale spieren, en daarmee de larynxheffing, te trainen.

De Chin Tuck Against Resistance (CTAR) is hierbij naar voren gekomen. In het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie is deze oefening toegepast.

Hieronder volgt een samenvatting van de literatuur, gevolgd door een beschrij- ving van de ervaringen met het toepassen van de CTAR in het ziekenhuis en het reva- lidatiecentrum. In de discussie wordt een kritische blik gegeven op de beschikbare literatuur en praktijkervaring met de CTAR en Shaker.

Chin Tuck Against Resistance

Omschrijving

De Chin Tuck Against Resistance (CTAR) is een slikrevalidatie oefening die de pa tiënt uitvoert met een bal. Het doel van de CTAR is om de suprahyoidale spieren te ver-

Chin Tuck Against Resistance

Een alternatief voor de Shaker?

MANON VAN DAATSELAAR Logopedist en logo- pediewetenschapper in het Meander Medisch Centrum AUTEURS

ILSE DE BOER Logopedist en taal/

spraak patholoog in het Meander Medisch Centrum

KARINA CRUM Logopedist in het Meander Medisch Centrum ELINE ALONS

Logopedist en logopedieweten- schapper bij Basalt Revalidatie Leiden

(19)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

sterken, zodat de larynxheffing verbetert en de kans op faryngeaal residu en aspi- ratie wordt verminderd (Yoon, Khoo, &

Liow, 2014). Voor de CTAR zit de patiënt rechtop en duwt met de kin in een bal (zie foto 1&2). In de literatuur wordt gespro- ken over een opblaasbare rubberen bal van 12 cm (Yoon et al., 2014). Er zijn ver- schillende websites die een opblaasbare rubberen bal van 12 cm verkopen. Het is belangrijk dat de patiënt weerstand voelt als hij zijn kin in de bal duwt. De patiënt voert de beweging isometrisch en isotoon uit (Park, An, Oh & Chang, 2018):

- De patiënt duwt drie keer zestig secon- den de kin in de bal (isometrisch), met steeds een minuut pauze.

- Daarna duwt de patiënt dertig keer ach- ter elkaar de kin zo ver mogelijk in de bal (isotoon).

Sze et al. (2016) beschrijven dat er nog ver- der onderzoek moet worden gedaan naar de grootte van de bal. Er is niet onderzocht of een grotere of kleinere bal ook geschikt is. In het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie werd aanvankelijk een bal van schuim van 9 cm gebruikt, omdat er geen geschikte rubberen opblaasbal beschikbaar was. Het nadeel van een bal van schuim is dat de weerstand niet gere- guleerd kan worden en de zwaarte dus niet kan worden aangepast aan de patiënt.

Daarnaast bleek voor een deel van de patiënten de bal van 9 cm te klein. Moge- lijk verschilt het per individu hoe groot de bal moet zijn. Tot op heden is alleen de effectiviteit van de CTAR gemeten met een opblaasbare rubberen bal van 12 cm.

Er wordt in de literatuur niet beschreven hoe de mate van weerstand bepaald moet worden. Mogelijk verschilt ook hier per individu hoeveel weerstand de bal moet bieden, dit is nog niet bekend. Daarnaast is nog onbekend of het uitvoeren van meer of minder herhalingen invloed heeft op de effectiviteit van de CTAR. De litera- tuur geeft geen advies over frequentie en

intensiteit, maar binnen Meander Medisch

>>

Centrum en bij Basalt Revalidatie wordt een frequentie van 2 à 3 keer per dag aan- gehouden, afhankelijk van de belastbaar- heid van de patiënt.

Verder zijn er alternatieve instrumen- ten beschikbaar die in plaats van de bal gebruikt kunnen worden om de weer- stand te reguleren bij de CTAR. Zo kan de CTAR worden uitgevoerd met de Thera- Bite® of PhagiaFlex in plaats van een bal.

