• No results found

ONDERWIJSHUISVESTING O2A5 DE STAND VAN ZAKEN EN EEN BLIK VOORUIT. Arkel, september 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ONDERWIJSHUISVESTING O2A5 DE STAND VAN ZAKEN EN EEN BLIK VOORUIT. Arkel, september 2021"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

ONDERWIJSHUISVESTING O2A5

DE STAND VAN ZAKEN EN EEN BLIK VOORUIT

Route:

Staf 13 september 2021

Bestuur (voorlopig besluit) 23 september 2021 Directieoverleg (advies) 23 september 2021 GMR (advies) 28 oktober 2021

Bestuur (definitieve vaststelling) 11 november 2021 Raad van Toezicht (goedkeuring) 9 december 2021 Arkel, september 2021

(2)

2

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING

2. BELEIDSKADERS

2.1 Juridisch kader: wet- en regelgeving 2.2 Eigendom

2.3 Ontwikkelingen

3. ANALYSE ONDERWIJSHUISVESTING 3.1 Capaciteitsanalyse

3.2 Huisvestingsanalyse per cluster 4. DE HUISVESTINGSAGENDA 5. BIJLAGEN

5.1 Overzicht leerlingenprognose basisonderwijs

5.2 Notitie “Ventilatie op scholen, maart 2021” en notitie “Uitwerking notitie ventilatie op scholen”

(3)

3

1. INLEIDING

Onderwijs is de sleutel voor de ontwikkeling van een kind én van de

samenleving. Een kind dat goed onderwijs krijgt, krijgt kansen voor de toekomst.

Onderwijshuisvesting is een belangrijke randvoorwaarde voor goed onderwijs.

Goede onderwijshuisvesting heeft immers een positief effect heeft op het gedrag, welbevinden en leerproces van de leerlingen en leerkrachten die het gebouw dagelijks gebruiken.

Voor de bekostiging van de onderwijshuisvesting heeft O2A5 te maken met twee geldstromen: voor beheer, onderhoud en exploitatie van de schoolgebouwen ontvangt O2A5 van het ministerie van OCW bekostiging. Voor de bekostiging van (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding, eerste inrichting, herstel

constructiefouten en schades en het bewegingsonderwijs zijn de gemeenten verantwoordelijk. O2A5 heeft voor de onderwijshuisvesting te maken met drie gemeenten, te weten de gemeente Molenlanden, de gemeente Vijfheerenlanden en de gemeente West-Betuwe.

In deze notitie wordt een beeld geschetst van de huidige en toekomstige

huisvesting van de scholen van O2A5, het landelijke en lokale beleidskader met betrekking tot onderwijshuisvesting alsmede de toekomstige ontwikkelingen en aandachtspunten. De in de notitie opgenomen huisvestingsagenda geeft een overzicht van zaken die de eerstkomende jaren spelen en om nadere actie vragen.

De notitie is opgesteld in overleg met de directeuren, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de Raad van Toezicht en vervangt het

“Huisvestingsplan scholen Stichting O2A5” dat dateert uit de beginperiode van O2A5. De notitie zal jaarlijks in september in samenhang met de update van het meerjaren onderhoudsplan worden geactualiseerd.

2. BELEIDSKADERS

2.1 Juridisch kader: wet- en regelgeving 2.1.1 Zorgplicht

Gemeenten hebben op het gebied van onderwijshuisvesting een zogeheten zorgplicht. De onderwijswetgeving stelt dat een gemeente dient te voorzien in adequate huisvesting voor het primair onderwijs. De voorzieningen in de huisvesting waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, zijn vastgelegd in de wetgeving. Daarbij gaat het onder andere om (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding en herstel van constructiefouten. Het onderhoud (binnen- en

buitenkant) en de exploitatie van schoolgebouwen is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Hoewel renovatie (nog) niet wettelijk is geregeld wordt door de drie gemeenten in hun Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs (IHP’s) hier al wel op vooruit gelopen.

2.1.2 Verordening

De uitvoering van de gemeentelijke zorgplicht wordt geregeld via een juridisch instrument, de verordening. Op grond van de Gemeentewet (artikel 149) en de Wet op het Primair Onderwijs (artikel 102) is de gemeenteraad verplicht bij verordening een regeling op te stellen. De verordening is de basis voor het gemeentelijk onderwijshuisvestingsbeleid en regelt uitgangspunten voor onder

(4)

4

andere de voorzieningen die schoolbesturen kunnen aanvragen bij een gemeente, criteria voor het toetsen van deze aanvragen en procedurele afspraken.

Voor deze “lokale spelregels” heeft O2A5 te maken met de volgende documenten:

• Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Molenlanden 2019, door de gemeenteraad van Molenlanden vastgesteld op 2 april 2019;

• Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Vijfheerenlanden 2021, door de gemeenteraad van Vijfheerenlanden vastgesteld op 15

december 2020;

• Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente West-Betuwe 2020, door de gemeenteraad van West-Betuwe vastgesteld op 3 maart 2020.

De drie verordeningen zijn gebaseerd op de modelverordening van de VNG. De VNG heeft in november 2020 een aangepaste modelverordening gepubliceerd.

De aanpassingen, die o.a. betrekking hebben op de afschaffing van de gewichtenregeling in het basisonderwijs, zijn nog niet verwerkt in de drie

gemeentelijke verordeningen. In de gemeente Vijfheerenlanden wordt in overleg met de schoolbesturen, op dit moment de aanpassing van de verordening

voorbereid. De gemeenten Molenlanden en West-Betuwe zullen op een later moment volgen.

2.2 Eigendom

Het eigendom van de schoolgebouwen is wettelijk geregeld. Uitgangspunt is dat het schoolbestuur juridisch eigenaar is van het schoolgebouw en de gemeente het economisch claimrecht heeft. Onder juridisch eigendom moet worden verstaan het eigenaar zijn van terrein en opstallen zoals beschreven in het Kadaster. Onder economisch claimrecht moet worden verstaan het van rechtswege vervallen van het juridisch eigendom aan de gemeente als het gebouw niet meer voor onderwijsdoeleinden wordt gebruikt. Achterliggende gedachte van deze constructie is dat de gemeente de realisering van de

schoolgebouwen financiert. Het economisch claimrecht van de gemeente beperkt het juridisch eigendom van het schoolbestuur in die zin dat het schoolbestuur een schoolgebouw niet mag vervreemden of, zonder toestemming van de gemeente, het gebouw mag bezwaren met een zakelijk recht. De

onderwijswetgeving gaat ervan uit dat de (toekomstige) juridisch eigenaar van het schoolgebouw ook optreedt als bouwheer/opdrachtgever. Daarvan kan, op verzoek van het schoolbestuur, worden afgeweken. In sommige gevallen wordt ervoor gekozen de gemeente bouwheer/opdrachtgever te laten zijn. Na

oplevering van het gebouw wordt de eigendom dan aan het schoolbestuur overgedragen.

Voor het in stand houden van het schoolgebouw en de zorg voor de veiligheid van de leerlingen, leerkrachten en ouders is de juridisch eigenaar

verantwoordelijk. Deze verantwoordelijkheid staat los van de vraag wie verantwoordelijk is voor het bekostigen van een voorziening.

De eigendomssituatie van de schoolgebouwen van O2A5 wijkt af van

bovenstaand algemeen beeld. Van het merendeel van de schoolgebouwen is O2A5 namelijk géén juridisch eigenaar. Het gaat hier om gebouwen die, naast huisvesting aan scholen van O2A5, ook huisvesting bieden aan scholen van andere besturen, kinderopvang en/of andere maatschappelijke organisaties. De afspraken over beheer, onderhoud en exploitatie van bovenstaande

(5)

5

schoolgebouwen zijn neergelegd in de tussen eigenaar en O2A5 gesloten gebruiksovereenkomsten.

Uitgangspunt voor O2A5 is om van zo min mogelijk gebouwen juridisch eigenaar te zijn en om zo min mogelijk belast te zijn met de exploitatie en het beheer van schoolgebouwen. Onderwijshuisvesting is geen corebusiness.

2.2.1 Een overzicht van de eigen gebouwen

O2A5 is juridisch eigenaar van de volgende 12 schoolgebouwen:

Cluster School

Giessenlanden Het Tweespan, Dr. Van Linden Tolstraat 1, Schelluinen*

Giessen-Oudekerk, Oudkerkseweg 70, Giessen-Oudekerk Leerdam De Sterrenkijker, Drossaardslaan 72, Leerdam

De Sterrenkijker, Koningin Wilhelminalaan 17, Kedichem Het Mozaïek, Tiendweg 90, Leerdam

De Hobbitstee, Prinses Irenelaan 2-a, Leerdam Molenwaard De Ammers, Lijsterstraat 35-b, Groot Ammers

De Boomgaard, Kerklaan 11, Streefkerk De Stapsteen, Lindenstraat 3, Bleskensgraaf

Vianen-Zederik De Gaard, locatie Meester Vos, Bongerd 2, 4124 AK Hagestein Kindcentrum Werelds, Het Slijk 7, 4133 EA Vianen

De Springplank, Burg. Sloblaan 14, Meerkerk

*Tot medio november 2021

Het aantal gebouwen waar O2A5 eigenaar van is zal op termijn verder

teruglopen, omdat bij de realisering van nieuwbouwprojecten (in verband met het gebruik door meerdere partners) voor een andere eigendomssituatie zal worden gekozen. Dit is in ieder geval aan de orde voor de toekomstige

huisvesting van Het Tweespan Schelluinen en OBS Giessen-Oudekerk. Maar het is niet uitgesloten dat op termijn dit ook voor de huisvesting van De Ammers, De Stapsteen en De Springplank gaat gelden.

