Het terugplaatsen van een botlap in het hoofd
Inhoudsopgave
Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Wat is een botlap? 1
Waarom een terugplaatsing van een botlap? 1
Belangrijk voor opname 1
De operatieroute 2
De operatie 2
Na de operatie 2
Het herstel 3
Het ontslag 3
Voordat u naar huis gaat, worden er nog een aantal afspraken voor u gemaakt. 3
Mogelijke problemen 3
Wanneer moet u contact opnemen? 4
Tot slot 5
Belangrijke telefoonnummers 5
Binnenkort wordt u in het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis), locatie ETZ Elisabeth opgenomen voor het terugplaatsen van een botlap in het hoofd. In deze brochure leest u informatie over de ingreep en krijgt u adviezen die kunnen bijdragen aan een sneller herstel.
Wat is een botlap?
Een botlap is een stukje schedelbot dat verwijderd is tijdens een eerdere operatie.
De reden waarom een botlap verwijderd is, kan verschillend zijn:
Door een ongeval kan een stuk schedelbot zo beschadigd zijn dat het weggehaald is.
Door een operatie aan het hoofd kan het voorkomen dat het schedelbot, waarin een luikje gemaakt is, niet kon worden teruggeplaatst.
Door een infectie na een ongeval of operatie aan het hoofd.
Door een hersenabces kan het schedelbot geïnfecteerd raken en daarom verwijderd zijn.
Waarom een terugplaatsing van een botlap?
Een botlap heeft een beschermende functie voor het onderliggend weefsel in het hoofd.
Het biedt bescherming van onderliggend weefsel bij vallen en stoten.
Een botlap wordt weer teruggeplaatst 3 tot 6 maanden na een hoofdoperatie. Bij een infectie kan het langer duren. Er wordt gewacht totdat de infectie verdwenen of tot stilstand is gekomen.
Bij het terugplaatsen van een botlap kan de neurochirurg uw eigen botlap gebruiken welke bewaard is gebleven in een steriele vloeistof in het laboratorium of de neurochirurg kiest voor een kunststof plaatje ook wel palacos plastiek genoemd.
Belangrijk voor opname
Sommige medicatie moet u voor de operatie niet meer innemen. Dit geldt vooral voor anti-
stollingsmedicatie (bloedverdunners). Gebruikt u bijvoorbeeld Ascal®, Acetylsalicylzuur Cardio®, Sintrommitis®, Marcoumar®, Pradaxa ©,Acenocoumarol®, Plavix® of Aspirine®, dan moet u, in overleg met uw behandelend arts daar minstens één week voor de opname met de inname hiervan stoppen.
Bent u niet zeker of u anti-stollingsmedicatie gebruikt, neem dan altijd contact op met uw huisarts of met uw behandelend arts.
Nuchter zijn voor de operatie
Voor de operatie moet u vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn. De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure Een ingreep onder anesthesie die u gekregen hebt bij uw polikliniekbezoek of bij het pre- operatief spreekuur. U dient u te houden aan deze richtlijnen.
De operatieroute
De opname- en operatiedag
U wordt drie dagen in het ziekenhuis opgenomen. U meldt u op de dag van opname op de afgesproken tijd op etage D, Neurochirurgie. Op de afdeling wordt u ontvangen door een
verpleegkundige. Als u meer informatie over de afdeling wilt, kunt u vragen naar de brochure Wegwijs op etage D, Neurochirurgie.
Op het verpleegkundig spreekuur Neurochirurgie bent u geïnformeerd over de opname. Er is bloed bij u afgenomen en afhankelijk van uw leeftijd en gezondheid is er een ECG (elektrocardiogram) gemaakt.
Dit is een opname van de hartslag om een indruk te krijgen van het ritme van het hart. In het opnamegesprek worden eventuele aanvullingen besproken. Tijdens het spreekuur van de anesthesioloog hebt u informatie gehad over de gang van zaken rondom de verdoving.
