• No results found

M RAPPORT NO 233 ONDERZOEK 1962 GEOLOGISCHE STICHTING AFDELING GEOLOGISCHE DIENST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "M RAPPORT NO 233 ONDERZOEK 1962 GEOLOGISCHE STICHTING AFDELING GEOLOGISCHE DIENST"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M 106

19 01-19 6 2 RAPPORT NO 233

ONDERZOEK

1962

GEOLOGISCHE STICHTING AFDELING GEOLOGISCHE DIENST

(2)

Rapport no. 233/61-62

GEOLOGISCH ONDERZOEK VAN DE WESTERSCHELDE 4e rapport

(Onderzoek 1961 - 1962)

(3)

GEOLOGISCHE STICHTING afdeling

GEOLOGISCHE DIENST

Rapport 233/'61 - 62.

GEQLOGISCH ONDERZOEK VAN DE WESTERSCHELDE rapport

(OndTZoak 1961 - 1962)

Uitgebracht bij briaf no. 622062 d.d. 30 november 1962 aan da Hear Ingenleur ran da Cantrala Studiedianat van da

Rijkswatarataat ta Vliaalngan.

(4)

GEOLOGISCH ONDERZOEK VAN DE WESTERSCHELP:

4* rapport (Onderzoek 1961-1962)

1. INLEIDING

In rerrolg op het in 1958 aangevangen onderzoek naar de opbouw Tan de bodem van de Westerschelde werd in 1961 een aansluitend riviergedeelte in de verkenning betrok- ken.

Het roor 1961 Toorgenomen boorprogramma kon in dat jaar niet worden voltooid door alechte weersomstandig—

hedentwaarbij de boorapparatuur werd beschadigd. Het pro- gramma werd in 1962 afgewerkt,zodat dit vierde rapport betrekking heeft op de onderzoekingen van beide jaren te—

eamen.

Voor dit onderzoek zijn acht boringen op de rivier verricht,genummerd 611 t/m 618. De boorlocatiestvermeld op bijlage 1,zijn in raaien opgenomen,welke van de num- mers X, XI en XII zijn voorzien. De raaien zijn steeds vrijwel loodrecht op de stroomrichting van de rivier ge- legd.

Het onderzoek en de samenstelling van dit rapport warden verzorgd door de Hoofdgeoloog F.F.F.E. van Rum—

melon*

Om dit rapport <$n geheel te doen zijn met de d±ie voorgaande rapporten zijn wederom in de lijst van bijla- gen alle profielen en grafieken genoemd met vermelding in welk rapport deze voor het eerst zijn uitgebracht.Deze lijst is achterin dit rapport te vinden.

De kaart,waarop de locatie der boringen en van de profielen (bijlage 1) staat aangegeven wordt voor ieder rapport bijgewerkt en stedda opnieuw bijgevoegd. Ook alle op deze kaart aangegwwnn profiilen,due ook die uit vorige rapporten,zijn aan dit rapport toegevoegd. Echter zijn alleen de nieuwe profielen ingekleurd*

(5)

2

Een afzonderlijk gekleurd legendablad,behorende bij de profielentis terens bijgeroegd. De grafieken van de korrelgroottaverdeling van vroegere rapporten warden niet opnieuw opgenomen.

2. SAMENVATTINQ

a. De bij dit onderzoek verktegen gegevens zijn weergegeven in een drietal bijlagen (nrs. 12, 13 ®n 1M.

b. De basis van de zandige opvulling van de Westerschelde r«nt in hat algemeen op een kleilaag behorende tot de Af- zetting van Halsteren.

c. In raai XI (bijlage 13) heeft de huidige diepe vaargenl zich door de klei van Halsteren ruim 7 m ingesneden in

het hieronder liggende Poederlien (nu Zanden van Merksem geheten)•

3. tfEKKWIJZE

Ook voor dit onderzoek warden de zes boringen uitge- voerd met behulp van de drijvende boorinstallatie van de Centrale Studiedienst van de Rijkswaterstaat te Vlissin- gen. Op het land werd gebruik gemaakt van reeds eerder uitgevoerde boringen,verricht door de Geologische Dienst in Haarlem. Door een ongelukkige omstandigheid moest lab boorprogramma over twee jaar verdeeld worden. Alle mon- sters werden beschreven en bestudeerd door de betrokken Hoofdgeoloog.

Aangevuld met gegevens uit reeds aanwezige boringen en het kaarteringsonderzoek konden de geologische profie- len worden samengesteld.