2.2.2 Een overzicht van de niet-eigen gebouwen.

Cluster School Eigenaar

Giessenlanden De Lingewaard, Harpstraat 13, Arkel Klim-op, Dirk IV plein 35, Hoornaar Het Tweespan, Giessenlaan 26, Giessenburg

Den Beemd, Schoolstraat 3E, Hoogblokland

Gem. Molenlanden Gem. Molenlanden Gem. Molenlanden

Stg. Exploitatie De Tilgroep Leerdam De Wilgenhoek, Tiendweg 11a, Leerdam Gem. VHL

Molenwaard De Knotwilg, Waterlinie 2, Nieuwpoort De Tuimelaar, Raadhuisplein 1, Nieuw- Lekkerland

Gem. Molenlanden Gem. Molenlanden Lingewaal De Zandheuvel, Leerdamseweg 1,

Asperen

De Schatkist, Achterweg 35, Herwijnen De Rietput, Leijenburgplein 2a, Heukelum

LOGOS LOGOS LOGOS Vianen-

Zederik De Gaard, locatie Tijl Uilenspiegel, Grote

Geusplein 2, Vianen Lekstede Wonen

(6)

6

De Gaard, locatie Meester Vos, THV2 De Vlindertuin, Liesveldweg 65, Ameide Prinses Wilhelmina, Gregoruslaan 42, Lexmond

Gem. VHL Gem. VHL Gem. VHL

De afspraken over beheer, onderhoud en exploitatie van de niet-eigen schoolgebouwen zijn neergelegd in de tussen eigenaar en O2A5 gesloten gebruiksovereenkomsten. In deze overeenkomsten is geregeld dat O2A5 (ter dekking van de exploitatiekosten van de gebouwen) de rijksvergoeding materiële lumpsum overdraagt aan de eigenaar.

2.3 Ontwikkelingen

2.3.1 Landelijke publicaties en ontwikkelingen

De afgelopen jaren is landelijk een aantal rapporten/publicaties over de onderwijshuisvesting verschenen. Hieronder een kort overzicht.

- Rapport Algemene rekenkamer: Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs, de praktijk gecheckt

In het door de Algemene Rekenkamer (ARK) in februari 2016 (maar nog steeds actuele) uitgebrachte rapport “Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs, de praktijk gecheckt” wordt geconstateerd dat de kwaliteit van de

onderwijshuisvesting vaak tekortschiet. De gescheiden geldstromen via gemeenten en Rijk zorgen voor het ontbreken van de juiste prikkel voor adequate huisvesting: gemeenten zijn verantwoordelijk voor de nieuwbouw, scholen voor het onderhoud. Daarnaast is de financiering voor nieuwbouw en exploitatie te krap, stelt de ARK. Het geld dat scholen via de lumpsum ontvangen neemt af vanwege de leerlingendaling, maar de huisvestingslasten nemen

uiteraard niet evenredig af. Bovendien stellen passend onderwijs en IKC- ontwikkeling andere eisen aan schoolgebouwen waar in de financiering onvoldoende rekening mee wordt gehouden.

Een ander kritiekpunt van het rapport op het huidige stelsel is dat het zich focust op de korte termijnresultaten (jaarcyclus) in plaats van een

meerjarenperspectief. De ARK doet de aanbeveling om de gemeentelijke integrale huisvestingsplannen zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de vierjarige raadsperiode van gemeenten.

- Voorstel VNG, PO-raad en VO-raad

Naar aanleiding van het advies van de ARK heeft “de commissie Nijpels” (een bestuurlijke commissie van de PO-Raad, VO-raad en VNG) een voorstel

ontwikkeld dat in december 2016 bij de staatssecretaris van OCW is ingediend.

Het voorstel beschrijft een aantal maatregelen die de gezamenlijke

verantwoordelijkheid van gemeenten en schoolbesturen voor (de kwaliteit van) onderwijshuisvesting moet borgen. Dit voorstel op hoofdlijnen is nader

geconcretiseerd in het rapport “Concretisering Huisvestingsvoorstel PO-raad, VO- raad en VNG” d.d. 13 april 2018. Vraag van de brancheorganisaties aan de minister van OCW is om de in dit rapport uitgewerkte voorstellen te verankeren in de wet.

De voorgestelde wetswijzigingen in het kort:

(7)

7

Uit het voorstel PO-raad, VO-raad en VNG over wijziging WPO, WEC en WVO:

1. De huidige jaarcyclus waarin gemeenten en schoolbesturen overeenkomen welke gebouwen moeten worden vervangen of gerenoveerd, maakt plaats voor een Integraal Huisvestingsplan met een looptijd van minimaal zestien jaar. Voor de gebouwen die de eerstkomende vier jaar op de rol staan, vormt dit plan meteen de beschikking. Door deze wijziging weten scholen en gemeente beter waar ze aan toe zijn.

2. Renovatie van het gebouw is méér dan gewoon onderhoud. Wanneer dit de levensduur van het gebouw verlengt, valt het onder de reguliere

huisvestingsvoorziening, en wordt daarmee een taak van de gemeente. Om te komen tot een eenduidig en bij het meerjarenprogramma passend perspectief en kwaliteitsniveau, is een afwegingskader nodig ter begeleiding van de keuze tussen de voorzieningen nieuwbouw of renovatie. Door het afwegingskader deel uit te laten maken van de verordening, wordt voor gemeente en schoolbesturen duidelijkheid gecreëerd over de vraag wanneer renovatie wordt toegepast en wanneer wordt overgegaan tot vervangende nieuwbouw.

Schoolbesturen mogen ook zelf investeren in het gebouw en profiteren van financieel voordeel. Dit prikkelt hen om slim met geld om te gaan en bevordert duurzaamheid.

Op dit moment is het schoolbesturen wettelijk niet toegestaan om te investeren in gebouwen, al maakte de vorige staatssecretaris een uitzondering op investeringen die zichzelf binnen ‘redelijke tijd’ terugverdienen.

- Wijziging wetgeving

Door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt op basis van bovenstaand voorstel van VNG, PO-raad en VO-raad een wijziging van o.a. de Wet op het primair onderwijs. Naar verwachting treden de wetswijzigingen in 2023 in werking.

- Klimaatakkoord

Het Klimaatakkoord is een onderdeel van het Nederlandse klimaatbeleid. Het is een overeenkomst tussen een groot aantal organisaties en bedrijven in

Nederland om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Daarmee wordt de opwarming van de aarde beperkt.

In het Klimaatakkoord hebben 12 sectoren (Rijksvastgoedbedrijf, gemeenten, provincies, Politie, PO en VO, MBO, HBO en WO, zorg- en sportvastgoed en monumenten) afgesproken ieder een Sectorale Routekaart op te stellen waarin duidelijk wordt op welke wijze het vastgoed in die sector CO2-arm en aardgasvrij wordt gemaakt richting 2050. Het streefdoel volgens het Klimaatakkoord is 49%

CO2-reductie in 2030 en het einddoel 95% CO2-reductie in 2050.

Voor de huisvesting van scholen in het PO en VO hebben PO- en VO-raad in samenspraak met de VNG de Routekaart PO/VO opgesteld. De routekaart stelt o.a.:

Uit de routekaart PO/VO:

Een duurzaam schoolgebouw is een schoolgebouw dat optimaal ten dienste staat van het onderwijs dat erin geboden wordt. Een goed binnenklimaat resulteert in een hoger leerrendement en minder ziekteverzuim. Een schoolgebouw is daarmee duurzaam in meerdere opzichten dan alleen CO2-uitstoot of het energieverbruik. Het is een gebouw dat aansluit bij de onderwijskundige visie van de school, past bij het aantal leerlingen en toekomstbestendig is bij veranderingen.

De sectoren in het funderend onderwijs hebben te kampen met achterstand op het gebied van de kwaliteit van de huisvesting. Verduurzaming en kwaliteitsverbetering moeten daar in combinatie een antwoord op geven. Door het combineren van deze doelen wordt voorkomen dat processen niet op elkaar worden aangesloten en daarmee

(8)

8

uiteindelijk minder doelmatig wordt omgesprongen met middelen voor onderwijshuisvesting.

Met de ambitie om onderwijshuisvesting op dat integrale gewenste kwaliteitsniveau te brengen zijn aanvullende middelen nodig. De investeringsbehoefte voor een synchrone aanpak van verduurzaming en minimumkwaliteit bedraagt € 21 miljard (aanvullende investering voor integrale verduurzaming van gebouwen die voor 2050 nog niet aan vervanging toe zijn € 9,6 miljard + kosten voor kwaliteitsverbetering € 11,4 miljard).

De VNG heeft het Rijk steun gevraagd voor de kwaliteit en duurzaamheid van de scholen. Een extra investering van het Rijk is nodig.

