• No results found

VERSPREIDE GESCHRIFTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERSPREIDE GESCHRIFTEN "

Copied!
326
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

,

,;

,

H. KERN

VERSPREIDE GESCHRIFTEN

NEGENDE DËEL

SPRAAKKUNST VAN HET OUDJAVMNSCH

SLOT

DIVERSEN' OUDJAVAANSCH EERSTE GEDEELTE

'g-GRAYel'fHAGE

MARTJNUS NUHOFP 1020

(2)
(3)

VERSPREIDE GESCHRIFTEN

VAN

PROF. DR. H. KERN

(4)
(5)

H. KERN.

VER.SPR.EIDE GESCHRIFTEN.

NEGENDE DEEL

SPRAAKKUNST VAN HET OUDJAVAANSCH,

SLOT

DIVERSEN OUDJAVAANSCH,

EERSTE GEDEELTE

'S·ORAVENHAO~

MARTINUS NIjHOFF 1920

(6)
(7)

INHOUD VAN DL. IX.

VIII. SPRAAKKUNST VAN HET OUD)AVAANSCH (,lot).

J.'ag.

(B.) Append;x. (1889) 1

111. Regelen van klankverbinding in 't Oudjavaansch 3-25

A. SRudhi iu oen woord (inwoDiligt'o Saudhi), <I. - § L Klinker mot Itlinkor, .". - § 9. MGdeklinker me~ medeklinker, 12.

D. Sandhi lu den .0lzin (uit.wendige Sandhi), 19. 1. Klinkon, 19. - S 2.

Mecleldiuhr., 21.

IX. DIVERSEN OUD)AVAANSCH.

Verslag aangaande afdrukken van te Batavia aanwezige Kawi-oor·

konden. (1871) . 29

Zang XI van het Uh:irata-ruddha in Kawi. Met vertaling en Aantcc-

keningen. (1873) . :\9

Tebt,.2. - Ou~lodiug,"6.-Vortliling, 60. _ AlUlteokenÎngon, Ga.

Wrtta-Sai\cara. Oudjav. leerdicht over versbouw. In Kawi·tckst en

Nederlandsche vertaling bewerkt. (18i5) 67

L Inleiding, 69. _

n .

Tebt in tral1l<.lriplie,82. - W. Vertalingenuntee·

keniosen, \'15.

Mengelingen. Kawi en]avaansch. (Ian) . 191

TIl1l.ani'o, 193. - Puh."ang, 100. - BAn.lu, 1:17. - Kat1"gen, !G7.- KafllJit, 198. _ Anllng, 100. - &alll.go, 201. - Mona, 2re. _ Kt.llilllit,203.

DlintaY"I\t\janll., !!Q.l. - Plu(.a, 201. - NgglLlIya, 2G;&. - PnIÎl,ih, 206. - K"B 011 In" .... 207.

Stam verdubbeling in 't Kawi. (1877). 209

Over de Oudjavaansche vertaling van 't Mahäbhárata. (1877) 21fi Bijlage. Inhoudsopgave van 't Mahäbhärata in 't Kawj (volgens me·

dedeeling van Dr. H. N. van der Tuuk). (1871) 2-15 Proeve uit het Oudjavaansche Rltm:i)'ary3. (1883) 251

Sarga 6, ttr.1J66-II76. Teut, 25-1.. - Verl.aling,254,. - AlI.nteokoningon, 255.

(8)

,

VI

Un dictiollnairc Sanskrit.Kavj, (1885) . . . . . , .. . . . Eene Oudjavannschc Cosmogonie, (1667). . . . . . Eene merkwaardige tekstverknoeiing in 't Oudjavaansche R ma.·

Y'O'. (1898). . . . . Cawi:!li. (1903). . . . . Bahi, Indrlll)l, çacf. (t 915) . Sämba en Yaji'l.awatT, (1916) Surllpa, Kalana, 8arhala. (1917)

11'D-'r=zU'

P-J'.

273 283

297 301 305 309 313

(9)

VIII.

SPRAAKKUNST VAN HET OUD·

JAVAANseH.

(Slol)

(10)
(11)

Appendix .

I. E e nige imperatief·vormen van het Oudjavaanseh.

11. Oudjavaansche absolutieven.

111. Regelen van klankverbinding in 't OudjavaanselI.

(Ver volg)

1

(12)
(13)

m . REGELEN VAN RLANKVERBINDINO IN 'T OUDJAVAANSCH.

Wanneer taalklanken, hetzij als beslanddcclcn van ccn woord o(als sluit.

of beginletter \'an twee op malkaar vol~cnde woorden, met elkaar in aan- raking komen, kunnen ze door wcdcrkccrigcn invloed, of door ,'crsnclling der uitspraak. of ook ten gevolge celler natuurlijke neiging bij sprckcndcn om het zich gemakkelijk te maken, zekere veranderingen ondergaan, die onder bepaalde regelen kunnen gebracht worden. Zulke regelen van kll\nk- verbinding in woord of volzin, van San dh j. zooa15 de term itl de Indische spraakkunst luidt, moeten in meerdere of mindere mate in elke sprccktMI

"oorkomen, doch ze worden meestal slechts ten decle in geschrifte toege- past. Terwijl bijv. in 't Sanskrit alle klankveranderingen bij Sandhi met groote nauwkeurigheid in de geschrc\'en taal worden uitgedrukt; terwijl ook in het Griehch, vooral het oudere, de Sandhi in den ge.'ichrcven vorm der taal tot zijn recht komt, pleegt men in onze eigene taal, waarvan de Sam.lhi-rcgclen even talrijk en ingewikkeld zijn als in 't Sanskrit, de klank- veranderingen slechts gedeeltelijk voor 't oog af te beelden; de o\'erige moet ieder lezer met behulp zijner kennis der spreektaal zelf toepas!ien.

Het Ouojavannsch, welks stelsel van schrift zoo geheel en al op de leest van 't Indische geschoeid is, volgt zijn ,-oorbeeld ook daarin dnt het alle vcranderingen door 't samenkomen van klanken veroorzaakt in degesehre_

ven taal tracht uit Ic drukken. Er is zelfs reden om te vcrmo(.."(len dat de schrijftrant der eigenlijk gezegde letterkundige gewrochten de Sandhi-re.

gelen der Sanskrit.spraakkunst slaafscher volgde dan door het heerschend taalgebruik gewettigd was. In hoeverre zulks het geval was, zal bij de beo handeling der feiten een punt van onder.toek uitmaken. Het bestaan echter ,-an bep..,alde zgn. welluidendheidsregelen in de gesproken taal valt niet in twijfel te trekken, want de meest belangrijke er van vindt men terug in an~

dere Malcisch I'olrnesische talen die nooit onder Indischen invloed ge!ltaall hebben. Daarenboven bezit het Oudjavaansch verscheidene klankveran· deringen die aan het Sanskrit vreemd zijn.

Ten einde later nict telkens in herhalingen te vervallen, moet ik hier cene algemeene opmerking maken, n1. deze, dat de speJling, woals wij die zelfs in de oudste oorkondel\ aantreffen, klaarblijkelijk cene historische was, d. i.

niet meer in allen deele de gelijktijdige uitspraak nauwkeurig wel!rgar. Het

(14)

4

lijdt gecn twijfel, of er is eenmaal een tijdperk geweest dat men algemeen uitsprak r!!ngö, tnt, ika, Il!ba, r:th, r!'it, kapOj!'in, en dgl., doch dat tijdperk ging: den datum der oudste ons bekende oorkonden der 9dt eeuw vooraf. \Vanlleer men in één en hetzelfde stuk nu eens kab a i h (ei- genlijk gespeld kab a i h), dan weêr kab e h geschreven ziet, dan zal nie- mand aarzelen de gevolgtrekking te maken, dat de schrijver zelf uitsprak kab eh, en dat het ka b a i h van zijne hand cenc historische spelling vcr- tegenwoordigt. Waar in één en hetzelfde stuk een oudere en een jongere vorm voorkomen, daar is alleen dejongere beslissend voor de uitspraak van den schrijver en bewijst de oudere hoegenaamd niets, om de eenvoudige reden dat een menschenkind wel kan weten hoe men vóór zijn tijd placht te schrijven, maar niet kan vooruitûen hoe men later zal spreken or schrij.

ven. Natuurlijk is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat cr totopzekere hoogte een klein verschil in uitspraak tezelfder tijd in \'erschillende kringen gehoord werd. Het is bijv. zeer wel denkbaar, dat de dichters, die nu eens tG t, r!th, dan wet!r tut, ra h beûgden, leerden in een tijd, toen de oudere uitspraak (t 0 t, r:t h) nog niet geheel uitgestorven, en de nieuwere (t ut, rail) nog niet algemeen doorgedrongen was - eenmaal heeft er zulk een tijcjperk van overgang bestaan - , maar het Î$ evengoed mogelijk, dat die dichters, l(clv(,:n gewoonlijk de jongere uitspraak volgende, den hun bekenden \·er·

ouderden vorm bczigden, waar deze hun te stade kwam I.