Daarnaast zijn er speciale ‘CTAR’ ballen online te koop. Deze instrumenten zijn alleen op buitenlandse websites beschik- baar en vanwege de hoge kosten niet aan- geschaft in het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie.

Samenvatting van de literatuur In 2014 verscheen de eerste publica- tie over de CTAR bij gezonde volwasse- nen zonder slikproblemen, waarin bleek dat de CTAR zorgt voor meer spieractivi- teit in de suprahyoidale spieren tijdens de oefening dan de Shaker (Yoon et al.

2014). Kilinc, Arslan, Demir & Karaduman (2020) trekken dezelfde conclusie en voe- gen daaraantoe dat de CTAR, in tegen- stelling tot de Shaker, ook de anterieure tongkracht verbetert. Verder concluderen Sze, Yoon, Escoffier & Liow (2016) dat de CTAR de suprahyoidale spieren, en daar- mee de larynxheffing, specifieker traint dan de Shaker. De suprahyoidale spie- ren raken eerder vermoeid tijdens de

IN HET KORT

Achtergrond: Patiënten met dysfagie worden gezien door de logo- pedist voor diagnostiek en behandeling. De suprahyoidale spieren spelen een belangrijke rol bij het heffen van de larynx tijdens het slikken, waardoor de luchtpijp wordt afgesloten. Een bekende oefe- ning voor het trainen van deze spieren is de Shaker. Praktijkervaring laat zien dat de Shaker voor sommige patiënten moeilijk en zwaar is, waardoor de suprahyoidale spieren niet optimaal worden getraind.

Vraagstelling: Is er een andere slikrevalidatie oefening waarmee de suprahyoidale spieren effectiever getraind kunnen worden, waar- door de larynxheffing verbetert?

Methode: Er is systematisch literatuuronderzoek gedaan, waarna de Chin Tuck Against Resistance (CTAR) in het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie is toegepast in de praktijk.

Conclusie: Uit literatuurstudie blijkt dat de CTAR de suprahyoidale spieren kan versterken bij zowel gezonden als patiënten met slik- problemen. De CTAR is mogelijk een goed alternatief voor de Shaker tijdens slikrevalidatie. In de praktijk wordt gezien dat veel patiënten met slikproblemen de CTAR beter en intensiever uitvoeren dan de Shaker.

In dit artikel worden de belangrijkste resultaten uit de literatuur beschreven en ervaring gedeeld.

(20)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

CTAR vergeleken met de Shaker, door- dat deze intensiever worden getraind (Sze et al. 2016). Daarnaast raakt de m. ster- nocleidomastoideus, die niet het doelwit is van de oefeningen, eerder vermoeid tij- dens het uitvoeren van de Shaker in ver- gelijking met de CTAR (Easterling, Grande, Kern, Sears & Shaker, 2005). Participanten vonden de Shaker over het algemeen ver- moeiender dan de CTAR, waarschijnlijk doordat de m. sternocleidomastoideus snel vermoeid raakt tijdens de Shaker (Yoon et al., 2014; Sze et al. 2016).

Twee studies hebben het verschil tus- sen de CTAR en traditionele sliktherapie

onderzocht bij CVA-patiënten. De traditio- nele sliktherapie bestond bij deze studies uit tongkrachtoefeningen, mondmotoriek- oefeningen, slikken en compensatie- trainingen. Uit deze studies bleek dat de CTAR significant meer verbetering geeft in de slikfunctie en functionele orale intake dan traditionele sliktherapie (Park et al.,

2018; Kim & Park, 2019). De CTAR groep liet significant meer verbetering zien in larynx- heffing en significant meer afname in residu in de valleculae en in de sinus piriformis ver- geleken met de groep die traditionele slik- therapie kreeg. Gao & Zhang (2016) hebben de CTAR, Shaker en traditionele sliktherapie met elkaar vergeleken. De CTAR en Shaker resulteerden in grotere verbeteringen in de slikfunctie, vergeleken met traditionele sliktherapie (Gao & Zhang, 2016). Beoorde- ling van slikvideo’s en vooruitgang in func- tionele orale intake laten zien dat de CTAR en Shaker hetzelfde effect hebben op de slikfunctie bij CVA-patiënten (Gao & Zhang, 2016; Park et al., 2019).