- Passend onderwijs

Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs ingevoerd. Het doel van Passend Onderwijs is om voor leerlingen met een extra zorgbehoefte een “passende” plek te vinden binnen het onderwijs. De samenwerking tussen BO, SBO en SO is intensiever geworden. Scholen maken gebruik van elkaars faciliteiten. Dit vraagt ruimtelijke en organisatorische flexibiliteit van scholen. Passend onderwijs heeft gevolgen voor de onderwijshuisvesting. De scholen zullen in hun gebouwen voorzieningen moeten treffen om kinderen met lichamelijke problemen en gedragsproblemen onderwijs te kunnen bieden. Concreet zullen maatregelen bijvoorbeeld bestaan uit het rolstoeltoegankelijk maken van gebouwen, het aanpassen van toiletten, het plaatsen van een lift, het treffen van voorzieningen voor de zorg (ambulante begeleiding, logopedie, fysiotherapie) en/of het splitsen van groepen. Sinds 2015 zijn schoolbesturen volledig verantwoordelijk voor de aanpassing van de bestaande schoolgebouwen.

Nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen biedt de mogelijkheid tot het realiseren van passende huisvesting voor passend onderwijs.

De minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs en Media heeft met het oog op het einde van de vijfjarige beleidsperiode Passend Onderwijs de Onderwijsraad om advies gevraagd. In het in juni 2020 door de Onderwijsraad gepubliceerde advies “Steeds inclusiever” gaat de raad na hoe het onderwijs inclusiever kan worden voor leerlingen en studenten met een beperking. Inclusiever onderwijs betekent allereerst dat leerlingen met een beperking de benodigde ondersteuning en toerusting krijgen om naar school te kunnen. En in de tweede en derde plaats dat hun school dicht bij huis is en dat ze samen met leerlingen zonder een

beperking onderwijs volgen. De combinatie van deze drie – ondersteuning en toerusting, thuisnabij onderwijs en gezamenlijk onderwijs – vormt de stip aan de horizon waar naartoe wordt gewerkt. Één van de aanbevelingen van de

Onderwijsraad is om onderwijssoorten dichter bij elkaar te brengen, waardoor mengvormen van speciaal en regulier onderwijs gaan ontstaan en schoolsoorten waar mogelijk ook op één locatie komen.

- IBO Onderwijshuisvesting funderend onderwijs

In april 2021 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media het rapport over het interdepartementale beleidsonderzoek Een vak apart. Een

toekomstbestendig onderwijshuisvestingstelsel aangeboden aan de Tweede Kamer.

In het rapport worden de volgende conclusies getrokken:

- Goede onderwijshuisvesting is een randvoorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs, inclusief onderwijs en het ondersteunen van verschillende onderwijsconcepten;

(9)

9

- De kwaliteit van de schoolgebouwen blijft achter bij maatschappelijke verwachtingen en voldoet op plekken niet aan de wettelijke eisen;

- In het huidige tempo worden de doelen met betrekking tot klimaat niet gehaald;

- Het idee achter de decentralisatie van onderwijshuisvesting is nog steeds logisch, maar bijsturing van het stelsel is nodig;

Op vijf centrale knelpunten in het stelsel (knelpunten die in de weg staan aan een soepel samenspel tussen Rijk, gemeenten en schoolbesturen) is bijstelling nodig:

- Het huidig stelsel stimuleert een total-cost-of-ownership-benadering onvoldoende;

- Geen eenduidige integrale eisen waar onderwijshuisvesting aan moet voldoen;

- De beleidscyclus is niet gesloten: rijksambities, monitoring en toezicht zijn onvoldoende ingeregeld;

- Gebrek aan goede koppeling tussen eisen, (bouw)kosten en beschikbare budgetten;

- Gebrek aan expertise met betrekking tot ontwikkeling, realisatie en beheer van onderwijshuisvesting bij schoolbesturen en gemeenten.

Voor de, ter oplossing van de knelpunten, te nemen maatregelen stelt de interdepartementale werkgroep vier beleidspakketten voor:

1. Basis op orde: optimalisatie van het huidige stelsel;

2. Aanpak verouderde voorraad: stappenplan voor financiële impuls;

3. Budgetten stroomlijnen: oormerken en eenduidige verantwoordelijkheden en 4. Centrale bouwcatalogus: verstevigen kwaliteitsborging en versnellen bouw.

Het kabinetsstandpunt over het onderzoek wordt door het nieuwe kabinet opgesteld.

- Programma van eisen frisse scholen

Een Frisse School is een schoolgebouw met een laag energiegebruik en een gezond binnenmilieu als het gaat om luchtkwaliteit, temperatuur, licht en geluid.

Voor ieder thema zijn in het Programma van Eisen Frisse Scholen 2021 drie ambitieniveaus vastgesteld: klasse C (voldoende), klasse B (goed) en klasse A (uitstekend). Het huidige Bouwbesluit gaat bij nieuwbouw van scholen voor de thema’s temperatuur, licht en geluid uit van klasse C en voor de thema’s energie en lucht uit van klasse B. Gemeente en schoolbesturen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze ambitie te realiseren. De gemeente heeft daarbij een verantwoordelijkheid en een financiële verplichting voor het realiseren van een goed binnenklimaat bij nieuwbouw van scholen. Het schoolbestuur is

verantwoordelijk voor de bestaande scholen en daarmee ook voor de handhaving van een goed binnenklimaat.

- Kwaliteitskader

Los van het beleid van de overheden zijn er ook initiatieven vanuit het

onderwijsveld. In mei 2021 is het nieuwe ‘Kwaliteitskader huisvesting primair onderwijs’ verschenen. Dit Kwaliteitskader vervangt het al in 2014 opgestelde en 2016 geactualiseerde Kwaliteitskader. Het Kwaliteitskader is het product van een samenwerking van de VNG, PO-raad, Ruimte OK en een aantal schoolbesturen.

In het Kwaliteitskader staan functionele eisen, duurzaamheidseisen en eisen met betrekking tot energie en het binnenklimaat beschreven. Schoolbesturen en gemeenten kunnen aan de hand van dit instrument keuzes en afspraken maken

(10)

10

over de gewenste kwaliteit van het gebouw en inzicht krijgen in het bijbehorende financiële plaatje.

2.3.2 Gemeentelijke ontwikkelingen - IHP gemeente Molenlanden

De raad van de gemeente Molenlanden heeft op 20 april 2021 het Integraal Huisvestingsplan primair onderwijs Molenlanden 2021 – 2032 vastgesteld. In dit IHP zijn de volgende beleidsvoornemens vastgelegd:

• Voor alle schoolgebouwen die gedurende de looptijd van het IHP de leeftijd van 40 jaar bereiken wordt afgewogen of renovatie of nieuwbouw de beste oplossing is;

• Gedurende de looptijd van het IHP zullen alle schoolgebouwen Bijna Energieneutraal (BENG) zijn en als Frisse School Klasse B kunnen worden geclassificeerd;

• Voor alle schoolgebouwen die zijn gerealiseerd tussen 1990 en 2015 wordt bezien op welke wijze de transformatie naar BENG en de opwaardering naar Frisse School kan worden uitgevoerd.

In paragraaf 3.2 (huisvestingsanalyse per cluster) wordt ingegaan op de in het IHP voor de scholen van O2A5 voorgestelde maatregelen.

- IHPO gemeente Vijfheerenlanden

De raad van de gemeente Vijfheerenlanden heeft op 16 juli 2020 het “Duurzaam Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2020-2024” vastgesteld. Het plan heeft tot doel:

• Inzicht te geven in het strategische en financiële meerjarenperspectief (15 jaren) voor onderwijshuisvesting van 2020 tot 2035.

• Het borgen van toekomstbestendigheid (in het gebruik) van

onderwijshuisvesting door het hanteren van duurzaamheid als rode draad.

• Te komen tot slimme financieringsmogelijkheden om duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken.

• De samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang duurzaam bestendigen in fysieke zin.

• Het zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de ruimtes en vermijden van leegstand;

• Het maken van lange termijn afspraken met de partners gebaseerd op overeenstemming

• Het formuleren van een vierjarige huisvestingsagenda met daarin de uitvoeringsopgaven van de komende vier jaren.

In paragraaf 3.2 (huisvestingsanalyse per cluster) wordt ingegaan op de in het IHP voor de scholen van O2A5 voorgestelde maatregelen.

- IHP gemeente West-Betuwe

Met het door de gemeenteraad van West-Betuwe op 2 maart 2021 vastgestelde Integraal Huisvestingsplan basisonderwijs West Betuwe 2021 – 2032 wordt beoogd de basisscholen in de gemeente in een periode van 12 jaar te voorzien van kwalitatieve, duurzame en

passende huisvesting. In het IHP wordt voor 23 van de 33 scholen in de gemeente een voorziening (vervangende nieuwbouw, renovatie of verduurzaming) voorgesteld. Voor de drie scholen van O2A5 zijn geen voorstellen opgenomen. Deze scholen zijn adequaat gehuisvest.

