Archeologienota
GENK (Zwartberg-Zuid),
Zonnebloemstraat - Zaveldriesstraat
PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Projectcode: 2019D106
Historisch en Archeologisch Advies, Studies en Toegepast onderzoek
Rik van de Konijnenburg, Grauwe Torenwal 6/00/1, B-3960 Bree (BE)
Mob. 0496 209 018 - e-mail:
rik.vandekonijnenburg@telenet.be
Verwijzing: VAN DE KONIJNENBURG, R.,(2019), Genk (Zwartberg-zuid), Zonnebloemstraat – Zaveldriesstraat, verslag van de resultaten van het archeologisch bureauonderzoek, Haast- rapport 2019-20, D/2019/12654/20
© 2019 HAAST bvba, Grauwe Torenwal 6/00/1, B-3960 Bree
Foto's: HAAST – Rik vd Konijnenburg (tenzij anders vermeld) Tekeningen: HAAST (tenzij anders vermeld)
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.
Wettelijk depot: D/2019/12654/20
Copyright reserved. No part of this publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without the permission from the publisher.
Coverfoto: luchtfoto uit 2018 met projectie van de aan te leggen paden, pleintjes en parkeerplaatsen © geopunt.be
INHOUD
Programma van maatregelen
1. Administratieve gegevens
2. Aanleiding van het vooronderzoek 3. Advies
4. Lijst met afbeeldingen
5. Bibliografie
PROGRAMMA VAN MAATREGELEN 1. Administratieve gegevens
Projectcode 2019D106
Actoren Rik van de Konijnenburg
OE/ERK/Archeoloog/2015/00041 Kempisch Tehuis cvba
Locatie
Provincie Limburg
Gemeente Genk
Deelgemeente Zwartberg (Zwartberg-zuid)
Site Zonnebloemstraat - Zaveldriesstraat
Kadastrale gegevens Crft fig. 2 met gedetailleerde percelenlijst Oppervlakte onderzoeksgebied 7982 m² (totaliteit alle betrokken percelen) Kadastraal percelenplan Zie fig. 2
Topografische kaart Zie fig. 3 Begindatum onderzoek 1/05/2019
Einddatum onderzoek 6/05/2019
Relevante termen thesauri OE bureauonderzoek
Bounding Box:
Fig. 1: Bounding Box
Kadastrale gegevens:
Fig. 2: Kadastraal uittreksel dd. 06/04/2019 © cadgis viewer
2. Aanleiding van het vooronderzoek
Beschrijving van de geplande werken
1 De geplande werken omvatten twee fasen:Afbraak tot in de funderingen van 5 garageblokken waarvan 3 in blok A, 1 in blok B en 1 in blok C (voor de indeling in blokken, cfrt fig. 2, kadasterplan)
Aanleg van waterdoorlatende verhardingen/paden tussen de verschillende woonblokken en heraanleg van de groenzones met behoud van de bestaande aanplant van bomen.
De woonwijk dateert uit de jaren 1960 en later werden achter de woonhuizen garageblokken gebouwd. Die garages zijn ondiep gefundeerd op betonnen, gegoten strookfunderingen met een betonnen vloerplaat. Daarop is in baksteen verder gebouwd. De paden naar die garageboxen zijn aangelegd in grind met een onderlaag in gemalen steenslag. Omdat het geheel een eerder “wanordelijk” uitzicht geeft aan de wijk, is het de bedoeling om doormiddel van de aanleg van nieuwe paden en het heraanleggen van de graszones/groenzones, de wijk op te waarderen.
Er wordt géén nieuwe riolering aangelegd. Voor de paden is volgende technische directieve uitgeschreven op de plannen:
Aanleg paden en parkings:
- Waterdoorlatende betonstraatstenen 220/220/100 mm, antraciet - Bed van granulaatmengsel 0/6,3 (E=4 cm)
- Steenslagfundering met continue korrelverdeling zonder toevoegsel (E=20 cm)
De maximale verstoringsdiepte voor de aanleg van paden en parkeerplaatsen bedraagt 35 cm. De paden zijn gemiddeld 2 m breed, de aanritten naar de parkeerplaatsen zijn 2,80 m tot 5 m breed met aanleg van insteekparkeerplaatsen en parallelparkeerplaatsen. De parkeerplaatsen worden in een donkerdere kleur straatstenen aangelegd dan de paden en pleintjes.
Voor de aanleg van de groenzones worden de bestaande bomen en struiken zoveel als mogelijk behouden. In blok A zullen drie bomen verwijderd worden waarvan 1 behorende tot het openbaar domein. In blok B zal 1 boom gekapt worden en in blok C een hoek met struiken en enkele kleinere bomen.
De woningen zullen gerenoveerd worden, maar dit is enkel intra muros. Het buitenaanzicht van de woningen zullen niet verbouwd worden. Elke woning is momenteel ook al aangesloten op alle soorten nutsleidingen hetgeen inhoudt dat met de aanleg van paden en groenzones geen grondwerken zullen gebeuren voor de aanleg van riolering of andere nutsleidingen.