DE CTAR IS MOGELIJK EEN GOED ALTERNATIEF VOOR DE SHAKER TIJDENS

SLIKREVALIDATIE

(21)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

De hiervoor beschreven studies zijn uit- gevoerd met een klein aantal participan- ten of het zijn pilotstudies. Ook zijn er weinig gerandomiseerde studies gedaan.

Hierdoor is de bewijskracht voor de CTAR matig. Dit geldt echter ook voor de bewijs- kracht van de Shaker.

Ervaring uit de praktijk met de CTAR In het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie wordt de CTAR zowel klinisch als poliklinisch gebruikt. De CTAR wordt alleen ingezet bij patiënten met slik- problemen waarbij herstel te verwachten is in de slikfunctie, bijvoorbeeld na een CVA of bij presbyfagie. Er wordt bijvoor- beeld niet getraind bij progressieve neu- romusculaire aandoeningen zoals ALS of PLS. In de kliniek wordt de CTAR ingezet bij patiënten met slikproblemen waarbij spontaan herstel van de slikfunctie niet of langzaam plaatsvindt en die in staat zijn zelfstandig slikrevalidatie oefeningen uit te voeren. In de polikliniek wordt de CTAR gebruikt bij alle patiënten met slikproble- men die zelfstandig slikrevalidatie oefe- ningen kunnen uitvoeren. Bij patiënten met ernstige cognitieve problemen, nek- klachten en patiënten met een trachea- canule wordt de CTAR niet gebruikt.

Patiënten vinden de CTAR een prettige oefening, die ze laagdrempelig en zelf- standig kunnen uitvoeren. Patiënten die op nil per os (NPO) staan en alleen met de logopedist het slikken trainen, vinden het prettig om buiten deze therapiemomen- ten zelf te kunnen oefenen met de CTAR.

Sommige patiënten nemen hun bal de hele dag mee en oefenen tussen hun the- rapieën door. Patiënten geven aan dat de bal hen herinnert aan het doen van de oefening, waardoor frequenter wordt geoefend. Poliklinische patiënten inte- greren de slikrevalidatie oefening in hun dagelijks leven en passen de oefening toe tijdens bijvoorbeeld het televisie kijken.

Ook hierdoor wordt de oefening frequen-

ter uitgevoerd.

>>

We willen benadrukken dat de CTAR een toevoeging is aan de slikrevalidatie in het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie. Oefenen met het slikken van speeksel, water, dik vloeibaar of een andere consistentie is altijd hoofdonder- deel van de slikrevalidatie.

Casus meneer P.

Meneer P. (64 jr.) wordt opgenomen met de plotse klacht van niet meer kunnen slikken. Hij spuugt continu zijn speek- sel uit. Na neurologisch onderzoek krijgt hij de diagnose iCVA links in de medulla oblongata met partieel syndroom van Wallenberg. Hierbij is er sprake van zuur- stofgebrek in een deel van de hersenstam.

Tijdens het eerste logopedische onder- zoek wordt er continue penetratie van speeksel op de stemplooien gehoord. De mond- en tongmotoriek zijn symmetrisch, sensibiliteit is alleen aangedaan in het voelen van temperatuur aan de rechter- zijde van het gezicht en de orale holte. De hoestkracht is redelijk, waarbij meneer na veel hoesten sputum en slijm opgehoest krijgt tot in de mondholte. De larynx- heffing is minimaal aanwezig. Meneer P is alert en reageert cognitief adequaat en gemotiveerd voor slikrevalidatie.