A. Sandhi in een woord (inwenrlige Sandhi).

§ J. Klill!.·l"'lIld klillker.

la. A metnwordtii. Dus mawak, käwakan, pak!iwak, van awak met de voorvoegsels ma, ka, pakaj mängl:!n, k:ing~n van angi:!nj p:tjar, pin:l:jarakCn van ajar; k::tri van ka met ari. Uil muIlgha- na, sumiddha met akl:!n wordt manghanákcn, sumiddhäki:!n; uit inanugraha -I- an wordt inanugrah!in; van patapa, kaba- nyaga met all komt patapän, kabanyliglin. Zoo is räma,(vader) ontstaan uit ra

+

a ma, r ä r i uit ra

+

a ri, Zelfs een Q·a, ontstaan door 't uitvallen van tien gulluralen triller, trekt samen in Îli bijv. rah uit ra' ah;

k~HI uit kei a' a (Bisara, Tagalog laga) j slltus uit sa-' a tus.

Men kan \'erzekerd wezen, dat deze regel eenmaal zonder uitzondering

I 'VaDDoor de hedondMgB<>he J/U'nnen eonen klank lUeer dan gewoonlijk rekken, dAn hooft. ~ ni6U> gemeen meL de otymologiaoh lnngo klillkor~ dilr oude I.a.a.!. Z1\lk oono rek·

king heruat op rhet.orillOhe gronclon, on is 10 vorgolijkon moL wnt men in 't Sh, noomt.

pi u h. Do p I u til ia zeer gewoon ook ill '~Nodednudsch, bijv. nis iOillnud mot grooto \·or·

btuiing \'raag~: ,oo?

(15)

gegolden heert. Onlinoeten wij dcsnieltc~ellstaallde in deons bekende tek·

sten 7.00\·cel arwijkingen, dan zijn deze deels toe lcsc:hrijven aan geleidelijk klankverloop, dec\s \'erklaarbaar als schijnbare uitzonderingen. Tot de eerste categorie bel'lOorcn schrijfwijzen als ra t, ra h, rama, ra ri, san ak e. dgL, welke herhaaldelijk voorkomen in geschriften die cvcll7.eer de li. "nn Skr. woorden ar cn toe ven'angen door de korte. Tot de tweede categorie meen ik te moetcn brengen woorden als kar!iman, kaiçwaryyan, pa ta pan; kari voor k:iri, ilchtcrgeble"\'eni manghanakl!n. Dedde eerste voorbeelden toch behoeven niet noodzakelijk het aanhechtsel a n te bevatten; immers naast a n was cr een gelijkwaardig I:! n in gebruik (vgl.

Bug. I! n g = a n g); bijv. kalI:! pas /! n, verlossing (Arj. \Viw. 56, 66), ka·

dadin; karatun. De k(k/!) voor ka in kari, geheel in overeenstem·

mine met het nieuwere spraakgebruik, is eerder aan klankverloo(, te wijten dan als een schijnuit;mnclering te beschouwcn; want dat de oudste vorm

Vlm het voorvoegsel ka geweest is, blijkt duidelijk uit de hiermede argeleide vormen van stammen wier.stüm met i or 11 begint. Wij mogen on,; niet be4 roepen op woorden als ken ä, ki! noh, k I! l:i e. dgl., want hierin heert de kc een andere functie dan hl ka ri \'oor k:t r i. Wat het aanhechtsel kl:! n Illt't de waarde van a k ~ n aangaat, pleit voor den hoogen ouderdom ervan de overeenstemming tusschen Sundaneesch kön, dichterlijk Jav. k~n, en 13ataksch ho n (uit ki! n), Mal. ka. n.

De behandeling van gevallen waarin cic lange klinker op andere wijtcdal1 door samenvloeiing ontstaan is, blijrt hier uitgesloten.

Onder de verwante talen komen het Bug. en Mak. il11.ooverre met het O.

J.

overeen, dat zij (/

+

a in ii plegen samen te trekken; bijv. Bug. taw:ing

=

tawa·ang; Mak. kanring = kana~a ng; boyäng= bo)'a-ang (Malthes, Boeg. Spr. § 63; Mak. Spr. § li9). In het Fidjisch kan een opn uitgaande stam zoogenaamd ~definitive passive» worden, doordat de eind·

klinker den klemtoon tot zich trekt en gerekt wordt uitgesproken; dus tá ra wordt ta r:t (I razlewood, Gramm. p. 39; \·gl. p. 5). De reden is dezelfde als in 't Mak. en Bug. dewijl ta r!f. ontstaan is uit t á ra mei aanhechtsel a n.

2°. Eene ii ge\'olgd door IJ geert 11; bij\'. kapnj:in, van den stam poj:t.

3°. A met ~ wordt a; dus caritan=carita met aanhechtsel ~n; wafT}-

I) a n

=

wa rl) 1)a

+

en. De lange klinker met ~ geert I'; bijv. lcelä met I:!n wordt kel:tn.

·1°. A met i wordtc. Bijv. a

+

inak = enak; ma

+

irang= merang:

ka

+

i pi

=

kepi; sa

+

i I wa n = sel wa n. Dezelfde regel geldt ook in 't Jbanag; bijv. ma

+

i I u g wordt mei ti g (gespeld ma e I ti g); volgt er op de; oorspronkelijk een klinker, dan wordt als o\'ergangsletter tusschen de zoo ontstane ~ en den volgenden klinker eeneJ' ingeschoven; bijv. ka

(16)

.

6

+

i

+

uluan wordt keyuluan. Ook in het Malegasi en het Sideisch- Formosaansch moet eertijds dezelfde regel als in het O.

J.

en het Ibanag van kracht geweest zijn; een spoor daarvan is overgebleven o. a. in het Ma·

leg. woord rcny, Sid. re na. moeder

=

0.

J.

re Q a, uit ra

+

in a. In

beide talen is deze regel echter ,tcroudcrd, evenals in 't N. Javaanseh. Vor- men als N. Jav. kei i e. dgl. zijn natuurlijk in hun geheel o\'crgcgann en in strijd met de hedendaagsche klankwet. volgens welke bijv. uit ka

+

i 10-

kake ontstaat: kailokakc.

5". A met 1# wordt~. Dus ma

+

utus

=

motus; a

+

utih = olih; ka

+

untal =kontal; sa

+

ujar=sojar; pa

+

ulah

=

polah. Ge-

heel hetzelfde vinden wc terug in 'tJbanag; bijv. ka

+

uman

=

koman;

ma

+

u ma.= moma; pa

+

u lug= polug. \Vat N. Jav. woorden als kontal e. dgl. betren. is ,'an toepassing hetgeen zooeven ,'an de t uit a

+

i gezegd is.

6". A met a i levert a i op: ka

+

a i ç IV ar}')' a n

=

k a i ç IV a r r rail.

7". Uitö meta wordt gewoonlijk wa. Dus ru ml!.n gö

+

a wordt ru m Cn g.

wa: karCngö met an: karengwan: pirl!.ngö met akCn geeft pi- rl!ngwakCn; kasl!nö+ an=kasl;l;nwan. Een vorm als pirl;l;ng~­

kl!n inKO.11 is te verklaren als bestaande uit pi rl!.ngö en het aanhechtsel k ~ n voor a k I! n : vgl. het boven bij a opgemerkte.

lu afwijking "all den hier gegeven regel schrijven de oorkonden hier en daar Ca \'oorwa; dus tl!:as, pC ar, inangsCan, inasCan, manga- sl!:akan. haml!as. Dat deze spelling een antiquiteit was, blijkt voldoende uit het feit, dat men in dezelfde oorkonden nooit b~at, steeds bwal, kabwat e, dgl. geschreven vindt. Eene andere afwijking vertoont zich hier en daar, waar inslede van het te verwachten wa te Iczen staat y C, )'Ö, of misschien we, w ö, want de Pasangans voor y en w lijken veel op elkaar.

Zoo heen KO, V eenmaal Jan a t yès a El of, mogelijk bedoeld" t w es a n:

een andermaal

J

El. nat \V as a n: in VIJ, 6 zid men rl! El g)'ö k I! n; daaren- tegen in Holle's oorkonde van Çaka 782 duidelijk rCngwökl!n. In het nog onuitcegevcn vcrvolg van KO. XXVIII komt herhaalde malen KatyCng in stede van Ka twang, NJ. Ka tong, \'oor. Hoc deze zonderlinge schrijf- wijze te verklaren? Het is nict aan te nemcn, dat jan a t was a n cn jan a- ty t!!'la n te celijkertijd nauwkeurig de bestaande uitspraak wecreeven ; wel is het mogelijk, dat gcen van beide het doet. Let men nu op de omstandig- heid dat in de vrij oude oorkonde van Çaka 853 (Nn. VII) cl 0 j a staat voor Skr. dhwaja, en katern on voor ka tem wan, dan lijdt hetgeen twij- fel dat men om 900 AD. reeds gelijk in 't N. Jav. sprak 0, maar nog 5chreer wa, bchah'c in enkele gevallen, waar de natuur boven de leer ging. Aan- gezien KO. V, waarin we jan a t w asa n gespeld vinden, eene eeuw jonger

(17)

7

is dan Na, VII, volgt I'l forllbri dat de spelling t was a n voorstelt cene uit- spraak t05an. Hieruit volgt verder dat ook tr~san, of misschien twl:!san, verheelden moet tosan in de gesproken taal. Hoe kan dit? Eenvoudig doordat in het toenmalige )avaansch in menig woord de oudere P!!ptt in de spelling bewaard bleef, terwijl men het toch met 0 uitsprak. Vergelijkt men het oudere r!! n g ö, g ö n g of g ~ n g, e. dgl. met het hedendaagsche run g u, ~ ti n g, dan ziet men dat er een schakel in de ontwikkeling der klanken ontbreekt: die schakel wordt gevormd door de o. Tusschen rl!ngö en rungu ligt cr dus een rongo, en cr is zonder twijrclccn tijdperk gc- weest, bijv. lusschen 900 en 1200 A.D., dat mcn;n cenc menigte woorden het oude Pöpt!t-teeken in schrirt behoudende. daaraan de uitspraak verbond ntn o. De werkelijke pepet heeft in de nieuwe taal in te veel gevallen stand gehouden dan dat de Javanen er toe hebben kunnen komen de P~p~t als teeken voor 0 te bezigen, maar wat in het Javaansch niet geschied is ell nauwelijks geschieden kon. heeft plaats gehad in hel Tobasch. Deze taal, wier gehee\e spc\stelsel zeer oudcrwel'ich is. zoodat zij bijv. kl! n schrijft, maar ho n uiL'iprcekt. kent geen ander teeken meer voor de 0 dan de pepel.

