GGD Rotterdam-Rijnmond T.a.v. mevrouw Directeur Publieke Gezondheid Postbus LP ROTTERDAM

(1)

> Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen

GGD Rotterdam-Rijnmond T.a.v. mevrouw

Directeur Publieke Gezondheid Postbus 70032

3000 LP ROTTERDAM

Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 5000 www.igj.nl

Inlichtingen bij

Ons kenmerk

Datum 2 september 2020

Betreft Definitief briefrapport toezichtbezoek testen op testlocaties en bron- en contactonderzoek

Geachte mevrouw ,

De Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) heeft uw GGD bezocht op 28 juli 2020. Het bezoek vond plaats vanwege het toezichtonderzoek naar de uitvoering van het testen op de testlocaties en het bron- en contactonderzoek (BCO), bij (mogelijke) besmettingen met het coronavirus. Hierbij ontvangt u het definitieve briefrapport van dit bezoek.

Aanleiding en doelstelling

De coronacrisis vraagt, ook nu nog, veel van zorgaanbieders. De uitbraak van het coronavirus moest worden beteugeld en tegelijkertijd moet aan besmette en niet- besmette mensen, de juiste zorg worden geboden. De GGD is een cruciale speler in deze crisis en voert in opdracht van de gemeenten taken uit op het gebied van infectieziektebestrijding. Op dit moment is de verspreiding van het coronavirus in Nederland afgevlakt, maar moeten we rekening houden met mogelijke oplevingen van het coronavirus.

Vanaf 1 juni jl. zijn de GGD’en verantwoordelijk voor onder meer het testen op de aanwezigheid van het coronavirus van iedereen die zich meldt met klachten. Maar ook de opvolging middels het BCO bij een positieve test uitslag. Beide zijn cruciale randvoorwaarden voor het indammen van een infectieziekte en essentieel om de huidige corona uitbraak in Nederland onder controle te houden. Maar ook om tijdig nieuwe uitbraken van het virus te signaleren. Deze omvangrijke opdracht moesten de GGD’en in zeer korte tijd realiseren.

De inspectie wil met haar toezicht zicht krijgen op de kwaliteit van het testen en het BCO dat door de GGD’en wordt uitgevoerd. Hiermee wil de inspectie bijdragen aan de voorbereiding op eventuele oplevingen van het coronavirus. Met het toezicht op testen en BCO houdt de inspectie, vanuit haar taak om toe te zien op de publieke gezondheid, stimulerend en agenderend toezicht op de 25 GGD- regio’s. Daarnaast voert de inspectie zorgbreed diverse toezichtonderzoeken uit om eventuele zorgbrede knelpunten tijdig te kunnen agenderen.

(2)

Datum

2 september 2020 Ons kenmerk

Methode

Om het toezichtonderzoek bij GGD’en uit te voeren, heeft de inspectie een toetsingskader ontwikkeld. Dit ‘Toetsingskader testen en bron- en

contactonderzoek door GGD’en’, vindt u op onze webpagina Toezicht op testen en BCO bij GGD’en in coronatijd.

De inspectie heeft uw testlocatie Koperstraat 23 te Rotterdam bezocht en de BCO locatie Schiedamsedijk 95 te Rotterdam. De inspectie observeerde hoe de

testafname verliep. Ook sprak de inspectie onder andere met de coördinator(en) en medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de testlocaties en het BCO, met een arts infectieziektebestrijding, met de directieadviseur gemeenschappelijke regeling GGD-Rotterdam Rijnmond, met de Projectdirecteur Corona

uitvoeringsorganisatie en met u. Tijdens het bezoek deed de inspectie dossieronderzoek. Daarnaast heeft de inspectie de toegezonden documenten bestudeerd.

Algemeen beeld

De huidige capaciteit voor de teststraten en het BCO was circa 107 medewerkers, bestaande uit, eigen medewerkers, tijdelijke nieuwe medewerkers, medewerkers via het eigen uitzendbureau van de gemeente en externe inhuur.

De GGD liet sinds kort het BCO deels uitvoeren door het landelijke BCO- belcentrum. De GGD had tijdens het bezoek 5 locaties met 13 teststraten en 2 bussen (mobiele test gelegenheid) voor de afname van testen in gebruik. De GGD maakte ten tijde van het bezoek gebruik van twee laboratoria voor de moleculaire diagnostiek.