(11)

11

2.3.3 Ontwikkelingen op schoolbestuurlijk terrein - Ventilatie

Actueel is de aandacht voor ventilatie op scholen. Om de algehele gezondheid van het onderwijspersoneel en leerlingen op scholen te waarborgen, is goede ventilatie noodzakelijk. Het RIVM adviseert om voor de ventilatie van scholen uit te gaan van de al van toepassing zijnde eisen: Bouwbesluit en aanvullende richtlijnen.

In de notitie “Ventilatie op scholen” van maart 2021 wordt in het kort een beeld geschetst van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de ventilatie op scholen, de stappen die O2A5 ten aanzien van het in beeld brengen van de situatie heeft gezet én de stappen en maatregelen die de komende tijd worden overwogen.

Vervolgens zijn in de memo “Uitwerking notitie ventilatie op scholen” van april 2021 per school de concrete acties/maatregelen aangegeven.

In de meerjarenbegroting van O2A5 is voor de komende vier jaar rekening gehouden met de kosten van het aanpassen van de schoolgebouwen aan ventilatie-eisen. Het gaat om een bedrag van € 150.000 per jaar.

- Het meerjaren onderhoudsplan en de componentenmethode

De planning en coördinatie van de uitvoering van het onderhoud aan de scholen van O2A5 is sinds jaren in handen van Lakerveld ingenieurs- &

architectuurbureau, die jaarlijks het meerjaren onderhoudsplan (MOP) bijstelt en de uitvoering van het onderhoud coördineert.

Voor de bekostiging van het planmatig onderhoud kent O2A5 een voorziening groot onderhoud. De hoogte van deze voorziening groot onderhoud wordt vastgesteld op basis van de verwachte uitgaven op grond van de MOP. Hierbij worden de uitgaven voor groot onderhoud voor alle componenten opgeteld en over de jaren heen gespreid. De voorziening wordt jaarlijks van saldo voorzien vanuit de begroting van de scholen, die een gebouw in eigen beheer hebben.

Volgens afspraak binnen O2A5 gebeurt dat solidair. Dit wil zeggen dat scholen naar rato van hun aantal leerlingen bijdragen aan de voorziening (en niet vanuit de onderhoudsstaat van hun locatie); dit reduceert het (niet-beïnvloedbare) risico van de individuele scholen. Onderhoud dat niet opgenomen is in het MOP wordt uit de reguliere exploitatie van de scholen betaald.

De begroting van O2A5 bevat een meerjarig overzicht van het verwachte verloop van de voorziening. In de meest recente begroting zag dit overzicht er als volgt uit:

De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft aangegeven dat de

jaarverslaggevingsvoorschriften rondom de voorziening groot onderhoud strikter moet worden geïnterpreteerd. Volgens de Raad kan de hoogte van de

voorziening onderhoud alleen vastgesteld worden door voor iedere

onderhoudsinvestering afzonderlijk te gaan sparen en dat voor elke component naar tijdsgelang moet worden gereserveerd. Dit betekent dat als het dak eens in

Voorziening Onderhoud Gebouwen (Overige Voorzieningen)

2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

Stand 1 januari 1.982.085 2.095.665 2.105.665 1.864.936 1.827.870 1.794.187 1.931.640

Dotatie 330.000 210.000 210.000 210.000 210.000 210.000 210.000

Onttrekkingen -216.420 -200.000 -450.729 -247.066 -243.682 -72.547 -125.467 vrijval

Stand 31 december 2.095.665 2.105.665 1.864.936 1.827.870 1.794.187 1.931.640 2.016.173

(12)

12

de 20 jaar moet worden vervangen en de kosten hiervoor € 200.000 bedragen, er voor deze onderhoudscomponent € 10.000 per jaar moet worden toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud. Na 10 jaar zou er daardoor voor het dak

€100.000 in de voorziening moeten zitten. Dit zou voor alle

onderhoudscomponenten moeten plaatsvinden wat veelal tot een veel hogere voorziening leidt dan bij de egalisatie van de (totale) onderhoudsuitgaven, zoals nu wordt toegepast.

De overgang naar deze nieuwe berekeningswijze dient uiterlijk in de jaarrekening van verslagjaar 2023 plaats te vinden.

Op basis van de actualisatie van het MOP 2022 zullen de effecten van de nieuwe, striktere interpretatie voor O2A5 in beeld worden gebracht. Ook de

consequenties van de nog op stapel staande nieuwbouwplannen voor het dotatieniveau zullen hierbij worden meegenomen.

- Wijziging rijksbekostiging

Scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs krijgen vanaf 1 januari 2023 een basisbedrag per leerling en school. Schoolbesturen kunnen dit geld naar eigen inzicht besteden. Ook wordt het volledige bedrag vanaf dat moment per kalenderjaar vastgesteld. Zodat de volledige bekostiging op hetzelfde moment bekend is. Dit staat in het wetsvoorstel Vereenvoudiging bekostiging po.

Met het wetsvoorstel wil het kabinet de bekostiging voor scholen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs:

• duidelijker maken: Scholen krijgen 1 basisbedrag per leerling en per school.

Zij krijgen niet langer aparte budgetten voor personeel en materieel.

Materieel is onder andere leermiddelen en onderhoud van de gebouwen.

• eenvoudiger maken: De 130 rekenregels moeten naar ongeveer 30 regels.

Dat maakt de berekening en de verdeling van het geld eenvoudiger voor de scholen. Ook wordt het voor de medezeggenschapsraad of de Raad van Toezicht van de school eenvoudiger om de bekostiging te controleren.

• beter voorspelbaar maken: De bekostiging wordt per kalenderjaar (in plaats van schooljaar) vastgesteld. Zo krijgen scholen op hetzelfde moment inzicht in de volledige bekostiging. Het aantal leerlingen dat een school heeft, is belangrijk voor de hoogte van het bedrag dat scholen krijgen. In het wetsvoorstel gaat de teldatum naar 1 februari van het vorige kalenderjaar (het bedrag voor het kalenderjaar 2023 wordt vastgesteld met de teldatum op 1 februari 2022).

De wijziging van de bekostiging en het vervallen van de gebouwafhankelijke materiële instandhouding heeft consequenties voor de op dit moment geldende afspraken met de eigenaren van onze niet-eigen schoolgebouwen over de afdracht van de rijksvergoedingen. Ter zake zullen nieuwe afspraken moeten worden gemaakt.

- Verhuur en medegebruik

Het maatschappelijk belang van inzetten van schoolgebouwen, naast de primaire onderwijsfunctie, is duidelijk. In de schoolgebouwen van O2A5 komt

medegebruik en verhuur van ruimten regelmatig voor. Voor alle scholen worden gelijkluidende uitgangspunten voor medegebruik en verhuur gehanteerd.

(13)

13

Artikel 108 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) regelt het in gebruik geven door het schoolbestuur van een gedeelte van het schoolgebouw en/of het terrein aan derden en maakt een onderscheid tussen verhuur en medegebruik.

Medegebruik en verhuur kan plaatsvinden als er sprake is van leegstand in een schoolgebouw. Voorwaarde voor medegebruik is dat het gaat om het gebruik door “uit de openbare kas bekostigd onderwijs of voor andere culturele,

maatschappelijke of recreatieve doeleinden”. Als niet aan deze voorwaarden is voldaan, dan is er sprake van verhuur. Verhuur vindt met andere woorden plaats aan organisaties met een commerciële doelstelling.

Voor medegebruik is geen toestemming van de gemeente nodig. Voor verhuur van ruimten dient de gemeente vooraf wel toestemming te verlenen. Zonder toestemming van de gemeente is de huurovereenkomst nietig. Bij verhuur zijn de bepalingen van de Huurwet (ontruimingsbescherming) niet van toepassing.

Verhuur door derden eindigt wanneer de school het verhuurde gedeelte zelf weer nodig heeft of de gemeente gebruik maakt van haar bevoegdheid om de

leegstand te vorderen voor gebruik door een andere school.

Voor medegebruik komen het schoolbestuur en de medegebruiker in principe alleen een exploitatiekostentarief overeen. Voor de verhuur bij ruimtelijke leegstand (de huurder krijgt het exclusieve gebruiksrecht) komen het

schoolbestuur en de huurder een exploitatiekostentarief overeen en brengt het schoolbestuur aan de huurder een (door de gemeente bepaald) bedrag voor de huur van de accommodatie (stichtingskostencomponent) in rekening. Voor verhuur van volgtijdelijke leegstand (de huurder heeft non-exclusief

gebruiksrecht, de ruimte wordt gedurende schooltijd gebruikt voor

onderwijsdoeleinden en na schooltijd verhuurt) komen schoolbestuur en huurder een exploitatiekostentarief overeen.

Het exploitatiekostentarief 2021 bedraagt: € 80,64 per m² en is als volgt berekend:

rijksvergoeding basisschool 8 groepen (1.085 m2) € 72.907

vergoeding per m2 bvo (72.907 : 1085) + 20% € 80,64

Voor de exploitatiekosten van de gezamenlijk te gebruiken ruimten wordt een opslag van 20% gehanteerd.

Het bedrag van € 80,64 per m2 is gebaseerd op een (onderwijs)gebruik van 1.200 uur (40 weken van 30 uur) per schooljaar. Bij medegebruik wordt het te betalen exploitatiekostentarief gebaseerd op het aantal uren medegebruik per jaar.