Korte tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u gevraagd een operatiehemd aan te trekken.
Vervolgens geeft een verpleegkundige u een medicijn ter voorbereiding op de narcose. Na deze voorbereiding wordt u naar de operatiekamer gebracht. Daar maakt u kennis met de anesthesioloog.
Op de operatiekamer krijgt u een infuus en wordt de verdoving toegediend. Wilt u meer informatie over de verdoving, dan kunt u naar de brochure Een ingreep onder anesthesie vragen.
De operatie
Tijdens de operatie brengt de neurochirurg de botlap of een kunststof plaatje weer op de juiste plaats tussen de schedelstructuren. De botlap of het kunststof plaatje wordt vastgezet met hechtdraden of titanium plaatjes.
Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker in de uitslaapkamer. U hebt om uw hoofd een verband en vanuit de wond een eventuele wonddrain. Zodra u weer voldoende wakker bent en uw toestand het toelaat, wordt u met toestemming van de anesthesioloog terug naar de verpleegafdeling gebracht.
Daar worden om het uur controles gedaan van de vitale functies, zoals controles van uw polsslag, bloeddruk, bewustzijn en pupilreacties.
Deze controles worden 6 keer uitgevoerd en stoppen wanneer alles goed blijft gaan.
Bij terugkomst op de afdeling mag u weer drinken en eten. Na 4 uur moet u proberen om te plassen.
Gebeurt dit niet spontaan, dan wordt uw blaas door middel van een slangetje geleegd.
Om trombose (bloedstolsels) te voorkomen, krijgt u een injectie bij de navel.
Het infuus blijft vandaag nog zitten omdat u antibiotica via het infuus toegediend krijgt. U hebt
vandaag bedrust maar u mag wel hogerop liggen en draaien in bed. Het kan geen kwaad als u op de wond ligt.
Pijn
Na de operatie kunt u pijn voelen bij de wond. Hiervoor krijgt u pijnstillende medicijnen toegediend.
Voor meer informatie hierover kunt u naar de folder Pijnmeting vragen. De wond van de operatie kan enkele dagen tot weken gevoelig blijven. Bij sommige mensen duurt dit langer.
Het herstel
De eerste dag na de operatie
Vandaag krijgt u hulp bij de dagelijkse verzorging. De wonddrain wordt verwijderd door de verpleegkundige en de wond wordt gecontroleerd en verzorgd. Het infuus wordt ook verwijderd.
U gaat starten met antibiotica tabletten gedurende 5 dagen.
Nu mag u weer uit bed en wat rondlopen.
Omdat u de volgende dag met ontslag mag, vindt vandaag het ontslaggesprek plaats.
Tijdens dit gesprek wordt u voorbereid op het naderende ontslag. Uiteraard is het mogelijk om hierbij uw partner of andere vertrouwenspersoon uit te nodigen. In dit gesprek worden een aantal vaste punten besproken en hoe u de ziekenhuisopname en het verblijf op de afdeling ervaren hebt.
De tweede dag
Vandaag mag u uzelf gaan verzorgen. De verpleegkundige controleert en verzorgt de wond.
Bent u weer goed ter been en in staat uzelf te verzorgen, dan kunt u vandaag met ontslag.
Het ontslag
Voordat u naar huis gaat, worden er nog een aantal afspraken voor u gemaakt.
Er wordt een controleafspraak gemaakt bij de neurochirurg (datum ongeveer 3 maanden na de operatie).
Als u niet oplosbare hechtingen hebt, wordt er een afspraak gemaakt op het verpleegkundig spreekuur om deze te laten verwijderen.
Als u medicijnen moet blijven gebruiken, krijgt u hiervoor een recept. U krijgt zorginstructies voor thuis mee. De ontslagbrief voor de huisarts wordt opgestuurd.
Mogelijke problemen
Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op mogelijke problemen. Uw behandelend arts heeft deze al met u besproken. Als u hierover nog vragen hebt, kunt u deze altijd aan uw behandelend arts stellen.