Tijdens de opname oefent meneer met de CTAR bal en start hij met het weg- slikken van speeksel en lepeltjes koud water. Oefenen met kleine hoeveelheden koud water maakt meneer angstig in de elf dagen dat hij opgenomen is. Meneer voelt dat hij geen controle heeft. Meneer wordt ontslagen met sondevoeding en volledig NPO beleid.

Vanaf het moment dat meneer ontslagen is heeft hij de bal in het zicht liggen thuis en in zijn jaszak wanneer hij onderweg is.

De CTAR voert hij met een regelmaat van zeker 5 keer per dag uit. Meneer zegt hier- over: ‘ik vind het heel fijn dat ik wat kan doen wat goed is voor mijn slikken, de bal motiveert mij en zorgt dat ik aan het oefenen denk’.

De oefeningen met drinken en dik vloei- bare voeding worden voortgezet in een poliklinische behandeling van drie keer per week op de revalidatieafdeling. Vanaf het moment dat hij dit veilig zelfstandig kon, heeft hij het slikken van de verschil- lende consistenties ook thuis toegevoegd aan zijn oefenreeks.

Het slikken is in vijf maanden hersteld. De CTAR is hierbij voor hem de meest motive- rende oefening in geweest. ‘Ik voel dat ik er sterker door ga slikken’ aldus meneer.

Meneer P. heeft geen slikklachten meer.

Zijn hoofddoel van de slikrevalidatie is behaald, hij eet met gemak weer biefstuk.

Casus meneer H.

Bij meneer H. (66 jr.) is sprake van een dys- fagie na complexe thoraxchirurgie, gecom- pliceerd met postoperatieve sepsis en delier. Een FEES (Flexibele Endoscopische Evaluatie van het Slikken) laat zien dat er sprake is van verminderde sensibiliteit van de epiglottis en arytenoïden beiderzijds.

Tijdens de FEES is veel speekselstase in de larynx aanwezig, met name in valleculae en de sinus piriformis Er is sprake van aspi- ratie in alle consistenties. Meneer merkt dat hij veel last heeft van zijn neus-maag- sonde en dat er veel speeksel/ slijm in zijn keel zit. Hierbij is penetratie van speek- sel op de stemplooien duidelijk te horen.

Meneer H. is gemotiveerd voor slikrevali- datie, maar vindt het wel spannend om te moeten slikken. Er wordt gestart met het slikken van kleine hoeveelheden water en dik vloeibare voeding onder begeleiding van de logopedist. Daarnaast wordt de HET DOEL VAN DE

CTAR IS OM

DE SUPRAHYOIDALE SPIEREN TE VERSTERKEN

(22)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

CTAR ingezet, waarmee meneer zelfstan- dig kan oefenen.

Meneer heeft de bal op zijn kamer liggen en past de oefening tussen zijn therapieën door toe. Hij benoemt het prettig te vinden om oefeningen te hebben die hij zelfstan- dig, zonder begeleiding, kan uitvoeren. Hij heeft het idee dat hij op deze manier het maximale kan doen om zijn slikfunctie te laten herstellen. Meneer haalt dan ook met gemak de geadviseerde intensiteit en frequentie van de oefening.

Meneer H. gaat na start van de slikrevali- datie snel vooruit. Binnen 1,5 week kan de orale intake opgebouwd worden, waarna na 3 weken ook de sonde verwijderd wordt. Meneer eet en drinkt na 5 weken alle consistenties veilig.

Discussie

Uit literatuurstudie blijkt dat er aanwij- zingen zijn dat de CTAR de suprahyoi- dale spieren kan versterken, waardoor de larynxheffing verbetert, bij zowel gezonde personen als bij patiënten met slikproble- men. In het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie blijkt dat veel patiën-

ten met slikproblemen de CTAR beter en intensiever uitvoeren dan de Shaker. Daar- naast blijkt dat de meeste patiënten met slikproblemen vooruitgaan met de CTAR.

Zoals eerder genoemd is de evidentie voor de CTAR matig, evenals voor de Shaker.