Als de medegebruiker/huurder het schoonmaakonderhoud zelf verzorgt, wordt een korting van € 25,04 toegepast en bedraagt het exploitatiekostentarief € 55,60 per m2.

- Toekomstige uitvoering onderwijshuisvestingstaak

De besturen van LOGOS, De Stroming, SOOLva en O2A5 hebben in juli 2021 de intentie uitgesproken om per 1 januari 2022 te komen tot een personele

samenwerking op het terrein van de onderwijshuisvesting.

De in de samenwerking te verrichten taken hebben in ieder geval betrekking op:

1. Contractenonderhoud en planmatig onderhoud eigen schoolgebouwen;

2. Begeleiding grote projecten;

(14)

14

3. Beleidsadvisering gemeenten

Voor de technische advisering blijven de schoolbesturen gebruik maken van één technisch adviesbureau.

Voor wat betreft de samenwerkingsvorm heeft “personeel voor gemene rekening” om financiële redenen de voorkeur. Deze vorm (en de te hanteren verdeelsleutel) wordt op dit moment nader uitgewerkt. Voor wat betreft de benodigde inzet wordt voorlopig uitgegaan van 32 uur per week vaste formatie en een flexibele schil op inhuurbasis.

3. ANALYSE ONDERWIJSHUISVESTING

De gemiddelde leeftijd van de ruim 9.000 schoolgebouwen in Nederland ligt boven de 40 jaar. In 2016 heeft de Algemene Rekenkamer geconcludeerd dat schoolgebouwen in Nederland gemiddeld pas na 69 jaar vervangen worden. De gemiddelde leeftijd van de schoolgebouwen (waarbij voor scholen met meerdere bouwjaren is uitgegaan van het bouwjaar van het oudste bouwdeel en ook bij gerenoveerde scholen het oorspronkelijke bouwjaar is gehanteerd) van O2A5 bedraagt ongeveer 28 jaar.

3.1 Capaciteitsanalyse

In het kader van deze notitie is de capaciteit van de schoolgebouwen

geanalyseerd. De capaciteitsanalyse maakt een ruimtetekort of overschot per gebouw inzichtelijk. De ruimtebehoefte van een school wordt bepaald door de leerlingentelling en de prognose te vertalen naar ruimtebehoefte (op basis van de criteria in de gemeentelijke huisvestingsverordening) Deze ruimtebehoefte wordt vergeleken met het beschikbare aantal vierkante meters: het bruto vloeroppervlak (bvo).

In onderstaande tabellen worden de (genormeerde) ruimtebehoefte en

ruimtecapaciteit naast elkaar gezet. Een capaciteitsanalyse is van belang omdat ruimteoverschot de schoolgeld kost voor exploitatie en onderhoud.

Basisonderwijs

Cluster /gemeente School Totale capaciteit in

Ruimtebehoefte

in 2021 in m² Overschot/tekort Giessenlanden /

Gemeente Molenlanden De Lingewaard 2027 m² 1468 m² + 559 m²

Klim-op 847 m² 612 m² + 235 m²

Het Tweespan G. 583 m² 502 m² + 81 m²

Het Tweespan S.* 467 m² 617 m² -150 m²

Den Beemd 505 m² 401 m² +104 m²

Giessen-Oudekerk 597 m² 356 m² + 241 m²

Leerdam / Gemeente Vijfheerenlanden

De Sterrenkijker L. 1081 m² 668 m² + 413 m²

De Sterrenkijker

K. 548 m² 441 m² + 107 m²

Het Mozaïek 1087 m² 824 m² + 263 m²

De Hobbitstee 1297 m² 1251 m² + 46 m²

De Wilgenhoek

2 lokalen De Brug 923 m²**

156 m² 1226 m² - 147 m²

Molenwaard /

Gemeente Molenlanden De Ammers 1126 m² 814 m² +312 m²

De Knotwilg 1017 m² 623 m² + 394 m²

De Boomgaard 982 m² 678 m² + 304 m²

De Tuimelaar 1059 m² 1261 m² -202 m²

De Stapsteen 847 m² 648 m² + 199 m²

Lingewaal / De Zandheuvel 710 m² 668 m² + 42 m²

(15)

15

Gemeente West-Betuwe

De Schatkist 407 m² 467 m² -60 m²

De Rietput 815 m ² 748 m² + 67 m²

Vianen-Zederik / Gemeente Vijfheerenlanden

De Gaard, Tijl U. 860 m2 582 m² + 278 m²

De Gaard, M. Vos

De Gaard, THV2 1012 m²

265 m² 1156 m² + 121 m²

KC Werelds 1884 m² 1186 m² + 698 m²

De Vlindertuin 582 m²*** 663 m² -81 m²

De Springplank 1063 m² 773 m² + 290 m²

Prinses Wilhelmina 871 m² 552 m² + 319 m²

Totaal 23.618 m² 19.185 m² 4.433 m²

*nieuwbouw die na herfstvakantie 2021 in gebruik wordt genomen.

** 766,7 m² monogebruik + 156,4 (77% van 203,1 m²) multifunctionele ruimte

*** 581,1 m2, waarvan 282,1 gemeenschappelijk gebruik (aandeel niet bekend)

Los van het feit dat bovenstaand overzicht om nuancering vraagt (het kan namelijk zijn dat leegstaande m² in medegebruik zijn gegeven of zijn verhuurd) én een zekere leegstand nodig is om schommelingen in vraag en aanbod te kunnen opvangen (de zogenaamde frictieleegstand waar meestal een percentage van ongeveer 4% wordt aangehouden), spreekt het voor zich dat overmaat geld kost. De bekostiging voor onderwijshuisvesting vanuit het Rijk vindt plaats op basis van het aantal ingeschreven leerlingen. Dat betekent dat bij

leerlingendaling een schoolgebouw te groot kan worden voor de bekostiging die het bestuur voor de school ontvangt Normatieve leegstand wordt niet bekostigd, maar dient toch onderhouden en geëxploiteerd te worden. Wanneer de leegstand wordt geaccepteerd en gebruikt blijft worden, kost deze leegstand jaarlijks

ongeveer € 65,-- per m² (bedrag per m² vergoeding gebouwafhankelijke

materiële lumpsum). Voor O2A5 (met 4.433 m² normatieve leegstand) gaat het jaarlijks om een bedrag van afgerond € 288.000. Door op de leegstand te

anticiperen en leegstaande ruimte “te sluiten” vallen de kosten per m² lager uit en zullen deze beperkt blijven tot kosten van noodzakelijk onderhoud. Ook door leegstaande m² te verhuren of in medegebruik te geven worden de kosten van de leegstand gedeeltelijk gecompenseerd. De inkomsten uit medegebruik en verhuur bedroegen in 2020 afgerond € 70.000.

3.2 Huisvestingsanalyse per cluster Huisvestingsanalyse Cluster Giessenlanden

School Plaats Bouwja

ar BVO Ruimtebehoefte in

2021 in m² Ruimtebehoefte in 2025 in m²

De Lingewaard Arkel 1956 2027 m² 1468 m² (+559 m²) 1478 m² (+549 m²) Klim-op Hoornaar 2007 847 m² 612 m² (+235 m²0 648 m² (+ 199 m²) Het Tweespan G. Giessenburg 2007 583 m² 502 m² (+81 m²) 477 m² (+106 m²) Het Tweespan S. Schelluinen 2021 467 m² 617 m² (-150 m²) 678 m² (-211 m²) Den Beemd Hoogblokland 2019 505 m² 401 m² (+104 m²) 401 m² (+104 m²) Giessen-

Oudekerk Giessen-

Oudekerk 1955 597 m² 356 m² (+241 m²) 351 m² (+246 m²) 5.026 m² 3.956 m² (+1070 m²) 4033 m² (+993 m²)

(16)

16

Analyse:

De Lingewaard, Klim-op en Het Tweespan Giessenburg

Tot 1 juli 2020 “huurde” O2A5 de schoolgebouwen van De Lingewaard, Klim-op en Het Tweespan Giessenburg van Stichting Onderwijshuisvesting Giessenlanden (SOHG). Per 1 juli 2020 heeft SOHG het eigendom van de gebouwen

overgedragen aan de gemeente. De afspraken over het gebruik zijn vastgelegd in de in juni 2020 door gemeente en schoolbesturen ondertekende

ingebruikgevingsovereenkomsten. De gemeente wenst het eigendom van de gebouwen over te dragen aan de schoolbesturen, waarbij, omdat er sprake is van meerdere gebruikers, verenigingen van eigenaren dienen te worden opgericht. Argumenten hiervoor ontbreken. O2A5 heeft de gemeente verzocht het eigendom bij de gemeente te laten en/of (evenals bij Den Beemd en MFC Schelluinen het geval is) te komen tot overdracht van de gebouwen aan Stichting Exploitatie De Til Groep (ETG).

Bij de opheffing van SOHG hebben de toenmalige bestuursleden besloten om het resterend vermogen van de stichting (€ 404.000, --) aan te wenden voor de verfraaiing en de verduurzaming van de drie schoolgebouwen. De wijze waarop de verdeling van het vermogen dient plaats te vinden is vastgelegd in een door de bestuursleden, de gemeente en de twee schoolbesturen (in het gebouw in Hoornaar is ook een school van de Vereniging tot stichting en instandhouding van een school met de Bijbel te Hoornaar gehuisvest) ondertekende

overeenkomst.

