• No results found

leuvens dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "leuvens dialect"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

leuvens dialect

Dit woordenboek leuvens bevat 59 gezegden, 698 woorden en 10 opmerkingen.

59 gezegden

∙ Broeders der Christelijke Scholen (slabbetjes) - Slabberdoekskes (school)

∙ dat is allemaal jaloezie - das allemoë zjaloezenettegoat en biskandoëse

∙ Dat is dikke pech hé - dades tègenaa gat gesnieft

∙ Dat is een heel domme man / vrouw - Diene / diej es te stoem om oan een koei heur gat goan HOLA te roepe!

∙ dat is gemakkelijk te doen - dad es e floikke van ne cent

∙ Dat is voortreffelijk gedaan hé vriend - D'As in gien pan gecheite hé brie

∙ Die heeft een grote boezem - Daa ie nogal nen balkon

∙ Die is nogal ijdel - Doa ie veel jaare on eir gat

∙ doen alsof je neus bloedt - eu van stumme piej aave

∙ een brave goedzak - nen brave lebbes

∙ een domme redenering - e rezonnement (ge) lak een polissemoets zonder voejering

∙ Een goed lief vinden - Ne goeie scheir doen

∙ een klop op uw gezicht - een pees op oe bakkes

∙ een lelijk gezicht - ne kop veu hait oep te klieve

∙ foert, kus m'n... - kist m' n pollevies

∙ He broer, dat was nog iets (bewondering) - He brie, da's in gien pan gescheite zelle

∙ Heb je zin in ... - Hedde gij aat in ...

∙ het is juist een engeltje dat op mijn tong pist - tes just een ingelke dat up men tung pist

∙ Hij hangt de beest uit - Ei es zen parette wei on't speile

∙ Hij heeft daar nogal afgezien - Aa ue zenne peire nogal gezien

∙ hij heeft een blauwtje gelopen - Aa es oep nen bek de gaas geloëpe

∙ hij is bang - ei eet en eit in ze gat...

∙ hij is het evenbeeld van zijn vader - 't es ze pèkke gecheite

∙ Hij is overleden, hij is dood - Oe ès Piej Kiek, oe eij zenne paraplie toe getrokke

∙ Hij is ziet er niet uit.... - Hij is nogal een echel gestoten

∙ hij krijgt het niet gedaan of gezegd - ôe kan zen aar ni gelegd krojge

∙ hij kwam niet opdagen op zijn bruiloft - hij roufte

∙ Hij probeert zich beter voor te doen dan hij is - ei probeit oeger te kakke dan ze gat stoot

∙ hij was ervan aangedaan - ou was er van gedaave

∙ Hij zal er goed mee zijn - ei kan er moo goe mei voare....

∙ hij zal er ver mee komen - oa goad er ne kop van kwikke

∙ hij zit meer bij zijn vriend dan bij hem thuis - oë ie nen toois en nen tonzent

∙ Hou u maar in - Aafdu mo e bèkke keut

∙ iemand die in armoede leeft - doine iej giene noogel vei on ze gat te krabbe

∙ iemand met een slordig voorkomen - doine es uuk een eit gestuute

∙ iets goedkoop dat je goed staat - tes just den dievel mè ze moeïke

∙ Ik ga ervan door - 'k zen schampavie

∙ ik heb erge hoofdpijn - ik em ne kop gelak nen blisiejmer

∙ ik heb weer niet geslapen deze nacht - ik em den iele nacht wei zitte wezzele!

∙ In Leuven is het altijd leuk - In Leive on de stoase es er veil ammesoase

∙ je bent zo nieuwsgierig - euve neis krolt wei

∙ je broekspijpen zijn te kort - g'ét wooter in aave kelder

∙ korte metten maken - kette mette moke

∙ magere man - smallen droad

(2)

∙ niet teveel woorden aan vuil maken - ni teveil kakkemoikes onange

∙ Pas dat paar oude schoenen daar - pasdapôraado

∙ u laten gelden - oe kebbere

∙ Uw best doen bij het werk - Aa devoere doen

∙ van ergernis en nijd - van orroje en biskandose

∙ van pas komen - van den tèts komme

∙ Verantwoordelijke uitgever - Verantwoudeloëken oeëtjeiver

∙ ze hebben me weer goed beetgenomen - zemme me wei goe lei

∙ ze moet druppels nemen van de dokter - ze moet lekskes pakke van den doktour

∙ ze zijn onafscheidelijk - ze zen oeët iej (1) gat gecheite

∙ zij / hij is hovaardig - stront wie ee moa geschète

∙ Zij heeft een interessante partij aan de haak geslagen - Z'iet ne goeie sjeir gedon...