De Q\'crgang van den klank der pepet in dien van 0 moet dus plaats gehad hcbben na de vaststelling der nog bestaande Tobasche spelling. Kortom, tyesan werd uitgesproken als tosan; katyeng als ka tong; reng- w ö k I! n als. ro n gok e n. De 'ZV in het laatste is een overblijfsel van de ou- dere en eenmaal phonetisch juiste schrijfwijze rl! n g wak

e n ,

doch is even misplaatst als bijv. dep in den Franschen naam Nt'jnJctl, waarin de jJ haar aanwezigheid te danken heeft aan cIc misplaatste neiging van een klerk, die loonen wilde te weten dat het Latijnscbe nepos eene p beert en dat IIt'/JCU

uit IIrpns onl'itaan is. Dey in Janatyesan en dergl., zoo die werkelijk

bedoeld is, moel haar oorsprong hebben in een verkeerd gelezen Pasangan

1V. Hoe men teas, pl!ar en dgl. verouderde vormen uitsprak, laat zich moeielijk met zekerheid bepalen; vermoedelijk teide men toas, of anders t o~.

8°. Eene ij gevolgd door en blijrt om·eranderd. Derhalve r!!ngö

+

!!n

geeft r~ngön.

90. De korte en lange" gaan voor ongelijkslachtige klinkers (behalve 1, welke nauwelijks als een klinker mag gelden. al kan zich licht een volle klinker cr uit ontwikkelen) over in)'. Dijv. syapa uit si en apa; tinalyan uit ti- nali en an; walyan uitwali en an; mangajra uit mangaji ena; a ra b y a uit a r a b i en

a;

w u r y y a n t uit wu r i en a n ; kas t ry a n r a uit kastrT en anya. De spelling Icastrlanya in KO. VII zal wel door

I De verdubbeliDK vaD medeklinker! eD halh'ooaldn 4ehter dOoa r mi6t. allen redelijken grond 611 geJohiedt louUlr in DIlvolging van OOM bekendo Indischo aehrijfwij,e.

(18)

8

de etrmolocie veroorzaakt zijn; men zou eer verwacllten kas tr i}' a 11 ra, want na twee of meer medeklinkers is iy natuurlijker dany. In KO. V leest men dan ook anulwlyakt!n, uit anu!wi, bijvorm van aoulw)' en a k ~ n ; de lange i. is foutief, doch verklaarbaar, omdat het gevoel voor 't onderscheid in quantiteit der klinkers reeds ten tijde deroudsteons bekende stukken tamelijk verstompt was. Voorbeelden vall i vóór 11 zijn: cl

r

u Tl.

Ibanag jun (met FranschejJ voor di un, gewestelijken bijvorm van d ui n.

Disa)"a di h i u n; dy u s voor d i U!!, en dit voor di' ti s, Mal. dir u S I Bis.

digus; wangkyul, N.Jav. wangkilj hyu, vgl. Dayaksch en Niasch hiu, Sumbasch i y u I Bis. i h ti, Arusch dj u. Fidji n g g i 0, Maleg. akio, Mal.

h i rail. oe)1 moet als een zuivere halfklinker uitgesproken zijn, gelijk nog heden ten dage in 't }avaansch geschiedt. Feitelijk is deze halfklinker niets anders dan een in tijdmaat gehalveerde korte ij wordtdeJ' nog meer ver·

kort. dan verkrijgt men den klank der Russische j er', die men gelijk kan stellen met ~J' =

*

i. Zulk een j er', - die hier met' zal aangeduid worden - als verdere ver.~wakking van y, i!l naar alle waar!lchijnlijkheid in enkele woorden hoorbaar geweest vóórdat hij geheel wegviel. Dij, .. tusschen s)'a·

pa en het nieuwere ). sap" ligt, theoretisch, s'apa. Op dezelfde wijze meen ik te moeten \'erklaren zulke woorden in het Ibanag als sak a n

=

s i

+

a ka n j sa m = Dis. siá m. Tag. siyam; sa, aan hem, aan haar = Sa·

ngirsch sia, siya; san=sian, buik, waarvan !linian; vgl. Ris. tyán, Tag., Tondano, Tonsea, Tonsawang, Ponosakan tir a n, l\fongondou si·

y a n, Bentenan tj iyan, Mal. tiran. Ook in het Nieuwjav. d us is de half·

klinker spoorloos verdwenen j daarentegen heeft hij zijnen invloed doen gelden in N}. dj 11 n, welks dj natuurlijk ontstaan is door mouilleeringder d;

nog een stap verder in dezelfde richting heeft het bovenaaLlgehaaldc Ibanag.

sche jun gedaan, dat tot

Nl.

dju n staat in dezelfde verhouding als bijv. het Fran!lchejtl'ur tot het Italiaanschegrorllo. Deovergangvan ivó6recnen onge·

lijkslachtigen klinker iny isecn gewoon verschijnsel ook in het Bis. en Tag.;

bijv. Bis. dyo = Sangirsch dio; Dis. tyant doch Tag. tiyan; daaren·

tegen Tag, ba. gró, in afwijking van Dis. b á g i 0; Bis. sU Cl' u tt sogyotj een \'aste regel is niet te ontdekken. In het Sangirseh treft men naast di 0 aan do. De d van dit laatste is op geheel andere wijze ontstaan dan in 't Jav. dus; het is trouwens een andere letter, een linguaal, terwijl de }a\'. d interdentaal is. De dvan do is ontstaan uit de palatale dj, e\'enals bijv. in gaheda, kerk, uit gahedja; herleidt men dus Sangirsch do tot den ouderen vorm, dan ontwaart men, dat ook in 't Sangirsch deivoortl' in den halflclinker kon overgaan j uil dy werd verder dj, en hieruit ten slotte d.

Sang. do beantwoordt dus rechtstreeks aan Bis. dy 0, is eene regelmatige ontwikkeling er van, terwijl met d i 0 te vergelijken i!l het Bi!l. di 0 t,

(19)

9

10".1 gevolgd door I!n wordt in; bijv. wl:!lin uit w~li

+

h ; kadadin

uit kndaui

+

I!n.

11°, / met i wordt

i.

Bijv. ti s uit t i is, Sund.

I ZO. i j ~aat \'óór ongelijkslachtige klinkers (behalve ~ overill w. Dusgaat ua over in wa; bijv.lakwan, kar.latwan, an~mwa, rl!mpwa, ku- bwan. wan wa, wwang. kaha}'wakl:!n. In de oorkonden komt behah·c wa ook dikwijls ua voor, om te zwijgen van uwa, welk laatste ccnc anucfc uitspraak vertegenwoordigt en dan ook in de nieuwere taal OIl\'crandcrd blijft, bij\', in O. en NJ. muwah; sowang (uit sa

+

lIwang), NJ. idem;

daarentegen levert II a

=

wa in 't N. Jav. 0 op. Schrijfwijzen als wa 11 wa, kapwa. tirwan, wwang, zijn in de oorkonden minder gewoon dan wan ti a enz. Hoewel nu u a ontwijfelbaar ouder is dan wa, zou men \'CI

kccrd doen de gC\'olgtrekking te maken, dat in den tijd der Oorkonden noc anders werd uitgesproken dan wa of o. Dat het onderscheid tusschcn u a en wa ten tijde der Oorkonden louter graphisch was, blijkt voldoende uit het feit, dat wij bijv. in KO. V op denzelfden regel m u a n g en m wan g le1.en; in N°, X,XIl muang. maar kubwan, kahaywakna, kulwan, Let men er op dat in een der oudste stukken, N°. VIl, van 853 Çaka, zelfs wa reeds eene verouderde spelling vertegenwoordigt (zooals blijkt uit de in dat stuk voorkomende woorden do j a voor Skr, cl h w aj a, k a t~ m 0 n, man g u Ion), dan i5 het niet aan te nemen, dat in de slechts twaalf jaren oudere oorkonde N°, 1 de spelling u a nauwkeurig de toenmalige uitspraak afbeeldt, Er heerscht in een taalgebied voorzeker altoos zekere verscheiden·

heid in de uitspraak der woorden; het is dus mogelijk dat men op de eenc plaats nog wa zeide, terwijl op eene andere de uitspraak 0 was doorge- drongen, doch verder mag men niet gaan, Diezelfdc stukken loch die u a schrijven, plegen tcvens y a. en niet i a, te spellen. Het cene rijmt nict met het andere. Van waar nu het verschijnsel, dat men wel dey geschikt oor·

deelde om den klank van eenen echten halfklinker aan te duiden en de 'W niet, zoodat men 1t verkoos? De reden is m. i. deze, dat in de speUing dier stukken welke wuang en dgl. plegen te schrijven, de dooreen medeklinker voorafgegane 1(.1 den klank IJ uitdrukt, in navolging vermoedelijk van eene niet ongewone Indische uitspraak. In KO, I wordt geregeld m w, rb w ge·

speld om mb, rb b voor te stel!en; in dat stelsel zou de spelling m wan g uit te spreken zijn als mbang of als m~wang; om dit te \'oorkomen nam men de toevlucht tot Il. Geheel hetzelfde beginsel vindt men terug in de op Spnansche leest geschoeide l'Ipelling der Filippijnsche talen. Diensvolgens schrijft men in het Eis. en Tag, diuata of dioata. in plaats van diwata, niettegenstaande het woord aan 't Skr. de w a tä ontleend is, zoodat nie·

mand zal beweren dat hier de 11 ouder is dan de w. De reden waarom men

(20)

10

verkoz~n

heeft d i u a tOl, di oa ta tc schrijven, is niet \'cr te 7.oeken: het Spaansch kent geen halfklinker w; daarom zou ecn Spanjaard cl h'<l ta licht gaan uitspreken als dibata. en in gecn geval als diwata.