4. RESULTATEN YAH HET ONDERZOEK

In de bijlagen 11, 12 en 13 zijn de resultaten van het onderzoek zowel lithologisch als stratigrafisch weer- gegeven. Naast de boorprofielen is het afslibbare gedeelte kleiner dan 16 mu (klei) en het U-cijfer aangegeven.

(6)

Het onderzoek heeft zich steeds uitgestrekt tot In de Zanden van Merksem (Poederlien). De bovenkant hiervan ligt tussen

28

en

36

m -N.A.P. Deze oudste pleistocene ma- riene afzetting bestaat in de gemaakte profielen nit aatig grof tot matig fijn zand met gewoonlijk veel achelpen en schelpresten. De hierop liggende Afzetting van Halateren is overwegend kleiig. In de kleilaag komen echter gewoon- lijk dunne zandlaagjes voor. In de profielen X en XI komen 00k zandige partijen voortdie zowel aan de basis als aan de bovenkant kunnen liggen.

In de ondergrond van deze profielen is het Icenien afwezig,dat zich felders tussen het Poederlien (Zanden van Merksem) en de Afzetting van Halsteren bevindt. Volgens de geologische onderzoekingen in Zeeuwsch-Vlaanderen en Zuid- beveland kan het Icenien in dit riviergedeelte 00k niet verwacht worden.In de oevers van het onderzochte gedeelte van de Westerschelde zien we een normals opeenstapeling van kwartaire lagen. Op de Zuidbevelandse kant in de pro- fielen XI en X is deze noraale opeenvolging enigermate ver- stoord. Dit is het gevolg van de voormalige doorbraak vain het Zwake. Verder bestaat de opvulling van de Westerschelde geheel uit jong zeezand,waarin zich een enkel dun klei- lensje kan bevinden.

Uit de profielen blijkt,dat de uitschuringen van de Westerschelde zich voortgezet hebben tot enige meters in de Afzetting van Halsteren. In profiel XI is deze uitschuring in ziir recente tijden zelfs tot in het Poederlien (Zan- den van Merksem) doorgegaan.

De Afzetting van Halsteren,vooral waar deze kleiig ontwikkeld is,heeft een verdere verdieping van de geul te- gengehomden. Uit de positie van het jonge zeezand ten op- zichte van de geologische opeenvolging langs de kust kan worden afgeleid,dat het jonge zeezand een post-Romeinse ouderdom heeft. De geul is namelijk door het post-Romeinse '’Oppervlakteveen" been gesneden.

(7)

4

In een vorig rapport ward reeds vermeld,dat de grote door- braak anuit het oosten plants vond onstreeks 700 j»n*Chr«

Tanslotte dlent opgeinerkt te worden,dat ter plaatse

▼an de dlepste uitschuring de opyulling van de geul een rustlger en tevens gelijkmatiger beeld vertoont dan de huidige bode®. Dlt Is te wljten aan de resistentie van de lagen van de Afzetting van Halsteren.

Haarlem 26 noveaber 1962.

Gezlen de Directeur.

b.a. de Hoofdgeoloog,

(L.A.AE. van Eerde).

(8)

Kaarten en profielen.

Bijlage 1 Locatie boringen en profielen.

Bijlage 1a Legenda roor de profielen.

Bijlage 2 Profiel raai I - I* 2e rapport Bijlage 3 Profiel raai II - II' 2e rapport Bijlage 4 Profiel raai III-III* 2e rapport Bijlage 5 Profiel raai IV - IV 2e rapport Bijlage 6 Profiel raai V - V 2e rapport Bijlage 7 Profiel raai VI -VI* 2e rapport Bijlage 8 Profiel raai VII-VII* 3e rapport Bijlage 9 Profiel raai VIII-VIII• 3e rapport Bijlage 10 Profiel raai IX - IX' 3® rapport Bijlage 11 Profiel raai A - A* 3® rapport Bijlage 12 Profiel raai X 4e rapport Bijlage 13 Profiel raai XI 4e rapport Bijlage 14 Profiel raai XII 4e rapport

’59.

•59.

'59.

•59.

•59c

•59.

•6o.

•60.

•60.

*60.

•61/62

•61/62

•61/62

GRAFIEKEN KORRELGROOTTEVEREELING Grafiek 1

Grafiek 2 Grafiek 3 Grafiek 4 Grafiek 5 Grafiek 6 Grafiek 7 Grafiek 8 Grafiek 9

Jong zeezand Afz.▼.Halat eren Poederlien Plioceen Boren Mioceen Jong zeezand Afz.r.Halsteren Poederlien

Afz.▼.Vilasingen Grafiek 10 Atlanticum

Grafiek 11 Grafiek 12

(boring B)le (boring B) 1e (boring B) 1e (boring B) 1e (boring B) 1e (boring F) 1e (boring F) 1e (boring F) 1e (boring F) 1e (boring F) 1e boring 602 3®

boring 607 3®

rapport rapport rapport rapport rapport rapport rapport rapport rapport rapport rapport rapport

•58.

