• No results found

Flanonia en WalbaniëHiep hiep hoera, Jean-Luc is 70 geworden! En met een beetje geluk overleeft hij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Flanonia en WalbaniëHiep hiep hoera, Jean-Luc is 70 geworden! En met een beetje geluk overleeft hij"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Flanonia en Walbanië

Hiep hiep hoera, Jean-Luc is 70 geworden! En met een beetje geluk overleeft hij het land ook nog wel. Want dat België er zonder kleerscheuren vanaf komt, is bijzon- der onwaarschijnlijk. Tenzij de N-VA een aanval van staatsmanschap krijgt, maar dan zou Bart de Wever moeten toegeven dat de Belgische constructie wel nog werkt, en dan scoort de N-VA volgende keer min 27 procent.

Want vergis u niet, er wordt nog altijd op de eerste plaats van de Vlamingen ver- wacht dat zij het onverzoenbare verzoenbaar maken. Di Rupo, de man die volgens de Wetstraatspecialisten van de VRT een baken had verzet door te alluderen op de copernicaanse revolutie, heeft zijn hoofd terug in het zand gestoken en een non- paper geproduceerd. (Die term moet Milquet bevallen, een NON-paper!) Voor de rest gaat hij verder onderhandelen over de “perimeter” van de komende onderhan- delingen over de staatshervorming. En geen “deadlines”, mijnheer, want anders weten we precies op welke datum de Belgische zweer openbarst.

Hoe zou dat er eigenlijk uitzien, zo’n non-paper? Wordt dat geschreven met onzichtbare inkt, zodat er niet opnieuw naar de Franstalige pers kan worden gelekt?

Is dat een document dat zichzelf na lezing vernietigt? Staat het vol gebakken lucht omdat Di Rupo geen eigen voorstellen durft doen? Dat is zogezegd de taak niet van een preformateur. Maar, zo hebben de serieuze gazetten het afgelopen weekeinde nog eens beklemtoond, de Jean-Luc die wist in zijn tijd de buizen van het gas op die van het water aan te sluiten, en er desnoods nog elektriciteit door te sturen ook.

Kan dan niemand het niveau van Dehaene nog aan?

Nostalgie is het verlangen naar een tijd die nooit terugkeert en die voor een deel ook nooit heeft bestaan. De staatshervormingen van Dehaene en Moureaux waren immers ver van geslaagd en creëerden al snel nieuwe problemen. De context was bovendien anders, al was het maar omdat CVP en PSC toen nog met elkaar praat- ten. (‘Niemand’, schreef politoloog Carl Devos een tijdje geleden, ‘heeft meer gedaan dan Milquet om het Belgisch model te vernietigen.’) De financieringswet was vanaf het begin een gedrocht en werd in latere fasen nog technischer en nog onbegrijpelij- ker gemaakt. Nostalgie naar Dehaene? Dat we nu voor een totale blokkering staan, is mee een gevolg van de onwerkbare compromissen die in ‘88 en ‘93 werden geslo- ten. Toen bijvoorbeeld Brussel de status kreeg van een volwaardig gewest.

En ook Jean-Luc kan vandaag de dag de tegenstellingen niet meer overstijgen.

Koninklijk Bemiddelaar in 2007 om de formatie van Leterme voor te bereiden.

Zwaargewicht in de ‘raad van wijzen’ die in het voorjaar van 2008 de borrelnoten moest uitwerken en ergens in de verte een “tweede fase” projecteerde. Koninklijk Opdrachthouder in het najaar van 2009 om Leterme te ontlasten van het dossier- BHV. Wat heeft dat allemaal opgeleverd? Nul, nihil, nada, niente. Het Belgisch com- promis heeft afgedaan.

Kans verkeken

Nu kan men nog wekenlang verstoppertje spelen en elkaar de zwartepiet probe- ren toe te schuiven, op een bepaald moment zal de conclusie onontkoombaar zijn:

ceci n’était jamais un pays. In 2007 hadden de Franstaligen er misschien nog vanaf kun- nen komen met de lilliputterstapjes die ze nu zogezegd bereid zijn te zetten. Die kans is verkeken, en ze mogen blij zijn als het ditmaal bij confederalisme blijft. En als ze crisis willen, dan kunnen ze crisis krijgen, dat moet het standpunt van de Vlamin- gen zijn. Al zullen dat dan vooral de V-partijen zijn, want de sp.a verraadt ons voor drie zilverlingen en twee ministerportefeuilles, en Groen! durft niet te kikken zon- der toestemming van Ecolo.

Maar, er zal dan toch nog altijd met de PS en de Franstaligen moeten worden gepraat over de bestuurlijke scheiding? Ja, maar laten we dat dan ineens grondig doen, en een Staten-Generaal bijeenroepen om de overgang naar een non-België te realise- ren. Ongetwijfeld zal het establishment moord en brand schreeuwen en zelfs de hulp inroepen van buitenlandse speculanten om zo’n initiatief in de kiem te smoren ... om dan bij de volgende verkiezingen vast te stellen dat men nog verder van huis is dan ooit. Laat het dus maar komen, dat Flanonia waar die Britse vermogensfirma het over had. En als Wallonië niet van responsabilisering wil weten, dan mag het zichzelf gerust Walbanië gaan noemen, een term die onlangs opdook in de Franstalige pers zelf.

Ter afronding: er is ooit de copernicus-hervorming geweest in de ambtenarij, om een nieuwe managementstructuur uit te tekenen. Wie heeft die hervorming uitein- delijk de grond ingeboord? Diezelfde partij die nu de preformateur levert “die bakens verzet”. Neen, schoktherapie is het enige dat nog helpen kan.

Ze zijn het eens!

Hoe is’t met moeder?

“En hoe is’t met uw moeder?” De vraag die je wel eens vergeet te stellen aan men- sen die je maar af en toe ontmoet en van wie je de familiale toestand niet echt op de voet volgt. Bij Eric ging ik heel lang geleden thuis spelen; dus zijn moeder vult zo’n heel klein randplaatsje in mijn kinderwereld. Ik herin- ner me de warme chocomelk die ze ‘s win- ters voorzette. Nu, enkele decennia later, is Eric een succesvolle ... euh, enfin iets in de verkoop, en Erics moeder is rusthuisbe- woonster.

Hij had haar deze week niet gezien, ver- telde hij, want “druk, druk, druk”. Maar hij probeerde toch zeker elke twee weken eens binnen te springen, dus deze week moest hij zeker een gaatje vinden. “Content in het rust- huis?”, probeerde ik nog eens. “Och, ge kent ze. Klagen doet die niet, hé. Maar ik mag toch niet zeggen dat ik helemaal tevreden ben. Het is tenslotte je moeder en dan bekijk je zo’n instelling toch met andere ogen.”

Hij vond het personeel niet vriendelijk en moeder werd toch echt wel te veel aan haar lot overgelaten. “Recreatie noemen ze dat.

Die oudjes aan tafels met blokjes zetten.

Och, ik overdrijf, maar veel scheelt het niet.”

Eric is duidelijk niet onder de indruk van de ouderenopvang in Vlaanderen. “Maar ja, je bent al tevreden dat je een plaats in een rust- huis vindt. Ergens anders komt ze op een wachtlijst terecht. Dus laat je haar maar zit- ten. Ze vragen er wel ruim 50 euro per dag voor. Daar mag toch wel iets tegenover staan, dunkt me.”

Hij begon zich op te winden en het was te voorspellen dat hij snel over belastingen zou beginnen. “Betaalt een mens zich blauw aan belastingen, maar opvang voor oude mensen,

ho maar.” De ergernis in z’n ogen maakte even plaats voor een triomferende fonke- ling. “Allez, belastingen op het deel dat ik niet kan verbergen, hé”, lachte hij samen- zweerderig. In Erics leefwereld is maar één ding erger dan eerlijk je belastingen betalen;

dat mensen denken dat je eerlijk je belastin- gen betaalt.

Eric had net daarvoor verteld over zijn vakantiehuis in de Provence. Gekocht met z’n zwart geld. Met mijn belastinggeld wordt zijn moeder dan verzorgd. Maar onvoldoende, naar zijn zin. “Een maatschappij die niet voor de oude mensen zorgt, kun je moei- lijk beschaafd noemen”, vond deze creatieve belastingbriefinvuller. Maar dat ene korte bezoekje elke twee weken aan zijn eigen moeder, lukte niet altijd. “Druk, druk, druk, hé.”Hij klonk oprecht verontwaardigd. “’t Is dat ze een huis bezit, dan scheur je de broek als je haar door het OCMW laat huisvesten.

We hadden daar vroeger aan moeten den- ken. Maar ja, dan komen ze al snel bij de kinderen terecht om de rekeningen te veref- fenen.” Onze maatschappij zit duidelijk hele- maal verkeerd in elkaar; moest je Eric niet meer van overtuigen.