∙ Zij is zwanger - Zes teige nen hoek van een ronne tofel geloepe

∙ Zijn gang gaan - Zenne goebbe gon

∙ zit niet zo achter mij aan - loep zo ni achter me gare (goare)

698 woorden

∙ (rol) luik - plaffeteer perscheng

∙ 's morgens vroeg - 's meirges vrig

∙ 's woensdags - goenstoogs

∙ 't wc - 't gemak

∙ aan - on

∙ aangetekende zending - rekkemondei

∙ aanhankelijk kind - een fletskont

∙ aansteker - briket

∙ aap - aop

∙ aardappelen in de schil - vèrrekespetate

∙ aardappelen koken - pataate zoije

∙ aardbei - jeirebijs

∙ aarde - jeir

∙ aars - olleke

∙ aarzelen, twijfelen, niet voortmaken - taffelen

∙ achtbaan - motanjerusse

∙ achteruit rijden - achteroat roa

∙ ademen - ooseme

∙ afzien, lijden - uve peire ziën (zeen)

∙ Allumage (bougie) - Allumaas

∙ altijd op het zelfde doorzeuren - pèzeweive, ne pèzeweiver

∙ appelflap - een bruëktès; (ook Tiens) . Ook "gozet" (in Tienen wordt ook "tattepoem" gezegd. Zou komen van "tarte aux pommes")

∙ archivaris - Arsjevores

∙ asbakken - sanderjes

∙ autoplaat - plak

∙ baard - boad

∙ baas - boas

∙ badjas / avondjas - pingwaar

∙ bakharing - boeksering

∙ bakharing - boeksering of boetserink

∙ bastaard - ne verbasterdeide

∙ bazin - boazin

(3)

∙ bed - venger

∙ beer - bear

∙ behangen - tappeseire

∙ behangpapier - tappeseir papië,

∙ behouden (van) - beave

∙ belangrijkste - prinsepelste

∙ ben - zen

∙ bent - zijt

∙ benzine station - naftpoemp

∙ Bertem - Bjètem

∙ bewegen - boesjeiren boezjeire

∙ bibliotheek - boekerauë

∙ bidden - leize

∙ Bier - Boelemberg

∙ bier - bie

∙ big - kurre

∙ bij hun thuis - tunnest

∙ bij jullie thuis - t'alent

∙ bij jullie thuis - taalest

∙ bij ons thuis - tonzend

∙ bijna - bekan, bekèn

∙ blauw - blaut

∙ blauw oog - een bla oeg

∙ blinde vink - ne vuigel zonder kop

∙ bocht - ne koerp

∙ bolster - chnoester

∙ Bondgenotenlaan - Stoassestroot

∙ bonnetje, afscheurstrip - e soechke

∙ bontmantel - bontefiks / pelse jas

∙ boodschappen - kommisse

∙ Boomstronk - Jeisgat

∙ bord - talloër

∙ bord - talluër

∙ bordeel - kabberdoesjke

∙ borstel - bestel

∙ borsten van een vrouw - tette

∙ bosbessen - krakkebeze

∙ boterham met confituur - buitram me gelai

∙ boven - bouve

∙ braambes - krakkebees

∙ braken - spaave, overgeive

∙ breed - woad

∙ brievenbus - klakker

∙ brievenbus - brievebis

∙ Broden - Broed

∙ broer - brie

∙ buiten - boëte

∙ buitenland - boeëteland

∙ buitenverlichting - boëtefaare

∙ burgemeester - beurgemiëster

∙ café - stammenei

∙ centrale verwarming - sjoffaasj

∙ continu - geduureg on

(4)