13·, Uil 11

+

iwordtàf \Vi I onverschillig or er tusschen beide eenmaal ecn medeklinkergestaan heertor niet; hijv. rwi. uit ouder ru 'i, Mal. d u ri, Tag.

dugi; Iwir; 6f ur, bijv. apu)". tuluy,tamuy,walu)'.Dezelaatstc hebben evenwel als bijvorm apwi. in Marapwi; tulwi, tamwi, walwi. De grondvorm, waarvan men in 't O.

JilV.

moet uitc:aan is tam u i, enr.., en niet tam u)'. tooals men mag opmaken uit het Dayaksche tamulli, Da- taksch tamawe, die zelfs cenen tweeklank achter de tt (0) vertoonen, dus een nog volleren klank dan deJav.;, tenvijl deyeene verminkingder iis.Hij noc verdere verkorting gaat ook de)' te loor. Door eCIl rcc:elmatig verloop zal uit tamuaÎ ontstaan tamué, hieruit tamui, dan tamuy, voort.s ta m u', eindelijk NJ. tam u, de hedendaagsche vorm. Naa.o;t tam u bezitten de Jav<lnen echter ook tam i. Aangezien NJ. ri, I ir uit rwi, I wi r gesproten zijn, rn<lg men ookNJ. tuli, tami, api regelrecht uit lu Iw i, tamwi, apwi nAciden.

De spelling I u i r in sommige oorkondcn vindt harc verklaring in het hierboven opgemerkte; ze dient om te voorkomen, dal mcn zou uitspreken

I~wiroflbir.

14°. lIgcvolgd door l!:n wordt un; dus tirun = tiru

+

l!:n; karatun

= karatu

+

l!:n; pituh un= pitu hu

+

l!:n.

15°. U

+

ft wordt ü. Bijv. to tuit tu' u t,llis., Tag. tllgu t; w [I kuit wu' uk, Mal. b u r u q; tOr uit tu 'u r, Sund., NJ. tu UI', Dis., Tag. tu h ud.

Waar zulk eene ti verkort voorkomt, is het een teeken vall \·crloop.

16-. De" ontstaan uit den tweeklank ai, vertoont zich vóórccnen klinker in den vorm van ay: anders gezegd, uit a

+

iwordt,. behalvevóóreenen klinker. want in dit geval gaat de i iny over, en daardoor wordt de samen- smeltin!; V<ln de twee bestanddeelen des tweeklanks \·erhinderd. Derhah'e gawc, maar gu m a waya, gawarakl!:n; ta m he, maar tamba)"an;

d e-n tOl, maar d a y a - n t a. Herhaalde malen ontmoet men zoowel in de gedichten als in de oorkonden gespeld gawa}' ofgaw:ti voorgawej bal ay of ba l:t i VOOr b a Ie; ~ j r, en dgl. Dezeschrijfwijze was historisch, d. i. veroudcrd. Met zckerheid kan men dit vaststellen voor den tijd van Äir-Langga, zooals de naam gespeld wordtin destaatsstukken onderdezen vorst uitgevaardigd cn in den Arjuna-Wiw1'iha; in deSanskrit-inscriptieaal1 hem gewijd heet hij ondubbelzinnig Er-Lnngga. Reeds meer dan eene eeuw vóór dien Vorst, bijv. in KO. XV, van SO .. Çaka, wordt nu eens win l[ i h, dan weêr winch gespeld; pal)~~i en gaW1'ii gaan eendrachtiglijk samen met rak e, hetgeen onmogelijk ware, tenzij men :t i als ~uitsprak; de proef

(21)

\\

op rle som levert dc ,'crgissing die de schrijver van hel stuk begaan heert in i t Y ff i wam:l: cl i. Met dit al mag men gerust aannemen, dat de oudere en de jongere uitspraak een tijd lang, al was het niet op dezelfde plaats, naast elkaar voortt::e\ccfd hebben, totdat de t volledig zt."gevicrde; in het Sunda.

neesch en Madurcesch heeft zich de tweeklank gehandhaafd. dank zij den overgang van ai in

ar.

Op l\1aleisch gebied hoort mcn tegenwoordig ook verscheidenheid van uitspraak. Men hoort dus pakei, zeldzamer pakai, dikwijls pake zeggen; doch lain, main, air ofa)'~r. Betrekkelijk zeld- zaam is de verzwakking van ai oflaterct "óórcen beklemtoonde lettergreep tot ij bijv. gum a w)' a k l! n in KO. V. Nog zeldzamer, en misschien slechL'i aan afschrijvers te wijten, is een geheel op hcdendaag:!\ch standpunt staand dera uit de

+a,

waarvoor de oudere taal daya zegt.

Eene treffende overeenkomst met het Oudjnv., ten opzichte der behan·

deling \'an den oorspronkelijken tweeklank. vertoont het hcdendaagsche Ibanag. tn dele taal schrijft men balay=Oudjav. bale, oudcrwctsge.

speld balay orbal!ii; amma)'=13is. homa)', Bat. omè,cnl.,doch men spreel,t uit: balei, a m mei, en vóór een sLiffix bale; dus ba le-m u, in schrift bala}'.m U

=

Oudjav. bale·m u, ouderwets balar-rn u (zie De Cue\'as, Arte, 18504, p. 2 en p. 4). Volgtereen klinker, bijv. in ba laran, d. i.

b a I a)'

+

a n, dan geert de spelling \'olkomen de uitspraak terug. Ook in enkele andere gevallen gaat a r in 't Ibanag over in den l'-klank, bijv. in e ka, ga gij! uit ar ka; pen voor paran. Evenzoo gaat in 't Pampanga een oorspronkelijk ar (or ai) voor medeklinkers in t' over; bijv. men zegt balebalar an , matemata)'an; uma)', gaan, maar urne ka. Niet geheel vreemd aan het lbanag is ook de \'erkorting van a

r

(ti) vóór eenen klinker tot J'. bijv. in pi Y a n. van pa y; vgl. zulk een ge\'al als gum a w·

rak t! n. Dezelfde verzwakking van den tweeklank is niet ongewoon in het Tag. en Dis.; bijv. Bis. pasakyan, pasákra, pasákron, gisákyan,

"oor pasa ka)'

+

a n, enz.; Tag. bi cyao voor bigay

+

an.

170. De 0, voor zooverre zij uit au ontstaan is, heeft oudtijd!l natuurlijk de uitspraak \'an den tweeklank a u gehad. Voorbeelden van samensmelting van a

+

ft tot 0 zijn boven reeds gegeven; in andere wordt de oorsprong van 0 uit a\l bewezen door de verwante talen; bijv. hijo, groen, Dar· hi· djau; lod, Mal.láut; ron, Mal. d'\un; ko, Da}'. ikau. Men lOU ver- wachten, dat 1.lIIk ecn oorspronkelijke tweeklank vóór cellen klinker in a'w was overgegaan, doch hiervan heb ik geen enkel \·oorbeeld aallsetroffen; wel daarentegen komt voor het op N. Jav. wijze gevormde pan i i1 j ow a n (Balin. gespeld panifljohan) van tii'ljo, Sund. tendjo.Bij Sandhi in den volzin gaat zulk eene 0 vóór den beginklinker van een volgend woord over in 1tI, waarvan later voorbeelden zullen aangevoerd worden, In hel

(22)

12

IiJanag wordt au als (1 uitgesproken in dezelfde gevallen waarin

ar

als ~ luidt; bijv. pano·ra van p" Tl;], u ,De CUCV3.,!;, t. a. p.).

18°, De Indische klinkerteekens r en 1 hebben in 't Oudj. in inheemsche woorden de waarde \'an de medeklinkersren [gevolgd van cenc Pl:!pl:!t. Waren die klanken werkelijk klinkers, dan zouden vormen als rinl:!bu t, lu mt!hu r.

linl!pas. alle bepaald drielettergrepig, onmogelijk wezen.

rn

\'en~en wordt de r wel is waar nu en dan als klinker behandeld, zoodat men bijv. a

+

rpal

samentrekt tot lirppat (Shar. V. 28); a

+

rja tot arjja; doch zulk cent samentrekking is te beschouwen als cene dichterlijkt: vrijheid, die men ge- wettigd achtte door 't voorbeeld van het Sansluit.