De meeste onderzoeksresultaten voor de CTAR zijn niet te generaliseren naar patiën- ten met slikproblemen, omdat de studies zijn gedaan met gezonde proefpersonen zonder slikproblemen. Er zijn een paar studies gedaan bij patiënten met slikpro- blemen, maar in deze studies zijn meestal alleen CVA-patiënten geïncludeerd. Het is onbekend wat het effect van de CTAR is op de slikfunctie bij andere ziektebeelden, zoals Multiple Sclerose of presbyfagie. Ook is het onbekend wat voor effect de CTAR heeft op de lange termijn. Dit is echter ook onbekend voor de Shaker. In het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalida- tie zijn enkele gevallen bekend waarbij de slikfunctie niet verbeterde na het inzetten van de CTAR. Bij deze patiënten zijn ook andere slikrevalidatie oefeningen ingezet, maar ook die hebben niet geleid tot verbe- tering van de slikfunctie. Bij het overgrote deel van de patiënten die de CTAR hebben

uitgevoerd in het Meander Medisch Cen- trum en bij Basalt Revalidatie is de slik- functie wel verbeterd.

Ondanks dat de evidentie voor de CTAR matig is, lijkt de CTAR een toevoeging aan de sliktraining met orale intake tijdens de logopedische behandelperiode. De CTAR heeft in de praktijk praktische voorde- len ten opzichte van de Shaker. Patiën- ten geven zelf aan dat de CTAR minder zwaar en makkelijker uitvoerbaar is dan de Shaker, waardoor een groot deel van de fysiek zwakkere patiënten en patiën- ten met cognitieve problemen de CTAR kunnen uitvoeren. Daarnaast is de Shaker voor patiënten met een rolstoel moeilij- ker om zelfstandig uit te voeren, omdat ze hiervoor een extra transfer naar bed moe- ten maken. De CTAR wordt zittend uitge- voerd, waardoor patiën ten in een rolstoel makkelijker zelfstandig kunnen oefenen.

Verder is een veel gehoorde klacht bij de Shaker dat patiënten last krijgen van nek- of schouderklachten. Deze klach- ten zijn in het Meander Medisch Centrum en bij Basalt Revalidatie bij navragen niet gehoord van patiënten over de CTAR.

REFERENTIES

• De Bodt, M., Guns, C., D’hondt, M., Vanderwegen, J. & van Nuf- felen, G. (2015). Dysfagie: handboek voor de klinische praktijk.

Apeldoorn: Garant.

• Easterling, C., Grande, B., Kern, M., Sears, K. & Shaker R. (2005).

Attaining and maintaining isometric and isokinetic goals of the Shaker exercise. Dysphagia, 20, 133–8.

• Gao, J. & Zhang, H. J. (2016). Effects of chin tuck against resistance exercise versus Shaker exercise on dysphagia and psychological state after cerebral infarction. European Journal of Physical Re- habilitation Medicine, 53, 426-432.

• Kilinç, H. E., Arslan, S. S., Demir, N. & Karaduman, A. (2020). The effects of different exercise trainings on suprahyoid muscle acti- vation, tongue pressure force and dysphagia limit in healthy sub- jects. Dysphagia, 35, 717-724.

• Kim, H. H., & Park, J. S. (2019). Efficacy of modified chin tuck against resistance exercise using hand-free device for dysphagia in stroke survivors: A randomised controlled trail. Journal of Oral Rehabilitation, 46, 1042-1046.

- Logemann, J. A. (2000). Slikstoornissen: onderzoek en behande- ling. Lisse: Swetz & Zeitlinger B.V.

- McCullough, G. H., Kamarunas, E., Mann, G. C., Schmidley, J. W., Robbins, J. A. & Crary, M. A. (2012). Effects of Mendelsohn Ma-

neuver on measures of swallowing duration post-stroke. Topics in Stroke Rehabilitation, 19(3), 234–243.