Resultaten

In deze brief vindt u de resultaten van het bezoek aan uw GGD en de testlocatie.

De resultaten zijn gerangschikt per thema uit het toetsingskader. Normaliter geeft de inspectie aan in hoeverre wordt voldaan aan een norm. In de huidige situatie is de zorg continu in beweging en worden richtlijnen en normen voortdurend

geactualiseerd. Daarom kiest de inspectie ervoor om aan te geven ‘wat goed gaat’

of ‘wat vraagt om verbetering’. De resultaten geven de situatie weer zoals deze was tijdens het bezoek. De resultaten staan daarom in verleden tijd.

Thema 1. Randvoorwaarden

1.1 Inzet medewerkers is van voldoende capaciteit en kwaliteit Wat gaat goed

De medewerkers teststraat en BCO werden ingewerkt volgens een inwerkplan.

Voor de medewerkers teststraat en BCO waren volgens de gesprekspartners kwalificaties aanwezig. Voor bemonsteraars teststraat werd als eis o.a. genoemd:

minimaal HBO-opleiding in de zorg. Vanuit BCO werd aangegeven dat personeel minimaal aan de volgende eisen moest voldoen: achtergrond gezondheidszorg en/of medisch geschoold, ervaring met toepassing ICT (liefst klantvolgsysteem) en goede gesprekvaardigheden

Het aannamebeleid werd geregeld door de afdeling HR van de gemeente Rotterdam. Afspraken waren gemaakt met het Erasmus Medisch Centrum over

(3)

Datum

continu levering van personen, met name studenten die stage liepen zoals coassistenten.

De regio werd in de week voorafgaand aan het bezoek geconfronteerd met een grote toename van testaanvragen en een aantal clusters van besmette personen.

Op de bezoekdag werden in Rotterdam 1488 testen afgenomen, in de bezochte teststraat 445. Deze forse toename in vergelijking met de weken daarvoor had in de week van het bezoek achterstand opgeleverd in de tijdsduur tussen bellen voor een afspraak en afname van de test maar dit werd al weer ingelopen. Bij de meeste testlocaties werden de openingsuren verruimd en personeel werd gevraagd langer door te werken, mits haalbaar.

Op alle plekken in de organisatie die zich bezighielden met de bestrijding van COVID-19 waren personen aangesteld met een rol als vraagbaak of achterwacht bij vragen en/of problemen, zowel proces- als persoonlijk gerelateerd.

Op al deze plekken was aandacht voor overbelasting en emotionele ondersteuning van medewerkers. De managers en coördinatoren waren zich bewust dat deze pandemie nog enige tijd kon duren. Voor alle medewerkers werd gezocht naar een goede balans tussen werk en privé.

Voor het doorgeven van wijzigingen in werkinstructies werd gebruikgemaakt van WhatsAppgroep, maar dit werd ook gebruikt voor onderling contact om de sfeer luchtig te houden. Alle medewerkers in de teststraat beschikten over een

portofoon, waarmee direct contact kon worden gezocht met de coördinator en/of collega's. Bijvoorbeeld om de HAK-procedure in gang te zetten. Dit stond voor

"Help, agressieve klant". De coördinator en zo nodig locatiebeheerder kwam dan meteen ter plekke om te kunnen de-escaleren.

1.2 Materiële voorwaarden zijn aanwezig Wat gaat goed

Twee keer per week werden de teststraten bevoorraad. Per teststraat werd een voorraad gehouden van 3 tot 4 dagen.

In de bezochte teststraat werd eerder gebruikgemaakt van neusswabs die door burgers als onaangenaam werden ervaren omdat ze te groot waren. Tijdens het bezoek werd gebruikgemaakt van swabs die minder klachten gaven, prettiger ervaren werden en gemakkelijk waren af te breken in plaats van het afknippen met een tang.

In de bezochte teststraat waren knuffelbeertjes en 'diploma's' aanwezig voor kinderen die getest werden.

Medewerkers hadden op moment van het bezoek voldoende materialen voor verzending van de monsters. Het laboratorium haalde 7 dagen per week, maximaal viermaal per dag zelf op de testlocaties de kratten met monsters op.