3. ADVIES:
Argumentatie:
Uit de bestaande bronnen konden geen indicaties worden afgeleid wat betreft mogelijke archeologische waarden en archeologisch potentieel binnen/van het projectgebied. Tot in de tweede helftvan de 20ste eeuw was het gebied een heidegebied dat enkel verstoord werd door paden die het gebied doorkruisten. Uiteraard had de ontwikkeling van de steenkoolmijnen ook haar invloed op het gebied, maar tot de bouw van de kolenslagcité eind jaren 1950 bleef de zone waarin het projectgebied ligt onaangeroerd. Wel blijkt uit de luchtfoto’s en topografische plannen, met name de luchtfoto uit 1952 (fig. 19)2 en de topografische kaarten uit 1950-1970 (fig. 18)3 dat de heide én de
1 voor de plannen verijzen we naar de archeologienota pagina 9
2 Fig. 19 bureauonderzoek pag. 21
3 Fig. 18 bureauonderzoek pag. 20
zandduinen die in het gebied voorkwamen, meer dan waarschijnlijk (sterk) afgeplagd en afgevlakt werden voor de bouw van de wijk binnen het projectgebied samen met de aanleg van wegenis, nutsleidingen en tuinen.
Het terrein biedt momenteel een zeer vlak uitzicht en wordt doorkruist door ingerichte en aangelegde tuinen, sterk aangereden grindpaden, geasfalteerde paden met in het tracé van de paden deksels van inspectieputten van de riolering. Aanwijzingen voor andere nutsleidingen zijn bovengronds niet direct zichtbaar of aangeduid, maar uiteraard zijn er ook al bodemingrepen gebeurd voor het aanleggen van elektriciteits- en waterleidingen.
Het projectgebied, beperkt tot de bouwzone, was aanvankelijk deel van de heide en bleef tot midden 20ste eeuw ongerept. Eind jaren 1950 werd het terrein bouwrijp gemaakt voor de bouw van een wijk die een onderdeel is van de kolenslagcité op Zwartberg-zuid, een deelkern van de gemeente Genk.
De geplande werken hebben ons inzien weinig of geen invloed op de oorspronkelijke bodemopbouw en het eventueel aanwezige bodemarchief aangezien het oorspronkelijke microreliëf en de oorspronkelijke
bodemopbouw van het terrein in het verleden, tweede helft 20ste eeuw, meer dan waarschijnlijk (sterk) afgevlakt is. Het oorspronkelijke heide- en duinenlandschap moest plaatsmaken voor woningen, paden en tuinen.
Bovendien, het tracé van de aan te leggen paden volgt in de meeste gevallen het tracé van de huidige grindpaden waardoor de aanleg van die paden beperkt is tot een uitgraven van de bestaande verharding en vervangen of zelfs heraanwenden van de steenslag voor de nieuwe bestrating. De aanzetdiepte van de
steenslagfundering voor de bestrating in waterdoorlatende betonstraatstenen is daarbij beperkt tot maximaal 35 cm onder het huidige maaiveld.
Advies:
Aangezien heel het bedreigde terrein kan beschouwd worden als een reeds matig tot sterk verstoorde zone, sterk omwille van de aanleg in het verleden van rioleringen, matig omwille van de aanleg van grindpaden, bouwrijp maken van terreinen en aanleg van groenzones en tuinen, en omdat de geplande bodemingrepen beperkt blijven tot de aanleg van paden, pleintjes en parkeerplaatsen waarbij de bodemingreep beperkt blijft tot maximaal 35 cm onder het bestaande maaiveld, waarbij het tracé van de aan te leggen paden en pleintjes en parkeerplaatsen voor een groot deel een vervanging is van de huidige grindpaden, wordt via het programma van maatregelen geadviseerd het projectgebied vrij te geven van verder archeologisch onderzoek.
Bovendien is de aangeduide oppervlakte aan percelen op de plannen opgenomen in dit verslag en in de bijlagen groter dan het uiteindelijke tracé van de aan te leggen paden en pleintjes (cfrt fig. 4 en fig. 26). Archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem binnen het tracé van de paden en pleintjes zal enkel maar een zeer
vertekend en sterk fragmentair beeld kunnen opleveren van mogelijk aanwezige archeologische waarden. Verder archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem zal geen substantiële kennisvermeerdering inzake de
archeologische kennis van het gebied opleveren, ook daarom wordt geadviseerd het terrein vrij te geven van verder archeologisch onderzoek.
Dit ontslaat de aannemer/bouwheer echter niet van zijn verplichtingen.
De aannemer/uitvoerder van de werken is gehouden aan de meldingsplicht van archeologische vondsten. Deze melding van archeologische toevalsvondsten is wettelijk verplicht. De context zit vervat in artikel 5.1.4 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
De vinder is verplicht om de vondst binnen de drie dagen te melden aan het agentschap
Onroerend Erfgoed en beschermt de vondst en haar vindplaats tot tien dagen na het vinden.
Verstoorde zones:
Fig. 3: verstoorde zone
4. Lijst met afbeeldingen
Fig. 1: Bounding Box
Fig. 2: Kadastraal uittreksel dd. 23/04/2019 © cadgis viewer Fig. 3: verstoorde zone
5. Bibliografie
HANECA, K., DEBRUYNE, S., VANHOUTTE, S., ERVYNCK, A., 2016, Archeologisch vooronderzoek met proefsleuven.
Op zoek naar een optimale strategie, Onderzoeksrapport agentschap Onroerend Erfgoed 48, Brussel, agentschap Onroerend Erfgoed - Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid, Beleidsdomein Ruimtelijke
Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
Geraadpleegd via: https://www.onroerenderfgoed.be/actueel/nieuws/onderzoeksrapport-archeologisch- vooronderzoek-proefsleuven-strategie/