“Waar ligt ze?”, vroeg ik, en hij keek even verbaasd op. “Och, misschien spring ik wel eens bij haar binnen”, legde ik uit. Ik zit niet in zo’n druk, druk, drukke verkoopjob. “Ja, dat zou ze heel erg op prijs stellen”, wist Eric,

“want ze zit daar toch maar de godganse dag alleen. En voor het personeel is ze meer een last dan wat anders.” Hij meende het echt.

EEnmanscollEctiEf DEn BlootEn KoonincK

Deze week :

• De man van de vorige eeuw 2

• De laatste strijd van Marie-Rose Morel 3

• Vergeten muziek 4

• Mag ik deze transfer van u? 4

• “Er ligt een oceaan tussen ons” 5

• En bloedhond in Los Angeles 15

• 16 Musée Bels Museum 16

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

Marcus Thesaurus Halalhotels

65

ste

jaargang • nummer 32 • woensdag 11 augustus 2010 1,85 euro

(2)

De dingen dezer dagen 2

11 augustus 2010

kunnen doden met een antwoord te zoeken op de vraag tot hoe hoog zijn/haar persoon- lijke bijdrage kan oplopen in het totale WK- kostenplaatje. “Op 2 december valt de FIFA- beslissing”, besluit Jan Segers. “Als de Lage Landen hun kansen op de organisatie van het WK willen kelderen, dan moeten onze parle- mentairen nu vooral nukkig doen en de FIFA op de zenuwen werken.” Tja...

Ieder zijn meug, maar ik voel zelf onein- dig veel meer voor de conclusie van Hans Vandeweghe in Het Nieuwsblad. Die zegt volkomen terecht dat we ons veel eerder

hadden moeten afvragen of zo’n WK-kan- didatuur wel spek voor onze bek is. “Nu is de vraag”, aldus Vandeweghe, “of we moe- ten dulden dat een privéorganisatie als de FIFA onder het mom van het WK het land binnenvalt, de regering(en) gijzelt, de wet- ten wijzigt en de staatskas overvalt, om na een maand voetbalfeest te verdwijnen met de lusten en ons achter te laten met de las- ten.” Ik had zelf geen betere vraag kunnen stellen. En het enig mogelijke antwoord is en blijft “neen”.

D.Mol

“Niet met de Belgen”, wist Blatter...

Op de sportbladzijde van ‘t Pallieterke werd in dat verband al enkele keren de ros- kam gehanteerd. En toen de Nederlandse televisie vlak voor de start van het WK in Zuid-Afrika een eigen documentaire uit- zond over de bedenkelijke praktijken die de Wereldvoetbalbond (FIFA) in het algemeen en zijn voorzitter Sepp Blatter in het bijzon- der erop nahouden, liet Buizentemmer daar uitgebreid zijn licht over schijnen. De repor- tage lokte felle reacties uit in Nederland.

Ook al omdat het collectief van Hollandse architecten achter het samenwerkingspro- ject met België blijkbaar spreekverbod had gekregen. Alain Courtois, naast MR-sena- tor in onze modelstaat ook de drijvende kracht achter de WK-plannen, wou wel pra- ten. Alleen wist hij blijkbaar onvoldoende of helemaal niet welke richting het interview zou uitgaan.

Naargelang het opgehangen portret van FIFA en Blatter vorderde en de vragen nave- nant lastiger werden, toonde hij zich steeds minder “amused”. Toen de VRT tijdens het WK zelf nota bene de reportage ook uit- zond, bleef het, in tegenstelling tot felle reac- ties in Nederland, in eigen land opvallend stil.

En in de media, én bij de voetbalbond, én op het politieke forum. Maar dat lag allicht aan het feit dat voordien, hand in hand met het onvermijdelijke mediavertoon, een Hol- lands-Belgische delegatie van coryfeeën uit genoemde sectoren het nu uitgelekte “bid- book” in Amsterdam hadden overhandigd aan “voetbalgod” Blatter. Die dat met de ene hand op zijn hart en de andere op zijn FIFA-portefeuille minzaam in ontvangst liet nemen.

Verkrachting

Nu via Nederland de inhoud van het op slag berucht geworden “bidbook” ook in onze contreien bekend raakte, was het medi- akot plotsklaps te klein, geïnspireerd als het werd door de vooral in rode en groene krin- gen opgestoken storm van verontwaardi- ging, op de buis verwoord door Bertje Anci- aux, speerpunt van politiek opportunisme buiten categorie. De geloofwaardigheid van zijn inbreng laat ik dan ook verder liever onbesproken, omdat ik me moeiteloos kan voorstellen hoe hij zou piepen mocht hij, om alleen maar dat te zeggen, als Vlaamse ex-minister van Sport, zijn aangezocht om notoir lid te worden van de club die al lobby- end naar de vier windstreken uitzwermt om het WK-voetbal naar Het Edel Land te halen.

En waarbij ook sire Albert werd ingelijfd.

Waarvoor ijvert die club nu precies, vol- gens het plots fel onder vuur liggende “bid- book”? Voor, kort samengevat, niet meer of niet minder dan voor de verkrachting door de FIFA van een flink aantal wetten en regle- menten van het organiserende land, voor uit- sluitend eigen profijt en dat van sponsors.

“Government guarantees” heet zoiets. Zoals zich dat vertaalt in - ga er even bij zitten - volledige vrijstelling van belastingen voor de FIFA en de het grote geld ophoestende spon- sors, het gratis ter beschikking stellen van alle mogelijke communicatiemiddelen, het dragen van alle kosten door het organise- rende land voor het verzekeren van de vei- ligheid, het tijdelijke opheffen van arbeids-, handels- en mediawetten ten voordele van de FIFA, het voorzien van een rijstrook op de snelwegen voor aan- en afvoer naar en weg van de stadions van alle categorieën “onmis- baren” en, last but not least, het verlenen van gratis en vrije toegang tot het grondgebied.

In de Zuid-Afrikaanse praktijk betekende dit dat de FIFA het voor het zeggen had wat de locatie betrof van nieuw op te richten sta- dions. Zoals in Kaapstad het geval was. Wat zei de in een hoek gedreven Alain Cour- tois, toen hem gevraagd werd wat Albert Second wel zou denken over een vorm van

“bezetting” van “zijn” grondgebied? “Jamais en no way”, orakelde de MR-senator. “Niet met de Belgen en Blatter weet dat maar al te goed.” Eed op het politieke eerstecom- muniezieltje.

Kruideniers

In hoeverre die eed op meineed is uit- gedraaid, wordt bewezen door het feit dat een ontslagnemende regering het bestaan

heeft, in alle achterbaksheid die ze aan het volk verkoopt als “openheid”, achter de rug van het parlement om, zijnde de vertegen- woordiging van datzelfde volk, dat “bidbook”

goed te keuren in één of ander achterka- mertje. Hallucinant, maar waar, tenzij dat het goedkeuren van de miljoenendans rond een WK-organisatie in een land dat binnen de kortste keren vijfentwintig miljard moet besparen, deel zou uitmaken van het pakket

“lopende zaken”.

De FIFA was deze week in de Lage Lan- den “op inspectie”. België was eerst aan de beurt. Bij gebrek aan valabele stadions werd alleen de trainingsaccommodatie bij Brussel bezocht. Of de “inspecteurs” van de gele- genheid gebruik gemaakt hebben om locaties aan te wijzen voor nieuw op te trekken stadi- ons, is niet zeker, maar blijft, gezien de eisen in het goedgekeurde “bidbook”, mogelijk.

In Het Laatste Nieuws schreef opiniema- ker Jan Segers de Belgen het statuut van

“kruideniers” toe. Omdat ze enerzijds wel kritische vragen mochten stellen bij de WK- kandidatuur, maar zich anderzijds moesten afvragen wie ze wel zijn om eisen te stel- len waar andere kandidaat-gastlanden niet eens bij stilstaan? Voor de volledigheid van het door hem gebruikte denkpatroon, wil ik aanstippen, dat Jan Segers op weg naar het stadion van zijn keuze allicht op de rijstrook van de “onmisbaren” zal rijden, terwijl in de file ernaast, de stilstaande meute de tijd zal Dit krantje heeft de voorbije weken en maanden zijn mening over de Belgische kandidatuur om in 2018 of 2022 het WK voetbal te organiseren nooit onder stoe- len of banken gestoken. Ze was dezelfde als voor de door de toenmalige Mechelse politieke “topper” Bart Somers uitgekraamde topnonsens, dat hij de Olympi- sche Spelen naar ons aller tochtgat aan de Noordzee wou halen.