Wondinfectie
Wondinfectie uit zich door roodheid, zwelling, kloppende pijn, en warm aanvoelen van de
operatiewond. Enige roodheid en zwelling zijn echter gewoon, omdat ze alleen de tekenen zijn van de weefselreactie op de operatie. Hoewel altijd de uiterste zorg wordt besteed aan het voorkomen van infecties tijdens de operatie, blijkt dit niet altijd te vermijden, vooral bij langdurige of gecompliceerde
operaties en bij mensen met een verlaagde weerstand tegen infecties. Uiteraard worden er maatregelen tegen genomen die in de meeste gevallen effect hebben.
Loslatende wondranden
Als de wondranden een klein beetje loslaten, kan dit geen kwaad en groeit het gewoon weer dicht.
Loslatende wondranden kunnen echter duiden op een beginnende infectie. Als de wondranden over méér dan 1 cm loslaten, moet u op het verpleegkundig spreekuur Neurochirurgie de wond laten nakijken.
Nabloeding
Een bloeding in het operatiegebied kan optreden (zeer zelden) en is soms een reden voor een nieuwe operatie. De oorzaak is niet altijd te achterhalen, maar meestal gaat het om een gestoorde
bloedstolling of om een belangrijke bloeddrukschommeling.
Wanneer moet u contact opnemen?
Als u één van de volgende symptomen heeft, moet u contact opnemen :
pus uit de wond
hoge koorts;
toenemende sufheid.
U kunt van maandag t/m vrijdag (van 08.45 tot 09.15 uur) bellen voor een afspraak op het telefonisch spreekuur. U wordt dan tussen 09.30 uur en 10.00 uur teruggebeld door een verpleegkundige.
U kunt ook e-mailen naar: nazorg@etz.nl. De ontvangen e-mails worden van maandag t/m vrijdag door verpleegkundigen bekeken en zo spoedig mogelijk beantwoord.
Bij acute problemen of klachten:
binnen kantooruren: telefonisch contact opnemen met de polikliniek: telefoon (013) 221 03 00
buiten kantooruren: contact opnemen met uw huisarts of huisartsenpost.
Mobiliteit en patroon activiteit en rust
U mag vrij mobiliseren, niet forceren, luisteren naar eigen lichaam, langzaam conditie opbouwen gedurende de eerste 6 weken
Druk op het hoofd moet vermeden worden. U mag niet bukken met het hoofd voorover.
Fietsen en Autorijden mag de eerste 4 -6 weken niet.
U mag geen zwaar (huishoudelijk) werk verrichten gedurende 6 weken.
U mag u werk gedurende 6 weken nog niet hervatten, nadien kan in overleg met een arbo-arts een schema opgesteld worden.
Wondverzorging
U moet nog wel voorzichtig zijn met de tere hoofdhuid. Zo is het beter uw hoofd niet bloot te stellen aan fel zonlicht of extreme kou. U kunt dan last krijgen van hoofdpijn.
vanaf dag 3 na de operatie mag u de haren wassen met een milde shampoo .Het gebruik van haarverf/
haarkleuring mag pas nadat dit met de neurochirurg op de poli besproken is.
Tot slot
Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan uw behandelend arts, de zaalarts of aan de verpleegkundigen van de verpleegafdeling.
Voor meer informatie kunt u ook terecht op: www.ncct-nl.com.
Belangrijke telefoonnummers
ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) (013) 221 00 00 Route 42
Neurocentrum
Polikliniek Neurochirurgie: (013) 221 03 00
Etage D, kamer 1 t/m 16: (013) 221 22 42
Etage D, kamer 32 t/m 47: (013) 221 22 43
E-mailadres: polinrc@etz.nl
Vragen over uw operatiedatum? okplanningnrc@etz.nl Vragen over uw Gamma-Knife behandeling? gammaknife@etz.nl
Overige vragen? secretariaatnrc@etz.nl
Neurochirurgie, 41.128 01-21
Copyright© ETZ Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.