Medewerkers beschikten over de juiste beschermingsmiddelen. Zij waren bekend met de instructies voor testafname en verzending naar de verschillende

laboratoria. Vanwege zware fysieke belasting wanneer het warmer werd, waren de werkshifts teruggebracht van 2 naar maximaal 1,5 uur per shift. Een medewerker draaide maximaal drie shifts per dag. Tussendoor voerden de medewerkers administratieve werkzaamheden uit of vulde de voorraden van de teststraten aan.

Ook hadden medewerkers toegang tot CoronIT.

(4)

Datum

Medewerkers van het BCO hadden toegang tot HPZone en waren opgeleid om correct in het programma te registreren. Uit het dossieronderzoek bleek dat de registratie juist en volledig was.

1.3 Nieuwe ontwikkelingen worden doorgevoerd in de organisatie Wat gaat goed

Medewerkers gaven aan op verschillende manieren in kennis gesteld te worden van wijzigingen in protocollen en aandachtpunten. Elke ochtend begon met een startbriefing en ook 's middags was nog een debriefing. Wijzigingen werden daarnaast via mail en via WhatsAppgroepen gedeeld. De coördinatoren bespraken wijzigingen nog gedurende hun contacten met de medewerkers.

Thema 2. Kwaliteit

2.1 Doorlooptijden zijn conform afspraken Wat gaat goed

De tijd tussen telefonisch contact en de afspraak voor een test liep in de week voor het inspectiebezoek op door grote aantallen verzoeken om testen. Mensen probeerden de landelijke afsprakenlijn te pakken te krijgen, maar kwamen (lang) in de wacht of kregen geen afspraak bij de juiste teststraat. De GGD Rotterdam Rijnmond handelde dagelijks ongeveer 1500 telefoongesprekken af. Ongeveer 80% hiervan had betrekking op het maken van een afspraak voor de teststraat door burgers die te lang naar hun zin in de wacht stonden bij het landelijke telefoonnummer met een wachttijd tussen de 9 en 30 minuten. Tevens bleek dat de landelijke afsprakenlijn niet goed wist waar de teststraten zich bevonden. Als deze burgers vervolgens de GGD zelf belde leverde dit veel extra werk voor de GGD op.

Communicatie naar de burger bij een positieve test was altijd binnen 48 uur, meestal tegelijkertijd met start BCO. Bij grote drukte en wanneer de testuitslag ‘s middags laat binnen kwam werden de personen nog wel dezelfde dag gebeld over de testuitslag, maar startte het BCO de volgende werkdag.

Bij een positieve test startte het BCO altijd binnen 24 uur, vaak zelfs binnen 12 uur. Dit ondanks dat het aantal positieve testuitslagen in de weken voor het inspectiebezoek sterk steeg (tot boven de 70 per dag) met daaraan gekoppeld grote clusters van soms zelfs meer dan 90 nauwe contacten. In de week voor het bezoek werd voor de eerste keer gebruikgemaakt van landelijke opschaling van het BCO waarbij de index en het bij de index uitvragen van de contacten nog wel door de GGD zelf werden gedaan, maar het nabellen van alle contacten werd overgenomen door het landelijk BCO-callcenter.

De GGD deed structureel een klanttevredenheidsonderzoek naar de testen. De GGD haalde hierbij een hoge score: 8,5.

(5)

Datum

2.2 Risicogroepen en kwetsbare groepen zijn geïdentificeerd en hier wordt actief naar gehandeld

Wat gaat goed

De organisatie had zicht op de belangrijkste instellingen, bedrijven en situaties in hun regio en onderhield hier contact mee. In deze regio werden allerlei specifieke teams ingezet zoals zorginstellingenteam, haventeam etc. Deels bestonden die ook al voor de COVID-19-pandemie.

In de teststraat was een apart spreekuur voor kinderen ingevoerd in perioden dat veel kinderen getest werden waarbij voor de kinderen ook knuffelbeertjes en 'diploma's' beschikbaar waren.

De GGD Rotterdam Rijnmond had twee bussen die ingericht zijn als mobiele testlocatie. Deze konden binnen de regio worden ingezet op plekken waar dat nodig was, bijvoorbeeld bij instellingen of bij clusters die ver van een teststraat verwijderd.

Thuisbemonstering was ook mogelijk. Bij het BCO konden medewerkers tolken inzetten.