§ 2. lI!tdrktillker mft l1udrldill!.:CI".

''', Nasa/CII. De nasalen in een woord richten 7,jch stced~ naar het orgaan

van den volgenden medeklinker, met deze beperking dat de Anuswara (C~cak) vóór sisklanken en It in de gutturale nasaal IJg o\'ergaat, zonder twijfel omdat reeds ten tijde der oudste ons bekende stukken de Anusw:irn in klank niet van delft verschilde. Dus schrijrt mcn angça, angsö, sing- h a enz., in tegenstelling tot de hedendaagsche spelling,u"".... enz, De lilui- tende Anusw:tra van prefixen wordt Ifg'vóór klinkers, ,. en l (met inbegrip natuurlijk van ren 1); derhalve pangalah uit":' en alah; manginum, mangueap, mnnglawan, ll1angr~but uit";' en inum, enz. Vóór dcj, d, dil blijft lUik een Anuswara zeer dikwijls behouden, niet alleen bij een- letlergrepigestammcllals mangdohi(Njav. ngedohi), angde, man!;:- dani, pangdyus, ang~ik, maar ook anders, als in mangjanma, ang- el ud u t, angj amah (KO. VJII); elders nochtans aiijamah, KO. Ven VII;

ailjanma.BY.613. I

Eene

4,

welke aan 't begin van een woord r geworden is, behoudt na CCll

nasaal vaak. niet altoos, zijnen oorspronkelijken klank; bijv. susu-J)-c.larä uit sus u

+

n

+

r<trli (ouder (.Iarll); rOQ~on. een verdubbeld ron (ouder (,Ion); umil)~uhur, van ruhur (~uhur). lArwijkend l.ijn pingrwa (af- wisselend met pi I) ~ wa), r~ngreng, waar de nieuwere taal alleen piIJ<!o, d!.!) ~! n g heeft; het omgekeerde zien wij in Karu IHlu IIgan. waarvoor thans Karungrungan.

I Do mo~ b 00 bA ueginnende,tammeu worden bohaudold IIoleor do beginlelter CODa til ia.

&oodnt bijv. uit.Jo

+

h h 11 hi .... ordt mamt! hi, volgeus COUO v6..ïr..blltori&olho Jclnnkwet, di., ceDml\l!.lalgemeon Mo.leiflUh.Polynuiaoh moot gewceJb lijn,

1lJelol!de rogol ook iu 't '!·ombul.; dns rouai5mmi5ll, grond~crm dëm; iodeL = in

+

roi; vgJ. T!r.g. iadi; rümd6m. Evenwo in'~ DlI.y. ri ndim i \'gl. Tag. dimdim, Ual, dim d iUI. lIe~ Ibll.u., bijv. ill ladd /lm (ouder r4 ndlm) ,tODI~ 0\'01'000 wn~ do bovenge.

noemdo I.IllnD. Uit Tombul rnng.l u ugall nn rindim l3llt aiolt opma.ken dat de ollMa!

Dje~altoo. ,,, .. uimilnerd wordt, avonmin at. in't O.

J...

C

(23)

13

Bij de verdubbeling van een stam kan de sluitende nasaal zich al of niet richten naar den volgenden medeklinker; dus kingkin of Idnkin; tUil·

tung of Nj. tunr:tung. Een vaste regel wordt daarbij niet gevolgd, even- min als bij de sluitende Il van een suffix vóór 't aanhechtsel ku; dus uja- r ~ n -k u of uj a r~ n g k u: de eerste spelling lal wel louter etymologisch welen. Naast pingtiga heert men pintiga.

~)O. VcrdlfbbelilllJ. Het verdubbelen van medeklinkers, behah'einontlccndc woorclen. of in nabootsingen clcr Indi~che spelling als bijv. in 'l bO\'cn ,'cr·

meld !irppat, wordt in de meeste, vooral dichterlijke, gcschriften gaarne vermeden; in andere wordt verdubbeling gebezigd ter aanduidin~ cener bijzondere uitsprank van tien "oorganndcn klinker; in wcêr andere worden sluitmedeklinkers verdubbcld \'(jór bepaalde suffixen als an en aken, ge- heel op N.Jav. wijze. In Skr. woorden blijft een dubbele medeklinkerdikwijls genoeg behouden, maar wanneel' wij bespeuren dat naast elkaar nimitta en nimita e. dgl. geduld worden, dan moeten wij tot het besluÎt komen, dat de schrijver voor den waren aard der verdubbeling În 'tSkr. geen gevoel heert.ln het Skr. toch wordtecndubbclc medeklinker bepaaldelijk tweemaal walang aan~c1lOuden als een enkele, zoodal verwisseling: vnn Ii en I on- mogelijk is benahre bij verbastering. Ht:t tegenwoordige Javaansen heert van de echte\'erdubbcling, zoonis die in 'tSanskrit, Italiaanseh, Magyaarsch bcsta.."1t, geen begrip, en juist daarom maakt het zulk een kwistig gebruik van dubbele leltersingcschrirt. Van het~ederlandsch, Fransch en de meeste overige talen van Europageldt helzelrdc. \Vanneerwij óakkm,IiClfm, va/fm e. dgl. schrijven, dan is het omdat men deeefl'lte lettergreep sluit meteenen medeklinker, hetgeen men niet doen kan zonderden medeklinker iets langer aan te houden dan wanneer hij aan 't begin eener lettergreep staat. Spreekt men den medeklinker te kort uit, dan zou tusschen de eerste en tweede Ict- 'tercreep de adem gestuit worden, zoodat het I"ik-en zou worden. Onze dubl>cle medeklinker wordt dus wel iets langer aangehouden dan deenkcle, maar is geen volle dubbele medeklinker. Van daar dat een Nederlander in twijrel kan 5taal1 or hij bijv. mOllllild:l'Il dan wel 1J!Ollllil:"lI behoort te schrij- ven. 1=:vel11.oo is het in 't J!l.\'aansch. Veronderstellen wij hetzelfde ook voor de oudere taal, dan laten zich alle verschijnselen gereedclijk verklaren.

De dubbele medeklinker, met inbegrip deraspirateu, blijrt in woorden uit helSkr. overgenomen meestal gespaard; bijv. wrttn, ruddha. Toch ont- breekt het niet aan \'oorbeelden dat de dubbele vervangen wordl door een enkelen, zelrs in gedichten; bijv. nimita (R:t:m. 3) voor nimilta. Kinara voor kin nara, KO. VII. Sommige woorden worden steeds zonder \'erdub·

belinggeschreven, als bhat:t:ra voor bhan!ira; s~nliha, s~naddha

voor sann:t:ha, sannaddha. Ook wiku. Pr:iknt bhikkhu, wordt onver-

(24)

14

anderlijk met 6éne /;: geschreven, doch dit woord had misschien reeds in Achterindië delen vorm aangenomen "oordat het door de Javanen werd overgenomen. Wat de geschreven ,-erdubbelingvan eenen medek.1inkerbe·

treft in het bijzonder geval dat een rvoorafgaat, als in sarwwa, d harm ma, warQlJ.3, deze geschiedt slechts in navolc:ing van cene nicl onccwone In- dische schrijfwijze. Het "olkomen onjavaansche karakter van zulk eene ver·

dubbeling komt helder uit, zoodra men bijv. het ontleende sarwwa verge- lijkt met het inheemsche k:irwa, karwa, thans NJ. kara. Hoe weinig het eigenaardige van de Skr. dubbele medeklinkers tot het gcwonejavaanschc taalgevoel wa., doorgedrongen, kan men opmaken uit de omstandigheid dat af cn toe ecn dubbele medeklinker wordt geschreven die niet in het woord behoort, bijv. in boddhi (KO. XXJVen elders) voor bodhi. In het latere Javaanseh, Maleisch en andere verwante talen is de dubbele mede- klinker van Skr. woorden ook steeds vereenvoudigd, bijv .Jav., l\'Ial. tj i t a voor cittai Mal.suda voor çu ddh aiJav., Mal. bu d i, Bis. b ud h i voor b udd h i.