∙ cotelet - een kortelet

∙ crimineel aangezicht - lilek bakkes

∙ daar - do

∙ daar wordt ge onozel van - doo wedde kezzel van, do wedde onoazel van

∙ daarna - ternoo

∙ Daarnaast - Dooneffe

∙ daarom - doovei

∙ dadels - doadels

∙ Damiaanplein - kiekemet

∙ Dat is daar een grote wanorde - ' t is doa just bij mie gereel

∙ dat is iets nieuw - das eet nief

∙ dat is voorbij - das gepasseit

∙ de (web) site - de sait

∙ de leiband - de lits

∙ de markt - de met

∙ de pel op een wonde - een rap

∙ de voorruit - de paarbries, veerroat

∙ deken - een seuz

∙ deugniet - chelm

∙ deur - dei

∙ Deurwaarder - Ne Huissié

∙ diarree - den afgank

∙ die man - doane vent

∙ dienstmeid - e maase

∙ dikke, lelijke vrouw - masjoefel

∙ directeur - Derekteir

∙ dit - déés

∙ dobbelstenen - teirlingen

∙ doeleinden - deulènde

∙ dommerik - stuikkes, stoemerik

∙ dommerik, onozelaar - ne stoikes

∙ donsdeken, dekbed - nen eddredon

∙ dood - piejkeek, no de mettekou, de poap out

∙ door - dei

∙ doorspoelen (toiet) - dei sjasse

∙ dorpel - delper

∙ douche - stortbad

∙ Drankenhandel - Braver

∙ droge mond - schmeck bek, draoge smoel

∙ dronken - e stik in zen voëte / e stik in zen kloëte

∙ durft, durven - teit, teire

∙ duwen - dave

∙ dwars - dweis

∙ dwarsdoor - deurendeuij, dei de dei

∙ dwarsdoor de voordeur - derrendei de veidei

∙ dweil - upneimvod

∙ dwingen - pessekweire

∙ eekhoorn - iëkeitel

∙ een - nen

∙ een auto - nen otto

∙ een badpak - ne majo

∙ een bij - e bieke

∙ een boeket bloemen - nen boekei blumme

(5)

∙ een borstel - nen bestel

∙ een broekzak - een tes

∙ een bustenhouder - a tèttegareel

∙ een clisma - een lavement

∙ een corset - een jein, een gene

∙ een egel - è stekelvèrke

∙ een gesprek - ne parol

∙ een hemd - een im

∙ een herentoilet - eenn pisine

∙ een klein stoeltje - e taboerekke

∙ een kleine jongen - ne pagadder

∙ een klets geven - een wabbe geive, een waofel geive

∙ een kletsmajoor - een klapei - e sjeddergat

∙ een klop op uw oog - een voenk op uw oog

∙ een korst - een kest

∙ een kras - een cheir

∙ een lampenkap (je) - e lampadèrreke

∙ een lang gezicht - een poembaksmoel

∙ een mand - een bermits

∙ een neus - ne neis

∙ een notaboekje - ne calpin, e boekske um in te schroave

∙ een onderhemd zonder mouwen voor mannen - een lèfke

∙ een ongehuwde vrouw met een kind (een hage weduwe) - een aoghe weif

∙ een onverzorgd, onhygienisch persoon - nen bo eimer

∙ een oude schuur - een aa shier

∙ een pester - ne minsekloeter, ne koejoneur

∙ Een portie stoofkarbonaden - E puise rinsbrije

∙ een potlood - ne crayon, ne potload

∙ een praatje slaan - lammeire

∙ een preuts meisje - a treizebeizeke

∙ een rare klungel - e vies pateïke

∙ een scharesliep - een sjèresliep

∙ een schooljuffrouw - een schoolmistes

∙ een schooltas - een kalbas

∙ een schrift - ne cajé

∙ een schuchtere - e zèbedeeke

∙ een slimme jongen (eerder spottend) - ne slimzoot

∙ een ui - ne kakkedore

∙ een ui - nen ajouin

∙ een vervelende wijf - een ambetant moeïke

∙ een vleier - ne flèbbereer, ne maaveger

∙ een vrouwelijke koe - een vjeis

∙ Een vuile, besmeurde mens of kind - nen oellenbroeier

∙ een washandje - e bezzeke, a washanke

∙ een watergolf - ne mise en plis

∙ een zak frieten - nen uire frit

∙ een zeemvel - e liejr

∙ een zeurderig persoon - ne pèzewèver

∙ een zuerderig persoon - ne pèzewèver

∙ eens - nekiej

∙ Eet jij graag aardbeien en graag garnalen? - Ette gàa geire jeirebeize en geire jeirenool?

∙ eieren - aare

∙ eind - ènd

(6)

∙ eiskegels=witte rammenas - vrigoepekes

∙ emmer - ierem

∙ emmer - iemer

∙ emmer - eerem of eemer

∙ enkels - vésseme, kneuselle

∙ enkels - vèsseme.