De man van de vorige eeuw

Dehaene hoort natuurlijk thuis in de uit- zonderlijke categorie politici die decennia- lang een land (mee) beheersen. Even overlo- pen. In 1940 als oorlogskind (“maar met zaad van voor de oorlog”, vertelt hij zelf op zijn webstek) geboren in Montpellier waar zijn vader als gemobiliseerde arts was terecht- gekomen. Lastig kind dat naar een internaat werd gestuurd. Hij brengt het in 1963 tot verbondscommissaris van de scouts en twee jaar later, intussen licentiaat in de rechten en economie, schuift hij als adviseur op de stu- diedienst het ACW-bastion binnen. Dehaene wordt in 1969 (CVP staat op 30,4% in kan- ton Vilvoorde) opgenomen in het zoge- naamde Wonderbureau van de CVP-jon- geren. Na een doortocht op verschillende kabinetten, wordt hij kabinetschef van Mar- tens in 1979 (na de opleving onder Tinde- mans weer af naar 30,4% voor de CVP in Vil- voorde). In 1988 bevordert de minister van Sociale Zaken tot vicepremier (23,7% voor de CVP in Vilvoorde) en van 1992 (20,7% in Vilvoorde) tot 1999 (20,1% in Vilvoorde) is hij eerste minister. Daarna volgen de nodige Europese opdrachten. Dehaene was de man van staatshervormingen, sanering van de overheidsfinanciën, invoering van de euro, de ontzuiling en later medearchitect van de Europese Grondwet. Best wel een indruk- wekkende lijst, maar zijn gloriejaren waren ook de jaren dat zijn partij stelselmatig ver-

der wegzakte in de kiezersgunst. Op de her- opleving met het Vlaams kartel na zijn ver- dwijnen, volgde het absolute debacle van juni 2010, toen de CD&V een inhoudelijke Dehaene-campagne voerde.

Niet schoon om zien

Dehaene werd bij toeval christendemo- craat. In Knack liet hij ooit optekenen dat hij net zo goed socialist had kunnen zijn.

Wilfried Martens over zijn jonge bondge- noot in dat Wonderbureau: “Jean-Luc was eerlijk gezegd de meest vernieuwende en de meest radicale van ons allemaal.” Vandaag zit een reeks lucratieve bestuursmandaten in zijn portefeuille, waarvan die bij Dexia en InBev de meest opvallende zijn. Dehaene is vooral een “fixer” (dixit Vande Lanotte), die graag zijn overtuiging terzijde schuift als hij zijn hobby kan beoefenen: de lakens uit- delen en problemen oplossen. Maar dat pas

“als ze zich stellen”, zoals hij het zelf graag uitdrukte. Hoe die oplossingen eruitzien, was voor hem nooit zo erg van belang, als de volgende ochtend maar gehaald werd. In die zin is de bijnaam ‘loodgieter’ erg beledi- gend voor die beroepsklasse.

“Met Dehaene kwam de CVP nooit in aan- merking voor een schoonheidsprijs, maar het land wist wel wie leiding gaf”, weet Dehaene- supporter Pauli. In Humo tekent Dehaene zijn beproefde methode loepzuiver: “Ik had een eindpunt in mijn hoofd. Het zou niet schoon om te zien zijn geweest, maar het was tenminste een oplossing.” Hij heeft het daar over zijn poging eerder dit jaar om de BHV-knoop te ontwarren. Maar toen was zijn gezag al ver uitgehold, zijn tijd voorbij (hij wist al begin de jaren 2000 dat hij eigenlijk iemand “van de vorige eeuw” was).

De man zonder opvattingen

De troeven waarover Dehaene beschikte?

Een indrukwekkend intellect en immense dossierkennis (verstopt onder een geculti- veerde boersheid), een grote doortastend- heid die aan brutaliteit grensde als het moest en een bijzonder gevoel voor creativiteit.

Oplossingen waar een ander zelfs niet aan Jean-Luc Dehaene werd voorbije weekeinde zeventig jaar. Aanleiding om hem in alle media nog eens in het middelpunt van de aandacht te brengen. Sommi- gen konden er zich amper van weerhouden een Vlaamsche klassieker aan te hef- fen, want “heimwee doet hun hart verlangen”. Walter Pauli weet in De Morgen:

“’Onze Dikke’ werd ook door niet-partijgenoten geapprecieerd als een belang- rijk en gezagsvol staatsman.” Een echt voorbeeld ook voor de politici van van- daag die maar geen oplossingen vinden en bij het eigen gelijk blijven zweren, zo klinkt het droevig.

durfde denken, toverde Dehaene ongege- neerd uit z’n hoed. Iedereen wist en zag dat het nooit blijvend kon werken, maar beter was niet haalbaar en dus kon hij doordruk- ken. De man van het haalbare had lak aan de mensen van het nodige.

Vandaar dat de ooit progressieve beelden- stormer vooral bekend zal blijven als de man zonder opvattingen. De man van het korte- termijndenken. Dé man ook van het machts- denken en op die manier dan toch een typi- sche CVP’er.

Een levende paradox ook. De felle pro- gressief die vooral de boel aan het draaien wilde houden. De snedige intellectueel die zich nooit liet betrappen op grootse visies.

De Bach-liefhebber met zijn onbehouwen optreden. De CVP’er die de christendemo- cratie een molensteen aan de hals bond. De trouwe Belg die het land middels scheve compromissen recht naar de onbestuur- baarheid voerde.

Hij weze er voor geprezen. J.K.

Marie-rose

Wisten wij dat Marie-Rose Morel “herval- len” was en dat de dokters haar hadden ver- teld dat ze nog maar zes maanden te leven had? Ja, dat wisten wij. Maar wij hebben ons ook gehouden aan de vraag dat niet aan de grote klok te hangen. Iemand die de melding krijgt dat vluchten naar Ispahan niet helpt, heeft geen behoefte aan mediaheisa. Marie- Rose Morel heeft het nu zelf bekendgemaakt via “Stories”, een obscuur tv-programa dat dankzij de bereidwillige medewerking van Gazet van Antwerpen en Het Laatste Nieuws ongetwijfeld heel veel kijkers heeft kunnen lokken.

We wensen Marie-Rose heel veel sterkte.

Ze zal het nodig hebben.

slecht rapport

Het politieke tussenspel van Anne de Baet- zelier heeft maar een goed jaar geduurd. Begin 2009 met veel poeha binnengehaald in LDD, is het liedje nu uit. Alleen Jean-Marie kon zijn zitje redden. Anne de Baetzelier op de keien, of toch bijna, want tot december in vooropzeg.

Gaan ze haar houden? Willen ze haar hou- den? Zegt partijsecretaris Steven Everaert in Story: “Onze parlementairen moeten onder- steund worden door specialisten... We moe- ten ons focussen op mensen die met kennis van zaken onze standpunten naar buiten kun- nen brengen.” Cru gezegd: Anne is geen spe- cialiste en heeft geen kennis van zaken. Voor een vicevoorzitster van de partij is dat toch geen goed rapport.

(3)

3

De dingen dezer dagen

11 augustus 2010

Aan Wouter van Besien Altijd bovenaan

Eigenwaanlaan

Brief aan ...

Gij Egologist,

Alhoewel gij in uw politieke bestaan nog nauwelijks meldenswaardige zaken hebt verricht - tenzij men het opvolgen van de aftandse Mie Vogels als Groen!-voorzit- ter tot een daad van formaat zou bom- barderen - hebt ge u recentelijk een uit- spraak laten ontvallen die de media niet is ontgaan. Met name dat overal waar gij uw kop opsteekt, gij ook eindigt aan de kop.

Zo bracht gij het tot nationaal secretaris van de Chiro, tot opperhoofd van de stu- dentenclub der sociologen Politika, tot dis- trictsschepen voor Groen! in Borgerhout, en uiteindelijk, inderdaad, tot voorzitter en kopman van Groen! bij de verkiezingen.

Aldus uw opschepperij die ons doet den- ken aan Klein, Klein Kleuterke, of aan een eigentijdse versie van een titelnummer van Nonkel Bob: ‘Jongens, let nu even op, draai nu heel vlug aan de knop, want hier komt ons programma: Tip Top, naar de Top!’

Wij weten niet of gij de periode van Nonkel Bob nog actief hebt beleefd - gij dateert van net voor de oliecrisis van 1973 toen het uit was met de sprookjes en de economische wonderjaren - maar samen met uw vrolijke vrienden van Ecolo blijft ge de kiezer en de Vlaming als een kerste- kinderen beschouwen. Als Randdebielen die dringend aan de klauwen van de N-VA en nog extremere partijen moeten wor- den ontrukt. Ongetwijfeld speelt daarbij het trauma dat gij tijdens de verkiezings- campagne smadelijk de levieten werdt gele- zen door Nonkel Filip over milieubeheer en natuurbehoud, maar desondanks lijkt uw ambitie overeind te zijn gebleven om bij de regeringsonderhandelingen mee het land te redden. En er persoonlijk uw voor- deel bij te doen.