In sommic:e stukken dient verdubbeling van eenen medeklinker als mid- del ter aanduidinc: van den Pt!pl!t-klank. Dezeschrijfwijze wordt doorloopcnd gevolgd in c.."Cn Jarapatra van 849 Çaka. uitgegeven door Brandes 1 i de af- wijking in een paar woorden, nl. tabbel ofmis."chicn tabböl (d.L leb- bel met klemtoon op de laatste) en hameas verklaart zich van zelf, daar het middel der verdubbeling hierin niel kon aangewend worden. De ietwat oudere Oorkonde N°. t van 8-1' Çaka vertoont dezelfde spelling slecht'! in een paar woorden, nl. tengannan en ~alamman, in strijd met de andere in dat stuk gevolgde schrijfwijze. Zoo i!' het ook gesteld met si kap- pan (d. i. sikepan) en pa<Jamm-apur in N°. X. en mannang in N°. XV. Orschoon nu deze eigenaardige spelling voor gezegde oorkonden niet als cene phonetische mag beschouwd worden, is het toch zeer wel mo- gelijk dat ze de uitspraak \'an een ouder tijdperk %00 niet geheel nauwkeurig weêrgaf, dan toch haar nabijkwam, Ioodat wij ook hier wederom een voor- beeld van historische spelling voor ons zouden hebben. In allen gevalIe is het opmerkelijk dat het Ibanag vrij regelmatigeenea metdMropvolgenden dubbelen medeklinker vertoont, waar hetJavaansch, Sangirsch en Tombul.

de Pl!pl'!t, het Dataksch en Bisaya 0, het Tagalog de i heeft. enz. Bijv. ;l In-

ma y, rijst, Sa.ng. t! me, Bis. hom a y, Ba.t. omei tal hl, Bis. to 1

u,

Sang.

en Bug. tl!llu, Bat. tolu. O. en N. Jav. telu; baggá.t, Mongondousch bogat, Dis. bogá.s, Tag. bigás. Bug. bl!re.l\bl. be raS. 0.]. wwas (uit w ö as, dit uit w ea s), Day. be h as, Mak. bérasa, Sideïsch Formo- s:tansch pchagi tangngá, Bis. tongá, Tag. tingá, Mal. en Ja". ten- gah. Staat een aan de Jav. Pl'!pl'!t beanhvoordende klank in de slotletter-

I Tijdaahrln Ind. T. L.en Vk. X,XXD (1889), p. I t6.

(25)

\"

greep van cen woord, dan heeft in 't Ib. c\'cnmin ,'crdubbcling der mede.

klinkers plaats als in het tab bel \'aTl het ]ayapatra; men vindt dan eene

D. Bij", O.

Jav.

t~pl!:t I luidt in het Ibanag tap p6 t, doch hicn'an afgeleid wordt ta la p pat t a Tl, \'ormelijk

=

Q. Ja\', ta te p e ta n , dat in 't Jara- patra juist als in 'tlbanag zou geschreven worden tOlt a p pat tOl n; de af- wisseling der klinkers () en a op ûch zelf reeds wijst op cenen derden klank waaruit zich hier èn a èn 0 ontwikkeld hebben. De Haag of ecn dubbele medeklinker van delen aard in 't O. Jav. ooit de volle waarde van tweemaal den enkelen gehad heeft, lOU ik geneigd zijn ontkennend te beantwoorden.

want het i.'l1.ckcr, dat het woord hetwelk in 'tjarapatragespeld wordt a na k- ab bi, vrouw, ;n

oe

gcdichten en elders onveranderlijk geschreven wordt a nak bi, en schicr zonder uitzondering uitgesproken als a nak ebi met vier korte lettergrepen, hetgeen onmogelijk ware indien a bhi eenen echten dubbelen medeklinker had; immers de voorlaatste lettergreep zou dan positiollt, lang wezen.

Eindelijk vinden wij, zooals gezegd, sluitleltcrs verdubbeld vóór suffixcn, geheel op Nieuwjav. en Tombuluschc 2 wijzc.llijv. ku monnak~n, KO. Vi pan ti n gg a II a n, bevallig afwisselende met pan unggalan in IX; ml!t- tuakan, tillulussakan, kinabaihhan, pamasangngan, dina- makkan, paral)akkan in IX; kumonnakan, manurunnakan in XV; humaappakan, Iinal)Ql!ssakan in X'XIV; lampahhaken in XVIII; ti ngsirrl!n in VII.

Het is voor ons, die de uitspraak der oude taal slechts bij bcnadering kunnen opmaken, moeielijk te beslissen welke \·an beide sc!lrijfwijzcn: ku- m on akl!n of ku mon nakl!n, tu nggal an of tu nggallal1, cnz. de voor- keur verdient: de getuigen die wij oproepen spreken elkander tegen. lIet is trouwens zeer wel denkbaar dat er geen \·olkomen eenparigheid van uit- spraak hccrschte. Er is hierbij vooral niet uit het oog te verliezen dat de zQoeven behandelde gevallen van verdubbeling. hetzij dan doordeuitspraak gewettigd of niet, nooit eenen etymologischen grond hebben, want loodra ten gevolge van bijzondere omstandigheden dezelrde medeklinker tweemaal zou moeten uitgesproken worden, blijft er slechts één over; dus wordt an a k

+

ku steeds anaku; '1.00 ook in enkele ontleende woorden, als sl:!n:lha voor san l1:[ha. Wij zien OUS d:lt verdubbeling achtenvege blijrt waar ze op grond der etymologie verklaarbaar 1.011 wezen, en dit strekt niet om ons vertrouwen in de juistheid der vcrduhbelingwaarze geen zichtbare oorzaak

I Of tOO mlln wil t6 pöl: in nlllm gcvnllo met. C<!rJ6 gerekte Iletlcll.el"g'fOOll.

t VoJg/!n. de meeat gebruikelijke Ipelling wordt in 't 'fom bul. c1kelluitende .tllmmede.

klinker, behah e 119, verdubbeld ,·ÓÓr de lufflsCD /Ln en iin; bijv. kin 11 11" U t w U UIL nj Je i.

n_U u nu n; k i u. r6 p cu-n i iJe k k in; mur Ii 110010 P_Il g Il Il.

(26)

---

16

heeft en betrekkelijk zelden aangewend wordt te vermeerderen. De nieuwe taal - het is reeds opgemerkt - maakt een overdadig gchruik van \'er·

dubbeling, in die mate, dat zelfs de schuchterste Europecsche uitgevers van teksten naar vereenvoudiging in de meest gebruikelijke iolandschespel.

Hng gestreefd hebben.

Een vaste regel is het, dat wanneer ecne sluitende I' door 't aanhechtsel nril gevolgd wordt, ééne 1l wegvalt i dus ngaran

+

"ra wordt nga- ranya.

3(1, V rremig'li:gvan v~rschi/lmdt"uddl!illkrrs. Twee verschillende mede- klinkers worden aan 't begin eener lettergreep niet geduld, tenzij 1°, de laatste er van cene r, / of halrklinker is; bijv. kral, pri og I m rak, dlah a,

\Vlas. grat, twas; of2°.deeersteeen neusklank is; bijv. ngka, ndak, n lo n, mp u. Vreemde woorden onttrekken zich ann dezen regel; bijv.

k~atriya, k.!1iti, stuti, str1, sm ara, sangk~epa, sUk~ma e.a., doch niet zelden worden ook dergelijke woorden min of meer in overeen- stemming gebracht met het Jav. taaleigen, vooral in afleidingen. Men wij- zigt gaarne hun vorm

or

door den eersten der verbonden medeklinkers te laten wegvallen,

or

door 't voorslaan van cene ti, ten gevolge waan'an fle eerste medeklinker niet meer de lettergreep opent, maar sluiter wordt van de voorgaande. Aldus: sang~ipta voor sangk~ipta; sangtabra voor k~antawya; van sruti, stawa komen de a8eidingen manga- stuti, pangastawa; van k~am~ komt angak~amii; voor sangs- k!'i r a zegt men sa n gas k ä ra'. De nieuwe taal handelt in den geest der oude. gaat alleen met grooter consequentie te werk, met te zeggen si t i voor k~iti, setra voor k~etra, su kma voor sOkl!lma, asmara voor s mar a, es t I' i voor st ri. Niet alleen in den aard van het]avaansch, maar van de gchecle taalfamilie ligt het, dat eene opeenboopingvan mede- klinkers, met de bovt':n vermelde beperking, vermeden wordt. Dijv. O.

J.

sangtabya vindt zijne wederga in Tag. sangtabi, Bat. santabi;

Jav. estri in Mal. istri; Skr. k~aya wordt in het Tag. aksaya, in de afleidingen inaksa}'a, magaksa)'a, enz.; k~alri)'a levert in 'tMa- Icisch op tjatriya ofkasatäriya.

4". K/atlkv~rplatltsjll.r. De aanwezigheid van zekere medeklinkers in een woord kan tcweegbrengen, dat zij onderling van plaats verwisselen. Regel- matig geschiedt dit in het Bataksch (zie V. d. Tuuk, Tob. Spr. bI. 53, vgg);

in 't Oudjav. vertoont zich zulk eenc verplaatsing nu en dan, het duidelijkst in vreemde woorden; bijv. a nar a w a ta voor Skr. an awa rata; rinang- k u ç a voor Skr. n iran kuça. In de nieuwere taal, gelijk ook in 't Maleiseh,

I Ot de voor.lag va.n 0 in aJleidingen van 10 r, bÜ". m", n g", 10 r, thllD9 nog NJ. dito, VIUl deullJlfden anrd. it, d.urf Îk nÎet bealÎncn Het lIebijn~ vnn niet.