Wat vraagt om verbetering

Medewerkers in de teststraat gaven aan dat nog onvoldoende aandacht was voor de grote groep laaggeletterde en/of kwetsbare personen in deze regio. De huidige landelijk beschikbare folders waren niet geschikt om deze groep goed te kunnen voorlichten. Zij pleitten voor een folder met meer en betere pictogrammen. De medewerkers hadden dit wel met coördinatoren besproken, maar hadden geen zicht op wat met deze informatie werd gedaan. De medewerkers hadden geen speciale instructie hoe om te gaan met diverse kwetsbare groepen, zoals dementie, verstandelijk beperkten of anderszins kwetsbare personen. Afnemers namen zelf wel meer tijd voor deze doelgroepen om de test af te nemen.

Thuisbemonstering was ook mogelijk. Bij het BCO konden medewerkers tolken inzetten.

2.3 De kwaliteit van de testen is geborgd Wat gaat goed

De testen werden afgenomen, bewaard en verzonden volgens protocol. De kwaliteit van de testafname werd bewaakt door onder andere de coördinator en arts infectieziektebestrijding tijdens hun regelmatige rondgang langs de

teststraten en gesprekken met medewerkers.

Voor de moleculaire corona diagnostiek (PCR) werd gebruikgemaakt van een laboratorium dat volgens het RIVM voldeed aan de kwaliteitscriteria voor testlaboratorium voor moleculaire SARS-CoV-2-diagnostiek. Tot een week voor het bezoek werd gebruikgemaakt van één laboratorium. Sinds een dag voor het bezoek werd ook gebruikgemaakt van een ander laboratorium. Zo nodig kon nog gebruik worden gemaakt van andere opschalingslaboratoria.

(6)

Datum

In de rondgang teststraat werd aangegeven dat met enige regelmaat

bemonsterde buisjes werden teruggezonden van het lab die niet goed te herleiden waren tot een persoon. Op het moment van het bezoek werd hier onderzoek naar gedaan om na te gaan waar in de keten dit probleem zich voordeed, of dit een probleem van de teststraat was, of door 2e desinfectie van het buisje na bevestigen van de barcode van het lab of nog ergens anders.

Wanneer in de teststraat werd geconstateerd dat een mediumbuisje schimmel bevatte werd de desbetreffende buis verwijderd. Dit was wel doorgegeven aan de fabrikant maar het was niet duidelijk op welke wijze dit signaal verder binnen de GGD werd afgehandeld.

In de teststraat werd gebruikgemaakt van verkeersregelaars c.q.

hostesses/gastvrouwen en -heren (m.n. studenten). Deze medewerkers hadden rechtstreekse contacten met de personen die gebruikmaakten van de teststraat, onder andere bij de controle via de geopende ramen of de te testen persoon op de afsprakenlijst stond en bij verzoeken aan de te testen persoon om aan de

bestuurderskant plaats te nemen, in de auto (als bestuurder of als passagier).

Door deze medewerkers werd geen gebruikgemaakt van PBM terwijl in sommige gevallen werd geconstateerd dat het contact met de te testen persoon minder dan 1,5 meter was.

2.4 De kwaliteit van het BCO is geborgd Wat gaat goed

Het BCO werd uitgevoerd volgens protocol. De kwaliteit van BCO werd geborgd op diverse niveaus. Door BCO-medewerkers, coördinatoren (waaronder artsen (basisartsen en artsen IZB)) vonden controles plaats van de dossiers en werkwijze van de medewerkers. Ook werd een intern datateam ingeschakeld voor analyse van bijzondere clusters. Daarnaast hield een team zich bezig met afsluiten van de dossiers.

Thema 3. Samenwerking

3.1 Afstemming vindt plaats met regionale en landelijke partijen Wat gaat goed

De DPG onderhield een netwerk en had met alle bekende partijen met regelmaat overleg. Alle contacten werden als laagdrempelig bestempeld. Op dit punt werden geen knelpunten ervaren.