Want los van de tactische spelletjes van Ecolo lijkt Wouter van Besien heel hard zijn zinnen te hebben gezet op een ministers- post. En van verschillende kanten horen wij dat Groen! zelfs een vicepremier zou eisen in ruil voor het leveren van een twee- derdemeerderheid. Dat zal dus niet zijn

om de Vlaamse belangen te dienen, want door uw “structurele samenwerking” met Ecolo uit ge u al jaren als tweezak eerste- klas. Bovendien zijt ge hopeloos naïef, want Ecolo-voorzitter Javaux kijkt evengoed als de andere Franstalige partijen op de Vla- mingen neer, en heeft u trouwens tijdens de informatie- en preformatiefase al stevig in de rug geschoten door bijzonder dub- belzinnig te doen over regeringsdeelname van Groen!. Het zou u trouwens sieren als gij de verhoudingen eens wat beter in acht zoudt nemen: vijf zetels heeft uw geiten- wollensokkensyndicaat in de Kamer, het Monster van Berchem heeft er meer dan vijf keer zoveel en bijgevolg groot gelijk om zijn veto uit te spreken over uw belachelijke eigendunk. Waarschijnlijk zou de sp.a u wél liever mee in bad hebben dan in de oppo- sitie, uit vrees volgende keer opnieuw een optater te krijgen van formaat, maar wij hopen dat De Wever voet bij stuk houdt en u een stevige les leert in nederigheid.

Onvermijdelijk komt er ons nog een andere artiest voor de geest, die wel- licht dichter bij uw gedachtegoed stond dan Nonkel Bob, maar die toch ook niet veel moest hebben van opgeklopte groot- heidswaanzin. Wannes van de Velde schreef ooit een prachtig nummer over, jawel, het station van Groenendaal. ‘Verlicht door planetaire schijnen, stuiven de nevels dun voorbij ...’ om af te ronden met ‘Tout est désert, tout est normal, ce soir en gare de Groenendael.’ En als Van de Velde flamenco begon te spelen, had hij het vaak over ‘den duende’. Wie dat speciaal gevoel niet heeft, moet zich niet aan Spaanse gitaarklanken wagen. Net zoals de Italianen het in de wiel- rennerij over ‘grinta’ hebben, dat tikkeltje extra om het te maken en echt mee te tel- len. Van Besien, gij hebt geen van beiden.

Ge zijt even opwindend als tante Terry en even slaapverwekkend als een herhaling van het late Journaal. Wij wensen u van harte nog veel afgang toe!

Twist rond Marie-Rose Morel

Enkele artsen en professoren van SKEPP- strekking hebben haar openlijke toevlucht tot “kwakzalverij” streng veroordeeld. Een publieke figuur heeft een voorbeeldfunctie en mag mensen niet op het idee brengen dat de maretak van druïde Panoramix beter is dan chemo en bestraling in de bestrijding van kanker. Ze zou haar laatste maanden beter aan haar memoires wijden en aan het tref- fen van de best mogelijke schikkingen voor haar kinderen in plaats van een geitenwol- len fata morgana na te jagen.

Deze skeptici veronachtzamen (maar andere beseffen ongetwijfeld) het schitte- rende potentieel van de situatie die de Aard- beiprinses geschapen heeft. Hier is immers alles voorhanden voor een volkomen open- baar experimentum crucis dat de pretenties van de alternatieve therapieën kan onder- uithalen. Als een onbekende Vlaming zijn toevlucht neemt tot zulk een therapie en hij sterft toch, dan heeft dat weinig bewijs- kracht tegen het geloof in haar werkzaam- heid. Om te beginnen hoort niemand ervan.

Bovendien, misschien was hij dom en ver- trouwde hij op het eerste het beste dat hem onder de aandacht kwam, in plaats van kri- tisch de beste oplossingen uit te zoeken en die te proberen; zodat zijn geval geen test vormde voor de echt serieuze alternatieven.

Misschien had hij het geld niet voor juist die dure therapie in een kuuroord in Oosten- rijk of Thailand die hem wél geholpen zou hebben. Of was hij niet echt gemotiveerd en paste hij de voorschriften maar halfslach- tig toe. Of was hij al te oud en verzwakt om van een geneeswijze te profiteren die bij een gezondere basisconstitutie wel effect gehad zou hebben. En omgekeerd, als hij van zijn kanker geneest (zoals Aleksandr Solzjenitsyn in Het Kankerpaviljoen, geclaimd als effect van de komboecha-zwam), dan kan gezegd wor- den dat het helemaal geen kanker geweest was, gewoon een foute diagnose.

Welnu, hier hebben we een onmiskenbaar intelligente, welgestelde, fel gemotiveerde, jonge en gezond levende vrouw, bij wie de beste specialisten nu reeds voor de tweede keer de diagnose kanker gesteld hebben. Als het zelfs Marie-Rose niet lukt met een alter- natieve geneeswijze van kanker te genezen, dan staan de alterneuten echt in hun hemd.

En dat dan niet op bladzijde zevenveertig van een obscuur vaktijdschrift, maar op de voorpagina van alle boekskes. Dan bereikt de

waarschuwende boodschap die SKEPP met zoveel moeite probeert te verspreiden, in één klap het grote publiek.

Kortom, skeptici hebben reden om het finale strijdplan van mevrouw Morel toe te juichen. Als zij overeenkomstig hun verwach- ting binnen de zes maanden sterft, dan zal zij daarmee het leven redden van talloze men- sen. Namelijk van alle huidige en toekomstige kankerpatiënten die overwegen de klassieke behandeling met haar vervelende nevenef- fecten links te laten liggen ten voordele van iets alternatiefs dat softer inwerkt, maar wel naar de dood leidt.

Maar ook de alternativo’s hebben reden om te juichen, en wel om identiek dezelfde reden. Zij verwachten dat hun behandeling de genezing zal bewerkstelligen en dat ieder- een nu eens en voorgoed haar superioriteit boven de klassieke benadering zal kunnen zien. De voorziene tegenwerping uit skep- tische hoek dat het een eenmalige gril was waaruit men geen algemene besluiten mag trekken, of een placebo-effect, schrikt hen niet af. Veel belangrijker is immers dat de massa in veel groteren getale dan tot nu toe op hun diensten beroep zal doen.

Kortom, of Marie-Rose Morel nu geneest of sterft, haar aankondiging dat ze de grote geneeskundige gok gaat wagen, maakt veel belanghebbenden blij. Zij dwingt duidelijk- heid af in een keuzesituatie waarvoor talloze mensen met kankerdiagnose zich geplaatst zien, ontnuchterd door de beperkingen van de wetenschappelijke geneeskunde en bekoord door de beloften van zachte en vol- ledige genezing elders. Ze wekt in beide kam- pen de verwachting dat hun gelijk, samen met het dramatische ongelijk van de tegenpartij, klinkend bewezen gaat worden. De enen tel- len af naar haar spoedige dood, de anderen duimen voor haar lang leven, en beide groe- pen doen dat in naam van een verstandiger therapiekeuze annex overlevingskansen bij miljoenen die na haar kanker zullen krijgen.

Ziedaar een nieuwe rol voor Miss Vlaan- deren 1993. Binnen haar partij was zij, naar verluidt, een splijtzwam die oude vrienden tegen elkaar opzette, onwillekeurig maar noodlottig, zoals Yoko Ono de Beatles uit- eendreef. Nu brengt ze mensen samen.

Althans voor enkele maanden, want na haar voorziene dood of ondood volgt in één van beide kampen geween en tandengeknars.

Koenraad elst Sommige mensen hébben het. Als de debatten rond Marie-Rose Morel in het VB verstommen, beginnen ze elders, in de kringen van voor- en tegenstanders van alternatieve kankertherapieën. Nu de klassieke geneeskunde haar geen kans meer geeft, verklaart zij alles daarbuiten te zullen proberen dat haar zou kun- nen genezen. Haar vertrek uit het VB was alvast punt één uit de zachte genees- kunst: elimineer stressfactoren.

ACW-mAnitoes

Nog drie weken slapen en dan gaat Jan- neke Renders met pensioen, die acht jaar lang de anti-Vlaamse voorzitter van de chris- telijke werknemersbeweging was. Ongetwij- feld zal dat in alle media weer aanleiding geven tot uitgebreide beschouwingen over het ACW vroeger en nu. Wij zullen ons in elk geval blijvend de uitspraak herinneren van de heer Renders dat het Vlaams kartel de ziel van CD&V schaadde. De preek van ACV-dominee Cortebeeck kort voor de ver- kiezingen om niet op de N-VA te stemmen sloot daar uiteraard naadloos bij aan, hoe- zeer Cortebeeck achteraf ook probeerde te ontkennen dat hij zijn gezicht compleet ver- loren had.

In het ACW-blad Visie verscheen een voorsmaakje van het afscheidsinterview met Renders. Uiteraard draait het weer allemaal om de heilige solidariteit, waar in principe niemand tegen kan zijn, maar dat in de Belgische context naar wij weten een synoniem van georganiseerde diefstal is. De opvolger van Jan Renders, de Leuvense aca- demicus en hoogleraar Ontwikkelingsstu- dies Patrick Develtere, zal wellicht weinig aan die ACW-gedragslijn veranderen. En dan maar zagen dat er te weinig rekening wordt gehouden met “het middenveld”. De kiezers weten waarom. Het ACW zal letter- lijk uit de loopgraven moeten worden gesjot voor er enige herbronning mogelijk is.

ik ben de Wijnstok

Jan Renders wordt overigens wijngaarde- nier. Dat is zowat het enige nieuwtje dat wij

uit geciteerd interview vernemen. “Binnen- kort begin ik met mijn broer en twee kame- raden ook een kleine wijngaard. Binnen drie jaar kunnen we de eerste fles ontkurken.

