Aan de ministers van Financiën, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken, in afschrift aan de Minister President en aan de minister van OCW 20 oktober 2015
Excellenties,
De discussie over de pensioenpremie voor 2016 is uiterst actueel. Het bestuur van het ABP staat aan de vooravond van een mogelijk besluit de pensioenpremie te verhogen vanwege de specifieke verantwoordelijkheid die dat bestuur heeft.
De kans dat de onderwijssectoren met een premieverhoging worden geconfronteerd is derhalve reëel.
Dat stelt de sociale partners in het onderwijs voor zeer grote problemen.
De (hoge)scholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen hebben in dat geval onvoldoende arbeidsvoorwaardelijke ruimte om deze premiestijging te financieren.
Op initiatief van het kabinet is in de zomer het - weliswaar niet door alle partijen ondertekende - loonakkoord gesloten, waarin de onderwijsinstellingen zich hebben gecommitteerd aan een loonstijging voor 2015 en 2016. Er is daarbij gerekend met een vermindering van de ABP-premie als een van de bronnen voor deze loonstijging.
Het tegenovergestelde dreigt nu dus: een premieverhoging.
Alles overziende is er slechts één oplossing, mocht het tot een stijging van de
pensioenpremie begin 2016 komen, en dat is dat het kabinet de daarmee gemoeide kosten voor zijn rekening neemt.
Wij, alle sociale partners in het onderwijs, doen gezamenlijk een dringend beroep op u hierover duidelijkheid te verschaffen.
Zonder financiële dekking van dit risico is een voor alle partijen bevredigend cao-resultaat in de onderwijssectoren nagenoeg onmogelijk.
Met vriendelijke groet,
J.C. Krijt, Dr. K.L.L.M. Dittrich,
voorzitter CNV Onderwijs voorzitter VSNU
G.P.M. van Haren, Drs. R. den Besten,
voorzitter AVS voorzitter PO-Raad
J. Veenstra, P. Rosenmöller,
voorzitter FvOv voorzitter VO-raad
E.M. Verheggen, J.P.C.M. van Zijl,
voorzitter AOb voorzitter MBO-raad
Ing. F.L.M. Kok, Mr. Th.C. de Graaf
voorzitter WVOI Voorzitter Vereniging Hogescholen