SOHG heeft bepaald dat een deel van de gelden van het resterend vermogen (25%) zal worden bestemd voor verfraaien (of verduurzamen) in de ruimste zin van het woord. Dit bedrag wordt door SOHG rechtstreeks naar de scholen overgemaakt. Hieruit kunnen de scholen de verfraaiing van het

gebouw/terrein/inventaris of het functioneler maken van het gebouw bekostigen.

De scholen kunnen hierover zonder tussenkomst van de gemeente vrij beschikken;

De overige 75% dient te worden besteed aan de verduurzaming van de gebouwen. De scholen kunnen hiervoor tot 1 maart 2024 een voorstel bij de gemeente indienen.

In het kader van het IHP heeft de gemeente Molenlanden aan Lakerveld

ingenieurs- & architectuurbureau opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de verduurzaming en verfrissing van de scholen. Omdat één van de

uitgangspunten in de uitgangspuntennotitie IHP is dat de schoolgebouwen die vóór 2015 zijn gerealiseerd gedurende de periode van het IHP moeten worden getransformeerd naar minimaal BENG en moeten worden opgewaardeerd naar Frisse Scholen Klasse B, wordt met het maken van plannen voor “de 75%” eerst de besluitvorming van de gemeente naar aanleiding van deze onderzoeken afgewacht.

In het IHP zijn voor de transformatie en opwaardering de volgende budgetten opgenomen:

• OBS De Lingewaard: opwaardering van het gebouw naar BENG en Frisse Scholen B, geraamd bedrag € 2.278.000;

(17)

17

• OBS Het Tweespan, Giessenburg: opwaardering van het gebouw nar BENG en Frisse Scholen B, geraamd bedrag € 687.650;

• OBS Klim-op: samen met Samen op Weg opwaardering van het gebouw naar BENG en Frisse Scholen B, geraamd bedrag € 1.714.450;

Het Tweespan Schelluinen

Het Tweespan Schelluinen verhuist in de herfst van 2021 naar energieneutraal en duurzaam multifunctioneel centrum (MFC) Schelluinen. Het MFC gaat tevens onderdak bieden aan Kinderopvang Wasko en Ons Dorpshuis. Ook een

gymaccommodatie maakt onderdeel uit van de MFC. Het gebouw blijft eigendom van de gemeente. Stichting Exploitatie De Til Groep (ETG) gaat het gebouw beheren. De afspraken over het gebruik worden vastgelegd in een tussen gemeente en schoolbestuur te sluiten ingebruikgevingsovereenkomst. Op basis van het huidige leerlingenaantal van Het Tweespan Schelluinen lijkt er in het nieuwe gebouw sprake te zijn van een ruimtetekort. De toekomstige

ontwikkeling van het leerlingenaantal wordt afgewacht.

Den Beemd

Openbare basisschool Den Beemd in Hoogblokland is sinds april 2019 gehuisvest in MFC Den Hoek in Hoogblokland. De afspraken over het gebruik zijn vastgelegd in een tussen O2A5 en Stichting Gebouwenbeheer Giessenlanden (SGG) gesloten huurovereenkomst. O2A5 draagt voor het gebruik de rijksvergoeding materiële instandhouding af aan SGG.

Giessen-Oudekerk

OBS Giessen-Oudekerk valt onder het Brinnummer van Den Beemd en is een dislocatie van Den Beemd. De nieuwbouw van Giessen-Oudkerk is in

voorbereiding. De gemeente treedt op als bouwheer. De voor de nieuwbouw te doorlopen planologische procedure neemt meer tijd in beslag dan eerder werd ingeschat. De verwachting is dat begin tweede kwartaal 2022 de bouw kan starten. In dat geval zou het nieuwe gebouw bij aanvang van het schooljaar 2023-2024 in gebruik moeten kunnen worden genomen. In afwachting van de nieuwbouw wordt met het onderhoud aan het huidige gebouw pas op de plaats gemaakt. Dit onderhoud wordt beperkt tot het veilig maken en houden van het gebouw.

Gezien de onzekerheid van de ontwikkeling van het aantal leerlingen op OBS Giessen-Oudekerk wordt in het ontwerp van het nieuwe schoolgebouw rekening gehouden met de mogelijkheid om het gebouw op termijn om te kunnen bouwen tot woningen. Met de gemeente is afgesproken dat 10 jaar na ingebruikname van het nieuwe gebouw de levensvatbaarheid van de school wordt geëvalueerd.

Daarnaast is afgesproken dat O2A5, wanneer het aantal leerlingen achterblijft of wanneer de kwaliteit van het onderwijs gezien het beperkt aantal leerlingen niet meer kan worden gegarandeerd, altijd kan besluiten tot het opheffen van de dislocatie.

Huisvestingsanalyse Cluster Leerdam

School Plaats Bouwja

ar BVO Ruimtebehoefte in

2021 in m² Ruimtebehoefte in 2025 in m² De Sterrenkijker

L. Leerdam 1976 1081 m² 668 m² (+413 m²) 552 m² (+ 529 m²)

(18)

18

De Sterrenkijker

K. Kedichem 1973 548 m² 441 m² (+107 m²) 446 m² (+102 m²) Het Mozaïek Leerdam 1928 1087 m² 824 m² (+263 m²) 778 m² (+309 m²) De Hobbitstee Leerdam 2006 1297 m² 1251 m² (+46 m²) 1176 m² (+121 m²) De Wilgenhoek Leerdam 2000 923 m²**

156 m² 1226 m² (-147 m²) 1307 m² (-228 m²)

Totaal 5092 m² 4410 m² (+682 m²) 4259 m² (+833 m²)

Analyse:

De Sterrenkijker Leerdam

De Sterrenkijker Leerdam is in 2019 grondig gerenoveerd. Daarnaast zijn, in het kader van de afspraken met schoolbesturen LOGOS en SKOR over de campus op Het Eiland te Leerdam, in de school twee studio’s (één lokaal Techniek en één lokaal Muziek) gerealiseerd. O2A5 geeft, conform het in het beheerplan

vastgelegde ruimtegebruik, de studio’s in medegebruik aan LOGOS, SKOR en Stichting Kinderopvang Centraal Nederland (SKCN). De kosten worden gedeeld.

In 2020 is in de vloeren (Kwaaitaalvloeren) van De Sterrenkijker betonrot aangetroffen. Het herstel van de vloeren is uitgevoerd en door de gemeente Vijfheerenlanden bekostigd.

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (uitwerking IHPO) voor De Sterrenkijker Leerdam een duurzaamheidsscan laten uitvoeren. De Sterrenkijker Leerdam scoort op duurzaamheid een 6,7 en is het gemiddelde van de scores voor energie (5,8), technische kwaliteit (7,8), functionaliteit (7,1) en binnenmilieu (6,1).

Conclusie van de scan is dat de kwaliteit voldoende is.

Op dit moment wordt 64 m² van de school verhuurd aan Kinderopvangorganisatie SKCN.

De Sterrenkijker Kedichem

Het gehele gebouw wordt (zie document “uitwerking notitie ventilatie in scholen) voorzien van decentrale mechanische ventilatie en een CO2-monitoring systeem met signalering en rapportage. De energie van de school zal worden opgewekt met zonne-energie (zonnepanelen). Voor de kosten van het project (€ 167.000) is op 1 maart 2021 bij RVO een subsidieaanvraag in het kader van de Specifieke uitkering ventilatie in scholen ingediend. In het kader van deze regeling komt maximaal 30% van de kosten voor subsidie in aanmerking. O2A5 is nog in afwachting van een beslissing op de subsidieaanvraag.

Het aanbrengen van decentrale mechanische ventilatie bij De Sterrenkijker Kedichem fungeert, mede vanwege de beperkte omvang van het project, als een pilot. Op basis van de ervaringen met en resultaten van het project zullen de mogelijkheden van een verdere uitrol naar andere scholen met

ventilatieproblemen in beeld worden gebracht.

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (uitwerking IHPO) voor De Sterrenkijker Kedichem een duurzaamheidsscan laten uitvoeren. De Sterrenkijker Kedichem scoort op duurzaamheid een 5,5 en is het gemiddelde van de scores voor energie (5,7), technische kwaliteit (6,8), functionaliteit (5,6) en binnenmilieu (4,8).

Conclusie van de scan is dat de kwaliteit onvoldoende is en renovatie (wellicht op onderdelen) noodzakelijk. Voorstel van de gemeente is om in 2025 voor De Sterrenkijker Kedichem een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren en voor de

(19)

19

bekostiging van de renovatie van De Sterrenkijker in 2029 financiële middelen beschikbaar te stellen.

Het Mozaïek

Ook de ventilatie bij Het Mozaïek vraagt de aandacht. Eind 2021 zal op basis van de resultaten van de AirTeq monitoring worden bezien of het aanbrengen van decentrale mechanische ventilatie nog aan de orde is. Als dit het geval is én ook de resultaten van de “pilot Sterrenkijker Kedichem” positief zijn, zullen de kosten hiervan in beeld gebracht. Indien mogelijk wordt ter dekking van de kosten vervolgens een beroep gedaan op subsidiemogelijkheden van het Rijk (opvolger SUVIS-regeling).