Opm. : "vèsseme" zijn eigenlijk "hielen". Wij gebruiken voor de knobbel aan beide zijden van de enkel het woord "knoessele"

∙ er geen verstand van hebben - er gieën boktanne van hemme

∙ erg dom zijn - zue stuem as e vjeisgat; te stoem veu oon een koeij eur gat "hola" te roepe,

∙ ergens anders - eeverans annes

∙ ergens vertrekken, weggaan - eu ship afkoise

∙ erwtjes en wortelen - ekkes en poekes

∙ escargots - scharregosse

∙ examens - concours, exoamen

∙ expeditie - Ekspediese

∙ fiets - vlò

∙ fietskettingelement - let

∙ flauwvallen - kolk worden, fla valle

∙ flessenopener - aftrekker

∙ Flirten - Flikflakken

∙ flirten - fikkakken

∙ fornuis - e gazevieë

∙ garnaal - geirenoal

∙ garnalen - geirenoot

∙ Ge gelooft dat toch zelf niet! - en al de vliege kwomen er on lekke!, ge geloeft da toch nie

∙ gedaan - gedon

∙ geduld hebben - pochense emme

∙ Geef eens een sigaret. - Geft es een koet...

∙ gegeven - gegoven

∙ gehakt - gekapt

∙ geit - goat

∙ geizer - sjoof bain (chauffe bain)

∙ gek - van lëukke getikt

∙ geld - centen

∙ gelukbrengende eerste klant - e guëd handgift

∙ gemeen - gemaan

∙ gescheten - gesjeite

∙ gesprongen lippen - veroatelde lippe

∙ gevaarlijk - danzjereis

∙ gevaarlijk - prijkeluus

∙ gierigaard - pinnekedin

∙ gildenhof (stadspark) - gillenhof (een Leuvenaar zegt niet gelenhof)

∙ glad - geléttig

∙ glijden - gletsen, gloa

∙ gootsteen - pumpbak

∙ graag - geire, jeire

∙ gras - jes

∙ graten (vis) - vlimme, groaten

∙ gratis - verneet

∙ gratis - verniet

∙ grijs - groaw, groas

∙ groen - grien

(7)

∙ groenten - legimme

∙ Grote Markt - Groete Mèt

∙ haag - oog

∙ haar - oor

∙ hak - pollevie

∙ haken - krosjteren

∙ haken - krosjteire

∙ haken (met wol) - krosjtère

∙ half lange overjas - nen trwakaar (trois-quart)

∙ hallo - allo

∙ hamer - omer

∙ Handbooghof - Ambogof

∙ Handbooghof - amboghof

∙ hard op de tanden bijten (door kind) - oëzer mènnekes moake (ijzer mannekes maken)

∙ hard werken - hèt toekke

∙ haring - iering

∙ hatelijk iemand - nen étfretter

∙ heeft - eid

∙ heel regelmatig - rink on iejn

∙ heel veel - bra, hiel veil

∙ hemd - im

∙ het erg koud hebben - mene rig sloogt uipe en tue van de kaa

∙ het heeft geen zin - tes giejn avans

∙ het is hier erg koud - 't es ee braa kuit

∙ het is hier warm - et es hiej kadei

∙ het leger - den trup

∙ het pootje - het poeke

∙ Het stuur - De volant

∙ het toppunt - den boekei

∙ Het ventiel - De soepap

∙ het voetpad - de brooi

∙ hielen - pollevies

∙ hielen van een schoen - de pollevies

∙ hier - ee

∙ hij heeft een rood hoofd - àa é nè kop gelak nen blusémer

∙ Hij heeft het zitten....hij is het slachtoffer - Aa es den dup, aa iet et on zen flès

∙ hij is te dom om in een koe haar gat hallo te roepen - oie es te stum vij in een koej ijr gat allo te reupe

∙ Hij is zeer gewiekst - aa es dei tien zifte gedon

∙ Hij komt morgen terug werken. - aa komt mèrge vrum werreke

∙ Hij spreekt eentonig door zijn neus - Ei sprekt gelak ene van Sinte Quinte

∙ hijgen - joosakke, hojge

∙ hoesten - basse

∙ hoofddoek voor dames - ne neisduëk, ne foulard (fr)

∙ huid - vèl

∙ huiveren - grizelle

∙ iemand die niks lust - ne krepbaueter

∙ iemand die vlug van mening verandert - ne kazakkendrooier

∙ iemand een loer draaien - iemand e fitsel steike

∙ iemand met veel praats - e gruët licht in e kla stroike

∙ iemand met veel praats - e gruët licht in e kla stroike, e gruëtlawoët

∙ iets door hebben - ieët in 't snoijke emme

∙ iets zit goed - iet es konvenoebel

∙ ik ben gevallen - ik zen menne gubbe gegon

(8)