•58.

•58.

•58.

•58.

•58.

’58.

•58.

•58.

•58.

*60.

•60.

(9)
(10)
(11)

ZEEUWS VLAANDEREN

N A P --

10m — -

oo ^ Oi-

JZK

O WK

OWZ

A v.VL

A.V. H

30

POED

-

612

ZUID BEVELAND

N A.P co ^

JZK

lOm

loo rs

JZZ JZZ

MO '0

20

A v.VL.

--30

A . v. H .

POED

GEOLOGISCHE DIENST — HAARLEM

GEOLOGISCH ONDERZOEK WESTERSCHELDE 1961 - 62

PROFIEL X - X

1

SCHAAL HORIZONTAAL 1 : 25 000 .^BU.KAAL : 200 AUTEUR: EF.EE. V. RUMMELENj DATUM : OKI 1962

RAPPORT 233/61-62 | BIJL. 12_ | ARCH NR. GD 639 M

(12)

O WK

OWZ

VEEN

OUDE WADKLEI

ODD WADZAND

i

KLEi

ZAND

KLEI EN ZAND

VEEN

1C ' ICENI EN

POED POEDERLIEN

PLIOC PLIOCEEN

B MIOC BOVEN MIOCEEN

70 n CIJFER

% AFSLI BBAAR

GEOLOGISCHE DIENST — HAARLEM

GEOLOGISCHE ONDERZOEK WESTESCHELDE 1960

LEGENDA

AUTEUR: FFFE. VAN RUMMELEN DATUM. OKT. 1962

RAPPORT 233/bO 62|BIJLAGE I A |ARCH N R GD639 M f

(13)

ZEEUWS VLAANDEREN

<

O'

in o.

N.A.R

10m —

20

30 -

JZK

ts

>SD

40 OWK

A. V. VL

A v. H

6)5

ZUID BEVELAND

O'

<N

JZK

i:.

JZZ

owz

eo /i?

A.v.VL

A v H

- N.A.R

— lOm

-20

-30

GEOLOGISCHE DIENST — HAARLEM

GEOLOGISCH ONDERZOEK WESTERSCHELDE 1961-62

PROFIEL XI - XI

1

SCHAAL HORIZONTAAL 1: 25 0 00 VE RTIKAAL 1 : 200 AUTEUR : F. F F E. V. RUMMELEN

RAPPORT 233/61-62| BUL. 13

DATUM : OKT. 1962

] ARCH NR. GD 639N

(14)

N.A.P

1 O m

JZK

OWK

JS

OWZ 11

A v.VL

I

120

30

POED

618

77 to 2*.

it

.

140

A v VL

'■J1:

A v H

-- lOm

N A P

-- 20

30

GEOLOGISCHE DIENST - HAARLEM

GEOLOGISCH ONDERZOEK WESTERSCHELDE 1961'62

I

PROFIEL XII - XII

SCHAAL HORIZONTAAL 1 25 000 AUTEUR : F.F.F.E. V. RUMMELEN

VERTIKAAL < 200 DATUM : OKT. 1962

RAPPORT 233/6l-62| BIJL. 14 | ARCH. NR. GD - 639

a

-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op het Kaj Munk College, afdeling vwo, om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de

Le Conseil signale tout d'abord qu'en Belgique, le droit à la sécurité sociale, de même que celui à la protection de la santé ainsi que le droit à l'aide sociale

Dans ce même avis, après examen des données statistiques récentes transmises et explicitées par l'Administration du SPF Emploi, Travail et Concertation so- ciale, le

Voor het plangebied geldt een brede archeologische verwachting als er daadwerkelijk geen veen was, er kunnen dan vondsten worden aangetroffen uit het paleolithicum tot en met de

Proef 2 A. Ook hier het veldvochtige monster volgens de schalenmethode uitpak-.. Voor de pH-bepaling nu echter niet elk van de 3 schalen met grond af- zonderlijk bemonsteren, maar uit

Deze signalen wezen erop dat de gemeente Enschede bijstandsaanvragers van 27 jaar of ouder eerst gedurende vier weken naar werk liet zoeken voordat een aanvraag

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet

BPF hoeft niet bij alles betrokken te zijn, initiatief ligt in principe bij de bewoners.. De Gemeente seint ons wel in als er iets speelt, maar geen verplichte deelname