Echte biowijn wordt het trouwens”, aldus de nieuwe ecologist. Rik Daems moet oppas- sen met zijn bocht: er komt mogelijk con- currentie op de markt.

Intussen zet het ACW alles op alles om zoveel mogelijk ranken in de politieke instel- lingen te behouden. Mocht er ondanks alles toch een coalitie kunnen gevormd worden, dan zal zuster Vervotte één van de twee CD(&V)-ministers zijn. En als Steven Van- ackere uit de regeringsboot valt, zien we hem tegen Wouter Beke kandideren om voorzitter te worden van CD(&V). Los van het feit dat het ACW er ook voor moet zor- gen dat Leterme niet volledig buiten de prij- zen valt. Schol!

Geen WAter bij de Wijn!

Intussen bereiden het ACV en andere bonden zich voor op een sociaal hete herfst. Dominee Cortebeeck pleegt tijdens

de vakantiemaanden een heuse zomerblog.

Daarop wordt nu al enkele weken lang van leer getrokken tegen het nakende “patro- nale offensief” om aan de verworven rech- ten der werknemers te raken, of het nu om brugpensioen, tijdskrediet, loopbaanonder- breking, en tutti quanti gaat. Uiteraard is de syndicale bezorgdheid groot dat het patronaat van loonmatiging een absolute eis gaat maken om een nieuw interprofes- sioneel akkoord af te sluiten over lonen en arbeidsvoorwaarden. Volgens het ACV wor- den de messen al gewet om aan de hei- lige koe van de index te raken. Het VBO en consorten zoeken blijkbaar inspiratie in de indexsprongen van de jaren 80 van de vorige eeuw, toen Martens zwaar moest bezuinigen. Maar dat zal de vakbond niet laten gebeuren! En daarom worden onge- twijfeld nu al zoveel mogelijk partijen bena- derd om geen ingrijpende maatregelen te nemen. Bart de Wever zal zijn lol niet op kunnen als hij met al die linksen en gauchis- ten in een regering stapt.

Andere dinosAurussen

Laten we trouwens het ABVV niet uit het oog verliezen. De Vlaamse regering werkt aan een decreet over de “Vlaamse soci- ale bescherming”, iets waarop de N-VA bij de Vlaamse verkiezingen van 2009 zwaar heeft ingezet. Het gaat dan bijvoor- beeld om een Vlaamse hospitalisatiever- zekering en een Vlaamse kindpremie. In het aftandse ABVV-magazine De Nieuwe Werker mag algemeen secretaris Caro- line Copers de trommel roeren. Volgens de geijkte methode van de dubbele agenda.

Globaal genomen heet het eerst dat het

ABVV tevreden is over Vlaamse initiatieven voor meer zorg. Maar - en daar vliegen de clichés alweer rond ieders oren - het ABVV blijft natuurlijk waakzaam dat dit geen ver- kapte manier is om de sociale zekerheid te splitsen. Daarom is een Vlaamse hospita- lisatieverzekering zeker geen prioriteit, het is veel belangrijker om de verplichte fede- rale ziekteverzekering te versterken. En een kindpremie voor kinderen van 0 tot 3 jaar geeft iedereen wat, maar te weinig aan de gezinnen die extra hulpbehoevend zijn.

Beter dus de federale kinderbijslag verster- ken! Enzovoort, en zo verder, het ABVV is volop bezig met de contrareformatie, Bart de Wever zal zijn lol niet op kunnen als hij met al die linksen en gauchisten ...

Vakbondsbons J.R.

(4)

De dingen dezer dagen 4

11 augustus 2010

Vergeten Muziek

Gelukkig is er in Werchter een beper- king van het aantal imbecielen dat op de wei wordt toegelaten en er is wat meer toe- zicht op de meute gebrainwashte idioten die Vlaams-Brabant onveilig maakt. Maar zelfs Humo, de grote sponsor van dat ergerlijk burenlawaai, publiceerde een reportage over het walgelijke gedrag van de duizenden zwij- nen die daar logeren en die te lui zijn om één plastic beker in de afvalcontainer te gooien die zowaar één meter verder staat. Nau- welijks twee generaties geleden hadden de meeste mensen nog een gevoel voor muziek, gebaseerd op een melodie en niet op her- senverrottend gedreun. Of zoals Herman van Veen het zo mooi zong: “Hilversum 3 bestond nog niet, maar ieder had zijn eigen stem. Op iedere steiger klonk een lied. Van Paljas of Jeruzalem.”

Klassiek populair

Ik moest hier aan denken toen ik twee weken geleden met de 11-jarige Bart voort- durend “Aatsji baatsji” zong; een stukje uit

“Op een Perzische markt” van Albert Ketèl- bey (“Keetelbej” zeiden de mensen in Vlaan- deren over de Britse componist met die artiestennaam. Hij heette in werkelijkheid William Aston). Het is geschreven voor de vele musichalls en vaudevilletheaters waar populaire en klassieke zangers, goochelaars en clowns in één en het zelfde programma optraden. Daar speelde nog een echt orkest dat trouwens verondersteld werd die paar woorden te zingen. Nog tot diep in de jaren vijftig kende iedereen dat prachtige sfeer- stukje en Ketèlbey’s “In een kloostertuin”

was even populair. Ik herinner me hoe in de mooiste Mechelse bioscoop, de Cinex, na het Belgavox-journaal en de reclame - Van

Dam KH - een kleurenfilm getoond werd van een orkest dat “Dichter en Boer” speelde.

Het publiek applaudisseerde spontaan en de week daarna programmeerde de Cinex daarom “Lichte Cavalerie”, ook van Franz von Suppé. Een andere klassieker was “De schaatsenrijders” van Emile Waldteuffel of

“Goud en Zilver” van de jonge Franz Lehar.

De dikwijls pedante klassieke muziek- wereld zag in die tijd nogal neer op zo’n wondermooie melodieuze stukken en had helemaal een hekel aan filmmuziek, maar de bioscoopbezoekers en radioluisteraars vonden het formidabel. Veel latere bewon- deraars (o.a. deze stukjeschrijver) van de pia- noconcerti van Tsjaikovsky of Grieg begon- nen met “Het Warschau-concerto” van de Brit Richard Addinsell (uit de film “Dange- rous Moonlight”, al had die film in Vlaan- deren uiteraard een Nederlandstalige titel toen hij na de oorlog - hij is van 1941 - in de Vlaamse zalen gedraaid werd).

Film was trouwens één van de grote ver- spreiders van goede muziek. Ketèlbey en co waren razend populair ten tijde van de stomme film. Iedere bioscooppianist kende het klassieke repertoire door en door en wist perfect welk deuntje bij welke situatie hoorde. Met de “sprekende film” verscheen de filmcomponist. Hollywood engageerde soms beroemde klassieke componisten die wat financiële problemen kenden. Het beste voorbeeld is dat van Erich Wolfgang Korn- gold; de componist van de opera “Die Tote Stadt”. Toch bleef klassieke muziek nog lange tijd erg populair bij filmmakers; niet zozeer bij gewone speelfilms, maar vooral bij de razend populaire tekenfilms. De ouverture tot Rossini’s “Guillaume Tell” is een echte hit geworden dankzij de vele razende ach-

tervolgingen in “Tom en Jerry”. En het thema van de tv-reeks “Lassie” kwam uit Gounods

“Faust”. De klassieke muziek werd geleide- lijk met seriële en twaalftonige muziek in de vernieling gemanoeuvreerd, maar gelukkig waren het getalenteerde filmcomponisten die de fakkel overnamen en die tot vandaag begrijpen dat een mooie deun noodzake- lijk is.

Nederlands vanzelfsprekend

Goede muziek werd ook zo populair omdat klassieke zangers geregeld de hoofd- rol kregen in speelfilms. In Europa bestond het fenomeen van de drie tenoren: Joseph Schmidt, Jan Kiepura, Richard Tauber (alle drie met een Joodse achtergrond). Metro Goldwyn Mayer produceerde verscheidene keren de filmtopper van het jaar dankzij de operabariton Nelson Eddy en de leuke sopraan Jeanette McDonald. Na de oorlog vierde Rudolf Schock nog triomfen in de bioscoop. Mario Del Monaco was de laatste Italiaanse tenor die iedereen kende. Maar geen enkele operazanger kon concurreren met de ongelooflijk talentvolle filmtenor Mario Lanza die o.a. de hoofdrol speelde in de belangrijkste filmhit van 1951 “De grote Caruso”.