∙ ik ben heel erg dronken - ik em e goe stik in men kammezuil

∙ ik ben oud - ik ben aid

∙ Ik heb gedaan - kem gedon

∙ ik heb teveel gegeten - ik zen verboeft geite

∙ ik zie je graag - ik zie on aa gêre

∙ ik zie u graag - ik zeen eu geire

∙ in het - int

∙ jaar - joor

∙ januari - janewores

∙ jas - vest

∙ jeuk - jiksel

∙ jong ventje, jong meisje - ne gamein, een gamin

∙ jongeren - jungele

∙ juist daarom - justement

∙ kaal, een kale man - ne klètskop

∙ kaars - keis

∙ kaarten - koote

∙ kaas - kiejs

∙ kachel - stauf

∙ kakken - naar wc gaan - schoate

∙ kalender - nen allemenak

∙ kalender - Almanak

∙ kalf - meute

∙ kapot maken - verdistruweire

∙ kapsel - kalot

∙ kapstok - portemantoo

∙ karspoor - liëse

∙ kast - schaproo

∙ kast - schaproe

∙ kast - schapproeë

∙ kast - schaperau

∙ kat - dakoas

∙ kater - blisieëmer

∙ kelder - nen abriz

∙ kermis - de fuur

∙ kervel - kellever

∙ keuken - keike

∙ keus - kies

∙ kijken - lette

∙ Kikkervisjes - Klabotskoppekes

∙ kip - keek

∙ kittelen - kojkelen

∙ klagen - lammeteire

∙ klein - klaan

∙ klein wasbakje bij toilet - lavvemeinke

∙ kleine wonde - e maijke

∙ kleingeld - sollekes

∙ klever - ne plekker

∙ knap - ferm

∙ knobbel aan de enkel - knoesel

∙ knoeien (eten) - kwêddelen

∙ knoeien, kliederen - kwêddele, brâgele

∙ knuffelen - vernebbele

(9)

∙ koffiekransje - kaffeklèts

∙ koffiezakje - kaffeibes

∙ kolenafval (steen-) - schrammoelle

∙ kolenafval (steen-) - schrammoele

∙ kolenasse - schraboulle

∙ kolenhandelaar - nen oeleboer

∙ kolenkit - oellenbak

∙ Kom waterbekken zwembad - Basseng

∙ komaf mee maken - kette métte mei mooke

∙ kookpot - kastrol

∙ kopje - zjat

∙ kort, korte - ket, kette

∙ Kortrijk-Dutsel - Keutterauek

∙ kotsen - geubele

∙ koud - ka, kuit

∙ koud - ka

∙ koude schotel - kaa pla

∙ kreupelhout - oechele

∙ kruidtuin - botanieken hof

∙ kruiwagen - na kroeëwogel

∙ kuip - basseng (bassin)

∙ kunstgebit - valse tanne of tannebakkes

∙ kwaad - koot

∙ laarzen - bottinen

∙ laarzen - galosje

∙ laatste - léste

∙ ladder - leer

∙ lade, schuif - een loeë, schoeëf

∙ Langs de voordeur binnen en door de achterdeur buiten - dei de veidei dei en zoewe dei dachterdei dei

∙ laten koken - loate zooien

∙ lefdoekje - nondedieuke

∙ lepeltje - leiperke

∙ Leuvense kachel - Leivese stauf

∙ liesstreek - iekenis

∙ lijm - col

∙ Linden - Linge

∙ longontsteking - 't fleirecijn

∙ lucifer - allemekke

∙ lucifer - kretselke; stèkske

∙ lucifers - allemekkes

∙ maaltanden - baktanne

∙ mager - germ

∙ margrietjes - miëzeenekes

∙ markt - met

∙ marsepein - marspei

∙ martelarenlaan - Belvie

∙ meid voor alle werk - schimmelmaase

∙ meikever - vliegevlijger

∙ metalen kuip - nen bassèng

∙ meter (doopmoeder) - pèkke

∙ mijn pantoffels - men moeêle, men sloefe

∙ minnaar - oenaaver

∙ modder - mêus

(10)

∙ mompelen - mummele

∙ mosterd - mostoot

∙ motorfiets - ne mottseklet

∙ motorkap van een auto - Ne kappo

∙ muur - mier

∙ naakt - mojjenoks, moejernoks ("moedernaakt")

∙ Naamse straat - ieverse stroot, nomse stroat

∙ Naamse vest-Ruelensvest - Den Boulevaar

∙ naar - Noo

∙ naar - no.