3.2 Afstemming vindt plaats in de keten (binnen en buiten de GGD) Wat gaat goed

De GGD had een programmastructuur opgezet voor afstemming intern en extern voor aanpak COVID-19-uitbraak. De GGD had de afstemming tussen GGD, regionale partners zoals artsen, zorginstellingen, kinderopvang, scholen en bedrijven georganiseerd. De GGD ervaarde dat ze gehost werd door de gemeente

(7)

Datum

Rotterdam als positief. Daardoor waren snelle en goede afspraken mogelijk met alle gemeentelijke afdelingen en ondervond de GGD veel medewerking van de gemeente. Een enkele keer werden weleens problemen ervaren met afstemming met (individuele) huisartsen. Met de huisartsenvertegenwoordigers had de GGD goed overleg. Aan de index werd altijd toestemming gevraagd om de huisarts, de bedrijfsarts of de jeugdarts te informeren over de uitslag en hen eventueel voor te lichten over de betekenis daarvan. Tussen testlocatie(s), laboratoria en BCO vond afstemming plaats.

Thema 4. Opschalen

4.1 Opschalen van testen en BCO bij een lokale uitbraak en/of een

‘tweede golf’ van het coronavirus is mogelijk en geborgd Wat gaat goed

De GGD had een regionaal opschalingsplan. Voor het opschalen waren procedures vastgesteld en die werden ook in werking gesteld of konden in werking worden gesteld. De snelheid van toename van aantal testen, positieve uitslagen en grote complexe clusters voor het BCO en dat het zich voordeed aan het begin van de vakantie maakte dat de opschaling achterliep op wat op het moment van het bezoek nodig was. Dit betrof met name clusters vanwege familiebijeenkomsten en studentenfeesten met veel aanwezigen. Naar het idee van de GGD was dat dit een tijdelijk probleem. De benodigde opschaling was in gang gezet.

Het lukte de GGD niet altijd om alle contacten van een index te bereiken, de GGD schreef dit toe aan de hoeveelheid nauwe contacten bij clusters en de bereidheid om mee te werken aan het BCO. Daarnaast wilde een index niet altijd alle nauwe contacten aan de GGD doorgeven.

Door de DPG werd aangegeven dat tweewekelijks werd gemonitord en indien nodig vaker of opschaling nodig was. Daartoe was mede een datateam ingesteld om bestuur van actuele data te kunnen voorzien over aantal testen, aantal positieve uitslagen, aantal clusters, aantal contacten per index en diverse trends.

Dat team kon uitgebreid worden met diverse specialisten als de situatie daar om vroeg. Een voorbeeld was uitbreiding van het team met specialisten van het EMC om door middel van virustypering na te gaan of bij een cluster in een

verzorgingshuis sprake was van een enkele introductie door één index of dat sprake was van multipele introductie door meerdere indexen.

Afspraken waren gemaakt met betrekking tot schepen, vakantiegangers, lage SES, multiculturele groepen, scholen (inclusief universiteiten en hogescholen) etc.

Zo was samen met communicatie en andere partijen een plan opgesteld om religieuze groepen op meerdere manieren en via verschillende kanalen op te roepen zich rond het offerfeest te houden aan de voorschriften om besmetting te voorkomen.

De GGD anticipeerde op het langdurig inzetten van medewerkers voor zowel teststraat als het BCO. Ten tijde van het bezoek werden veel nieuwe medewerkers opgeleid en uitzendbureaus werden al benaderd voor het leveren van meer

personeel. Daarnaast maakte de GGD gebruik van het landelijk BCO-belcentrum.

(8)

Datum

Door de plotselinge grote (op het moment van het bezoek nog niet verwachte) toename van testen, indexen en (grote) clusters voor BCO, liep de organisatie regelmatig achter de feiten aan.

Aanvullend

Tijdens het bezoek van de inspectie is in de gesprekken met verschillende GGD- medewerkers ook aanvullende informatie opgehaald die niet getoetst werd in het toetsingskader, maar die de inspectie waardevol vindt om mee te nemen.

Het gaat zowel om knelpunten, “lessons learned”, als handreikingen voor andere GGD’en. Hieronder vindt u daarvan een weergave.

• Tijdsduur voor communicatie naar burger bij een negatieve test (door landelijk callcenter) liep vaak op tot >48 uur (landelijk probleem). Deze mensen belden dan vaak naar de GGD om het resultaat van hun test te vernemen.