Inderdaad, niet “The Great Caruso”. Want ook dat was typisch voor de tijd. Er waren geen ijdeltuiten die het klootjesvolk wilden overbluffen met Engelse of Franse originele titels. Al die muziek kreeg een mooie Neder- landstalige benaming zoals het hoorde. Dat had niets met een provinciaalse mentaliteit te maken. De grote theatercomponisten drongen er al in de 19de eeuw op aan dat het publiek zou meeleven met hun schep- pingen. Daarom luisterde het publiek naar gezongen teksten in de eigen taal en niet in het origineel met boventitels zoals nu de gewoonte is. Vandaar dat populaire opera’s en operettes bekend waren als “Het Land van de Glimlach” (Lehar) en dat niemand Künnekes “Der Vetter aus Dingsda” kende maar wel “De Neef uit het Oosten”. Bela- chelijke toestanden als een paar jaar geleden in de Vlaamse Opera bestonden niet. In “De Lustige Weduwe” zoals ik dit meesterwerk blijf noemen, speelde Koen Crucke de komi- sche rol van de Njegus uiteraard in het ori- ginele Duits. Het was pijnlijk mee te maken hoe zijn grapjes de mist ingingen. Lehar zou ongetwijfeld de tantièmes opgestreken heb-

“Dance or Die” was de slogan van het éénhersencelfestival in Duisburg. Het werd dus niet “dansen of sterven” maar “dansen en sterven”. En er waren maar een- entwintig slachtoffers. Dat valt dus mee. De reporter van De Standaard meldde dat een groot deel van het tuig dat naar dat milieuvervuilingsevenement trok, stomdronken of apenstoned was. Voeg daar dan nog het oorverdovende lawaai bij dat niets anders is dan het geluid dat een peuter maakt die onophoudelijk met zijn paplepel op tafel slaat, maar dan miljoenen keren versterkt en dan weet je dat alleen een reusachtige troep gevaarlijke gekken naar de Love Parade trekt.

Zoals een lezer van De Standaard droogweg schreef: “Iedereen was weer schul- dig, burgemeester, gemeentebestuur, politie, brandweer, organisator behalve de opgefokte dronkaards en druggebruikers.”

ben, maar had ook onbegrijpend zijn grijze hoofd geschud dat een schouwburg een taal gebruikt die de meeste toeschouwers niet begrijpen. De gewoonte om nog Neder- landse titels te gebruiken is zowat overal verdwenen, met uitzondering van “De Parel- vissers” (Bizet) of “De Verkochte Bruid”

(Smetana).

Ook de populaire halfklassieke liedjes werden indertijd in het Nederlands gezon- gen. Tijdens de legendarische zangwedstrij- den van radio Kortrijk kon je in de jaren vijftig nog iedere week “Het Vissersmeisje”

horen dat populair werd in de vooroorlogse versie van de Joodse tenor Joseph Schmidt (origineel = O’ Marenariello). En in een lied- jesboek van mijn vader lees ik de tekst van

“Catharien, Catharien, waarom mij van liefde spreken?” (Core’ngrato). Tot voor twintig jaar was het geen wet van Meden en Perzen dat Radio 1 permanent Angelsaksische plati- tudes speelde tussen het gebazel van de bet- weters van de desinformatie. Jo Leemans had toen nog een programma “78 toerentijd” en zij vertelde dat ze sommige nummers maar met mate kon programmeren tot spijt van de luisteraars, want die wilden sommige num- mers wel iedere week horen. De absolute toppers bij de aanvragen waren de Neder- landstalige versies van twee Franse liedjes van Gustave Goublier: “Het credo van den landsman” en “Het Angelus der Zee” (de ori- ginele versies in het Frans vindt u op de cd’s van Koen Crucke en José van Dam). Op de populariteit van Vlaamse betere liedjes kom ik eerlang terug.

En om nog even naar Herman van Veen terug te keren. Letterlijk iedereen kende tot 1960 de aria van Canio “Vesti la giubba”

uit Pagliacci en iedereen met wat talent pro- beerde die op allerlei manieren te zingen.

De beste Vlaamse versie die ik ooit hoorde, staat jammer genoeg niet op plaat maar Esther Lambrechts zong het een paar maal met passie en schoonheid voor de radio (ook op La Esterella kom ik nog terug). En een paaszondag bij de radio bestond niet zon- der de wonderbare Richard Crooks-ver- sie van “Last night I lay asleeping, there came a dream so fair, I stood in old Jerusalem, beside the temple there”.

Jan neckers

Mag ik deze transfer van u?

In het kader van het algemene offensief

‘Begeer de Behouding’, van België wel te ver- staan, heeft het Antwerpse Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) nog maar eens een document geproduceerd dat de transfers van noord naar zuid in dit land dringend wil relativeren. Bedoeld centrum wordt geleid door Bea Cantillon, wier roeping pro Bel- gica allang niet meer dient te worden onder- streept. De invalshoek is ditmaal het in kaart brengen van de sociale zekerheid tot op het gemeentelijke niveau. Daaruit moet blijken dat de realiteit heel genuanceerd is. Niet heel Vlaanderen betaalt in dezelfde mate mee, en de spreiding van de uitgaven over het Belgi- sche grondgebied verschilt sterk naargelang de tak van de sociale zekerheid. Bovendien zorgt de vergrijzing ervoor dat de uitgaven de komende jaren vooral in Vlaanderen sterk zullen stijgen. Houd maar op met zeuren, De Wever en Valkeniers, het CSB ziet het alle- maal in een veel breder perspectief.

Althans, dat is de perceptie die wordt gewekt en door de media ondersteund, omdat ze niet de moeite doen dat kritische CSB-onderzoek zelf eens kritisch te bena- deren. Laten we daarom om te beginnen zelf maar duidelijk beklemtonen dat het per- spectief zich beperkt tot de sociale zeker- heid. De transfers via de financiering van gemeenschappen en gewesten, via de fede- rale begroting en via de overheidsschuld komen dus niet aan bod. Volgens het Aktie- komitee Vlaamse Sociale Zekerheid waren die in 2003 goed voor 6,7 miljard euro, en er is geen enkele aanwijzing dat er sindsdien enige verschuiving is opgetreden.

De hoofdmoot van de CSB-studie gaat verder eens te meer over de uitgavenzijde in de sociale zekerheid, en veel minder over de inkomstenzijde. Het Franstalige dogma luidt nog steeds dat de inkomsten geen bepalende factor zijn in het dossier, omdat het normaal is dat er meer geld opborrelt waar er meer welvaart heerst. Zover gaat het CSB niet, maar het brengt naar voor dat inzake inkom-

sten vooral de “Vlaamse ruit” de kar trekt.

Dat is meer bepaald het rijke en dichtbe- volkte gebied tussen de steden Antwerpen, Gent, Leuven en Brussel. Bovendien zouden we de term Vlaams moeten inperken, want naast Brussel behoort ook een flink deel van Waals-Brabant tot de ruit. Ja zeg, en de enge- len zijn transseksueel, wellicht?

Ze blijven voortbestaan

Hier treedt duidelijk het verschil tussen een belgicistische en een Vlaamse visie op de sociale zekerheid naar voor. Wij vragen geen decentralisatie van de sociale zekerheid tot op gemeentelijk of provinciaal niveau, wij bekijken het dossier op het niveau van de deelstaten. Van het Centrum voor Soci- aal Beleid moeten we dat niet verwachten, maar dat is nog geen reden om zo’n analyse te slikken als zoete koek.

Dat geldt evengoed voor de implicatie van volgende eindconclusie van het CBS. De ver- oudering zal vooral de sociale uitgaven in Vlaanderen doen stijgen. Nu liggen de soci- ale uitgaven per hoofd in Wallonië 8 procent hoger dan in Vlaanderen. Tegen 2050 krimpt dat verschil tot 5 procent. Onze eigen aflei- ding: de transfers blijven dus voortbestaan.

En we weten niet eens hoe al de parame- ters van dat onderzoek de komende 40 jaar zullen evolueren. Al even ergerlijk is de stel- ling van het CBS dat het “jonge” Brussel nu al het minst kost aan de sociale zekerheid, en dat dat de komende decennia zo zal blij- ven. Terwijl elders te lezen valt dat kernste- den als Antwerpen en Brussel armer zijn dan gemiddeld ... en dus minder bijdragen aan de sociale zekerheid. Alweer die discussie over inkomsten en uitgaven. Alweer dus van het kastje naar de muur, en terug.

Wij betalen het verschil

In het nieuwe nummer van Periodiek, het tijdschrift van het Vlaams Geneeskundigen- verbond, vinden we een interessante - zij het onvermijdelijk erg technische - analyse

van een recente studie van het Riziv (Rijks- instituut voor Ziekte en Invaliditeit) over de medische consumptie in België. Het VGV stelt vast dat de verschillen tussen de regio’s in de Riziv-studie lager liggen dan wat men zou verwachten op basis van andere studies.

En Brussel komt als goedkoper naar voor.