∙ naast - neffe

∙ naast elkaar - neffen ieën

∙ nachtstoel, toiletstoel - ne kakkedore

∙ nadenken - noopaaze

∙ nagels - noogels

∙ nakijkenn onderzoeken - visanteire

∙ namiddag - Achteneun

∙ navel - nogelenboïk

∙ neef - kozze (kozijn)

∙ neus - neis

∙ neus - vunk

∙ neuskorsten - korinte

∙ nietsnut - poapeplekker

∙ Nieuwrode - Naroë

∙ nochtans - pertèng

∙ nochtans - pertang

∙ nogal koud - bra kaa

∙ nooit - noent

∙ normaal gezien - dei den band

∙ nu woensdag, 's woensdags - e goenstach, 'schoenstoos

∙ onderbroek - kalson

∙ Onderhemdje - E boike

∙ onderhemdje (met korte mouwen) - e normalleke

∙ onderjas - gilee

∙ onderrok, onderkleed - ne combinèson

∙ ongehuwde oudere dame - aa junge dochter, en ä jungkfra

∙ onnozelaar - ne stoikes

∙ onnozele vragen, probleempjes - kakkemoeikes

∙ onozelaar - kwiebes

∙ onverdraaglijk persoon - nen erk

∙ onzin - flaavekil

∙ oog - uëch

∙ oogleden of rolluiken - plaffetuure

∙ oom - noenkel

∙ oor - uër

∙ oorveeg - bazette

∙ op elke mogelijkheid (voorbereid zijn) - up alle valle vei

∙ op het toilet - up d'euske, up d'hoaske gon

∙ op reis gaan - up voajoge gon

∙ op rooftocht gaan - mè de lange lieër oeët gon

∙ op stap gaan - up radaï gon

∙ opgelegde roggevleugels - vis an doebbele

∙ opgelegde vis - vieze andoebele

(11)

∙ opnieuw - vanneir

∙ opschepper - sniézeiker

∙ opstapje - schabelleke

∙ oud - aa

∙ oud brood - aabakke broot

∙ oude man - paikke, nen aa pei

∙ Oude Markt - vrugemet

∙ oude vrouw - aa mei

∙ ouders - aavers

∙ overgeven - jèbelle

∙ overgeven, - spaave

∙ overjas - ne pardesus

∙ overloop - allee

∙ overroepen, schreeuwen tegen iemand - overboefzakken

∙ overschot van opgebrande kolen - schraboelle

∙ Overtrek van een kort kussen - een oërflewijn

∙ Overtrek van een langwerpig kussen - nen oëplink

∙ paard - pjeit

∙ paarden - pjeire

∙ paardestaart - ne pjeirecheit

∙ Pannenkoeken - koekebakkoeke

∙ pantoffels - moale, sloefe

∙ Pater Damiaanplein - de pottekesmèt

∙ penitentienenstraat - pintantienestroot

∙ peren - piere

∙ perskonferentie - pèskoferènse

∙ perziken - pèzze

∙ Pet - Klak

∙ pint - pinke

∙ pissebed - verrekesbiejst

∙ plagen - pessekweire

∙ plezier - ammesoëse

∙ politie - police

∙ portaal bovenaan een trap - den dender

∙ Portie - Peusse

∙ postzegel - nen tember

∙ praline - prannil

∙ proficiat, goed gedaan - alaboneur

∙ pruik - parik

∙ pumps - pollevies

∙ rauw vlees - raa vliejs

∙ regen bij zonneschijn - kerremis in d' hel

∙ regenjas - nen eimpermejabel

∙ remmen - freneijre

∙ reukerwtjes - poitsenteurekes

∙ ringetje met parel - e perlefinneke

∙ Rits van een broek - een spin

∙ ritssluiting - tiret

∙ rode kool - ruë kuuël

∙ Roken - smeure

∙ rolluiken - perchenne

∙ rommel, slechte kwaliteit - kammelot

∙ rosharig iemand - n'rossenoechel

(12)

∙ rubberen laarzen - katsjoeze botte

∙ rusteloos - ongeduureg

∙ rusthuis - sticht

∙ ruzie - lajeir

∙ ruziën - akketakken

∙ salami - sosis

∙ samenkomen - some koame

∙ schaar - sjier

∙ schaatsen - schoaverdijne

∙ Schaatsen - Schoeverdoinen

∙ schaduw - lummerte

∙ scheenbeen - cheine

∙ schommel - zwier

∙ schoolrapport - nen bultein (bulletin, fr)

