AVONDGEBED - Klavertje 4
vanuit de protestantse kerk in Gendringen 23 maart 2022
ORGELSPEL
AANSTEKEN VAN DE KAARSEN STILTE
OPENINGSVERS:
v. Onze hulp is de Naam van de Heer g. die hemel en aarde gemaakt heeft.
v. Die trouw blijft tot in eeuwigheid
g. en nooit laat varen het werk van zijn handen.
v. Doe lichten over ons uw aangezicht g. en geef ons vrede.
HYMNE: LB 538: 1, 2, 4 PSALMGEBED: Psalm 122
Verheugd was ik toen men mij zei:
‘Wij gaan op naar het huis van de HEER.’
En nu staan onze voeten binnen je poorten, Jeruzalem.
Jeruzalem, als een stad gebouwd, hecht en dicht opeen.
Daar trekken de stammen naartoe, de stammen van de HEER.
om Israëls plicht te vervullen, te prijzen de naam van de HEER.
Daar zetelt het gerecht,
daar troont het huis van de David.
Vraag om vrede voor Jeruzalem:
‘Dat rust hebben wie van je houden, dat vrede heerst binnen je muren en rust in je vesting.’
om mijn verwanten en vrienden zeg ik: ‘Vrede zij in jou.’
Om het huis van de HEER, onze God, wens ik je al het goede.
ORGELSPEL
SCHRIFTLEZING: Lucas 15: 11-32
Vervolgens zei Hij: ‘Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader:
“Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.”
De vader verdeelde zijn vermogen onder hen.
Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte.
Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij trok eropuit en verhuurde zich aan een
van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden.
Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht:
De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger.
Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen:
“Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u,
ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.”
Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af,
viel hem om de hals en kuste hem. “Vader,” zei zijn zoon tegen hem,
“ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u,
ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.
” Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan,
doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen.
Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”
En ze begonnen feest te vieren.
De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep een van de knechten bij zich
en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht zei tegen hem:
“Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.
” Hij werd woedend en wilde niet naar binnen, maar zijn vader kwam naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen. Hij zei tegen zijn vader:
“Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg,
en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren.
Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren,
hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” Zijn vader zei tegen hem:
“Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou.
We kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn?
Want je broer was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”
STILTE LIED: LB 896 AVONDGEBED
v. Gij zijt in ons midden, Heer;
Uw heilige Naam is over ons uitgeroepen.
g. Verlaat ons niet, Heer, onze God.
v. Uw stem heeft ons geroepen uw woord heeft ons gemaakt.
g. Leer ons uw woord verstaan.
v. Als wij doof blijven voor U, en ons hart ons aanklaagt:
schenk ons vergeving, Heer.
g. Want Gij zijt groter dan ons hart.
v. Om de verdeeldheid van ons hart, de nood die wij voorbijgingen, de vrede die wij niet brachten:
g. Wij bidden U: Heer, ontferm U over ons.
v. Moge de nacht over ons komen als een verademing,
als de stilte, waarin uw Rijk onmerkbaar groeit.
g. Laat komen, Heer, uw Rijk en uw gerechtigheid.
v. Laat nu ons die u dienen gaan, o Heer, in vrede, naar uw woord.
g. In U hebben wij ons heil gezien.
v. Behoed ons, Heer, als wij waken;
bescherm ons terwijl wij slapen.
g. Opdat wij waken met Christus en mogen rusten in vrede.
GEBED OM VREDE
Heer, maak van mij een instrument van uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat is.
Laat mij vergeving brengen waar schuld is.
Maak van mij een instrument van uw vrede.
Laat mij eenheid brengen waar tweedracht is.
Laat mij waarheid brengen waar dwaling is.
Maak van mij een instrument van uw vrede.
Laat mij geloof brengen waar twijfel is.
Laat mij hoop brengen waar het duister is.
Laat mij vreugde brengen waar verdriet is.
Maak van mij een instrument van uw vrede.
(stil gebed)
ONZE VADER
AVONDLIED: LB 253
ZEGENBEDE:
v. Moge God ons zegenen en behoeden g. Deze nacht
en al de dagen van ons leven.
Amen.
ORGELSPEL