Het Vlaams Geneeskundigenverbond wijst er echter op dat een aantal financieringsstro- men, waaronder delen van de ziekenhuisfi- nanciering en de financiering van de struc- turele tekorten van het Brusselse gewest, niet worden vrijgegeven. En alweer hetzelfde liedje: de verschillen in bijdragen tussen de drie gewesten worden niet vermeld.

De gekende Herman Deweerdt heeft voor het VGV dan maar zelf de analyse gemaakt die de verschillen in bijdragen voor de gezond- heidszorg beklemtoont. Om de uitgave van

17,5 miljard euro te financieren, bedragen de bijdragen, gemiddeld per rechthebbende, in Vlaanderen, Wallonië en Brussel respectie- velijk 1.908 euro, 1.415 euro en 1.537 euro.

Dat betekent dat de Walen een deel van hun eigen kosten betalen en de rest van hun fac- tuur (328 euro per rechthebbende) door de Vlamingen laten betalen.

En dat de Brusselaars een deel van hun eigen kosten betalen, en de rest van hun factuur (146 euro) door de Vlamingen laten betalen. En dan hebben we het nog niet gehad over de hoge werkloosheid in het ‘jonge’

Brussel, of over de sociale bijstand via het OCMW in de hoofdstad. De transferdans ten nadele van de Vlamingen gaat onver- stoorbaar verder, alle Centra voor Sociaal Beleid ten spijt.

Lvr

(5)

5

De dingen dezer dagen

11 augustus 2010

Paul de Belder:

“Er is een oceaan tussen ons”

PFS: Waarvoor staat de IJzerbede- vaart eigenlijk?

Paul de Belder: Dat is moeilijk kort te zeg- gen. In die zin dat we vanaf dit jaar de IJzer- bedevaart heel anders willen profileren dan vroeger. We willen terug naar de bron. De Bedevaart was verworden tot een politieke strijdmeeting en eigenlijk willen we terug naar wat het in oorsprong, in wezen, was:

een dodenherdenking.

PFS: En waarheen wilt u dan met de IJzerbedevaart?

PdB: Terug naar het oorspronkelijke:

een serene herkenning. Een herdenking van de Vlaamse gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog aan het IJzerfront en bij uit- breiding van alle gesneuvelden aan het IJzer- front en bij uitbreiding alle slachtoffers van oorlog en geweld. Dat allemaal zonder voor- bij te gaan aan het feit dat wat er tijdens die Eerste Wereldoorlog aan het Belgische front gebeurde, een katalysator geweest is voor de Vlaamse beweging die daar een politieke ver- tolking heeft gekregen.

PFS: De politieke boodschap valt dan weg op de Bedevaart?

PdB: Dat is te scherp gesteld. Onze bood- schap is politiek in de zin van politeia (Grieks voor “staatsregeling” - nvdr) maar het is niet de bedoeling daar diep op de actualiteit in te gaan.

PFS: Terwijl de Bedevaart vroeger hèt politieke moment van de Vlaamse beweging was.

PdB: Dat was zo.

PFS: Daar wilt u vanaf, of daar bent u al vanaf?

PdB: Ja. Ach, er is geen enkele politieke massamanifestatie meer die overeind blijft.

En dan kun je blijven proberen tegen beter weten in, of je kunt naar een andere manier zoeken om de boodschap kwijt te raken en meer mensen te overtuigen. Daarnaast zit- ten wij natuurlijk met het fenomeen van een tegenmanifestatie. Een manifestatie die zoveel mogelijk van ons heeft overgenomen maar waarvan wij ons duidelijk willen dis- tantiëren en onderscheiden, want inhoude- lijk en conceptueel gaat het om twee totaal verschillende dingen.

PFS: Is het water te diep?

PdB: Er is een oceaan tussen ons. Zowel inhoudelijk als conceptueel. Wij hebben inhoudelijk, vanuit het IJzerbedevaartco- mité, een drieledige boodschap: vrede, vrij- heid, verdraagzaamheid en wij vinden al die peilers even belangrijk. Wij schrijven ons dui- delijk in in een democratisch proces. Wij wil- len de zaken zo veel mogelijk opentrekken, zo breed mogelijk werken naar een zo groot mogelijk deel van de mensen in Vlaanderen - en dat is nog verschillend van Vlamingen, daarom gebruik ik die omschrijving.

Wat was de bedevaart naar de buitenwe- reld toe buiten de 1.500 tot 2.000 mensen die er nog naartoe kwamen? Wat ze ervan op tv zagen. Dat was een quote uit de toe- spraak van de voorzitter, en dan de reactie erop van een aanwezige toppoliticus. Wat halen ze eruit? Hetgeen eruit springt. Een oneliner zonder nuance en dan zegt de politi- cus: we zijn het in grote lijnen eens, maar dit en dat is niet realistisch. En dat is het dan.

PFS: Nu zijn er twee manifestaties, twee weekeinden na elkaar, die beide zeggen dat ze pluralistisch zijn. Maar hoe pluralistisch is de IJzerbedevaart eigen- lijk nog?

PdB: Ik denk dat je naar de samenstel- ling van de comités moet kijken. Wij hebben mensen uit alle democratische Vlaamse par- tijen die actief zijn of nauw aanleunen bij het comité. Van N-VA, in orde van grootte, over CD&V, sp.a, Open VLD en Groen! tot LDD.

PFS: IJzerwake zegt: “Bij ons zijn er ook van het Vlaams Belang.”

PdB: Ja, zij hebben mensen van Vlaams Belang. Maar dat is het dan.

PFS: En ook van N-VA.

PdB: Mark Demesmaker? En dat is het dan. Die toont zich daar. Kijk, ik heb de brief gelezen die Wim de Wit geschreven heeft naar de burgemeesters om hen te overtuigen ook IJzerwake te steunen met subsidies. Hij

schrijft daar dingen in die me de wenkbrau- wen doen fronsen: hij zegt dat IJzerwake een pacifistische en pluralistische organisatie is.

Allee ja, goed. En dan geeft hij toe, ja vroe- ger was er een overwicht van één bepaalde partij, maar dat is nu anders. Tja... Ik twij- fel niet aan de goede bedoelingen van Wim de Wit, maar terug samengaan, is niet onze piste. Dat heb ik ook geantwoord toen hij vroeg eens samen te zitten. Laat ons ieder ons ding doen en elkaar met rust laten. Wij zijn overtuigd dat we de juiste weg volgen.

De toekomst zal uit- wijzen wie het bij het rechte eind had.

PFS: Wat als iemand van Vlaams Belang zich aandient om lid te worden van het IJzerbede- vaartcomité? Is die welkom?

PdB: Ik denk dat die niet geloofwaar- dig zal zijn.

PFS: Extra publiek winnen voor de Bedevaart is de laatste jaren niet gelukt?

PdB: Dat is niet de bedoeling. Maar glo- baal, in het gehele plaatje, trokken we wel meer publiek.

PFS.: Zoals met IJzersterk?

PdB: Neen, want dat heeft ook niet gewerkt. Je krijgt wat meer beweging rondom de toren, maar die drempel om naar een echt politieke manifest te komen, blijft. We gaan die dingen blij- ven doen omdat ze op zich waardevol zijn. Je brengt wan- delaars en fietsers op een traject waar- bij ze langs zo’n hon- derd monumenten en monumentjes pas- seren van WO I. Dat is allemaal heel zin- vol. Maar met ruim opentrekken, bedoel

ik meer dan de Bedevaart. Ik bedoel daar- mee heel onze werking rond museum en vredesproblematiek en alles wat daar rond gebeurt. Het museum bereikt 90.000 men- sen op jaarbasis, waaronder heel veel jonge- ren. Daar wordt een boodschap meegege- ven, gewoon, niet agressief.

Op Ten Vrede zingen drieduizend kinde- ren een dak op de wereld. Op die manier zijn we een massamanifestatie gespreid over het jaar. Iets anders werkt niet meer, zo is ons aanvoelen. We willen de zaken opentrekken.

Vandaar dat op de komende IJzerbedevaart de mis wordt vervangen door een interre- ligieuze gebedsdienst. We vertrekken met als basis een rooms-katholieke dodenmis, maar trekken dat open naar alle erkende godsdiensten in ons land. Want er zijn ook anglicanen, protestanten, moslims, joden en orthodoxen aan het front gesneuveld.

PFS: In een interview bij uw aantre- den zei u dat u wilt opsplitsen naar deelpublieken. Vrede, vrijheid, ver- draagzaamheid wordt dan uiteenge- trokken?

PdB: De bedevaart is de dodenherden- king. De flamingantische boodschap willen we voor de periode rond 11 juli reserve- ren. Zo neem je de drempels weg op die terreinen. In het verleden had de Bedevaart te zeer de perceptie dat het een politieke strijdmeeting was. Maar we hebben ook de aanwezigen bevraagd en wat het meest aan- greep, dat was de bloemenhulde, de doden-

herdenking, de sereniteit, niet de show. Dat is allemaal van vroeger. Toen klonk het: daar komen we onze vitaminen opdoen voor de rest van het jaar. Maar vitaminen, dat is zoals met antibiotica, op den duur werkt dat niet meer en je moet dan aan een opbod begin- nen. Een partij die voor onafhankelijkheid is, is nu de grootste van Vlaanderen, van België zelfs. Wat kan je dan nog zeggen?