- NVKNO. (2017). Richtlijn orofaryngeale dysfagie. NVKNO, Utrecht.

- Park, J. S., An, D. H., Oh, D. H. & Chang, M. Y. (2018). Effect of Chin Tuck Against Resistance exercise on patients with dysphagia fol- lowing stroke: A randomized pilot study. NeuroRehabilitation, 42, 191-197.

- Shaker, R., Kern, M., Bardan, E., Taylor, A., Stewart, E. T., Hoff- mann, R. G., Arndorfer, R. C., Hofmann, C. & Bonnevier, J. (1997).

Augmentation of deglutitive upper esophageal sphincter opening in the elderly by exercise. American Journal of Physiology, 272, G1518-22.

- Sze, W. P., Yoon, W. L., Escoffier, N. & Liow, S. J. R. (2016). Eva- luating the training effects of two swallowing rehabilitation therapies using Surface Electromyography – Chin Tuck Against Resistance (CTAR) Exercise and the Shaker Exercise. Dysphagia, 31,195-205.

- Yoon, W. L., Khoo, J. K. P. & Liow, S. J. R. (2014). Chin Tuck Against Resistance (CTAR): New Method for Enhancing Suprahyoid Mus- cle Activity Using a Shaker-type Exercise. Dysphagia, 29, 243–

248.

(23)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE NUMMER 1 | FEBRUARI 2022

In dit artikel is alleen de Shaker genoemd als bekende oefening voor het trainen van de suprahyoidale spieren. De Mendelsohn manoeuvre kan ook gebruikt worden om de suprahyoidale spieren te trainen. Hier- bij wordt de patiënt geïnstrueerd om lang te slikken, waarbij de suprahyoidale spie- ren langer aangespannen worden (Loge- mann, 2000). De Mendelsohn manoeuvre heeft, naast het verbeteren van de larynx- heffing, als doel om de larynxheffing te verlengen (McCullough et al., 2012). Het verlengen van de larynxheffing zorgt voor een langere slokdarmopening (McCul- lough et al., 2012). Het doel van de oefe- ning komt hierdoor niet helemaal overeen met de CTAR, waarbij de duur van de larynxheffing niet wordt getraind. Om deze reden is de Mendelsohn manoeuvre niet meegenomen in de vergelijking in dit artikel.

Conclusie

Ondanks de matige bewijskracht van de literatuur over de CTAR, wordt de CTAR regelmatig ingezet bij patiënten met slik- problemen in het Meander Medisch Cen- trum en bij Basalt Revalidatie. Patiënten vinden de CTAR over het algemeen een prettige oefening om uit te voeren. Als er indicatie is voor het gebruik van slikreva- lidatie oefeningen om de larynxheffing te trainen, dan lijkt de CTAR een goed alter- natief voor de Shaker.

Auteurs

Manon van Daatselaar is logopedist en logopediewetenschapper in het Meander Medisch Centrum.

Contact: M.van.Daatselaar@meandermc.nl

Eline Alons is logopedist en logopedie- wetenschapper bij Basalt Revalidatie.

Ilse de Boer is logopedist en taal/spraak patholoog in het Meander Medisch Cen- trum.

Karina Crum is logopedist in het Meander Medisch Centrum.

I N M E M O R I A M

Margriet Bakx

13-2-1950 ~ 13-1-2022

Op 13 januari jl. is Margriet Bakx plotseling overleden.

Als gepassioneerd docent op de opleiding voor logo- pedie, aan de Fontys Paramedische Hogeschool in Eindhoven was Margriet voor velen een bekend gezicht.

Ruim 35 jaar heeft zij zich ingezet als docent, stage- coördinator, supervisor, coach en mentor. Margriet wist als geen ander hoe zij de student zelf kon laten ontdek- ken wat de beste keuze was, zonder ze aan hun lot over te laten. Hierdoor kregen zij een stevig fundament mee voor de rest van hun werkzame leven. Door haar jaren- lange verbondenheid aan de opleiding heeft zij aan het begin van de carrière van heel veel logopedisten gestaan. Haar functie als stage-coördinator zorgde ervoor dat zij ook in het werkveld een bekende en graag geziene vrouw was.