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (uitwerking IHPO) voor Het Mozaïek een gebouwenscan laten uitvoeren. Per gebouwdeel (gebouwdeel uit 1929,

gebouwdeel uit 1976 en gebouwdeel uit 1986) is op zes onderdelen is een quickscan uitgevoerd: uitstraling, bouwkundige staat, veiligheid, binnenmilieu, exploitatie en onderwijskundige staat. Conclusie van de scan is dat binnen 5 tot 10 jaar dient te worden overgegaan tot renovatie of vervangende nieuwbouw.

Voorstel van de gemeente is om in 2025 voor Het Mozaïek een

haalbaarheidsonderzoek uit te voeren en de voor de bekostiging van de

renovatie van Het Mozaïek in 2029 financiële middelen beschikbaar te stellen.

De Hobbitstee

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (uitwerking IHPO) voor De Hobbitstee een duurzaamheidsscan laten uitvoeren. De Hobbitstee scoort op duurzaamheid een 5,7 en is het gemiddelde van de scores voor energie (5,0), technische kwaliteit (5,3), functionaliteit (6,1) en binnenmilieu (6,6). Conclusie van de scan is dat de kwaliteit onvoldoende is en renovatie (wellicht op onderdelen) noodzakelijk.

In de gemeentelijke huisvestingsplannen tot en met 2036 wordt vooralsnog geen rekening gehouden met de renovatie van De Hobbitstee.

De Wilgenhoek

De nieuwbouw van KC Broekgraaf is in voorbereiding. De basisscholen CBS Klimop (LOGOS), De Wilgenhoek en Kinderopvangorganisatie SKCN worden de gebruikers van het nieuwe gebouw. De gemeente Vijfheerenlanden treedt op als bouwheer en zal, na oplevering, eigenaar van het gebouw blijven. De afspraken over het gebruik van ruimten door De Wilgenhoek zullen worden vastgelegd in een door gemeente en O2A5 te sluiten ingebruikgevingsovereenkomst.

Het nieuwe schoolgebouw wordt naar verwachting begin 2024 in gebruik genomen.

Tot die tijd is De Wilgenhoek, samen met SKCN, gehuisvest in KC Het Kristal. Het gebouw van Het Kristal is eigendom van de gemeente. De afspraken over het gebruik zijn neergelegd in de door gemeente en schoolbestuur op 13 december 2018 ondertekende gebruiksovereenkomst. Vanwege het gebrek aan ruimte heeft de school sinds de aanvang van het schooljaar 2020-2021 twee lokalen van De Brug in gebruik. De gemeente Vijfheerenlanden huurt deze lokalen (in totaal 156 m²) van de Islamitische Gemeenschap. In de tussen gemeente en O2A5 voor het gebruik van de lokalen gesloten ingebruikgevingsovereenkomst is geregeld dat O2A5 een bijdrage van € 31,49 per m² betaalt (€ 15,00 voor exploitatiekosten + € 16,49 voor onderhoud).

(20)

20

Ondanks de recente uitbreiding met 2 lokalen heeft De Wilgenhoek formeel nog steeds een ruimtetekort. Bij een eventueel verzoek aan de gemeente om

bekostiging van tijdelijke uitbreiding zal de gemeente naar verwachting verwijzen naar leegstand in andere schoolgebouwen in Leerdam.

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (uitwerking IHPO) voor KC Het Kristal een gebouwenscan laten uitvoeren. Op de volgende zes onderdelen is een quickscan uitgevoerd: uitstraling, bouwkundige staat, veiligheid, binnenmilieu, exploitatie en onderwijskundige staat. Conclusie van de scan is dat over 20 jaar renovatie of nieuwbouw dient te worden overwogen.

Huisvestingsanalyse Cluster Molenwaard

School Bouwjaar BVO Ruimtebehoefte in

2021 in m² Ruimtebehoefte in 2025 in m² De Ammers Groot-Ammers 1974 1126 m² 814 m² (+312 m²) 718 m² (+408 m²) De Knotwilg Nieuwpoort 2014 1017 m² 623 m² (+394 m²) 597 m² (+420 m²) De Boomgaard Streefkerk 1952 982 m² 678 m² (+ 304 m²) 668 m² (+314 m²) De Tuimelaar Nieuw-

Lekkerland 1990 1059 m² 1261 m² (-202 m²) 1100 m² (-41 m²) De Stapsteen Bleskensgraaf 1953 847 m² 648 m² (+ 199 m²) 577 m² (+270 m²)

Totaal 5031 m² 4024 m² (+1007 m²) 3660 m² (+1371 m²)

Analyse:

De Ammers

In het IHP van de gemeente Molenlanden is voor de periode 2021-2024 de vervangende nieuwbouw van OBS De Ammers opgenomen. De Ammers wordt samen met de twee andere scholen in Groot-Ammers, te weten CBS Eben Haëzer en de Rehobothschool, gehuisvest in één nieuw gebouw op een nieuwe locatie.

Ook met de huisvesting van aanvullende voorzieningen als kinderopvang en schoolbibliotheek wordt rekening gehouden. De gemeente raamt de kosten op

€ 8.391.600.

In overleg met de schoolbesturen is de voorkeurslocatie (Molenbuurt) bepaald.

De planologische procedure om scholenbouw op deze locatie mogelijk te maken zal naar verwachting de nodige tijd in beslag nemen.

In afwachting van de nieuwbouw wordt met het onderhoud aan het huidige gebouw pas op de plaats gemaakt. Dit onderhoud wordt beperkt tot het veilig maken en houden van het gebouw.

Op dit moment wordt 56 m² van de school verhuurd aan Kinderopvangorganisatie WASKO.

De Knotwilg

De Knotwilg is gehuisvest in Brede School De Veste. Het gebouw van de Brede School is eigendom van de gemeente Molenlanden. In de op 3 juli 2016 met de gemeente Molenwaard (rechtsvoorganger gemeente Molenlanden) gesloten gebruiksovereenkomst is geregeld dat O2A5 jaarlijks de van het Rijk ontvangen volledige groepsafhankelijk materiële lumpsum en de component

onderhoudsbeheer van de leerlingafhankelijke materiële lumpsum afdraagt aan de gemeente. De vergoeding is gebaseerd op het aantal leerlingen en niet op het aantal m2 dat de school daadwerkelijk in gebruik heeft.

(21)

21

In het gemeentelijk IHP is in de periode 2021-2024 voor de opwaardering van het gebouw naar BENG en Frisse Scholen B een bedrag van € 834.700

opgenomen.

De Boomgaard

Het grootste gedeelte van het gebouw van De Boomgaard (686 m² van de 982 m²) dateert uit 1952. In het gemeentelijk IHP wordt geconstateerd dat de school (maar ook de gymzaal en het dorpshuis) aan vervanging toe zijn. Er wordt

uitgegaan van de realisatie van een multifunctionele accommodatie.

In het IHP is in de periode 2021-2024 voor de nieuwbouw van de school een bedrag van € 1.938.600 opgenomen.

In afwachting van de nieuwbouw wordt met het onderhoud aan het huidige gebouw pas op de plaats gemaakt. Dit onderhoud wordt beperkt tot het veilig maken en houden van het gebouw.

Op dit moment wordt 64 m² van de school verhuurd aan

Kinderopvangorganisatie WASKO; daarnaast wordt 60 m² verhuurd aan Kinderopvangorganisatie ONS Stekkie.

De Tuimelaar

De Tuimelaar is gehuisvest in Brede School Het Carillon. De gemeente Molenlanden is eigenaar van het gebouw. In de tussen gemeente en O2A5 gesloten gebruiksovereenkomst is geregeld dat O2A5 de jaarlijks de

groepsafhankelijk materiële lumpsum voor gebouwonderhoud, schoonmaak, gas, water en elektra afdraagt aan de gemeente. De vergoeding is gebaseerd op het aantal leerlingen en niet op het aantal m2 gebruik dat de school daadwerkelijk in gebruik heeft. De school heeft op dit moment een ruimtetekort van 201 m².

Volgens de prognose loopt het tekort binnen 5 jaar terug naar 41 m². Op grond van de gemeentelijke verordening bestaat recht op tijdelijke uitbreiding wanneer een (volgens de richtlijnen van de verordening opgestelde) leerlingenprognose aantoont dat het tekort gedurende ten minste 4 jaar aanwezig is en het te kort gelijk of groter is dan de drempelwaarde van 40 m². I

In het gemeentelijk IHP is in de periode 2021-2024 voor de opwaardering van het gebouw naar BENG en Frisse Scholen B een bedrag van € 1.162.800.

De Stapsteen

Het IHP Molenlanden geeft aan dat voor het gebouw van De Stapsteen een afweging dient te worden gemaakt tussen renovatie van het huidige gebouw of vervangende nieuwbouw. Bij deze afweging wordt ook het mogelijk samen onder één dak brengen met de School met de Bijbelbetrokken. De eerste overleggen hierover tussen gemeente en schoolbesturen hebben inmiddels plaatsgevonden.