PFS: Moet de Vlaamse Beweging de Vlaamse politiek niet op de juiste weg houden?

PdB: Maar wij willen die politieke bood- schap blijven brengen. Zelfs sterker dan vroeger, want die was wat verwaterd. Voor ons is het gewoon ook belangrijk niet ver- eenzelvigd te worden met het Vlaams Belang.

Om de perceptie tegen te gaan dat wij Belan- gers zijn.

PFS: Vandaar ook de oproep ooit

“Vlaamse vrienden laten we schei- den” ?

PdB: Ja, een expliciete oproep om te zeg- gen: ga. De oproep was, ik heb hem meege- schreven, doe jullie ding, maar laat ons het onze doen. Dat was de periode waarin we van allerhande figuren zoals Peter de Roover verwijten naar ons hoofd kregen dat we ver- kocht waren aan Schiltz, die ondertussen weer overal als grote voorbeeld geldt.

PFS: Een verzoening zou ooit dicht- bij geweest zijn?

PdB: Ik heb me in die periode wat terug- getrokken. Ik weet daar niet zoveel van.

Omdat ik niet akkoord was. Er was in het comité beslist om niet te onderhandelen.

Dat gebeurde dan wel door mensen ten indi- viduelen titel... Matthias Storme en Manu Ruys werden erbij gehaald, maar dat is voor de geschiedenis. Ik herhaal: laat ieder zijn ding doen. Wij kunnen meer mensen berei- ken door duidelijk afstand te nemen van Vlaams Belang. En al wie geen afstand neemt van Vlaams Belang... Want daar gaat het om.

Ik heb Peter de Roover nooit een Belanger genoemd, of een Blokker in die tijd, maar wel een objectieve bondgenoot van het Belang.

De Roover vond dat er niet moest gekozen worden. Dat is heel de discussie over de invulling van het begrip godsvrede. Moet je voor de godsvrede alles dan maar onder de mat moffelen? Wij vinden van niet. Wij zit- ten in Vlaanderen ook niet meer in een oor- logssituatie zoals 90 jaar geleden.

PFS: Maar u stapt niet mee in de onafhankelijkheidseis?

(Stilte) Heeft dat belang om ons daarop

vast te pinnen? Ik denk dat Bart de Wever op dit moment dezelfde taal spreekt als wij:

het is een evolutie en geen revolutie en we zien wel waar we uitkomen. Er moeten stap- pen gezet worden in de richting van... Ik heb de laatste maanden gelezen dat als inder- tijd het Egmontpact er was doorgekomen, dan waren de faciliteiten ondertussen ver- leden tijd... Nu is het belangrijk dat er ver- dere stappen gezet worden, of desnoods stapjes, maar zonder dat er dingen onmo- gelijk worden gemaakt. Dat onderschrijven wij. Maar intussen willen wij met het brede middenveld, dus ook ACW, dat een stand had op Ten Vrede, in debat treden en con- tact hebben om verder voeding te geven aan het Vlaams Parlement.

PFS: Hetzelfde ACW dat opriep niet voor de N-VA te stemmen?

PdB: Inderdaad, het ACW zullen we op 11 juli en de bedevaart waarschijnlijk niet zien. Maar ondertussen hebben we ze wel een stuk van de boodschap meegegeven en dedouaneren we de toren en de site. We hebben op 1 mei altijd de opening van een kunsttentoonstelling. Dit jaar geopend door Dirk Vandermaelen (sp.a). Die vertelde dat hij al eerder in de toren was. Een eerste keer alleen, maar ook eens met een fietsclub van de socialisten. Het heeft hem moeite gekost ze mee te krijgen, maar als ze bene- den stonden, zeiden ze: “Wauw!” Ik geef toe, zo overtuig je ze niet voor de splitsing van de sociale zekerheid, maar je geeft ze wel iets mee.

PFS: De toren vertelt toch een neu- traal verhaal. Het lot van jonge Vla- mingen in de Grote Oorlog. Dat wordt toch niet gecontesteerd.

PdB: Ja, het is historisch verantwoord wat er gezegd wordt, er wordt niets onder de mat geveegd of vergoelijkt. Maar je moet de mensen daar krijgen en we zijn er heel gerust in: als we ze daar krijgen, hebben we ze mee.

Maar je moet eerst tegen een perceptie opboksen, echt ongelofelijk. Je moet vech- ten tegen de clichés en dat bemoeilijkt veel.

IJzerwake is qua vormgeving toch totaal...

Zoveel jaar geleden hing Staf de Clercq daar met grote portretten! Er is daar ongetwij- feld een publiek voor, maar laat ons ons ding doen. Dat is alles wat we vragen. We zeg- gen niet: dat is onze grond, we vragen niet om een samenscholingsverbod. Ieder zijn ding. Wij zijn overtuigd dat we goed bezig zijn zoals we bezig zijn.

PFS: U hebt bij uw aanstelling een vernieuwing aangekondigd. Is het uit- eentrekken van de boodschap de ver- nieuwing?

PdB: Dat is één aspect, onze ambitie was om in alles wat we deden, die drieledige boodschap te brengen. Maar dat werkt niet.

Er is ook te weinig kruisbestuiving tussen mensen die naar Ten Vrede komen en de Bedevaart en het museum. Alle beetjes hel- pen, maar er is te weinig kruisbestuiving om dat systematisch te blijven doen. En daar- bij komt nog dat je vandaag geen genuan- ceerde drieledige boodschap meer kan bren- gen in de media. Er is geen ruimte meer voor een verhaal met een drieledige boodschap.

Maar die drieledige boodschap is ons verhaal, onze uniciteit en we willen dat niet loslaten.

Daarom willen wij in nichemarkten werken.

We gaan op de bedevaart vrede, vrijheid, verdraagzaamheid nog alle drie brengen, maar eerder in de vormgeving, in de regie, niet in een speech. We zeggen op de Bede- vaart waar we voor staan. Maar op 11 juli willen we nagels met koppen slaan. Zo wil- len we het zien evolueren. Onze basis ver- ruimen we door mensen vanuit allerlei hoe- ken aan te trekken en zo hebben we nieuwe mensen in ons bestuur, vanuit verschillende hoeken.

Ook onze structuur is veranderd. Er zijn twee vzw’s de oude vzw Bedevaart naar de graven van de IJzer, daar zit het patrimo- nium in en daarin is de Bedevaart veran- kerd. Zolang er een toren is, is er een bede- vaart, in de zin van een herdenking van de doden. Daarnaast is er een vzw die de drie- ledige boodschap brengt. In die vzw zijn er drie werkgroepen die elk werken rond één van die drie pijlers: Vlaamse emancipatie, museum en vredesproblematiek. En beide vzw’s zijn bevolkt met mensen uit het brede middenveld, dus breder dan de klassieke Vlaamse beweging.

PFS Het volledige interview is te lezen op: www.vvb.org/actueel

De IJzerbedevaart verwisselde de laatste jaren het geweer wel eens van schou- der, als het over de invulling van de Bedevaart ging. “Ze willen er vanaf”, werd hier en daar gezegd, of “ze moffelen het weg in een dag amusement”. We vroe- gen het de voorzitter van het IJzerbedevaartcomité zelf.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

aandacht aanvankelijk gericht op verschillende vormen van horizontale fraude, zoals deze ook in belangrijke mate onderwerp van discussie zijn in de Stuurgroep Financiele

25. Artikel 5 van de Privacywet somt de hypothesen op waarin een verwerking van persoonsgegevens mag worden uitgevoerd. Zo zou de invoering van een smart grid systeem

dat U mij altijd als uw broeder aanneemt, mij steeds weer thuisbrengt bij uw Vader, mij in uw beider Liefde ent. en

druk bezig met tactisch gedrag in de bestrijding van bodemgebonden ziekten en plagen, dat ze minder aandacht zullen hebben voor milieu of geïntegreerde teelt (zie 4.4). Het leerpro-

Pleun: Totdat de juf de klas weer in komt.. sem:

Of wat betekent deze allegorie als de rede toch niet de menner blijkt te zijn die we altijd hebben verondersteld te zijn, als de rede van zijn voetstuk tuimelt.. Het zou een

Deze handleiding geldt uitsluitend voor kristallijnen zonnepanelen van de firma Q CELLS die onder punt "2.1 Technische specifi- caties" gedefinieerd zijn.. Q CELLS is

patiëntentoer, wisselhouding geven, incontinentiemateriaal vervangen, alles wegnemen bij patiënten die nuchter moeten zijn, parameters nemen waar nodig, IV therapie, infusen