(27)

17

zijn de voorbeelden bijna even talrijk als in het Batakseh; bij ueCene die reeds vermeld zijn door V. d. Tuuk, t. a. p. knn men nog voegen Mal. mar·

dahika, Skr. maharddhik3.j Jav. surti voor sruti, Skr. çruti;

k i re.! a naast kr i cJ a, Skr. k ri r,l a; k u r d a naast kruda, 5\.r. krtldd ha, krodha; gurda, Skr. nyagrodha. Evenzoo in het Tagalog: maha- 1..1 1 iJ.::a (ol\der mahardika); halagá (ouder haraga), Skr. argha;

ook Bis. hal 11 g a. Onder gelijke voorwaarden houdt het Tag. ook bij in· hl,.'émschc woorden vcel van zulk cene omzetting, evenals het Batakseh; dus van hibas, silicJ (siliT), tiçlis komen met het aanhechtsel an: hi5ban, sic:tlan, tisçlan; van habilin: habinlan (voor habill:!nan, habi-

I\!; I a n). Niet anders in 't Disaya, bijv. I ti çl h a n van 1 u h u cJ; ti d I a n \'an

LL I 0 d. Ook het Dayaksch deelt dezelfde neiging; dus har i ta n naast ra·

hitan; rahusan naast harusan; rahinn naast harian; harias of ra h i as; ha ri man of ra h i man. Het schijnt dat de aanwezigheid vall eene h behalve die van een triller de neiging tot omzetting schier onweer- staanbaar maakt. Een zeker voorbeeld van omzetting in het Tombulusch levert b a re L1 a (war e n a), banier, voor banera, uit het Spaansehe. ba n- dera; Sangirsch insgelijks baneh a (waarin /1 ontstaan is uit een brauwcnd uitgesproken ,.).

Over 't algemeen is klankverplaatsing in de geheele Maleisch·Polynesi.

schc taalfamilie niets zeldzaams, vooral \'all nasalen en r,ten s. Doch zulke omzettingen zijn niet altijd bij de geheele spraakmakende gemeente door·

gedrongen en worden dan als slordigheden afgekeurd. In het Sarnoaansch hoort men m ä nu, reuk, voor het juistere näm u; la wa 'a u, roepen, voor wal a 'au (zie G. Pratt, Samoan grammar :lud diet., 2e ed., 1878, p. 2). Een goed voorbeeld van omzetting levert Maori n g a r 0, vlieg, naast ra n go, Ma!., Tag" Dis.,Da)'. langau enz.

:lG.

Ui/s/oa/ing. Eene 11 wordt een enkele maal lusschen twee klinkers uitge.

stooten j bijv. ta t anp a t a n g gw a, czollder dat het zal kunnen verhinuerd worden_, voor 0 t a Il g g u ha, Räm. 103. Vgl. de gevallen van uitstooting bij uitwendigen Sandhi in 't volgende hoofdstuk.

Dij deze gelegenheid zij opgemerkt dat, geheel onarlmnkelijk van den Sandhi, enkele woorden in de HSS. nu eens met, dan wCl:r zondcr sluitende 11 geschreven worden; o. a. I u In ra, BY. 2; 53; 95; waar de \'ar. I. o\'cral I u ol ra h heeft j thans uitsluitend I u m ra h. Voorts ra pu, "ar. I. rapuh, UV. 52; 56; ontwijrelbaar rap u her a n go, Smnrad. Met de wissel vormen NJ. rl!mpuh en r~mpu komen overeen rl!;mpuh, Arj. Wiw. 202j259; en d! m pc, BY. 52 i 632; 641. Voor 't oudere sisT wgt men thans si si h.

Vermoedelijk ginc:en deze en soortc:clijke woorden mctdubbelen vorm oor·

sprankel ijk uit op eenen gutturalen triller, die, gelijk men weet, gewoonlijk 2

(28)

IH

geen spoor in 't a.Jav. achtergelaten heeft dan dat de voorgaande klinker lang werd. In enkele gevallen evenwel schijnt die klank in ft overgegaan te zijn, zooals in wah u I nieuw I ; NJ. bahl:!m, kies. Nademaal in 'tDayaksch.

Tombul., Sangirsch, &lineesch de bedoelde klank eene It geworden is, zou men ook in 't Jav. de vormen met Jl voor juist. hoewel tevens voor eigenlijk gewestelijk, mogen houden. Intusschen mag niet verzwegen worden dat tegenover wahu en bahem het Malcisch in baharll en garham eenc IJ vertoont, en in de veelvuldig voorkomende plaatsnamen \V a har 11 en

\Varah u, eigenlijk (nieuw. beteekenende, ook cene Jt \'oorkomt. Dit ge- voegd bij de omstandigheid dat behalve wa h u zoodikwijls w:i h u geschre- ven staat, wekt het vermoeden dat de Oudjav. vormen des woords eigenlijk ontstaan zijn uit wa'hu, wisselvorm wah'u, in welk geval de It niet de plaatsvervangster van cenen anderen triller zou wezen.

6°. 0IljavaQ1lSduSalldlli .. ng~lm. Tengevolgedero\'ername van verschei ..

dene Sanskrit .. woorden in hun oorspronkelijke spelling, en deels ook mis ..

schien tengevolge van navolgingszucht, heeft men sommige Sandhi .. regelen van 't Skr. toegepast op Jan,ansche woorden, waarvoor die regelen niet be ..

stemd waren en volstrekt niet deugden. Zoo wordt de 1l in cene I) veranderd wanneererccll r-klank vooraf ~aat; bijl'. re IJ a, r~ I) 1! k, par IJ IJ a h. rndiendc7.e schrijfwij7.e in den aard der taal gelegen had, zou men ook tu ru na, ti ru- n en, maran i en7.. enz. geschreven hebben, hetgeen men e"enwel nietcleed.

Nog meer in strijd met het wezen van 't Javaansch is het gebruik van ~

instede van s na een anderen klinker dan

a

bij inheemsche woorden, als nQ::;a, naar 't model van manu::;a. Nietzeldenschijntmen~,aI50okçge­

bezigd te hebben om op een erkend uitheemsch woord den stempel van 't

Skr. te drukken, bijv. in ra::;a, averechts voor r3sa, wellicht Mar 't model van ro::;a; çakula voor sakula(KO.I) naar 'tvoorbeeld van ç:akunaj dj wa ç a voor diwasa. al~of het iets gemeen had met ka waça. Dezelfde wanspelling ontmoet ons nu en dan bij echt Jav. woorden, bijv. su ç uk, suçukan, çuçukan, alle drie in KO.l, naar 't model misschien van çoka, açoka. t De slotsom is dat de regelen waaraan 't gebruik van $,

!i en ç in 't Skr. onderworpen is, niet dan door misbruik ook op Maleisch- Polynesische woorden zijn toegepast, en wel zeer onvolledig. De gesprokene taal bezat slechts ééne s, gelijk thans.

I De 11 werd al. soodlUlÎg uitge.proke.n i wlIora dat niet het govnl gewoea!, dM :EOU het woord on,'ormijdeliJk tot ,.0 I4mlDgltrokken zijn.

I Zulke 'I'IAnlpellingID, 1108 vdI'keord ook, IÜn niet half 100 dWIIA.I als 't Engel.oho d'

~"d naar 't model VIlfl ilk, waarmede heb niuh " makeu lIeeft, of could, naar gewaande :ulIlogie ,'an ahould en '!/'OllId, of 1C!lt/sf, dat ons ,ielst is, om het in symmetrie te brengcln mot do SoythClD, of wio weet waarom.

(29)

19

B. Sandhi in den volzin (uiflVendige Sandhi) .

De veranderingen welke de klanken bij uilwencHgen Sandhi ondergaan, zijn nagenoeg dezelfde als bij inwendigen Sandhi, 'Ioor ::OO1'{'rn de regelen

toegep~t worden; doch juist ten op7.Ïchte der meerdere of mindere vrijheid dier toepassing vcrtoonen de teksten een aanmerkelijk verschil. Zoo kan men opmerken, dat in het stelsel der meeste dichtwerken volstrekt geen hiaat in een p ä cl a geduld wordt. tenvijl het R:l:m:tyal)a den hiaat volstrekt niet schuwt en dien niet enkel na eene kortere of langere pauze toestaat.

Van het literarisch proza van't Ädiparwan geldt hetzelfde als van 't R:tmä·

pIJn. Wnt eindelijk de oorkonden en andere inscripties aangaat, zijn de gc\'allen van hiaat talrijker dan die van Sandhi. Alleen daar waar twee zinsbestanddeelen onderlin!;' zeer nauw verbonden zijn. als het ware eene samen!;'cstelde uitdrukking vormen, passen alle geschriften schier zonder uitzonderin!;' de regelen toe; sa kaj n g wordt overal sak e 11 g; m" ra i wordt mar e. De aard en wijze der klankovergangen is in alle stukken de- zelfde en ligt derhalve in het wezen van 't Oudjavaansch; de uitbreiding van den regel tot gevallen waar de klank\'crandering mogelijk, ma."\r niet nood- zakelijk is, mag beschouwd worden als ccn tceken van litcrarischeverfijning.

De voorbeelden die men in de volgende bladzijden zal aantreffen, zijn bij voorkeur gekozen uit de oorkonden en het proza "an het Ädiparwan, omdat de daarin gevolgde regelen van klankovergangaforliori van kracht zijn in dichtwerken. Wegens de overeenkomst in aard tusschen de regelen bij inwendigen en uitwendigen Sandhi meen ik ill dit hoofdstuk met ccne kleinere keur van voorbeelden te kunnen volstaan.

§ I. KIi"kl'rs.

1°, Twee gelijkslachtige klinkers, waarvan decerstesluiter, de tweede be- ginletter van een woord is, smelten samen tot eenen langen. Dij\'. man g_

kannbhiprltra nira voor mangkana abhipr!lra; kakt Nga- dull!ng~n voor kaki iNga", KO. Vi th:inI si

J.

voor thäni i si

J.,

ib.; POttar:tsangga voor Pu Uttar:isangga, XVII.

Volgens de meest gewone schrijfwijze der oorkonden hceft er in dit ge- val geen Sandhi plaats, wordt de klank\'erandering teil minste door het schrirt niet aangeduid; bijv. ikana alas,KO. t; haji i Warahu. VII.