In het IHP wordt voor de periode 2021-2024 rekening gehouden met een bedrag voor renovatie van € 1.387.125 en met een bedrag voor nieuwbouw van

€ 1.625.400. In afwachting van de nieuwbouw wordt met het onderhoud aan het huidige gebouw pas op de plaats gemaakt. Dit onderhoud wordt beperkt tot het veilig maken en houden van het gebouw.

Huisvestingsanalyse Lingewaal

School Bouwjaar BVO Ruimtebehoefte in

2021 in m² Ruimtebehoefte in 2025 in m² De Zandheuvel Asperen 2019 710 m² 668 m² (+ 42 m²) 658 m² (+52 m²) De Schatkist Herwijnen 1981 407 m² 467 m² (-60 m²) 411 m² (-4 m²)

(22)

22

De Rietput Heukelum 2019 815 m ² 748 m² (+ 67 m²) 708 m² (+107 m²)

Totaal 1932 m² 1883 m² (+49 m²) 1777 m² (+155 m²)

Analyse:

De Zandheuvel

Schoolbestuur LOGOS is eigenaar van het gebouw waarin behalve een school van LOGOS en een kinderopvangorganisatie, ook de Zandheuvel is gehuisvest. De afspraken over het medegebruik door de Zandheuvel zijn neergelegd in een medegebruiksovereenkomst d.d. 1 december 2019. In de overeenkomst is geregeld dat O2A5 voor het medegebruik jaarlijks (prijspeil 2019) een bedrag van € 54.000 betaalt: € 33.000 aan servicekosten en € 21.000 aan planmatig onderhoud. Het bedrag voor servicekosten betreft een voorschot. Jaarlijks vindt op basis van de werkelijke uitgaven een afrekening plaats. De te betalen

vergoeding is hoger dan de groepsafhankelijke materiële lumpsum vergoeding.

De Schatkist

Schoolbestuur LOGOS is eigenaar van het gebouw waarin behalve een school van LOGOS en een kinderopvangorganisatie, ook De Schatkist is gehuisvest. De afspraken over het medegebruik door De Schatkist zijn neergelegd in een

ingebruikgevingsovereenkomst d.d. 1 november 2017. In het Beheerplan Brede School Herwijnen is geregeld dat O2A5 voor het medegebruik jaarlijks (prijspeil 2017) een bedrag van € 28.680 betaalt: € 18.500 aan servicekosten en € 10.180 aan planmatig onderhoud. Het bedrag voor servicekosten betreft een voorschot.

Jaarlijks vindt op basis van de werkelijke uitgaven een afrekening plaats. De te betalen vergoeding komt nagenoeg overeen met de groepsafhankelijk materiële lumpsum vergoeding.

De Rietput

Schoolbestuur LOGOS is eigenaar van het gebouw waarin behalve een school van LOGOS, en de bibliotheek, ook de Rietput is gehuisvest. Het gebouw beschikt ook over een gymzaal. De afspraken over het medegebruik door De Rietput zijn neergelegd in een medegebruiksovereenkomst d.d. 13 mei 2020. In de

overeenkomst is geregeld dat O2A5 voor het medegebruik jaarlijks (prijspeil 2020) een bedrag van € 62.000 betaalt: € 38.000 aan servicekosten en € 24.000 aan planmatig onderhoud. Het bedrag voor servicekosten betreft een voorschot.

Jaarlijks vindt op basis van de werkelijke uitgaven een afrekening plaats.

De te betalen vergoeding is hoger dan de groepsafhankelijk materiële lumpsum vergoeding.

Huisvestingsanalyse Vianen-Zederik

School Bouwjaar BVO Ruimtebehoefte in

2021 in m² Ruimtebehoefte in 2025 in m² De Gaard, Tijl U. Vianen 2011 860 m2 582 m² (+ 278 m²) 552 m² (+308 m²) De Gaard, M. Vos Hagestein 1977 1012 m²

26 1156 m² (+ 121 m²) 1226 m² (+51 m²) KC Werelds Vianen 2000 1884 m² 1186 m² (+ 698 m²) 1226 m² (+658 m²) De Vlindertuin Ameide 2019 582 m²*** 663 m² (-81 m²) 623 m² (-41 m²) De Springplank Meerkerk 1990 1063 m² 773 m² (+ 290 m²) 758 m² (+305 m²) Prinses

Wilhelminaschool Lexmond 2008 871 m² 552 m² (+ 319 m²) 577 m² (+294 m²)

Totaal 6537 m² 4912 m² (+1625 m²) 4962 m² (+1575 m²)

(23)

23

Analyse:

De Gaard, locatie Tijl Uilenspiegel

De Gaard, locatie Tijl Uilenspiegel is gehuisvest in Brede School De Prenter. Het gebouw is eigendom van Lekstede Wonen. De gemeente huurt de Brede School en heeft het schooldeel in gebruik gegeven aan O2A5. In de op 30 maart 2016 tussen gemeente en O2A5 gesloten “Overeenkomst tot overdracht van

exploitatiegelden voor huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van openbare basisschool Tijl Uilenspiegel” is geregeld dat O2A5 de groepsafhankelijke lumpsum voor gebouwonderhoud, tuinonderhoud, schoonmaak, gas, water en elektra afdraagt aan de gemeente. De vergoeding is gebaseerd op het aantal leerlingen en niet op het aantal m2 gebruik dat de school daadwerkelijk in gebruik heeft.

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (zoals aangekondigd in het IHPO) voor Brede School De Prenter een duurzaamheidsscan laten uitvoeren. De Brede School scoort op duurzaamheid een 7,8 en is het gemiddelde van de scores voor energie (7,3), technische kwaliteit (10), functionaliteit (6,9) en binnenmilieu (6,6). Conclusie van de scan is dat de kwaliteit van het gebouw goed is.

De Gaard, locatie Meester Vos

In 2024 wordt voor De Gaard, locatie Meester Vos, vervangende nieuwbouw in Hagestein gerealiseerd. In het IHPO gemeente Vijfheerenlanden zijn hiervoor de benodigde financiële middelen gereserveerd. De voorbereidingen zijn inmiddels gestart. Vooruitlopend op de nieuwbouw wordt de school tijdelijk gehuisvest in Brede School “De Kijk”, de in 2020 gerealiseerde tijdelijke huisvesting voor scholen van O2A5, TriVia, Fluenta en Trinamiek.

In afwachting van de nieuwbouw wordt met het onderhoud aan het huidige gebouw pas op de plaats gemaakt. Dit onderhoud wordt beperkt tot het veilig maken en houden van het gebouw.

Op dit moment wordt 272 m² van de school verhuurd aan Kinderopvangorganisatie Stichting Kinderopvang Vianen (SKV).

KC Werelds

Het gebouw van KC Werelds is voorzien van een CO2-gestuurde mechanische ventilatie. Door de veelvuldige ventilatie werd de afgezogen lucht zodanig vermengd met buitenlucht dat de verhoging van de CO2 nauwelijks

waarneembaar was. In verband hiermee is het ventilatiesysteem recent uitgebreid met 5 CO2-meters, waarmee de verhoging van de CO2 wél waarneembaar is geworden.

De gemeente Vijfheerenlanden heeft (zoals aangekondigd in het IHPO) voor KC Werelds een duurzaamheidsscan laten uitvoeren. KC werelds scoort op

duurzaamheid een 6,5 en is het gemiddelde van de scores voor energie (5,9), technische kwaliteit (8,0), functionaliteit (6,2) en binnenmilieu (6,0). Conclusie van de scan is dat de kwaliteit van het gebouw voldoende is.

Op dit moment wordt 532,2 m² van de school verhuurd aan

Kinderopvangorganisatie Stichting Kinderopvang Vianen (SKV): 265 m² voor kinderdagopvang en 267,2 m² voor peuteropvang en buitenschoolse opvang. De voor peuteropvang en buitenschoolse opvang verhuurde ruimte wordt een

gedeelte van de schoolweek ook nog door de school gebruikt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Tijdschrift voor roegepaste Arbowetenschap heeft zijn vijftiende jaargangvoltooid en de schrijver van deze cerugblik heeft eenzelfcle cijd als redacreur

 De samenwerking tussen de domeinen GGZ en Werk & Inkomen structureel in de werkprocessen opnemen. In de zomer van 2017 zijn de aanvragen van 31 regio’s bekeken en ook

Het is niet alleen motiverend voor de betrokken professionals en cliënten om successen te vieren, maar ook voor de continuïteit van de samenwerking belangrijk om resultaten

De gemeente Bussum heeft deze onzekerheid in de jaarrekening 2015 na de toelichting op de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen

De scholen die in 2014 het onderdeel wereldoriëntatie van de Eindtoets Basisonderwijs hebben afgenomen, zijn ingedeeld in drie groepen: een groep scholen met minder dan 20

7 nov 2017 – begroting 2018 – structureel budget (verantwoording opgenomen in regulier P&C cyclus) Toelichting Leefbaarheidsfonds Tynaarlo:.. Structureel budget € 15.000

Door een aantal schoolbesturen binnen de gemeente Groningen worden de kansen en mogelijkheden voor samenwerking in een tienerschoolconcept verkend, maar er zijn momenteel

Voor het project is een subsidie (6,2 miljoen) uit het Nationaal Programma Groningen (NPG) verkregen. Het project is in 2019 van start gegaan. Halverwege 2020 is een gedetailleerd