• De medewerkers van de teststraat en de coördinatoren gaven aan dat het landelijk callcenter onvoldoende topografische kennis aanwezig is. Met regelmaat werd geconstateerd dat aanvragen bij de verkeerde locatie werden aangeboden. Dit leidt tot ongewenste situaties waarbij mogelijk besmette mensen langdurig moesten reizen om bij de aangewezen teststraat te komen.

• De inrichting van de testlocatie maakte dat er een snelle doorloop was en er geen sprake was van filevorming buiten de testlocatie op straat. Er was een duidelijke scheiding tussen testen vanuit auto's en voetgangers. Fietsen en brommers konden op een aparte plek op het terrein gestald worden en die mensen werden vervolgens via de voetgangerslijn geleid.

• Het werd de GGD duidelijk dat niet elke persoon met klachten zich liet testen.

Medewerkers van BCO maakten zich ernstig zorgen dat relatief veel mensen zich in de verschillende fases van het BCO niet aan de geadviseerde

maatregelen hielden. De DPG zag hier een gevolg van het versoepelen van de maatregelen.

• Deze regio had ervaring met en ruimschoots aandacht voor richtlijnen omtrent havengebied en luchthavengebied. De GGD had regelmatig overleg met havenmeester en immigratiedienst. De GGD volgde een landelijk protocol hoe om te gaan met personen die gebruik hadden gemaakt van een vliegtuig in hun besmettelijke periode. Dit protocol blijkt echter door diverse

luchtvaartmaatschappijen onjuist of onvolledig nageleefd te worden. Met name de crew wordt vaak niet gezien als risicopersoon voor besmetting ondanks dat de crew vaak langdurig in de buurt van de index binnen het vliegtuig verblijft.

• Door de DPG werd aangegeven dat landelijk veel misverstanden bestaan over de rol van de GGD. De GGD is adviseur en geen beleidsmaker. Maar ook moet discussie plaatsvinden over welke taak/taken de GGD op de middellange termijn moet uitvoeren. De GGD is prima in staat gebleken om op korte termijn uitgebreide en goed lopende teststraten op te zetten, maar diagnostiek is geen kerntaak van de GGD. Dat kunnen andere partijen als huisartsenlaboratoria ook. Voor hen is het wel een kerntaak. Die hadden dit echter nooit zo snel op kunnen zetten. BCO is wel een kerntaak van de GGD.

• Door de DPG werd aangegeven dat veel meer macro moet worden gekeken dan micro, ook door media en de politiek. Zij gaf als voorbeeld de discussie over mondkapjes.

(9)

Datum

Conclusie

De inspectie ziet dat u in de afgelopen maanden hard heeft gewerkt aan de

organisatie van het testen en BCO, daar heeft zij veel waardering voor. U leest dat terug onder de kopjes ‘wat gaat goed’ in de paragraaf resultaten. Op enkele punten ziet zij nog verbetermogelijkheden. U heeft in de paragraaf resultaten onder de kopjes ’wat vraagt om verbetering’ kunnen lezen welke dit zijn.

Vervolg

De inspectie verwacht dat u invulling geeft aan die aandachtspunten die de inspectie heeft vastgesteld, mede met het oog op een mogelijke toename van besmettingen met het coronavirus in de komende periode, waarbij opnieuw opschaling van uw organisatie nodig is.

Naast de bezoeken aan alle GGD’en, spreekt de inspectie met landelijke partijen, inventariseert zij hoe burgers het testen en BCO ervaren en zal een uitvraag bij de analyserende laboratoria plaatsvinden. Mogelijk komen daar nog aandachtpunten voor uw of alle GGD’en uit naar voren. Die deelt de inspectie na de zomer in haar eindrapportage met daarin het geaggregeerde beeld van alle bezochte GGD- regio’s. De publicatie daarvan is tegelijk met het openbaar maken van dit

vastgestelde briefrapport. Hiermee rondt de inspectie het toezichtonderzoek bij uw organisatie af.

Knelpunten die u heeft benoemd tijdens het inspectiebezoek die niet binnen het handelingsperspectief van uw GGD liggen, zal de inspectie waar mogelijk opnemen in het geaggregeerde eindrapport.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Als u nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met de projectleiders Toezicht op testen en BCO: . U kunt hen bereiken via het e-mailadres .

Met vriendelijke groet,

, coördinerend specialistisch inspecteur , senior inspecteur