Na haar pensionering reisde Margriet al jaren met haar echtgenoot twee maanden per jaar op de fiets door Azië. Daarnaast zette zij zich nog steeds actief in als bestuurslid en vrijwilliger in verschillende functies. Zij was een trotse moeder van vier kinderen en oma van negen kleinkinderen.

Persoonlijk en als collega kende ik Margriet en haar familie goed. Margriets interesse en oprechtheid waren ongekend. We wensen haar naasten heel veel sterkte met dit grote verlies.

Mede namens de NVLF Wetenschapsraad, Dr. Bas J. Heijnen

Leids Universitair Medisch Centrum

(24)

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE JAARGANG 94

Annelie Batenburg – de Rover

Logopedist bij Paramedisch kindercentrum Alles Kids

‘Als kind had ik logopedie en dat vond ik heel leuk. We deden spelletjes en als ik goed mijn best deed, kreeg ik een sticker. Al snel riep ik: ‘Later word ik ook logope- diejuf!’ En zo is het gegaan. Ik wilde graag met kinde-

Een leven lang logopedie

ren werken en hen op een concrete manier verder helpen. Communicatie is een essentieel onderdeel van hun ontwikkeling en voorwaarde voor veel andere ontwikkelingsgebieden. Ik vind het prachtig hierin bij te kunnen dragen en vaak kinderen elke week een stap te zien maken. Ik ben trots als zij met nieuw zelf- vertrouwen de deur uit lopen.’

ACHTERGROND

Het thema van de Dag van de Logopedie op 6 maart is dit jaar ‘een leven lang logopedie’. Ook deze keer willen we de Nederlandse samenleving laten zien hoe mooi en belangrijk ons vak is.

Aan de leden van de NVLF werd gevraagd waarom zij logopedist zijn. We vroegen hen: Wat is jouw drijfveer, waar ligt je passie, waarom sta jij elke dag weer klaar om cliënten te behandelen?

Op welke momenten of bij welke cliënten ben jij extra trots op wat je doet? We ontvingen diverse mooie, inspirerende verhalen van logopedisten. In aanloop naar én op de Dag van de Logopedie zullen we al deze verhalen delen op sociale media. Hieronder lees je een selectie.

TEKST CHARLOTTE PIERS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U krijgt een afspraak mee voor de eerste controle op de polikliniek van uw oogarts; deze afspraak is meestal 4 tot 10 dagen na de operatie gepland.. Een dag na de operatie wordt

“In Meander was het de regel dat je dan de crisis- manager benaderde en omdat er toen niet al te veel testen waren, werd mij geadviseerd thuis uit te zieken en niet in contact

de gynaecoloog, klinisch verloskundige (=verloskundige werkzaam in het ziekenhuis), eerstelijns (=uw eigen) verloskundige, psychiater, psycholoog, maatschappelijk werker,

De aanvullende modules voor kwetsbare (veelal) oudere pa- tiënten met kanker bij de richtlijn ‘Medisch-specialistische revalidatie bij oncologie’ geven aanbevelingen over 1) het

Interdisciplinaire medisch specialistische revalidatie betreft de behandeling van patiënten door de revalidatiearts met één of meer behandelaars van zijn/haar multidisciplinair

Als u vragen heeft over het onderzoek, kunt u bellen naar de afdeling Radiologie of de polikliniek Interne Geneeskunde van de locatie waar u een

Indien de melder of de leidinggevende bij wie de melding is gedaan een redelijk vermoeden hebben dat de hoogst leidinggevende bij de vermoede misstand

Ingescand Opt-in Gezien door huisarts Bent u ergens gevoelig voor. Are you allergic