SERV_20170213_opheffing_evaluatieprocedure_ADV.docx
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be
Advies
Opheffing evaluatieprocedure
Brussel, 13 februari 2017
Opheffing evaluatieprocedure
2 .
Adviesvraag: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap
Adviesvrager: Philippe Muyters - Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Ontvangst adviesvraag: 6 februari 2017
Adviestermijn: 10 dagen
Decretale opdracht: SERV-decreet 7 mei 2004 art. 20 (SAR-functie) Goedkeuring raad: 13 februari 2017
Contactpersoon: Tim Buyse - tbuyse@serv.be
SERV_20170213_opheffing_evaluatieprocedure_ADV.docx
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be
De heer Philippe MUYTERS
Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Martelaarsplein 7
1000 BRUSSEL
contactpersoon ons kenmerk Brussel
Tim Buyse SERV_BR_20170213_BVR_opheffing_evaluatieprocedure_TB 13 februari 2017 tbuyse@serv.be
Spoedadvies opheffing evaluatieprocedure
Mijnheer de minister
U vroeg de SERV op 6 februari 2016 om spoedadvies over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofsdtuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.
Dit ontwerp van besluit voorziet in een puur legistieke rechtzetting waarbij door de opheffing een eind wordt gesteld aan de rechtsonzekerheid en onverenigbaarheid met het huidig artikel 13 van de programmawet van 10 februari 1998.
De SERV heeft geen bemerkingen vanuit sociaal-economische invalshoek.
Hoogachtend
Pieter Kerremans Ann Vermorgen
administrateur-generaal voorzitter
R AAD VAN S TATE afdeling Wetgeving
advies 60.995/1 van 10 maart 2017
over
een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering „tot opheffing van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet
van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap‟
‡LW-BADRMAJAC-GAJJFQW‡
2/3 advies Raad van State 60.995/1
Op 15 februari 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering „tot opheffing van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap‟.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 9 maart 2017. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Wouter PAS, staatsraden, Marc RIGAUX en Michel TISON,assessoren, en Wim GEURTS,griffier.
Het verslag is uitgebracht door Paul DEPUYDT, eerste auditeur-afdelingshoofd.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 maart 2017.
*
‡LW-BADRMAJAC-GAJJFQW‡
60.995/1 advies Raad van State 3/3
1. Bij artikel 7 van de wet van 11 mei 2003 „tot wijziging van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap‟ werd artikel 13 van de programmawet van 10 februari 1998 „tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap‟
vervangen. Als gevolg van die vervanging biedt het voornoemde artikel 13 van de programmawet van 10 februari 1998 niet langer rechtsgrond voor de regeling die is vervat in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 oktober 19981 met betrekking tot de reglementeringen en de evaluaties.
Ter wille van de rechtszekerheid strekt het om advies voorgelegde ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering ertoe hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 met ingang van 1 januari 2017 op te heffen.
2. De ontworpen regeling kan worden geacht rechtsgrond te vinden in de algemene bevoegdheid die de Vlaamse Regering put uit artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 „tot hervorming der instellingen‟ om de decreten uit te voeren, gelezen in samenhang met het sub 1 vermelde artikel 7 van de wet van 11 mei 2003.
Hiermee rekening houdend dient het tweede lid van de aanhef van het ontwerp, zoals het om advies is voorgelegd, te worden vervangen als volgt:
“Gelet op de wet van 11 mei 2003 tot wijziging van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, artikel 7;”.
3. Het lid van de aanhef waarin wordt verwezen naar het advies van de Raad van State moet worden geredigeerd als volgt:
“Gelet op advies 60.995/1 van de Raad van State, gegeven op 10 maart 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;”.
DE GRIFFIER
WimGEURTS
DE VOORZITTER
Marnix VAN DAMME
1 Koninklijk besluit van 21 oktober 1998 „tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap‟.
‡LW-BADRMAJAC-GAJJFQW‡