Het is twijCelachti!;' of deze laatste manier van schrijven meer aan de heer- schende uitspraak beantwoord heeft dan de andere, en of ze niet als eene etrmologlsche spelling moet beschouwd worden. In allen gevalIe vinden wij den zooe\'cl1 gestelden regel terug in 't Samoaansch. Wanneer namelijk in dele taal twee gelijkslachtige klinkers samenkomen bij 't vormen van

(30)

20

samengestelde uitdrukkingen of als sluit· en beginletter van twee op elkaar volgende woorden, die in nauw onderling verband staan, dan smelten ze samen tot eellen langen. Dus Ol a t!l I 0 fa J vriendelijk kijkende, uit mat a en alora; mat:iitu, een Anitu-blik hebbende, uit mala en aitu; I alofätu uit alora en atu (vgl. Pratt, Samoan grammar, ~ ed., p. 2).

2". De a, korf of talllJ. smelt met i samen tot,; met u toto; mett'totl'i met o tot o. Bijv. sangkcrika uit sangka irik:t KO. XVI; tckang uit la en ikang V, VlIj warggc da\(!m uil wargga i dal~m 11; mc- ghakncng wilantih voor mogh ... kna ing w.; kapagute IUÎ1cip voor kapagu la i luitcip VII. - Eene spelling als tk:t i (KO. T) is zoo uitermate zeldzaam, zelfs in de oorkonden, dat men geneigd zou wezen ze toe te schrijven aan eene verwarring met het gelijkwaardige t k ti ri, of an- ders voor een offer aan de etymologie te houden. Eenvoudig eene spelfout is rataikana uit yata ikana, KO. IX; in den tijd van bedoeld stuk sprak men het teeken voor a i (eigenlijk N î) bereids als, uit; van daar de verwarring.

In het Pampanga geldt bij nauw verbonden woorden dezelfde regel als in 't Oudj., zoodat bijv. ka ini wordt keni; iya en ini geeft iyeni;

tul a ita wordt tuleta.

Een voorbeeld dat ~ met 11 overgaat in 0 is tik 0 mar i t r ä I) ä n a, Ädip.

Uit a met t: wordt l', bijv. P iI IJ ,.1 a w e îlj i n g voor Pa I) ç1a wa e i'lj i n g, DY.

95. Uit a met 0 natuurlijk 0, dewijl de taal geen a u meer keilt; dus I i n g nirojar uit n ira oj ar, BY. 253. Het Samoaim$ch trekt a metJl nietsamen, maar w!!l a met korte 0 tot lange u; bijv. ma 0 n a wordt mijn a.

3°. Korte oflange i gaat vóór een ongelijkslachtigen klinker iny, oranders in gover; bijv. diwasa nr 5jiUi, KO. Vj 11; e.e. Uitzonderingen hierop zijn in de oorkonden niet zeldzaam; o. a. KO.I schrijn ni Ayä, n i U Q uh,

5 i A n g g uh, doch daar dezelfde ook ka cly a n gg:!. heeft, ligt de eerste spelling onder verdenking van zuiver etymologisch te zijn. Overgang in iy komt vooral in gedichten en dan nog betrekkelijk zelden voori bijv. ri}'

anak, R:tm.125;lihatiy ad nta,.BK.I06; adhipatiy Ugrasena, 169. 4°. Korte of lange 11, alsook ij en o(uit a u) worden vóór een ongelijkslach- tigen klinker w. Bijv. m \1 n gg w i van m unggu; a tu rw in g van atu ra, Adip.; karl!ngw ing van karl!ngO, BY. 644. Bij overgangvanoin w valt op te merken, dat dan de volgende klinker verlengd wordt; dus)' a n kw :!.w~di voor ko awl!di DY 477; mangilw akrak voor mnngilo akrak, Sutas. foI. 25,a.~

1 Da opgll.\'11 dat m A ti i t IJ balt:1.Al uit mat 11., Cl eo. I Î t IJ in 'l Sam, 'Vdb. van PrllH i. v. i!Jonjui~t-.

1 Men vergelijke Piili 1\' iiylLIfl uit 110 ny IlIfl c. dgl. Ecn hÎ.lltorillch VC1'bnnu tll'59Choll do gelijke VW'IIChijll"IM in 't Pilli on 't Oudj. best.aA~ or nAtuurlijk uiet.

(31)

~1

In het Pampanga valt IJ (= Oudj. /I) vóór een volgende ,:uit, bijv. lo l' ila

\'oor toto ita. Evenzoo in 't Samoaansch, in afleidingen; dus t05ina '\'oor ta sa i n a. Zulk eenc uitstooting \'cronderstelt een ouder standpunt, waarop de tl (ö) wel reeds tot w "erzwakt, maar nog niet geheel verdwenen was, en is in wezen ét:11 met den Nieuwjav. regel volgens welken ri: I i r ontstaan is uil rwi, Iwir.

50De uit ecn tweeklank ontstane, herneemt. oflic\'cr behoudt, vóóreenen klinker hare oudere gedaante; bijv. as u w

ar

a t i h a n g, DY. 553; sa k a·

tamba)' ei'~jing, sakatambar esuk, doch sakatambe suk, Adip.

Afwijkingen van den regel komen in de Oorkonden hier en daar voor; bijv.

bale inantull,KO. V.

In aard komt de Oudj. regel aangaande ~ overeen met dien in 't lbanag:

en Pampanga; zie bij Hoordstuk A. Anders is het Samoaansch gebruik;

want dit laat eene e vóór cenen volgenden klinker wegvallen; dus awe a tu wordt a \V at u. De reeks van klankovergangen die tot dezen toestand ge·

leid heert, bevat, theoretisch, de volgende termen: a \V C, a w i, a w y, a w' (met Ru~sische jer'), waaruit eindelijk a w.

§ 2. Afed.4dinkers.

{o. AIII/S'warnm IVisnrgn. De2.e teekcnshebbcl1 de volle waardcvan eem:n medeklinker die de lettergreep sluit. Staan zij vóór een woord dat met eellen klinker begint, dan gaan zij over in

/te

(el) en ft ( •. ",), hetgeen op de uit·

!ipraak geen anderen invloed heeft dan dat 2.ij van sluiters beginletters wor·

den. Hierbij valt op te merken, dat dezel/gen It, overal waar ze in een woord orvóórCCIl enklitisch woordje van een medeklinker gevolgd 2.ijn, beschouwd moeten worden als beginletters ecncr lettergreep. Dus bestaan bijv. ma 11 g- kN en ahning uit de lettergrepen ma en nek:!:, n en hning, andere uitspraak \'an h [!n ing. De2.e eigenaardige uitspraak, zoo geheel arwijkende van de onze, is echt Java<\nsch; van daar het bekende reit, dat een voor·

laatste lettergreep waarop een neusklank met medeklinker volgt open is, en niet gesloten, zooals in onze taal; zie de voorbeelden bij Roorda, Jav.

Gramm., 1855, § 42, en voeg er bij ~"''''''''', ontstaan uit b:t-ngsa, Skr.

varpça, met rekking der 0, daar deze in eene opene lettergreep staat. Strikt ecnomen is de nieuwe jav. spelline 1i,"I""', r&ÏI''''''~. ,,/,,»U,,', e. del. routier, want uit de juiste uitspraak blijkt, dat de taal geen sluitende nasaal bedoelt.

Een ander bewijs dat in 'tjavaansch,ouden nieuw, de van een medeklinker gevolgde Ilasaal eene lettergreep begint, ligt in voorbeelden als n g k:t.

n ggo n , n dan, en2.., die in onze taal niet kunnen voorkomen, omdat wij de lettergreep wèl met eene nasaal sluiten. Evenals in 't Jav. is het in het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de wandaad, aan Floris V gepleegd, was de borg aansprakelijk en aangesproken en zijn goed verbeurd (zie Oorkondenb., II, N o. Zijn zoon Dirk kreeg het goed zeker terug wegens

De eerste afdeeling van het Oorkondenboek, die thans voltooid voor ons ligt, verdringt en vervangt voor goed het eerste deel van het Charterboek van Van Mieris, waarmee wij ons zoo

Er mogen enkelen zijn, die de nieuwe leer in al haar consequentiën aannemen en op alle verschijnselen toepassen: zeker zijn zij in zeer kleinen getale. Consequente aanhangers van

Register van academische dissertatiën en oratiën betreffende de geschiedenis des vaderlands. Aanhangsel op het Repertorium van verhandelingen en bijdragen, bijeengebracht

onoverwinnelijk, stoutmoediger dan de duivel, ofschoon minder slim; een ander is verplicht te erkennen, welk een indruk zijne tegenwoordigheid maakt op menschen van allerlei rang,

Allard Pierson, Verspreide geschriften.. sacramenten als onmisbare ‘kanalen van Gods genade’. Het is geheel naar zijn hart, dat de Anglikaansche Ordination Service den bisschop tot

Allard Pierson, Verspreide geschriften.. die voor de kristelijke overlevering niet zeer vriendelijk was. Die stemming schijnt Goethe op zijne geheele italiaansche reis vergezeld

Op zich zelf zou dit voor onze vergelijking eene ongunstige omstandigheid kunnen zijn; doch laat ons niet vergeten, dat Taine's manier zóo vast staat, dat zijne letterkundige kritiek