∙ schop, spade - een ship

∙ schort - ne veschuët

∙ schort - vesschuut

∙ schouw - schaa

∙ Schrijnmakersstraat - Scrensstroat

∙ schrijven - schroëve

∙ schroevendraaier - toernevis

∙ schuifaf - raasaf

∙ schuifaf - tobbegan

∙ secretaris - Sekretores

∙ sinaasappel - appelseen

∙ Sint-Jacobsplein - Biëstemet

∙ Sint-Pieters- Rode - Roi

∙ sjaal - ne sjerp, ne sjal

∙ sla - saloot

∙ slaan - der up kloppe, een wafel rond hun oore, een lammel rond unne kop, nen tunk rond hunne kop, een voenk der up

∙ slabbetjes - slaberdoekskes, smoddervoad

∙ slag - vieëlle

∙ slagen - slooge

∙ slager - biënaver

∙ slapen - sloope

∙ slappe koffie - lora

∙ slecht onthouden - ontaven van 's neunes tot twelev iëre

∙ slenteren - stessele

∙ sleutel - sleiter

∙ sneeuw - sniej

∙ spataders - varissen

∙ spatbord - moosplakke, muisplak

∙ spekrand - een zwes

∙ spiegelei - pjeiruug

∙ spijbelen - brosse

∙ spinazie - spineus

∙ spitten - spaaien

∙ spooroverweg - den barieël

∙ sprokkelhout - scheva

∙ spuit - pekeer

∙ spuwen - spiejke

∙ staanlamp - lampedeir

(13)

∙ staartbeentje - e sjètsbieënke

∙ stadspark - gieelehof

∙ station - stoosse

∙ station - stosse

∙ steenkool - oelle

∙ stekelbessen - knoessele

∙ stekker - prees

∙ step - trottinet

∙ stijfsel - omeldoenk

∙ stoep - brooë

∙ stoep - braa

∙ Stoep (rod huis) - Bra

∙ stoeprand - delper

∙ stof voor matrassen - matrasselaavoot

∙ stofjas - kaspoesjeir

∙ stofjas - kaspoeschère

∙ stofjas - kas (h) poesjeir

∙ Stoofvlees - rinsbreie

∙ storting (geld) - stetting

∙ straat - stroot

∙ strafstudie - ne retenu

∙ straks - astrien

∙ strandslippers - sletse

∙ strelen - fleire

∙ struik - oechel

∙ struiken - oechelen

∙ stuk maken, wurgen, verfommelen - iet of iemand vernèbbele

∙ taart - toot

∙ tafel - toofel

∙ tamelijk - toemeloik

∙ tandarts - tantist

∙ tante - matant

∙ tante - tenge

∙ tas - jat

∙ taxi - sitaks

∙ te veel gegeten - dempig

∙ terug - vrum

∙ terwijl - swenst

∙ theater - Teoter

∙ tochten, het tocht hier! - et trekt ië!

∙ traag en / of besluiteloos zijn - lanterfanten

∙ traag zijn wanneer men zich zou moeten haasten - palillen / lanterfanten

∙ trapje - schabelleke

∙ trede van een trap - treij

∙ trek uw plan - trekt euve ubbel

∙ treuzelen - taffele

∙ trottoir - braa

∙ trouwen - traave

∙ tuchtschool - panchenoot

∙ turnen - jummenas

∙ uil - oeël

∙ uit miserie, uit frustratie - van eureuze, ereuje...

∙ uitverkocht - oeëtverkocht

(14)

∙ uur - iere

∙ uw best doen - eu devuuëre deun

∙ uw broek opsjorren - eu broek oepsjeutten

∙ uw voeten eraan vegen - eu kammezuil onviejgen

∙ vademen - vèsemen

∙ Vader - Voar

∙ van iets aangedaan zijn - 't sjeikke gekapt zen

∙ van iets erg aangedaan zijn - tjekke gekapt zen

∙ Van Monsstraat - Rue Vamons

∙ vast tapijt - tapiplain

∙ veehouder - biejstemarchant

∙ veel bewegen tijdens het slapen - wezzelen

∙ veiligheidsspeld - toedespel

∙ venster - vinster

∙ venster luik - plaffetire (sluit de luiken : doe de plaffetire toe)

∙ venster luik - plaffetire

∙ ver - woad

∙ vereniging - sjoseteit

∙ verkoopster - winkeldochter

∙ verrekijker - een jumèl, jimel

∙ verschillende - tefrente

∙ vertrokken - riebedebie

∙ vertrokken; afwezig; weg - rietepetie (à brides abattu)

∙ vest - kammezeul

∙ viezerik - pottefar

∙ viooltjes - pencékes

∙ vlekje in onderbroek - ammelieke

∙ vliegenraam - jaloezee

∙ Vliegenraam - zift

∙ vlinder - pimpel

∙ vloer - de planchei

∙ voetbankje - schabelleke

∙ voetpad - brooi

∙ volledig - Kompleit

∙ voorlopig - provezwaar

∙ voorstellen - veistelle

∙ vork - verket

∙ vork - vrket

∙ vrederechter - juste peï

∙ vrederechter - justepei

∙ vrijheid - Vroë'oëd

∙ vroedvrouw - verwoores

∙ vroeger - vrigger

∙ vrouw - vraa

∙ vuil persoon - nen oellenbroeier

∙ vuilniswagen - voëlkeir

∙ waar - woo

∙ waarvoor - veiwa

∙ wachtpost - kordegart

∙ wanorde - annekesnest

∙ wasbak - pumbak

∙ washandje - bézzeke

∙ wasspeld - spieke

(15)

∙ wc papier - gemakpapie

∙ Wees nu kalm (tegen kinderen) - aav d' oe piet...

∙ wenkbrauwen - wingsbraave

∙ weten jullie wat dit betekent - sizeloi

∙ wieldoppen op auto - enjoliveurs

∙ wijk (woonwijk) - woëk

∙ winterjas - pardesee

∙ woelen - wezzele

∙ woensdag - goenstdag

∙ wol - sajet

∙ woordenboek - Diksjonêr

∙ woordenlijst - Woudeloëst

∙ worsten - weste

∙ wortel - wuttel

∙ wortelen - puëte

∙ wroeten - vreete

∙ zagevent - zoogbes

∙ zak (op kledingstuk) - tès

∙ zakdoek - tèsneisdeuk

∙ ze viel flauw - ze veel in d'umbacht

∙ zeepaardje - ziejepjekke

∙ zeer mooi, heel duur - t'is in giën pan gescheïte

∙ zeer traag - aane piaane

∙ zelfgerolde sigaret - vetkeske

∙ zenuwen - zeine

∙ Zigeuners, woonwagenbewoners - Bendekerrekes

∙ zijn - zoën

∙ zo gek als iets - zoe zot as een achterdei

∙ zo gek als iets - zue zot as stieleboës

∙ zoals - gelak

∙ zoals het hoort - tegoei

∙ zwanger zijn - in pozeese zen

∙ zwemmen - zwimme

10 opmerkingen

∙ 't ie gesniefd, trekt aa gallosje on, daa trekke gie wooter...

∙ Het enige leuvens dat ik nog spreek nadat mijn ouders besloten om mij in het `schoon vlaams` op te voeden

∙ Rijmpje:

∙ Rond St Jacobplein sprak men de medeklinkers omgekeerd uit bvb : taxi = citax / hesp = heps / emmer

= errem / praline = pranil / wesp = weps

∙ Waar komt het woord studentenkot of nu al kot vandaan? Van studentekoté (studentenkwarier) In de jaren vijftig was een appartement nog altijd e koté.

∙ Wie weet zie ik u daar dan eens lopen. Of het zal volgend seizeon zijn bij de wedstrijd tegen de Antwerp En abonnementen kun je natuurlijk kopen aan het stduiam!

∙ aan het werk.

∙ dit werd gebruikt op de boemekes (fonteinstraat)

∙ nderbrouk et.

∙ ontsteltenis, ontroering, opschudding (G. Marant+)

(16)

Dit woordenboek 'leuvens' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

glas, stookolie, medicijnen, diesel, benzine, glazen fl essen, papier, kaarsen, smeerolie, kolen, lakken, verf, asfalt, tegels, krantenpapier,. kunststof, kleding,

[r]

9 januari 2018 Financial Accounting / EV2 Pagina 6 van 6 Vanaf 2015 kan de winst op de verrichte prestaties niet langer op verantwoorde wijze worden bepaald omdat zowel de kosten

De afdeling productie houdt zich naast het bereiden van het ijs ook bezig het inpakken, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen eigen kunststof 5-liter bakken (voor de

Periodiek vindt door de ontwerpafdeling volgens richtlijnen controle en bijstelling plaats op basis van de ervaringen en nacalculatie (verschillen tussen

kwantumkortingen verleend. Betaling binnen een maand na levering. b) Standaardartikelen in hoeveelheden (veelvouden van 10 c.q. 14 stuks, alle maten van 1 model) worden via

Hun beslissingen bij de acceptatie en continuering van opdrachten zijn de start voor de planning en voortgangsbewaking van alle opdrachten door deze afdeling.. Voor

Wij zijn tevens bereid om de wensen van de raad voor versterking van de recrea- tieve functie van de laad- en loskade bij de Vriezerbrug te betrekken bij de na- dere